SALA familie Sala - Visino - Pognana - Tavernerio - Roveredo - Pusiano
09-01-2008
SPIEGEL EN LYSTENFABRIEK - D. SALA & ZONEN
Onderdeel van familie: Sala/Weereld
Dominicus Sala & Zonen
Dominicus (Domenicus) Sala wordt geboren in Pognana Lombardijen ±24-01-1759 en overlijdt op 23-01-1839 te Leiden. Waarschijnlijk vertrok Dominicusuit Italië vanwege de slechte economische omstandigheden. Dominicus trouwt hoogstwaarschijnlijk in Luik met Maria Magdalena Werrel (Weereld) geboren in Trier. Dominicus Sala en zijn huisvrouw Maria Magdalena Werrel kregen op 10 nov. 1784 admissie voor één jaar (Oud Archief, 1124, fo. 302vo.) Deze Dominicus Sala was doopgetuige bij de op 13-3-1806 gedoopte Dominicus Sala en barometermaker te Leiden, zulks volgens een onderzoek van S.v.E. Veldhuijzen, hoofd van de afdeling inlichtingen van het archief te ’s Gravenhage. Op 31 Maart 1786 wordt Dominicus tot poorter van de stad Leiden aangenomen op getuigenis van Anthony Fortunati, beeldenmaker en Jacobus Anderson, herbergier.
Op 07-02-1787 wordt hun eerste kind, Maria Magdalena, geboren. Het echtpaar krijgt 10 kinderen. Dominicus overlijdt op 23-01-1839 te Leiden. In gemeenschap van goederen gehuwd, blijft de boedel onder de weduwe Maria Magdalena Werrel berusten. Als op 03-07-1846 de weduwe Maria Magdalena overlijdt komen de volgende kinderen tezamen om de boedel van hun ouders te scheiden en verdelen.
Allen een aandeel ter waarde van fl. 2.743,675
1. Geertrui Sala, onderneemster van openbare verkoopingen van roerende goederen, huisvrouw van, en bijgestaan door (echtgenoot) Hermanus Richard van Gelder, zonder maatschappelijke betrekking. Aan haar valt o.a. ten deel een Huis en erf staande en gelegen binnen Leijden aan de Oostzijde van de Hooigracht, tegenover de Hooglandsche Kerk Choorsteeg, geteekend wijk 7, no 770, 2. Maria Magdalena Sala, weduwe van Daniël Schretlen, (
de smederij uitoefenende) erft roerende goederen, goud en zilverwerk en een bedrag in contanten 3. Carolus Franciscus Sala, Bierbrouwer erft roerende goederen, goud en zilverwerk en een bedrag in contanten 4. Carolus Dominicus Sala, Bierbrouwer en Spiegelmaker; erft; 1. De helft in een Huis staande en gelegen binnen Leijden aan de voorzijde van de Breedestraat tusschen de Koornbrug- en Choorlammersteeg, strekkende tot, en uitgang hebbende in de Dwars Koornbrugsteeg, geteekend wijk 4, no 232 en 232 rood. 2. De helft van een Huis en erf, staande en gelegen binnen Leijden, aan den Nieuwen Rijn- of Botermarkt, strekkende tot, en uitgang hebbende in de Dwars Koornbrugsteeg, geteekend wijk 4, nr 33 en 33 rood. 3. En een Huis en erf, staande en gelegen binnen Leijden, aan de Zuidzijde van de Langebrug, omtrent de Arend Roelandsteeg, waarin hetzelve een uitgang heeft, wijk 4, no 493 en 493 rood. 5. Maria Sala, weduwe van Joseph Borzo, winkelierster, wonende te ’s Hertogenbosch, erft roerende goederen, goud en zilverwerk en een bedrag in contanten 6. Carolus Anthonius Sala, Spiegelmaker, wonende te Leijden erft; 1. De helft van een Huis, staande en gelegen binnen Leijden, aan de Noordzijde van de Breedestraat tusschen de Koornbrug- en Choorlammersteegen, strekkende tot en uitgang hebbende in de Dwars Koornbrugsteeg, geteekend wijk 4, nr 232 en 232 rood. 2. De helft in een Huis en erf, staande en gelegen binnen Leijden aan den Nieuwen Rijn- of Botermarkt, strekkende tot, en uitgang hebbende in de Dwars Koornbrugsteeg, geteekend wijk 4, no 33 en 33 rood. En roerende goederen, goud en zilverwerk.
Carolus Anthonius en Carolus Francisus zetten het bedrijf voort met wellicht Carolus Anthonius als zaakvoerder. Het echtpaar Carolus Anthonius Salaen Maria Sibilla Spekman krijgt twaalf kinderen. Als Carolus Antonius,dan weduwnaar van Maria Sibilla Spekman (ovl.13-01-1857) op 28-04-1858 komt te overlijden,zijn zeven (nog levende) van hun tien kinderen erfgerechtigd en komen tezamen of worden vertegenwoordigd op 18-09-1858 om de boedel te scheiden en verdelen.
Allen voor een zevende aandeel ad een duizend acht honderd zeven en zeventig gulden elf cent. ƒ 1.877,11.
1. Joannes Hendricus (Spiegel- en Lijstenfabrijkant) treedt op als voogd van zijn 3 minderjarige broersen zijn zusje. Hij erft zelf, bij deze speciaal te verbinden en te hijpothequeren; a. Een Huis en Erve, staande en gelegen te Leijden, aan de Noordzijde van de Breedestraat, tegenover de Ketelboetersteeg, wijk 4, numero 231, op den perceelsgewijzen Kadastale legger der Gemeente Leijden voorkomende in Sectie G, numero 220, ter grootte van eene roede zeven en twintig ellen; b. De helft in een Huis en Erve, staande en gelegen als voren, wijk 4, numero 232 en 232 rood, op voorschreve Kadastrale legger der Gemeente Leijden voorkomende in Sectie G numero 221, ter grootte van drie en tachtig ellen. c. De helft in het benedengedeelte van een Huis en Hof, staande en gelegen te Leijden aan den Nieuwen Rhijn of Botermarkt, strekkende tot en uitgang hebbende in de Dwarskoornbrugsteeg, wijk 4, numero 33 en 33 rood, bekend bij het Kadaster in Sectie G, numero 234 ter grootte van vijf en negentig ellen; 2. Franciscus Hendricus (minderjarig) Hij erft; Aan Joannes Hendricus als zijnen voogd ten zijnen behoeve, af- en overgegeven; de gelijke som van Een duizend acht honderd zeven en zeventig gulden elf cent. ƒ 1.877,11 3. Carolus Franciscus (minderjarig) Hij erft; Een overwegend aandeel in de goederen en gereedschappen tot de Spiegel- en Lijstenmakers affaire behorende. 4. Mattheus Hendrik (minderjarig) Hij erft; Een overwegend aandeel in de goederen en gereedschappen tot de Spiegel- en Lijstenmakers affaire behorende. 5. Maria Catharina Elisabeth (minderjarig) Zij erft; Een overwegend aandeel in de goederen en gereedschappen tot de Spiegel- en Lijstenmakers affaire behorende, 6. Maria Wilhelmina Juliana, echtgenoote van den Heer Antonius Wilhelmus Heijnen. Carolus Dominicus Sala, broer van de erflater treedt op als gemachtigde. Zij erft; Meubelen en ongemunt Goud en Zilver en een aandeel uit de goederen en gereedschappen tot de Spiegel- en Lijstenmakers affaire behorende. 7. Daniel Antonius, Physische Instrumentmaker (barometermaker) Hij erft; Een overwegend aandeelin de goederen en gereedschappen tot de Spiegel- en Lijstenmakers affaire behorende.
Joannes HendricusSala wordt zaakvoerder
In 1858 verleent Z.M. Koning Willem III de firma het recht tot het voeren van Zijn wapen, een onderscheiding, welke in later jaren tevens door H.M. Koningin Emma zal wordenverleend.
