Hans Ouwerkerk schreef zijn familie- herinneringen op.
Ik zou willen zeggen; "Dat zouden meer mensen moeten doen"
Naast enkele weglatingen en aanpassingen, heb ik namen van personen tussen haakjes toegevoegd omdat Hans schrijft vanuit de generatie na hem.
Van de zeven hoofdstukken hier deel 1 en 2. Meer volgt t.z.t.
Opmerkingen, aanvullingen, wetenswaardigheden? Stuur ze op!
Anatole.
Hans Ouwerkerk (12-10-1930 - 02-04-1999)
1 Inleiding
Toen wij de flat van opa Ouwerkerk (Leonardus Theodorus Maria geb. 11-03-1891) in Leiden gingen leegruimen vonden wij allerlei oude brieven, foto's, diploma's enz.
Het leek mij nuttig om deze zaken niet alleen te bewaren, maar ze te ordenen en er een soort toelichting bij te schrijven.
Misschien zal daar later belangstelling voor zijn.
Ik heb niet naar ontbrekende gegevens gezocht, alleen zo overzichtelijk mogelijk vastgelegd wat aanwezig was, aangevuld met wat ik mij herinner van alles wat opa, oma en andere familieleden wel eens verteld hebben.
Wat ik mij herinner is niet genoeg om er een echt "verhaal" van te maken, het heeft meer de vorm van een korte beschrijving.
Het is ook niet volledig en evenmin evenwichtig wat de onderwerpen betreft.
Over sommige dingen waren meer gegevens beschikbaar dan over andere, of ik heb ze beter onthouden omdat ze me meer interesseerden.
De eerste versie van deze beschrijving heb ik omstreeks 1985 opgesteld.
Daarna zijn er nog meer gegevens ter beschikking gekomen, o.a. uit krantenknipsels.
Ik wil dit nu, Jan 1997, maar afronden.
Wat er hierna nog bij zou moeten, zal ik toevoegen in de vorm van bijlagen.
De aanduidingen "opa", "oma", "overgrootmoeder" en "vader" worden gebruikt vanuit de generatie na mij, waarvoor dit in de eerste plaats geschreven is.
Hopelijk is dit overal voldoende duidelijk.
Er zijn een aantal boeken waarin de namen van familieleden voorkomen, of gebeurtenissen die met de familiegeschiedenis nauw verband houden.
De titels zijn samengevat in dit literatuurlijstje.
1 Leeman, F.W.G. Van barkschip tot "Willem Ruys", 120 jaar zeevaart Rotterdam 1961
2 Jubileum uitgave "De Sportman" Leiden 1906
3 Gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van het 59 jarige bestaan van de KZRM "De Kaag" 1960
4 Geschiedenis van de Kaagsociëteit waterkampioen nr. 11 blz. 2192 e.v. 1977
5 50 jaar Regenboog-uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Regenboogklasse
6 S.J. graaf van Limburg Stirum. Varen in Oorlogstijd. Amsterdam 1948.
7 Veldpape, E. Chris van der Windt, 1877 - 1952 Oegstgeest 1996
2. De familie Sala, vanaf 1759
De gegevens betreffende de fam. Sala gaan het verst terug, daarom begin ik daarmee.
Behalve aan de gegevens die ik al had, heb ik veel van wat hier volgt ontleend aan een gesprek met Jan Sala te Leiden op 007-006-1990 en aan een artikel in Het Binnenhof van 19-10-1991, gedeeltelijk gebaseerd op een interview met hem.
De Sala's stammen af van een geslacht van Italiaanse handwerkslieden, makers van spiegels, lijsten en barometers.
Volgens het Binnenhof zou er al ca. 1734 een Antonius Dominicus Sala als stukadoor in Leiden werkzaam zijn geweest.
Er staat niet bij of dit ook familie was.
