SALA familie Sala - Visino - Pognana - Tavernerio - Roveredo - Pusiano
27-06-2011
24-04-1922 Kunsthandel Sala een regentenstuk
Een regentenstuk.
Bij de firma D, Sala en Zn., kunsthandel alhier is een regentenstuk geëxposeerd.
Het is een schilderij vervaardigd door den kunstschilder J. G, M. Leyner en het stelt voor een vergadering van het college van B. en W. onder voorzitterschap van wijlen Burgemeester Was, omgeven door de WethoudersJuta, Dekhuyzen en Sturler en den secretaris den heer de Vries van Heyst.
De gelijkenis van de verschillende personen is goed getroffen evenals het interieur. De gobelins zijn ietwat mat, maar dit was noodig om de hoofdfiguren te beter te doen uitkomen.
Over de kunstwaarde van dit stuk wagen wij het niet te oordeelen, maar historische beteekenis heeft dit regentenstuk ongetwijfeld.
07-09-1923 Kunsthandel Sala schilderij Van der Nat
KUNST EN LETTEREN. Schilderij Van der Nat. In den kunsthandel Sala is vanaf heden geëxposeerd een bijzonder werk van Willem van der Nat. Tegen een gloedvollen achtergrond richt zich op, prachtig van actie, de figuur van een vroolijke piccoloblazer in zijn op goud afgestemd costuum. Naast hem zit een wolfshond. Beide, hond en baas, zijn gegeven met groot elan en kostelijke penseelvoeririg, waaruit we het prachtig vitale van den maker voelen.
Tentoonstelling van schilderijen en teekeningen door Arthur Fendel. De heer Sala heeft van den Katwijkschen schilder, die kort geleden 70 jaar werd, een tentoonstelling aangericht, waarin een overzicht gegeven wordt van zijn laatste werk.
Zijn oeuvre van, voordat de noodlottige verlamming van de rechterhand hem trof, kennen we niet. Fendel is in zekeren zin oorlogsslachtoffer. Eens in zijn atelier te Katwijk bezig met schilderen, deed een hevige mijn-explosie, die de groote ruit van het bovenlicht van zijn werkplaats bijna verbrijzelde, hem zoo ontstellen, dat hij sindsdien de macht over de hand, die het penseel voerde, verloor. Geruimen tijd werd hij hier in Leiden in het Hopitâl Wallon verpleegd, zonder veel baat evenwel. Met grooten moed tracht hij nu weer te schilderen.
Hij blijkt, deze landschapschilder, een stemmingskunstenaar, met een tendenz naar het romantische, zooals reeds de titels van de werken doen raden.
Veel maaneffecten zijn er; we wijzen speciaal op "een zoom van een nachtelijk woud, waar achter de duisternis van dicht takkengewir, de maan verschijnt"; de aquarel van een boerenerf met de donkere massa's van schuren en stallen en hooge slanke boomen, die hun kruinen tegen den nachtelijken hemel heffen.
Het Noordzeestrand schildert hij herhaaldelijk. Men zie het uitwateringskanaal en het stuk strand met de bomschuit waarboven een gemouvementeerde lucht zich welft.
Dan zijn er de boomgaarden in vollen bloesemtooi in de lente, bij het aanbreken van den dag, of in nachtelijk donker gehuld.
Arthur Fendel werd den 27en Maart 1857 te Harthau bij Chemnitz in Saksen geboren. Zijn vader had een groote machinefabriek, zoodat hij in staat was zich onbelemmerd te ontwikkelen. Eerst kwam hij op de Kon. Porcelein Fabriek te Meissen, bij Dresden. Hij versierde daar vaten met bloemmotieven. Vervolgens bezocht hij de Kon. Acad. van Beeldende Kunsten te Dresden.
Na een kort verblijf in Parijs vertrok hij naar Chicago, waar hij langen tijd woonde, later vestigde hij zich te New-York. Hij schilderde daar veel bloemen, vooral rozen en portretten, o.a dat van Kol. W. F. Cody (Buffalo Bill), In 1902 vestigde hij zich in Holland te Katwijk aan Zee, waar hij tot heden nog woont.
We willen nog de aandacht vestigen op enkele meubels van Planjer - waarmee de heer Sala het zaaltje smaakvol heeft ingericht - en een aquarel van mej. Zoetelief Tromp, een stilleven van een tinnen schaal met citroen en lichtgroene druiven.
30-03-1926 Kunsthandel Sala tentoonstelling Valkema Blouw
KUNSTHANDEL SALA.
Tentoonstelling van werken door Valkema Blouw.