1930 Foto Breestraat 114a, 114b, de winkelpanden van D. Sala (spiegels en lijsten) en J.G. Kluit (banket en lunchroom).
11-05-1858 Inventaris boedels Carolus Antonius Sala en Sebilla Spekman (hier alleen de bedrijfsboedel)
Heden den Twaalfden Meij, Achttien honderd acht en vijftig des voormiddags ten Tien ure, zijnde de tijd bepaald bij de vorige zitting, is door ons Notaris, geadsisteerd met de voornoemde getuigen ter Requisitie, in tegenwoordigheid en op aangifte als boven, tot de voortzetting dezer inventarisatie overgegaan als volgt:
Goederen en Gereedschappen behorende tot de Spiegel- en Lijstenmakers affaire waarvan de tauxatie zal geschieden door den in het hoofd dezer genoemde schatter den heer Carolus Franciscus Sala alhier tegenwoordig en aan mij Notaris bekend.
Op de Glas- en Werkkamer:
---
In het magazijn:
Eene partij ongefoelijde Spiegelglazen.
ƒ 325,32.
Een dito.
ƒ 22,--
Eene partij dito.
ƒ 320,--
Twee dito.
ƒ 60,--
Eene partij dito.
ƒ 208,80.
Twee dito.
ƒ 70,--
Eene partij gefoelijde Spiegelglazen.
ƒ 398,20.
Vijf dito.
ƒ 40,--
Eene partij dito.
ƒ 305,28
Een Physche, zwart.
ƒ 25,--
Eene partij dito.
ƒ 279,51
Een ovale spiegellijst.
ƒ 25,--
Eene partij houtschroeven, schroefoogen en draadnagels.
ƒ 276,125.
Twee spiegellijsten.
ƒ 45,--
Tien kisten vensterglas.
ƒ 417,42
Zes dito.
ƒ 90,--
Op de Bovenzolder:
---
Een dito.
ƒ 05,--
Eene partij werkhout of schrooten.
ƒ 147,90.
Drie oude lijsten.
ƒ 50,--
Eene partij dito.
ƒ 259,--
Oude lijsten.
ƒ 20,--
Op de twee zolder:
---
Een lijst.
ƒ 12,--
Een partij getrokken en geschaafd Lijstwerk.
ƒ 551,65
Een lijstje.
ƒ 12,--
Eene partij witte latten.
ƒ 327,36.
Een dito.
ƒ 10,--
Eene partij dito.
ƒ 46,64
Een ovaal.
ƒ 20,--
Op de Vliering:
---
Een lijst.
ƒ 20,--
Eene partij potten met afval van kwik.
ƒ 48,--
Een dito.
ƒ 10,--
Eene partij vormen.
ƒ 12,--
Vijf lijsten.
ƒ 15,--
Op de Voorkamer:
---
Een zwarte ovaal.
ƒ 40,--
Eene partij witte latten.
ƒ 75,--
Een witte dito.
ƒ 25,--
Op de Turfzolder:
---
Een ovaal spiegeltje.
ƒ 10,--
Eene partij vensterglas.
ƒ 312,--.
Dertig zwarte en gele lijsten.
ƒ 36,--
Een pot schellak.
ƒ 17,--
Veertien zwarte lijsten.
ƒ 15,--
Eene partij lijm en geel oker.
ƒ 45,75
Vier Schilderijen.
ƒ 40,--
Zes en twintig strengen touw.
ƒ 07,--
Een pendule en rommel.
ƒ 45,--
Zeven en dertig lijsten met platen.
ƒ 20,--
Aan Portefeuilles.
ƒ 03,--
Eene partij spiegelglas.
ƒ 15,--
Een lijst met ornamenten.
ƒ 20,--
Negen flesjes Poulitoer.
ƒ 09,--
Drie lijsten.
ƒ 30,--
Zes honderd ledige goudboekjes.
ƒ 06,--
Drie Louis Quinze, zwart.
ƒ 09,--
Eene partij ijzerwerk en klokkenbeeldjes.
ƒ 111,--
Een lijst.
ƒ 00,75.
Acht nederlandsche ponden bloedlak.
ƒ 08,--
In de werkkamer en portaal:
---
Eene partij uitsteekspiegels.
ƒ 58,--
Zes lijsten.
ƒ 60,--
Honderd drie en negentig nederlandsche ponden foelij.
ƒ 434,25
Drie lijsten.
ƒ 05,--
In de Kelder:
---
Twee dito.
ƒ 2,50
Een duizend nederlandsche ponden Krijt.
ƒ 30,--
Twintig dito.
ƒ 50,--
Eenig Lijstwerk.
ƒ 18,--
Twee tafels.
ƒ 30,--
Een vatje spieritus.
ƒ 30,--
Een lijst.
ƒ 04,--
Een partij turfkisten, huiden en rommeling.
ƒ 82,--
Vier lijsten.
ƒ 05,--
In de Gang en het Werkhuis:
ƒ 25,--
Twee spiegellijsten en vier dito.
ƒ 20,--
Differente stukken onbewerkt hout.
---
Zes lijsten.
ƒ 12,--
Op de Werkkamer:
---
Een lijst.
ƒ 06,--
Twaalf ronde lijsten en drie ovalen dito.
ƒ 32,--
Een ovale lijst.
ƒ 03,--
Different lijstwerk.
ƒ 147,50
Drie lijsten.
ƒ 15,--
Een ton Harst.
ƒ 10,--
Een ovaaltje.
ƒ 01,50
Een partij Zwartsel.
ƒ 15,25
Vier lijstjes.
ƒ 01,--
Een ton China Kleij.
ƒ 07,--
Eene lijst.
ƒ 01,50
Op de Zolder:
---
Negen ovalen lijsten.
ƒ 08,--
Eene partij sneedeelen.
ƒ 84,55
Twee dito dito.
ƒ 08,--
Eene partij getrokken latten.
ƒ 49,60
Een groot ovaal.
ƒ 25,--
Eene partij geschaafde latten.
ƒ 35,32
Een lijst.
ƒ 08,--
Eene partij ongeschaafde dito.
ƒ 16,10
Twee dito.
ƒ 08,--
Eene partij paneelen, kistjes en rommeling.
ƒ 36,--
Twee dito.
ƒ 06,--
Op de Mahonijhoutkamer:
---
Een dito.
ƒ 08,--
Een en zestig ovalen lijsten.
ƒ 67,50
Twee dito.
ƒ 25,--
Eene partij mahonijhoutenlijsten en uitsteekspiegels.
ƒ 262,--
Twee spiegellijstjes.
ƒ 01,50
Tien strengen koord.
ƒ 10,--
Ornamenten.
ƒ 04,--
Op de Foelijkamer:
---
Zeven honderd vijftig boek misdruk.
ƒ 18,75
Honderd vijf en twintig nederlandsche ponden kwik.
ƒ 281,25
Honderd zeven vel stroo-bordpapier.
ƒ 07,--
Afschrapsel en rommeling.
ƒ 50,--
In de winkel:
---
Eene partij Vensterglas.
ƒ 102,16
Een spiegel.
ƒ 15,--
Eene partij Lijstwerk.
ƒ 16,60
Een dito.
ƒ 45,--
Eene partij Spiegelglas.
ƒ 199,--
Eene partij latten.
ƒ 100,--
Een spiegel.
ƒ 20,--
Een spiegel.
ƒ 20,--
Eene partij Spiegelglazen.
ƒ 423,86.
Rommeling.
ƒ 20,--
In de Combof:
---
Vier spiegels.
ƒ 37,--
Spiegelglazen, penantspiegeltjes en oude spiegeltjes.
ƒ 95,--
Vijf dito.
ƒ 10,--
Op het Portaal:
---
Vijf lijsten.
ƒ 06,25
Eene partij Spiegelglazen.
ƒ 71,68
Vier oude spiegels.