De stamvader van "onze" familie Sala was Dominicus, evenals zijn vrouw Maria Werrel geboren in 1759, hij in Poniana (Lombardije, Noord Italië), zij in Trier.
Zij zijn getrouwd in Luik en vestigden zich, waarschijnlijk in 1785, in Leiden.
Dominicus begon daar in dat jaar een spiegel en lijstenmakerij.
Op 31 maart 1786 werd hij als "poorter" van Leiden aangenomen.
Poorters waren meestal handelaren of ambachtslieden.
Zij moesten een geldbedrag storten, konden dan worden opgenomen in een gilde en kregen een poorterbewijs, ook wel "poortereed" genoemd.
Het poorterschap hield ook, zonodig, assistentie aan de gemeentelijke overheid in, bv. om te "bijten" d.w.z. het ijs in de grachten weghakken ten behoeve van de scheepvaart.
Het poorterschap was erfelijk.
Ik beschrijf eerst maar even kort de geschiedenis van de lijstenmakerij, later ook kunsthandel.
Vanaf 1825 was de firmanaam: D.Sala en Zonen.
Over deze firma is in 1988 een doctoraalscriptie geschreven door E.H.M. Heijboer, Universiteit Leiden, Afdeling Kunstgeschiedenis.
Dominicus overleed in 1839; wie de zaak toen, of al eerder, heeft voortgezet is mij niet bekend.
In 1860 was Johannes Hendricus Sala eigenaar.
Hij trouwde in dat jaar met Cornelia Knaapen uit Den Haag.
Vanaf 1883 was hij opgenomen in psychiatrische inrichtingen, eerst in Delft, later in Rosmalen, waar hij in 1892 overleed. (Zie ook over kwik)
Zijn vrouw dreef vanaf 1882 de spiegel- en lijstenmakerij, met 20 man personeel, met hulp van de oudste zoon, Anton (Antonius Dominicus Sala 22-05-1861 - 29-08-1894) mijn grootvader.
De brieven van de schilder Geoffroy, o.a. betreffende het schilderij van de limonadekoopman, waren aan Anton gericht.
Blijkbaar werd er dus toen ook al wel in schilderijen gehandeld.
Na het overlijden van Anton in 1894 kwam een van diens broers, Henri (Hendricus Dominicus Sala 16-08-1868 - 05-05-1935) de vader van bovengenoemde Jan Sala (Johannes Antonius Sala13-08-1918 - 25-06-2002) in de zaak.
Deze was gevestigd in enige panden in de Breestraat op nr. 114, die in 1877-1879 ingrijpend verbouwd werden.
In 1904 namen Henri en zijn jongere broer Simon (Simon Johannes Sala 19-04-1877 - 08-06-1952) de zaak over van hun moeder, Simon trad als boekhouder op.
Er waren in die tijd o.a. contacten met bekende schilders zoals Mesdag, Breitner en de gebroeders Maris.
Helaas konden de broers niet goed met elkaar overweg.
Een geschilpunt was, dat Simon buiten de zaak om in schilderijen handelde.
Ca. 1915 gingen zij uit elkaar en begon Simon een kunsthandel in Den Haag op het Noordeinde nr. 27a.
In de crisisjaren, dus rond 1930, ging de lijstenmakerij sterk achteruit en werd in 1935 na het overlijden van Henri opgeheven.
Simon trouwde in 1918 met de, later bekende, zangeres Henriette (Jet) Waterreus (zie div. knipsels)
De, rijke familie Waterreus woonde boven de kunsthandel.
Al na enkele jaren gingen zij uit elkaar, de officiële scheiding werd echter pas in 1933 uitgesproken.
Simon verhuisde toen naar Noordeinde 96 en zette daar zijn kunsthandel voort, die vanaf ca. 1930 de firmanaam van de Leidse zaak "D. Sala en Zonen" droeg.