Het knusse kunstzaaltje van den heer Sala leent zich heel goed voor een soort werk als van dezen kunstenaar, dat behaaglijk is en verzorgd en niet uitbundig; het verdraagt een nader bezien op technische kwaliteiten.
De bekwaamheid van den maker constateeren we het gemakkelijkst in de stillevens, goed geteekend en harmonisch van kleur als ze zijn. Hij is wars van allerlei trucs en die zekere degelijkheid doet prettig aan.
Valkema Blouw toont in de kleurige stillevens van wajangpoppen, een kruik met appels of apothekersfleschjes met boeken en dergelijke voorwerpen in een klaar licht gezien, de veel voorkomende neiging om die onderwerpen tegen een licht fond te schilderen, waartegen ze pittig uitkomen.
De landschappen zitten eveneens goed in de kleur, behoudens een enkele, zooals het groote doek rechts van den schoorsteen met de hooge lucht boven de waterpartij, waarin hij stemming tracht op te trekken door dampige atmospheer, maar dat toch iets onwezenlijks houdt, al heeft het kwaliteiten in den bouw.
We zien hier de tekortkomingen in de wat vaste schildering, beter ligt hem de geslotenheid van een landschap, waarvan het schoorsteenstuk een voorbeeld geeft, evenals het andere doek, een grasveld door hooge boomgroep afgesloten, dat simpel maar zuiver van kleur is. Hij geeft goede buitenimpressies in de kleine aquarelletjes.
In de beide grootere waterverfteekeningen slaat hij een gansch andere toon aan. De opgewektheid dit werk eigen, vindt men hierin niet, somber en grauw zijn de breedgehouden kleurpartijen.
Overigens blijft hij voor alles een stillevenschilder die zich meest van de gewoonste voorwerpen bedient voor zijn smakelijk gearrangeerde doekjes, die bijna alle een spiegelend grondvlak toonen en de reeds boven genoemde lichte achtergrond. Een uitdrukking van stoffelijkheid zal niet zijn opzet zijn. We vermoeden dan ook meer een houten tafelvlak en een kalkmuur, dan dat we het zien.
Tot de beste stillevens zijn te rekenen, dat met de pompoenen en het fleschje, een bruine aarden kruik (baardman) met roode appels en een gemberpot met rozen, terwijl van de wajangpoppen de meest schetsmatige, waar het doek gedeeltelijk blank werd gelaten ons het beste geslaagd lijkt.
12-08-1926 Kunsthandel Sala - Pyroplanotypen door G. Kerkhoff
KUNST EN LETTEREN.
Kunsthandel Sala. Tentoonstelling van Pyroplanotypen door G. Kerkhoff. In den kunsthandel Sala stelt op het ogenblik de portrettist Kerkhoff een aantal werkstukken tentoon die volgens een bijzonder procédé zijn vervaardigd. Het gaat hier om het vastleggen van een teekening op glas door branding.
Zijn we wel ingelicht dan betreft het een geheel nieuwe techniek door den maker zelf uitgevonden en omschreven als Pyro-planotypie, waarvan hij het volgende meedeelt. "Het is een systeem van verveelvuldigen van teekeningen op glas, welke reproductiën dan in den glasoven gebrand worden." De geëxposeerde portretten, waarbij opzettelijk de meer decoratieve idee van "silhouet" is gekozen, zijn naar het leven geschetst (een aantal dier schetsen zijn ter tentoonstelling aanwezig).
Op een bepaalde wijze nu, worden die schetsen voor de reproductie geschikt gemaakt, waarna de verveelvuldiging op glas naar keuze plaats vindt. Dan wordt elk portret afzonderlijk na behandeld en voltooid, zoodat ieder exemplaar een "épreuve d'artiste" is. Het brandproces in den glasoven is een proces waarbij glas en brandverf tot plm. 900 gr. verhit wordt, bij welken temperatuur de gesmolten brandverf zich met het week geworden glasoppervlak verbindt. (Glas smelt bij plm 1000 gr.)
Natuurlijk kunnen voor vermenigvuldiging ook andere objecten gekozen worden als portret; ik denk aan wapens en bijzondere gelegenheidsdoeleinden, aldus de heer Kerkhof. Het is duidelijk dat het punt waar het op aankomt n.l. de wijze waarop de potloodschetsen voor reproductie worden geschikt gemaakt door den uitvinder niet nader wordt toegelicht, hij wenscht dat blijkbaar geheim te houden.
Als algemeenen indruk kunnen we zeggen dat de heer K. in staat is een uitstekend gelijkende profielteekening te leveren, hetgeen door ieder aan de hand van hier aanwezige beeltenissen van bekende personen kan worden geconstateerd, daarbij weet hij in de schaduwpartij een zekere beweeglijkheid te houden; hier, waar de glazen voor het matglas van de buitenruiten van de zaal zijn gehangen komt een en ander goed tot zijn recht. In een serre of vestibule met veel ramen zullen vooral de gekleurde wapens een aardige versiering zijn.