ƒ 02,--
In de Binnenkamer:
---
Twee en zestig *Bavelaars, een en dertig gulden. *Een bavelaar is een klein schilderij met een driedimensionale afbeelding uit hout, been of papier. Dit soort kunstwerkjes is genoemd naar de beroemste producent Cornelis Bavelaar
ƒ 31,--
Honderd vijf en twintig boek Rozenobelgoud.
ƒ 106,--
Rommeling.
ƒ 10,--
Vijf en twintig boek Ducatengoud.
ƒ 20,--
Zes klokkenbeeldjes.
ƒ 06,--
Eene partij Stofgoud.
ƒ 60,--
Rommeling.
ƒ 05,--
In het kantoor:
---
Veertien stuks koord.
ƒ 25,--
Eene partij Spiritus, vijftien gulden.
ƒ 15,--
Veertig dozijn knoppen.
ƒ 40,--
In het magazijn:
---
Rommel.
ƒ 10,--
Twee spiegels.
ƒ 220,--
Dito.
ƒ 10,--
Een glas.
ƒ 55,--
Een toonbank met legkasten.
ƒ 21,--
Negen spiegels.
ƒ 90,--
Gereedschappen bestaande in:
---
Vijf spiegellijsten.
ƒ 25,--
Foelijtafel met toebehoren, trekbanken, kagchels, timmermans-gereedschap, tafels, vormen, schragen en zoo voorts
ƒ 1000,--
Twee spiegels.
ƒ 14,--
Een draaibank met toebehoren, twee honderd gulden.
ƒ 200,--
Een spiegel.
ƒ 08,--
Een verdeelmachine, een honderd dertig gulden.
ƒ 130,--
Een ovale witte dito.
ƒ 08,--
Aan thermometers, vier honderd gulden.
ƒ 400,--
Een vergulden dito.
ƒ 12,--
Engelsche barometers, twee honderd gulden.
ƒ 200,--
Een spiegel.
ƒ 20,--
Tochtwegers en pijpen, een honderd zeventig gulden.
ƒ 170,--
Bedragende tezamen de som van elf duizend vijf honderd drie en negentig gulden twee en dertig en een halve cent, ƒ 11.593,325.
Met de bovenstaande inventarisatie is men bezig geweest tot des namiddags ten Vier ure, en is de voortzetting bepaald op vrijdag den veertienden dezer maand, des voormiddags ten Tien ure.
Breestraat 114a, 114b, de winkelpanden van D. Sala (spiegels en lijsten) Detail
Joannes Hendricus Sala trouwt met Catharina Petronella Knaapen
Het echtpaar krijgt 13 kinderen. Als Joannes Hendricus op 04-07-1892 overlijdt wordt 3 maand later "den inventaris den gemeen-schappelijken boedel van den Heer Johannes Hendricus Sala en Mevr. C.P.Knaapen opgemaakt" waaruit hieronder de zakelijke inventaris.
SPIEGEL EN LYSTENFABRIEK
D. SALA & ZONEN
vervaardiging afbeelding ca. 1900 Winkels in de Breestraat in Leiden Gezicht op lijstemakerij en kapperszaak in de Breestraat nummer 114 tot en met 128. Spiegel en Lijstenfabriek D.Sala en Zn J.W.Knaap Coiffeur.
Container: VERVOER VAN INBOEDELS NAAR HET BINNEN EN BUITENLAND DE GRUITER & CO
Lijst: Van de voorhanden zaken, aanwezig in de spiegel- en lijstenfabriek en magazijn van wijlen den Heer Johannes Hendricus Sala, overleden 4 juli 1892.
Kwik is het enige metaal dat vloeibaar is bij kamertemperatuur. Soms wordt kwik wel quicksilver genoemd. Het komt nauwelijks in vrije vorm in de natuur voor en wordt vooral gewonnen uit ertsen (HgS e.a.), in Spanje en Italië. Het is een zware, zilver-witte vloeistof. Het kan warmte niet erg goed geleiden in vergelijking met andere metalen maar het is wel een geleider van electriciteit. Kwik vormt legeringen met vele metalen, zoals goud, zilver en tin. Deze legeringen heten amalgamen. Het vormen van een kwik-goud legering wordt gebruikt voor de winning van goud uit ertsen.
De meest belangrijke kwik zouten zijn kwik chloride (HgCl2), een corrosief en agressief vergif, kwik(II)chloride (Hg2Cl2), een bestanddeel van medicijnen, kwik fulminaat (Hg(ONC)2), een ontsteking van explosieven en kwik sulfide (HgS), een verfpigment.
Gezondheidseffecten van Kwik
Kwik is een stof die van nature voorkomt in het milieu. Het kan gevonden worden in de vorm van metaal, kwikzouten of als organisch kwik.
Metaalkwik wordt in een aantal huishoudelijke producten gebruikt, zoals barometers, thermometers en fluorescerende lampen. Het kwik in deze apparaten zit meestal klem en kan dan geen schade aan de gezondheid toebrengen. Wanneer een thermometer breekt, kan men echter voor een korte tijd blootgesteld worden aan een hoge dosis kwik dat verdampt. Dit kan schadelijke effecten hebben, zoals beschadiging aan de zenuwen, hersenen en nieren, longirritatie, oogirritatie, huiduitslag, overgeven en diarree.
Kwik komt van nature niet voor in voedsel, maar het kan wel in voedsel terecht komen, omdat het zich via kleinere organismen door de voedselketen verspreidt. De concentratie kwik is in vis meestal hoger dan de kwikconcentratie van het water waar de vis in zwemt. Dit wijst erop dat kwik zich ophoopt in het lichaam van vissen. Ook veeproducten kunnen aanzienlijke hoeveelheden kwik bevatten. Kwik komt meestal niet in planten voor, maar wanneer er kwik bevattende bestrijdingsmiddelen gebruikt zijn, kan kwik via groenten en andere gewassen het menselijk lichaam binnenkomen.
Kwik heeft een aantal effecten op mensen, die allemaal neerkomen op de volgende belangrijkste effecten:
- Verstoring van het zenuwstelsel
- Schade aan hersenfuncties
- DNAbeschadiging en chromosomale beschadigingen
- Allergische reacties, die resulteren in huiduitslag, vermoeidheid en hoofdpijn
- Negatieve reproductie effecten, zoals spermaschade, geboorteafwijkingen en miskramen
Beschadigde hersenfuncties kunnen de oorzaak zijn van de degradatie van leercapaciteiten, persoonlijkheidsveranderingen, bevingen, gezichtsveranderingen, doofheid, ongecoördineerde spierbewegingen en geheugenverlies. Chromosomale beschadiging veroorzaakt het syndroom van Down.
Schellak is een organische hars, gebruikt als afdichtingsmiddel in de houtbewerking, voedingsnijverheid, bij het maken van hoeden en watervaste inkten en als isolatielaagje voor koperdraad van transformatoren en smoorspoelen.
De grondstof wordt gewonnen uit het beschermingsschild van een boomluis (Coccus lacca, de lak-schildluis), die oorspronkelijk in Indië voorkomt. Schellak wordt verkocht in tabletten of schilfers in verscheidene kleurgradaties van blond tot donker. Het is op zich niet giftig, al kunnen de alcoholdampen waarin het opgelost verwerkt wordt, dat wel zijn.
Schellak is een thermoplastisch materiaal, wat wil zeggen dat het zacht wordt als het verwarmt wordt. In gesmolten toestand kan schellak vermengd worden met een vulmateriaal zoals houtpoeder of een minerale vulstof, en dat onder invloed van druk en temperatuur in een vorm geperst kan worden. In de negentiende eeuw werden van schellak allerlei voorwerpen gemaakt, in de beginperiode van de fotografie o.a. ook kaders om daguerreotypes en ambrotypes in te plaatsen. Later werden allerlei mineralen als vulstof bij schellak gebruikt; hiermee werden o.a. tot circa 1950 de 78-toeren grammofoonplaten geperst.