Opa en oma (Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk en Catharina Petronella Sala) kochten bij hem het schilderij van v.d. Windt, "Boerderij onder Stompwijk" van het geld dat opa had gekregen bij zijn 25 jarig jubileum bij de Rotterdamse Lloyd.
Ik herinner mij nog heel vaag dat ik mee geweest ben toen ze het gingen uitzoeken.
Dat was omstreeks 1937, ik was toen dus ongeveer 6 jaar.
In 1951 hief Simon de kunsthandel op en verhuisde naar Bergen (N.H.), waar hij een jaar later overleed.
Ik denk dat hij het schilderij van Geoffroy aan oma heeft gegeven toen hij ging verhuizen.
Bovengenoemde Henri en Simon waren ooms van oma, dus oud-ooms van mij.
Simon heb ik nog gekend evenals twee andere broers van hem n.l. Minic (Dominicus Johannes Sala 15-11-1873 - 29-09-1954) ook wel Domien genoemd, en Gerard (Gerardus Johannes Sala 04-09-1875 - 13-01-1960)
Er waren totaal 13 kinderen, maar hiervan zijn er 5 jong gestorven.
Minic had in Den Haag een winkel in sportartikelen gehad, maar was tijdens de eerste wereldoorlog door speculaties in minder goede doen geraakt.
Hij was een hartstochtelijke visser en zeiler en stuurde ons in plaats van briefkaarten zelf op karton geschilderde landschapjes.
Hij is eigenaar geweest van de boerderij aan de Kaag waarin later de Kaagsociëteit van de zeilvereniging is gevestigd.
Mogelijk via Simon is de boerderij verkocht aan de vereniging. Gerard was arts en is directeur geweest van een ziekenhuis in Den Haag.
Nadat hij eens met een koets te water was geraakt en bijna verdronken, heeft hij als dank voor zijn redding een kapel laten inrichten gewijd aan St. Theresia. Overgrootmoeder, Josefien (Josephina Maria Oudshoorn 29-06-1863 - 05-01-1948) en overgrootvader Anton (Antonius Dominicus Sala 22-05-1861 - 29-08-1894 ) waren via de familie Schretlen achterneef en achternicht.
Zij, of misschien alleen overgrootmoeder, schijnen ook nog in Nijmegen gewoond te hebben.
Zij sprak daar wel eens over. Zij noemde het dan "Nimwegen".
Ook twee zusters van overgrootmoeder heb ik nog gekend.
Bets (Elisabeth M J Oudshoorn) was verpleegster geweest en Fieb (Sophia Johanna Francisca Oudshoorn) onderwijzeres.
Fieb had in het toenmalige Ned. Oost Indië gewerkt als gouvernante aan het hof van een inlandse vorst, de susuhunan van Solo op Java.
Er is een foto geweest waar zij op stond met 5 of 6 beeldschone inlandse prinsesjes, helaas heb ik die niet meer kunnen vinden.
Al voor de tweede wereldoorlog was zij gepensioneerd en woonde toen met een vriend, de heer van der Wall, in Den Haag op kamers, zij was dus zeer geëmancipeerd voor die tijd. Zij had een absoluut muzikaal gehoor en kon goed schaken.
Overgrootmoeder en vader (Josephina Maria Oudshoorn en Antonius Dominicus Sala) waren getrouwd in 1889.
Ze hadden drie kinderen: oma (Catharina Petronella Sala) roepnaam Cato, meestal To, Jan (Johannes Hendrikus Sala) en Tinus (Martinus Johannes), geboren in 1894.
Oma (Catharina Petronella Sala) is geboren in een huis op de hoek van de Breestraat en de Mandenmakers-steeg, waarschijnlijk dus naast de lijstenmakerij.
In 1894 overleed overgrootvader.
Overgrootmoeder (Josephina Maria Oudshoorn) ging daarna lesgeven bij "Tesselschade", ik denk handwerken o.i.d. (Toen ze 80 jaar was en bij ons in Schiedam inwoonde kon ze nog kleedjes haken van het allerfijnste garen).
