De maatschappelijke belangstelling voor 'elites' is van alle tijden.
Reeds omstreeks de eeuwwisseling zijn er enkele belangrijke elitetheorieën ontwikkeld die gedurende lange tijd van grote invloed waren.(1) In de jaren zestig en zeventig echter werd, onder invloed van de verspreiding van het socialisme en de voortschrijdende democratisering, het voortbestaan van groepen maatschappelijk uitverkorenen als problematisch ervaren.
In het historisch onderzoek verschoof dientengevolge de aandacht zeer sterk in de richting van de arbeiders. Bestudering van de werk-, woon- en leefomstandigheden van de arbeidersklasse en de ontwikkeling van de arbeidersbeweging beleefde een bloeiperiode.
Voor een deel in het verlengde hiervan, maar voor een deel ook als reactie op de dominantie van de arbeidersgeschiedenis binnen het ruime terrein van de sociale geschiedenis, herleefde vanaf de jaren tachtig bij historici de belangstelling voor de elites weer.(2)
Een hele reeks (vooral lokale) studies naar de handel en wandel van de elite verscheen: de studies van Prak over Leiden, van De Jong over Gouda en van Kooijmans over Hoorn zetten de toon.(3)
Later volgden nog monografieën over de elite in Maastricht en Zwolle.(4) Ook de studie van Kuiper naar de teloorgang van de Friese adel mag in dit rijtje geplaatst worden en met enige fantasie past ook het onderzoek van Verstegen naar de Veluwse jonkers in deze opsomming.(5)
Daarnaast verschenen er vele studies waarin een typering van de plaatselijke of regionale elite een onderdeel van een ruimer geheel vormde.
Deze trend in de geschiedschrijving ging niet geheel aan Brabant voorbij. In 1985 verscheen een studie over de elite in Heusden en vijf jaar later werd de elitevorming in oostelijk Noord-Brabant aan een uitputtende analyse onderworpen.(6)
Aan een bestudering van de Tilburgse notabelen als groep heeft tot op heden nog niemand zich gewaagd (evenals trouwens van de vergelijkbare groep in de andere grote steden in Brabant).(7) Dit artikel wil een eerste summiere aanzet zijn om deze witte vlek met enkele grijstinten in te kleuren.
http://www.historietilburg.nl/startpagina.htm
200 jaar brandweer in Tilburg
In de nacht van zaterdag 13 op zondag 14 augustus brak er brand uit in de wollenstoffenfabriek van de Gebr. Sala aan de Tuinstraat. "Van de geheele fabriek bleef niets over dan de vier muren en de brandkast, welke ondanks den fellen vuurgloed waaraan zij was blootgesteld, bij opening bleek volkomen de proef te hebben doorstaan." De fabriek werd onmiddellijk herbouwd, maar nauwelijks in bedrijf trof deze fabriek hetzelfde lot: op 17 augustus 1888 brandde zij weer geheel af. Het bedrijf werd daarna niet meer herbouwd.
http://www.historietilburg.nl/tijdschrift/13/1985.4/hfdst.%201a.htm
|