Schellak wordt ook gebruikt in politoer en om beukenhout te bewerken zodat het geschikt is als isolatiesteun in elektrische schakelborden en wordt resarm genoemd.
In voedingsmiddelen is het bekend als E904: glansmiddel.
Schellak werd ook wel gebruikt als isolatiemateriaal voor elektriciteitsdraden. Denk aan een transformator, waarbij de draad strak moet worden opgewikkeld met zo'n dun mogeljk laagje isolatiemateriaal ertussen. Hiervoor werd schellak gebruikt omdat een dun laagje al hele goede elektrische isolatie biedt.
Politoer is een oplossing van schellak in alcohol (methanol, ethanol,...), gebruikt om hout af te dichten.
Politoeren is het aanbrengen van de schellak zodat een dunne, glanzende film op het hout ontstaat. Hiervoor wordt een prop in een katoenen doek gebruikt, waarmee de vloeistof op het hout gewreven wordt. De alcohol verdampt snel, waardoor in korte tijd verscheidene lagen na elkaar aangebracht kunnen worden.
Soms wordt ook puimsteenpoeder gebruikt om initieel de houtporieën op te vullen, en minerale oliën om het openwrijven te vergemakkelijken.
Het op deze manier afwerken van hout versterkt de dieptewerking van de houttekening (chattoyance effect) en is ongeëvenaard mooi. Daartegenover staat dat het aanbrengen arbeidsintensief is, niet tegen hitte (>60° C) of alcohol bestand is, en ook niet tegen lange blootstelling aan water kan. Deze afwerking moet aanleiding gegeven hebben tot het ontstaan van onderleggers voor drinkglazen !
Er bestaat ook zwart politoer, die bijvoorbeeld antieke piano's hun diepzwarte glans geeft.
Platinora - goud bevat goud en platina Torengoud is een dik soort bladgoud, ook genoemd dubbelgoud of dubbeldik goud.
Afmetingen: per blaadjes goud. Meestal 80 of 90 mm² in boekjes; ook op rollen van 21 m. bij een breedte van 3 - 100 mm. De blaadjes goud zijn kleiner dan het papier.
IMITATIE BLADGOUD. Compositiegoud en slagmetaal. De eerste eveneens in boekjes, de blaadjes metaal zijn dan even groot als het papier, afmetingen 85-95 x 140-150 mm. Slagmetaal is gewoon los, afmetingen 140 - 190 mm.
SOORTEN STANIOL: In vellen van 330 x 350 en 380 x 500 mm. De transparant getinte staniolsoorten zijn niet geheel lichtecht. Kleuren o.a. goudkleur, blauw en groen.
DE WEERBESTENDIGHEID van imitatie bladgoud is niet groot; het oxydeert snel in de buitenlucht. Zwavelwaterstof en rookgassen benadelen het verguldwerk door inwerking op de ondergrond en op zilver en koper bevattend bladgoud.
GLACEREN EN VERNISSEN VAN BLADMETAAL. Alle bladmetalen die kunnen verkleuren, moeten vóór het glaceren of vernissen geïsoleerd worden met dunne gelatine-oplossing. Daarna geglaceerd met speciale transparante glaceervernis. Imitatie-goud soms met getinte spiritus-vernis.
GLAS VERGULDEN EN VERZILVEREN. Het glas moet grondig schoongemaakt worden met spiritus; het moet absoluut vetvrij zijn, anders hecht de gelatine onvoldoende. Vuil dat onder goud zit, blijft altijd zichtbaar.
GELATINE-OPLOSSING GEREED MAKEN. Een stukje medicinale gelatine ter grote van een duimnagel lost men op in een 100grams flesje met gedestileerd water; het flesje in een potje water even laten koken met onderin een schoteltje ( om springen van het glas te voorkomen).
CONTROLE GELATINESTERKTE: een stukje goud op met gelatine natgemaakt glas leggen en afvloeien tot het goud gaat glanzen; daarna poetsen met een stukje zijd-fluweel. Is het goud dan nog vlekkerig, dan is de oplossing te sterk
Poliment vergulden: dit is de enige manier om bladgoud te polijsten.
A.op paneel.
Het paneel wordt gegrond zoals reeds beschreven bij het maken van krijtgrond. De krijtgrond moet zeer glad geschuurd worden en mag met de vingers niet meer worden aangeraakt. Hierop wordt een bruineer- of bolusgrond aangebracht. Bolus - latijn = kluitaarde - is een vette soort pijpaarde, die veel ijzeroxyde bevat. Ze kan in kleur variëren van geel, grijs of rood. De bolusgrond is zelf te maken of kant en klaar in de handel verkrijgbaar (Lefranc). Men noemt het ook polyment of ampoly-aarde. Gekochte bolus wordt in water geweekt en daarna in slap gelatine water verwarmd en vervolgens opgestreken. Als men de bolus zelf wil maken, gaat men als volgt te werk:
Recept 15 gr. grafiet - 500 gr. rode bolus samen in vijzel fijnstampen. ±60 gr. geschaafde bijenwas au-bain-marie verwarmen. Bolus en grafiet toevoegen en goed vermengen. Op een steen uitgieten en laten stollen. Na afkoeling op de steen met eiwit wrijven en met water verdunnen. 4 Lagen aanbrengen. Iedere laag moet goed droog zijn en met een zeem afgeveegd worden. De laatste laag met katoenen doek opwrijven.
Recept: Vette pijpaarde met oxyde pigmenten op kleur brengen. 15 gr. Grafiet of 2½ gr. potas samenvoegen. Was smelten en met pijpaarde + grafiet of potas vermengen. Wrijven met eiwit kan vervangen worden door verdunnen met gelatinewater.
Als de bolus opgezet en opgewreven is, wordt ze met slappe spiritus - 1 dl. spiritus : 2 dl water of met brandewijn - 1 dl. brandewijn : 1 dl. water of met verdund eiwater of knoflookvocht in gedeelten ingestreken met een zachte platte penseel, niet te vol, niet te schraal. Hierdoor wordt de bolus weer zacht en kleverig. Het goud wordt met de goud oplegger aangebracht en met de goudstoffer aangedrukt. Als alles is aangelegd, wordt het overtollige met de goudstoffer weggeveegd. Bij de aanzetten steeds met de richting meestrijken. Laat alles 3 uur drogen. Het polijsten van het bladgoud geschiedt met een agaatsteen of zwijnentand. In feite wordt de bolus gepolijst, waardoor het goud zijn glans krijgt. Op slechte of korrelige bolus is niet te polijsten. Het polijsten moet voorzichtig gebeuren met weinig druk.
Opmerking: Op goud kan niet geschilderd worden. Waar geschilderd moet worden, krabt men vóór het vergulden de bolus voorzichtig weg. Als men het goud toch onder de schildering wil laten zien, moet de te beschilderen plaats met gelatinewater afgedekt worden. Deze laag is dan te schilderen. In de handel zijn 2 soorten goud te krijgen: 1. inboekjes, vast of los op vloei, formaat 93x85 mm - 25 stuks, 2. op rolletjes. Dit laatste speciaal voor boekbinders. De zuiverste kwaliteit is torengoud - 98% goud. Goud op rolletjes is meestal oranjegoud en is een goedkopere kwaliteit. N.B. Verzilveren of werken met bladmetaal - koperlegering - geschiedt op dezelfde wijze.
GEREEDSCHAP VOOR HET VERGULDEN.
Verguldkussen, goudmes, schaar, goud oplegger, goudstoffer, zachte penselen van visotter of eekhoornhaar.
Het verguldkussen is om goudblaadjes op uit te spreiden en op formaat te snijden. Het is een rechthoekig plankje, met kalfleer overtrokken en opgevuld met paardehaar. Het wordt beschermd door een uitklapbaar scherm van perkament. Aan de onderkant een lus om de duim door te steken.
Goudmessen.