Zij ging verhuizen naar de Nieuwe Rijn 44?, (daar woonden ze in 1906.) en kamers verhuren, waarschijnlijk aan studenten.
De familie Ouwerkerk woonde ook aan de Nieuwe Rijn, op nr. 38.
Wanneer het verblijf in Nijmegen nu precies was, weet ik niet.
Ergens staat dat ze in 1902 in Leiden woonden.
De moeder (Josephina Maria Schretlen) van overgrootmoeder (Josephina Maria Oudshoorn) is in 1871 overleden in Nijmegen.
Misschien ligt de Nijmeegse periode dus voor 1889.
De kinderen volgden beroepsonderwijs; oma (Catharina Petronella Sala) leerde voor apothekers¬assistente, haar broers gingen waarschijnlijk naar de ambachtsschool (lts), want beiden werden later monteur.
De zoon Jan (Johannes Hendrikus geb. 18-10-1892) ging naar Frankrijk toen hij 15 jaar was dus omstreeks 1908, naar een oom en tante Anton en Helene Oudshoorn (Antonius Oudshoorn en Helene Terrier) in Charenton.
In 1910 verhuisde overgrootmoeder (Josephina Maria Oudshoorn) ook naar Frankrijk. Aantekening van oma in een notitieboekje: "5-2-1910; Ma met Tinus naar Parijs" (Martinus Johannes 10-01-1894 - overl. ?-01-1917 Parijs)
Misschien was dit omdat de jongens daar in een technisch beroep betere kansen zouden hebben.
Anton Oudshoorn was ingenieur, dus die had wel relaties, stel ik mij voor.
Oma (Catharina Petronella Sala) bleef in Nederland en werkte in apotheken in Leiden en later in Den Haag, maar zij ging nogal eens naar Frankrijk. Aantekening: "To te Parijs 7 mei 1911 (en in) 1914".
Overgrootmoeder woonde in de Rue de Veaugirard; zij hadden ook een klein zomerhuisje ergens buiten de stad: "l'Hermitage" en de jongens hadden een oude auto, een "De Dion Bouton".
Een van hen, of allebei, werkte bij een fabriek van grote textielmachines.
Oma (Catharina Petronella Sala) logeerde ook wel eens bij oom Anton en tante Helene.
Opa en oma verloofden zich in Parijs op 20 juni 1914.
Dit was op de trouwdatum (20 juni) van overgrootmoeder. (Josephina Maria Oudshoorn)
Als haar man was blijven leven, zou zij op die dag haar zilveren huwelijksfeest hebben gevierd. Aantekening van oma: "17 juni 1914 Leo te Parijs".
Toen de eerste wereldoorlog uitbrak, eind juni 1914, was oma weer terug in Nederland.
Tijdens de oorlog deden de Duitsers 's nachts met Zeppelins luchtaanvallen op Parijs.
Overgrootmoeder en de jongens schuilden dan in de kelder van het huis, dat vele appartementen telde en wel 5 of 6 verdiepingen hoog was, denk ik.
Door de kou en vochtigheid liep Tinus longontsteking op, waaraan hij overleed. (23 jaar)
Overgrootmoeder is tijdens de oorlog nog een keer naar Nederland geweest.
Haar vader, Martinus Oudshoorn, is in 1915 overleden, ik vermoed dat dat de reden was.
Terug reisde zij via Londen. Aantekening van oma: "27 juli 1916, Ma over Engeland naar Parijs".
In okt. 1918, dus nog voor het einde van de oorlog zijn opa en oma getrouwd.
(Catharina Petronella Sala en Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk gehuwd op 30-10-1918)
Overgrootmoeder is tot ong. 1935 in Frankrijk blijven wonen, waarschijnlijk tot het huwelijk van Jan. Daarna kwam zij bij ons in Schiedam inwonen.
|