Van der Valk en Van der Nat
Men schrijft ons uit Leiden:
In den Kunsthandel Sala zijn sappige aquarellen van Van der Nat te zien en mooi werk van Van der Valk. Van ‘t Utrechtse Jaagpad, waaraan Van der Valk eenige jaren heeft gewoond, is er een krijtteekening, die dorpsche bedrijvigheid van den Rijn, waar die onaanzienlijk Leiden binnenkomt, weergeeft. Het karakter van de gedempte levendigheid op het Jaagpad en het water is dadelijk herkenbaar weergegeven.
In denzelfden speelschen trant met het losjes opteekenende, het koel noteerende, krijt, heeft Van der valk op bruin zakkenpapier de ijle wilgenboompjes in het weiland vastgelegd. Een paar molens, eenige hooioppers en een recht op den horizon toeloopend, in het tafreel kronkelend watertje, zijn de stoffeering van het landschap.
Soms verstaat Van der Valk het met nog minder gegevens een volledigen indruk te schenken van het schilderachtige, dat in een vlak landschap ligt besloten, is er geen enkele onderbreking der schier horizontale lijnen, waarmee het landschap den horizon benadert, dan de wisselende wuivingen van het oeverriet.
Van der Valk is met deze vertolkingen van het vlakke Hollandsche polderland, met een minimum van landschapstoffeering, een der zeer weinigen die dit aldus verstaan in ons land.
Gabriël is van deze landschapsuitbeelding de groote voorganger. Doch Gabriël en Van der Valk is toch een duidelijk verschil. Daar Gabriël met verfijnde zintuigen nuchterscherp ontleedde en tot in de ziel van het vlakke Hollandsche landschap kwam, blijft in Van der Valk's uitingen de poëzie van hemzelf duidelijk bespeurbaar.
Zóó strak als Gabriël ziet Van der Valk het niet. Bij deze werken van Van der Valk is de uitnemende Speeltuin in den winter gevoegd. Ziet Van der Valk de lijnen van het landschap, Van der Nat toont zich met deze aquarellen hier de vertolker van de vochtige atmosfeer. Er is een boertje, dat in de groente gebukt staat, temidden van de prachtige paarse kolen. Een rieten omheininkje beschermt den lap grond tegen de koude winden.
Heerlijk gewasschen is de aquarel, met meesterschap behandeld. De kleur ervan bewijst de uitnemende aquarelleerkunst van Van der Nat. Een witte brug in ‘t landschap om Leiden is er nog en een groote molen, waar een pad langs voert. Ruige frissche stalen, die nochtans de verfijndheid van toon, waarin Van der Windt, die andere Leidsche aquarelleur, uitmunt, niet missen.
de NR 30-08-1919
|