Goud oplegger: 1 of 2 rijtjes eekhoornhaar tussen 2 kartonnetjes. Met de goudoplegger strijkt men over het haar, waardoor deze statisch wordt en zodoende het goud opneemt.
De goudstoffer is rond en eveneens van eekhoornhaar.
Vergulden op waterverf: wil men op waterverf vergulden, dan maakt men een mixtion van 1 eierdooier + 10 - 14 druppels glycerine. Na enige minuten kan dan verguld worden.
Vergulden op papier: maak een mixtion als bij waterverf of zeer fijn geklutst eiwit. Alvorens te vergulden, mixtion beademen of het papier aan de achterzijde bevochtigen. Het gebruik van een oliemixtion is ook mogelijk. Men isoleert het papier eerst met een gelatine-oplossing, met eiwater of blanke fixatief.
Vergulden op perkament: als papier.
Vergulden op stoffen: de stof eerst prepareren met gelatinewater of met een oplossing van geknipt eiwit met in warm water opgeloste suiker. Men kan direct vergulden. Het kan ook met olie-mixtion.
Mordant vergulden: voor tempera, fresco, pleister, steen, weefsel en kleine vlakken.
Mixtion: 3 dl. Venetiaanse terpentijn - 5 dl. bijenwas + 1/3 talkpoeder in metalen pot verhitten tot vloeibare massa en in warme toestand opbrengen. Direct vergulden.
HET VERGULDEN. Met een zuiverschoon, zacht goud-penseel: een gedeelte van de glasplaat rijkelijk nat maken met de gelatine-oplossing (mag niet aandrogen, geeft vlekkerig werk) en bladgoud opbrengen, steeds naden over elkaar. Is het werk gereed, dan afvloeien met vloeipapier. Is het goud geheel droog (zonder doffe vlekken), dan oppoetsen met zijde-fluweel. Gewoonlijkis de droogtijd 1 uur; afhankelijk van de temperatuur. Na de eerste maal volgt verguleden voor de tweede maal; nu nat maken met de koude gelatine oplossing en op dezelfde manier als de eerste keer. Eenmaal vergulden is ook goed, maar tweemaal geeft een diepere goudkleur. Wil men gedeelten van het goud matglanzend hebben dan moet men die gedeelten met "matvernis" bestrijken of sjablonneren (wanneer de ondergrond goed droog is); daarna weer aflakken met de gelatineoplossing.
VERGULDEN OP MIXTION. Op nagenoeg iedere ondergrond waarop mixtion kan worden aangebracht, is bladgoud aan te brengen. Een voldoende gedekte, doorgedroogde zuivergladde verflaag is geschikt om met mixtion bestreken te worden. Er bestaan goede fabrieksmixtions met verschillende droogtijden, bijv. na 12 of 24 uur. Om bij afslijten van het goud toch de kleur te houden worden kleurstoffen aan de mixtion toegevoegd. De mixtion moet zo dun, glad en gelijkmatig mogelijk worden aangebracht. Ieder spoor van stof moet verdwenen zijn. Wanneer de mixtion zo droog is, dat ze nog juist "piept" als men er vluchtig met een vinger overheen wrijft, kan met het opbrengen van het goud begonnenworden. (Men verguldt meestal te vroeg, het goud verdrinkt dan). Het nadeel van mixtion is het lange tijd klevend blijven, waardoor veel vuil en stof zich kan vasthechten. Als bladgoud voor buitenwerk gebruikt men dubbel torengoud of platinora-goud; voor binnenwerk het z.g.n. dukatengoud. De dag na het opbrengen kan het goud zeer voorzichtig met de goudstoffer afgestoft worden. Met mixtion kan men uitstekend penselen enz. en daarna vergulden.
BLADGOUD OP VERFLAGEN, PAPIER ENZ. Een mixtion is een mengsel van een eierdooier en 15 druppels glycerol. Na 10 minuten wordt het bladgoud reeds opgelegd. Bladgoud op papier kan verder worden opgelegd op een even aangedroogde laag van geklutst eiwit, ofwel men kan de plaatsenwaar het bladgoud zal komen, fixeren met gelatine-oplossing en daarna met de fabrieks-mixtion dun bestrijken en op het juiste moment vergulden.
14e EEUWSE RECEPT RELIËFGOUD. De reliëfvormige ondergrond werd verkregen door een preparaat genaamd "asiso". Dit bestaat uit: 2 delen gips, 1 deel loodwit en 1 deel suiker, welke met water gewreven worden tot een dikke brei, die men laat drogen. Wil men rode "asiso" hebben, dan wordt in plaats van loodwit loodmenie genomen. Van die "asiso" werd naar behoefte een hoeveelheid met eiwit (geklutst en weer verdikt) vermengd. Deze materie werd met de penseel, zo dik als men verlangde , aangebracht en droogt vrij snel (in een half uur). Doch in nog even vochtige toestand wirdt hierop het bladgoud gelegd of het poedergoud gestrooid dat na enige ogenblikken drogen, met een gave dierentand of bruneersteen wordt gepolijst. Zowel voor blad- als voor poedergoud is hierbij alleen echt goud te gebruiken. Nog beter resultatenzijn te verkrijgen door een ondergrond van fijn gewreven krijt en in koud water geweekte konijnen lijm met een weinig dubbel-chroomzure kali. Dit papje droogt spoedig, zowel op hout als op papier of perkament aangebracht. Het goud laat zich hierop spiegelglad polijsten.
10-06-1859 Leiden: Diverse verslagen anno 1859 waaronder het welvaren van de bedrijven Sala en Schretlen
Leiden: Diverse verslagen anno 1859 waaronder het welvaren van de bedrijven Sala en Schretlen.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 9 Juni.
De maatschappij tot Nut van 't Algemeen zal hare 75sten algemeene vergadering openen op Dingsdag 9 Augustus, des morgens ten 10 ure, in het kerkgebouw der doopsgezinde gemeente te Amsterdam. De werkzaamheden der vergadering zullen geleid worden door den heer mr. M.J. de Lange.
- De synodale commissie der herv. kerk heeft den 28sten Mei de werkzaamheden harer voorjaars-zittingen geëindigd. Volgens haar laatste officieel berigt heeft zij, onder anderen, overeenkomstig het mandaat, haar door de synode gegeven, met alle mogelijke zorg het concept- reglement ter uitvoering van art. 23 algemeen reglement, met de noodige toelichtingen, ontworpen, hetwelk alzoo aan de synode zal worden aangeboden. Ten opzigte van den somwijlen te lang gewenschten abnormalen toestand der diaconiën zal de synodale commissie, door een voorstel deswegens aan de snyode, trachten dien, in den regel, te doen ophouden.
- De Staats-Cour. van heden bevat het rapport aan den minisier van binnenl. zaken van de jury benoemd voor de toekenning der rijks- en gemeente-medailles aan in- en buitenlandsche kunstbeoefenaren, die wegens hunne op de thans geopende tentoonstelling van schilderijen te 's Gravenhage geplaatste werken daarop aanspraak kunnen maken. Die jury bestond uit de hh. Practorius, Büchler, Mock, Steengracht d'Oosterland, Vis Blokhuyzen, de Vos Jz. en Schutze van Houten. In dit rapport zegt de jury het volgende:
Wij zijn na nauwkeurig onderzoek en onderlinge vergelijking der verschillende verdiensten van de ten toon gestelde werken en na ernstige en rijpe overweging, welk een en ander door de even gewigtige als teedere belangen, die aan ons waren toevertrouwd, van ons geëischt werden, tot het besluit gekomen aan Uwe Exc. voor te stellen, de bedoelde medailles aan de hierna alphabetisch gestelde kunstenaars toe te kennen, als: de rijks-medaille, aan de hh. II. A. de Bloeme, te 's Gravenhage; A. Waldorp, te Amsterdam; J. Weissenbruch, te 's Gravenhage; E. Hildebrandt, te Berlijn; J. van Severdonck, te Brussel, en E. Tschaggeny, te Brussel. De gemeente-medaille, aan de hh. M. Calisch, te Amsterdam; W.A. van Deventer, te Amsterdam; J.H.L. de Haas, te Oosterbeek; L. Hanedoes, te 's Gravenhage; D.F. Jamin, te Amsterdam; J.B. Torn, te 's Graven-hage; W. Verschuur, te Haarlem; J. Coomans, te Brussel; L. de Cuyper, te Antwerpen, en C.H. D'Unker, te Dusseldorp.
- Over de gemeente Wouw (Noordbrabant) is Zondag een hevig onweder losgebarsten. De bliksem sloeg in den kerktoren, nam een gedeelte van de spits en het schaliëndak weg, drong vervolgens naar binnen door, kwam het voorportaal uit en trof aldaar eenige kinderen, waarvan een 14-jarig knaapje gedood werd en vier andere gekwetst zijn. -
Uit het Verslag van den toestand dezer gemeente, door burgemeester en wethouders aan den gemeente-raad gedaan, nemen wij de volgende bijzonderheden over:
Hoofdst. XIV. Ambachts- en fabrieksnijverheid. Omtrent den staat van het fabriekwezen over het afgeloopen jaar wordt verwezen naar het verslag der kamer van koophandel en fabrieken dat onder de bijlagen is opgenomen. In verband daarmede slaan twee andere bijlagen, houdende een overzigt van de hoeveelheid manufacturen, geheel of gedeeltelijk van wolle zamengesteld, waarvan de weefattesten bij directeuren der Leydsche halle zijn geviseerd en geregistreerd, benevens eene opgave der voornaamste binnen deze gemeente aanwezige fabrieken, met het aantal der daarin geplaatste stoomwerkluigen.
- Het aantal der in de lakenfabrieken vervaardigde stukken laken was in dit jaar grooter dan in het vorige jaar.
- Het massive getal stukken polemieten. in 1858 vervaardigd, is ongeveer hetzelfde als dat der vorige jaren geweest.
- De wollengreinen hebben vooral debiet gevonden aan het Indische leger. - De wollen en zijden-damastfabriek heeft ten gevolge der nieuwe en goedkoopere mode-artikelen een minder ruim debiet en het fabrikaat zelf wordt uit Frankrijk, Oostenrijk en Engeland hier boven de behoefte ingevoerd.
- Daar de reederijen ongunstige resultaten opleveren, heeft dit noodwendig invloed op het vertier der vlaggedoek-fabrieken gehad.
- De dekenfabrieken hebben, niettegenstaande de Limburgsche en Belgische concurrentie, een niet verwacht debiet gehad. De goede qualiteit der Leydsche dekens, gepaard aan de weinige variatie der grondstof voor dit fabriekaat, ontstaat doordien meer en meer Oost-Indische wollen gebruikt worden.
- De saaifabrieken werken uitsluitend voor het leger hier te lande, de marine en het koloniale leger; de fabrikatie regelt zich naar de meerdere of mindere aanvraag daarvoor. Het debiet der saaijetfabrieken is niet toegenomen. Door de buitengewone duurte van de wol is er zonder voordeel gewerkt; de prijzen, die voor het fabrikaat te bedingen waren, stonden niet in evenredigheid tot den prijs van de grondstof. De wollengarens zijn niet achteruit gegaan.
- De kousenfabrieken vonden ruimen aftrek; doch door de groote concurrentie van buiten 's lands waren de fabrikanten meer tot algemeen welzijn dan tot eigen voordeel werkzaam, hoewel de werkloonen niet hoog zijn.
- Ofschoon het tweede gedeelte van het jaar zich voor de loonspinnerijen door meer bedrijvigheid heeft gekenmerkt dan de eerste helft, is het geheele jaar als minder dan middelmatig te beschouwen.
- De katoendrukkerij en Adrianopelroodverwerij heeft het geheele jaar onafgebroken voortgewerkt; terwijl de in het vorige jaar plaats gehad hebbende vergrooting der gebouwen en het steeds toegenomen debiet van het fabriekwerk aanleiding heeft gegeven tot het maken van eenen nieuwen stoomketel van 75 paardekracht, benevens het leggen van de fondamenten voor eene nieuwe stoommachine met twee cilinders van 40 paardekracht. Het getal der werklieden bedraagt tusschen 530 en 540.
- De twee wattenfabrieken, waarvan de een ook lampen- en kaarsenkatoen spint, hebben geregeld gewerkt.
De perserij van vlaggedoek, saai, greinen enz. houdt zich staande.
- De hoedenfabriek is steeds toenemende in uitgebreidheid en deugdelijkheid.
- De wol- en zijdeverwerijen hebben over het geheel niet genoegzaam regelmatig werk, om de verwloonen lager en gelijk
(zie volgende hieronder)
met die van het buitenland te kunnen stellen; echter dient opgemerkt te worden dat de Leydsche verwerijen zich onderscheiden door solide en goede kleuren.
- De koffijsiroopfabriek werkt geregeld.
- De twee door stoom gedreven maroquin- en gekleurd-lederfabrieken vinden een geregelden aftrek voor hun fabriekaat.
- De zeemtouwerij , lijmziederij en traankokerij hadden een goed debiet.
- De vellenblooterijen zijn op denzelfden voet blijven werken.
- De boezels hebben een vrij goed debiet gehad; doch door de toenemende weelde onder de landlieden, wordt dit artikel al meer en meer door fijnere stoffen vervangen.
- De behangselfabriek werkt met zeer bevredigend resultaat.
SALA
- De spiegel- en spiegellijstenfabriek onder de firma D. Sala en Zoon, heeft een nieuw vak ingevoerd, namelijk de machinaal getrokken lijsten en het vervaardigen van ornamenten van Cartonpierre. De tot nu toe aan deze firma verbonden fabriekatie van sommige physische en chemische instrumenten zal daarvan afgescheiden en, onder de firma D.A. Sala, uitgebreid worden.
- De pottenfabriek heeft onafgebroken doorgewerkt.
- Ofschoon de meubelmakerijen den algemeenen invloed ondervonden van de mindere bedrijvigheid in het eerste gedeelte van 1858, mag de toestand over het geheel niet ongunstig genoemd worden. Veel wordt hier gewerkt voor magazijnen in andere gemeenten en provinciën, hetgeen de verklaring geeft van het groot getal (66) werkbazen. Gelijk de nijverheid hier geheel gevestigd schijnt ie zijn op de lage dagloonen, zoo worden ook de prijzen van het fabrikaat door onder-aanbesteding zeer gedrukt en schijnen de verdiensten zeer matig te zijn.
- De tras- en pleisterfabriek is, gelijk reeds sints vele jaren, druk werkzaam geweest.
- Wat de scheepmakerijen betreft, zoo hebben de binnenwerven, zes in getal, zich goed kunnen staande houden.
- De laatste fabriek van zeildoek is naar België verplaatst.
- De stedelijke gaz-fabriek heeft ook in 1858 haar debiet steeds zien toenemen.
SCHRETLEN
- De ijzergieterij en fabriek van werktuigen van D.A. Schrellen en Co., heeft haren werkkring uitgebreid door de oprigting eener stoomketel-makerij. In het jaar 1858 is in deze fabriek de grootste der hier te lande gemaakte gaz-houders voor de nieuwe gaz-fabriek te Rotterdam vervaardigd, welke niets te wenschen overlaat. Hij was 90 Engelsche voeten wijd, bij eene hoogte van 20 Engelsche voeten en alleen het beweegbaar gedeelte was 54000 Nederl. of 120.000 Engelsche ? zwaar.
- De koninklijke Nederl. grofsmederij heeft steeds aan hare werklieden voldoend werk kunnen verschaffen. Het vervaardigen van eene kapitale ijzeren brug over de Westerhaven te Rotlerdam, en van een klokbakenschip, welke beide voorwerpen de volkomene goedkeuring wegdroegen, heeft het gebrek aan navraag om knieën en andere scheepsbenoodigdheden minder gevoelig gemaakt.
- Bij de rijstpeillerij, die goed gewerkt heeft, is gevoegd het malen van mout voor de branderijen.
- Van de vier branderijen 1ste klasse, hebben er twee door verandering van eigenaars niet onafgebroken doorgewerkt; de vier branderijen 6de klasse (distilleerderijen) schijnen hun debiet staande te houden.
- De twee hier gevestigde bierbrouwerijen schijnen meer voor- dan achteruit te gaan.
- De kuiperijen hebben in den regel goed kunnen doorwerken, hoezeer het getal geijkt botervaatwerk 10,000 stuks minder is geweest dan in 1857. Ter ijk namelijk zijn aangeboden 514 stuks ¼ vaten, 22682 stuks ⅛ vaten , 6246 stuks1/16e, vaten. Het minder debiet in botervaatwerk is vergoed door eene buitengemeen groote aanvraag om vaten voor ansjovis.
- De boekdrukkerijen schijnen op de hoogte van elders te staan, zoowel wat uitvoering als prijzen betreft. Slechts ééne steendrukkerij, waaraan ook een kleur-atelier verbonden is, neemt in belangrijkheid toe en werkt ook voor de Indische bezittingen.
- Het debiet der zeepziederijen is toegenomen.
- De wolhandel was niet minder dan dan vroeger; er hebben weder groote uitvoeren naar Frankrijk plaats gehad, terwijl er meer vreemde wolsoorten van elders in deze gemeente zijn ingevoerd en verwerkt.
- De veemarkt is ook dit jaar toegenomen.
- Veraccijnsd zijn 113.741½ ton spon- of baggerturf en 474.042 ton lange of steekturf. Ten behoeve van fabrieken of lakken van nijverheid zijn ingeslagen 111.707 ton turf 2de soort 3de klasse, 408.549 pondschaalkolen, 109.878½ mud maatkolen, 5838 mud coaks, 83.650 pondruwzout, 20.367 pond zachte zeep, 3829 pondharde zeep.
- In 1858 zijn hier aangekomen uit België 30 schepen en uit Pruissen 20 schepen.
- Aan de halle van manufacturen werden geviseerd en geregistreerd 2192 weefattesten voor fijne lakensche casimieren, 3565 voor greinen, 946 voor vlaggedoeken, 1790 voor dekens en duffels, 718 voor baaijen, saaijen en andere wollen manufacturen.
De afdeeling Leyden van de Nederl. maatsch. ter bevordering van nijverheid, gevestigd te Haarlem, telt thans 126 leden, die van de Nederl. vereen. ter bevordering van fabrieks- en handwerknijverheid, gevestigd te 's Gravenhage, 40 leden, terwijl de maandelijksche vergaderingen van hunne belangstelling doen blijken.
- De openbare lessen over de scheikunde, toegepast op de nijverheid en de behoefte van het dagelijksch leven werden ook in dit jaar weder geregeld gegeven en door een aanzienlijk getal toehoorders bijgewoond.
Hoofdst. XV. Handel en scheepvaart. De weekmarkten worden druk bezocht, om de uitgebreidheid van den handel in boter, graan en vee; maar de kermis of jaarmarkt vermindert in belangrijkheid.
In 1858 is voor het vervoer van reizigers langs den Hollandschen ijzeren spoorweg aan het station te Leyden ontvangen de som van ƒ 106716.98½ of 4382.81½ meer dan in 1857. Het vervoer van goederen bragt op ƒ24143.40. Het getal reizigers, dat naar Leyden werd vervoerd, beliep 111303 of 1/10e van het totaal; terwijl met den spoorweg-telegraaf van Leyden 1952 en naar Leyden 2260 berigten werden gezonden.
Hoofdst. XVI. Inrigtingen, in verband staande met de uitoefening van handel en andere bedrijven. Een streng toezigt op de bestaande verordeningen, voor den ijk der maten en gewigten gehouden, heeft aanleiding tot het ontdekken en straffen van onderscheidene overtredingen gegeven.
08-04-1930 Kunsthandel Sala Tentoonstelling Breitner de Zwart Gabriël
KUNST EN LETTEREN WEISSENBRUCH, BREITNER, WILLEM DE ZWART EN GABRIËL. IN DEN KUNSTHANDEL SALA.
Wat mij op deze tentoonstelling het meest getroffen heeft, zijn de twee beste der aanwezige aquarellen van Weissenbruch: een strandgezicht met lage horizonlijn en een visschersdorp in schemer. Deze beide werken alleen reeds maken een bezoek hier tot een verheugenis. Het is vooral het element van de innerlijke synthese dat bij Weissenbruch, binnen het impressionistische kader natuurlijk, zoo sterk frappeert. Schijnbaar, belust op atmospherische innigheid, geeft hij ons iets, dat daar ver boven uit gaat: een zuivre en grootsche diepte van innerlijke aanschouwing.
In het eerste werk ziet ge het strand, als een effen wijkend vlak, duidelijk vereenvoudigd maar zonder eenige opzettelijke strakheid, zonder merkbare inspanning geschilderd. Met eenzelfde fiere en kalme objectiviteit zijn de booten gegeven, het triomfantelijke beweeg van zeilen en masten in de verte werd met lenige vastheid aangeduid. Maar het zwaartepunt dezer aquarel ligt feitelijk niet in het benedenplan maar in 't hoog zich koepelend uitspansel. Het licht blinkt er zilverig grijs, egaal verspreid, met een zekere dreiging in dat lichte grijs; langzaam en ongemerkt stapelen zich de wolkenmassa's op elkaar breiden zich uit, vullen de ruimte met een besef van grootsche, onbegrensde bewogenheid. En ge ziet wel het aangename, het wijde van de voorstelling; ge voelt wel den zilten zeewind op de huid, het vochtige zand onder de voeten, maar nauwlijks merkt ge hoe machtig ook de: innerlijke werking van dat alles is, hoe de schilder, door een volmaakte beheersching van zijn middelen, u bevrijdt uit alle banden van de materie.
Niet minder mooi is de tweede, aquarel van het droomverloren dorp in den vallenden avond, waar de eenzaamheid groot en bevreemdend zou zijn ware ‘t niet, dat ontstoken lichtjes de herinnering aan het menschelijke bewaarden. Hoe zuiver en raak staan die lichten er in, hoe wondermooi rijst het mastje op uit zeeën van nevelig donker. Het is een volop dichterlijk werk, van een innig maar ook sterk bewogen sentiment. Het meesterschap over de middelen dwingt respect af.
Van Breither een studie van een man in een feestdos (olieverf); dat merkwaardigerwijze een zelfportret zou kunnen zijn. Het is prachtig van picturale gevoeligheid, maar toont hem toch niet in zijn volle kracht. Tot de allerbeste aquarellen uit den vroegen tijd behooren evenwel de militaire stukken, waarvan de doordringende waarneming en daadkrachtige manier van schilderen, in vergelijk met Weissenbruch, iets schokkends hebben, iets alarmeerends. Het opmerkelijke daarbij is, dat Breitner in bepaalden zin toch koeler lijkt; hij geeft zich niet zóó onvoorwaardelijk over als Weissehbrüch het doet; hij bewaart, ook in 't heetst van den strijd, een critischer afstand; hij vertrouwt zich niet toe aan zijn onderwerp en vereenzelvigt zich er niet mee om daarna den afstand te scheppen,- maar bekijkt het als een jager zijn wild bespiedt het fel en waaksch, wachtend tot het moment gekomen is om den sprong te wagen, het naar zich toe te rukken, en te omstrengelen met uitgelaten vreugde...
Van De Zwart is hier een klein doorklonken mansportret, meer schilderkunstig dan psychologisch bekeken, maar met dat al een markante karakteristiek. Het is een goed doekje, zeer levend en met concentratie geschilderd. Het is nadrukkelijk zonder dat nadrukkelijkheid remmend werkte of als een beklemming aandoet. In de rozen werd de kleur in afzonderlijke tikken en vegen aangebracht; maar wel tot, een schoone éénheid gebonden, al moet men er ook geen Verster naast denken. Voorts noem ik van De Zwart nog, het naakt op den rug gezien. Van P.J.C. Gabriël ten slotte diverse aquarellen (molens) in een fijnzinnig; en pittig gepenseeld schilderij met schuiten, waarin de hem kenmerkende correcte elegance en den innigen hartsdrang tot edele, zuivere strakheid versmolten werd. W. Jos. De Gruyter.
Categorie:1 KUNSTHANDEL SALA DEN HAAG d SALA WERREL
02-11-2007
19-03-1929 Max van Leiden te bezichtigen bij den Kunsthandel Sala & Zonen
Naar men ons mededeelt is door een Oud-Leidenaar, onder den schuilnaam van Max van Leiden een indruk vastgelegd van het brandende Stadhuis alhier. Dit stuk is door den schilder aan het Leidsche Stadhuiscomité aangeboden ten bate van den wederopbouw van het stadhuis en door dit Comité aanvaard. Bij den Kunsthandel Sala & Zoon, Breestraat, is het originee! voor belangstellenden te bezichtigen.
Categorie:1 KUNSTHANDEL SALA LEIDEN d Drie Octoberfeest SALA WERREL
01-11-2007
23-05-1929 Kunsthandel Sala A Keus
KUNST EN LETTEREN. TENTOONSTELLING
A. KEUS. (Bij Sala).
Op de laatste ledententoonstelling jn "Pulchri Studio" was een eigenaardig langwerpig doek van den schilder Schregel: een buitenhuis in zwaar geboomte half verscholen, terwijl door het gebladerte heen de zon hevige licht- en schaduwplekken over den muur en over den bodem wierp. Het onderwerp is vrij algemeen, maar de wijze van uitvoering gaf aan dit doek iets heel eigenaardigs dat vrijwel over de gehele linie bij de critiek is opgevallen.
Bij den eersten blik op de tentoonstelling van den schilder Keus moesten we onmiddellijk aan het bewuste doek van Schregel denken. Schregel was daarin veel donkerder van tonaliteit. Keus is over het algemeen blonder, blijer, maar de verwantschap zat vooral in de keuze van het onderwerp; het oude buitenhuis in de boomen; maar vooral in de wijze, waarop hij de verbrokkelde licht- en schaduwbanen over de muren en over den grond heeft aangebracht. Men voelt daaraan de lichte wuiving van het loover door den wind en het glijden der zonnestralen. Nu blijkt het mij uit de lectuur, dat de beide kunstbroeders veel samen hebben gewerkt en dus onwillekeurig in de factuur van hun werk, bewust of onbewust, invloed op elkaar hebben uitgeoefend.
Keus sluit zich aan bij de Haagsche school. Hij schildert bij voorkeur het oude buitenhuis in een sfeer van intieme beslotenheid. Een enkele maal is zijn toon naar het donkere neigend. Meestal evenwel is hij feestelijk en blij, terwijl toch niet de minste neiging naar uitbundigheid is te bespeuren. Er is in die sfeer van blijheid altijd een element van rustige vertrouwelijkheid en zelfs van romantische innigheid. Figuur schildert hij niet, maar het eigenaardige is, dat men in het huis dat hij schildert iets van leven of liever de levensstemming der bewoners bespeurt. Vele malen schildert hij zijn eigen oude landelijke buitenwoning te Soest.
Telkens weer uit een anderen hoek heeft hij dit onderwerp genomen. Om de woning het zware geboomte; langs de muren de bloemen in veelkleurige schoonheid. Altijd weer de schuine streeling der zonnebanen door het loover over den grijzen muur en het riet van het dak. Hij heeft die woning geschilderd in den prillen lentemorgen, terwijl er feestelijk lentelicht om den hoogen boom voor den gevel speelt, (16). Hij heeft ze geschilderd in den vollen zomer, droomend onder het malsche spel van licht en schaduwen, gelukkig mijmerend tusschen de bloemen. (21) Zonniger en nog blijer is 26, met een rijke bloemenweelde langs de muren, terwijl men onder het zware lommer door kijkt tegen den blonden lichten achtergrond van een boschwal.
No. 10 geeft des schilders woning weer eenigszins anders gezien in het late licht van den herfst in een tintelend warme sfeer. 12 geeft eveneens een herfststemming. Er is in de liefde waarmee hij hetzelfde onderwerp, en toch ook weer niet hetzelfde, behandelt aandachtige ingetogenheid. Er kan soms in die voorstellingen van intieme, romantische beslotenheid een stil verhaal van geluk en vrede liggen.
Een enkele maal is zijn coloriet wat droog en zou men ietwat meer diepte wenschen. Toch blijft hij overal een knap en kundig talent. Er zijn een paar werken, die ons persoonlijk door het min of meer droge en door het niet geheel uit de verf komen niet geheel bevredigenden - bij zijn kunstbroeder Schregel ontdekt men dat soms ook. Ik denk aan het landschap No. 1 en aan nog een enkel ander werk. Daartegenover staan de werken die we noemden als heel frisch.
In No. 24 geeft hij een heel mooi specimen van zijn kunnen. Het is weer een oud buitenhuis, met een steenen trap ervoor. Stevig piramidaal is de bouw van den gevelopstand, die tevens zoo mooi laat zien, hoe zoo'n oude architect het gevelvlak harmonisch wist te accentueeren door de plaatsing der ramen met de groene luiken ter weerszijden. Uit zoo'n gevel leest men de doelmatigheid van de binnenarchitectuur en de functioneele bestemming. Men voelt in zoo'n oud huis de nawerking der Gothische gedachte. En het is de verdienste van den schilder, dat hij dit zoo plastisch zag. Ter weerszijden staan boomen, frisch in het groen. Wat kippen, symbool der landelijkheid, accentueeren de rust. Heel mooi is het geval tegen de doorwerkte lucht gezet. Van denzelfden gevel zien we een fragment op 't frissche, zonnige werkje; Zonneschijn, dat de schilder beschikbaar heeft gesteld voor een verloting, waarvan de opbrengst zal strekken ten bate van den bouw van het Stadhuis. Het is alles goed doorwerkt, getuigt van een vlotten techniek en een blijde vizie op de dingen. Deze blijde vizie maakt het werk sympathiek.
We maken opmerkzaam op 23, Oogsttijd. In het geboomte de zware toren en enkele daken van... Op den voorgrond blond en goud korenschoven op het land in de Augustuszon. De bewogen lucht getuigt mede van het feest van zon en wind over weilands dreven. Aardig is ook het ... landschapje: De beek. Het zilverige lichten van de avondhemel spiegelt zich in het stroompje, dat heel rustig voortvloeit door het al wat donkerende land. In de verte komt de dauw op als een wazige zjlvermist. Het doet alles weer aan als een stil verhaal van vrede.
Keus is ook bloemenschilder. We zagen een paar goed geslaagde aquarellen van Digitalis en van Campanulla, alles heel frisch van toon. En eindelijk heeft hij in de bosschen in de nabijheid van Soest de zwammen in hun bijna exotische verschijning bestudeerd, zoo b. v. de roode vliegenzwam (27).
In No. 20 geeft hij een "Boschsprookje": een geheimzinnig plekje op den woudbodem met oranje zwammen en de in allerlei bruine nuances zich toonende glorie, van de verstervende vegetatie van den herfst. Ook hierin uit zich meer een romantische innigheid dan een ongebreidelde fantasie.
Keus is een schilder die de verschijnselen der werkelijkheid altijd ziet in een weldadig rustige sfeer. Zijn werk verdient begrip en waardeering.