29-10-1930 De Leidse stadhuisbouw - waarom niet opgehangen in den Kunsthandel Sala?
DE LEIDSCHE STADHUISBOUW
Het is te betreuren dat de critiek tegen het stadhuisplan Dudok nog betrekkelijk gering is. ‘t is echter voor de ongetwijfeld zeer talrijke tegenstanders niet zoo gemakkelijk daaraan uiting te geven, want van Uwe zoo gewaardeerde gastvrijheid kan toch geen misbruik worden gemaakt. Te verwonderen is het echter m.i. ook deels niet, wanneer men de plannen in de Lakenhal ophangt. Het heette die daar aan de critiek blootstellen, maar lijkt het niet meer op critiek smoren, logisch gevolg van den aanleg van B. en W.? Want hoevelen maken zich op tot een bezichtiging in die statige omgeving, nog wel tusschen 10 uur v.m. en 4 uur, n.m.?
Waarom niet afdrukken op verschillende plaatsen gehangen, b.v. aan het gebouw van Uw Blad, in den Kunsthandel Sala? Onder de Korenbeurs was niet eens zoo gek geweest, want dan had ieder in zijn eigen tijd zich gemakkelijker een juister beeld van de dreigende mismaking van ons stadsbeeld ter plaatse kunnen vormen. Van waardeering van het plan Dudok heb ik nog niets kunnen beluisteren, afgezien van een paar artikelen in de groote dagbladen (met uitzondering van de H.P.) Die beschouwingen waren echter wel wat eenzijdig en onvolledig.
Of trouwens collega's van den heer Dudok diens plan met voldoende objectiviteit beoordeelen en met volle openhartigheid critiseeren zouden, staat nog lang niet als een paal boven water. Trouwens de eigenaars van het Dagblad "De Telegraaf" hebben zich wel terdege gehoed een nieuw hoofdgebouw neer te laten zetten dat het stadsgedeelte, ter plaatse bederft. Het doet ontegenzeggelijk modern aan, is volgens mijn bescheiden meening grootsch van lijn en harmonieert met dat stuk van Amsterdam, waarvoor het een groote aanwinst beteekent.
In een afdeelingsvergadering van het Ingenieursinstituut te Amsterdam, onlangs gehouden, heeft de ontwerper ervan, Ir.G.J. Langenhout over dat bouwwerk gesproken en in aansluiting daaraan maakte Ir.J.F. Staal die het in aesthetisch opzicht had mee-ontworpen hoogst beachtens-waardige opmerkingen over stads-architectuur in verband met het toepassen van nieuwe bouwstijlen in oude stadsgedeelten, het verkeersvraagstuk, enz.
De heer Staal, die ook lid is van de Amsterdamsche Schoonheidscommissie zeide o.m. als antwoord op de door hem zelf gestelde vraag: moet men bij het maken van bouwwerken in oude waardevolle stadsdeelen, die bouwwerken harmonisch in het stadsbeeld invoegen? Voor den heer Langenhout en mij is het verlangen geweest: het gebouw onder te schikken aan de karakteristiek van het stadsbeeld, voorzooverre dit niet in strijd is met de gebruikseischen van het gebouw.
Jammer genoeg zou die volledige weergave van die veelzijdige beschouwingen nog meer ruimte vorderen. Hoe dan ook, waardeering van het plan van Architect Dudok zou echter alleen op zijn plaats zijn, indien die Dudokgevel in een nieuw tuinstadachtig stadsgedeelte kwam te staan zoo als diens nieuw stadhuis te Hilversum. In onze stad neergezet, vloekt die ten eenenmale met de omgeving, spot met overlevering en geschiedenis.
Aan zulk een gebouw met den ouden gevel aan den voorkant. Korenbeurs. Waag, Burcht en Hoogl. Kerk in de onmiddellijke nabijheid zouden wij kunnen wennen? Die omgeving zou zich moeten aanpassen, dus zoo langzamerhand moeten die kostbare bouwwerken door gevels in Dudokstijl worden geflankeerd? Die gevel komt mij te midden daarvan voor als die van een warenhuis, overheerscht door een schacht. Om nog even het torenvraagstuk aan te roeren, wijs ik op die zestig meter hooge schacht, die het silhouet onzer stad, van welke plek uit ook bewonderd, grovelijkst zal ontsieren. Wie kan zich dat niet indenken?
Over het verkeersvraagstuk rep ik maar niet, deskundigen hebben dat in Uw Blad reeds grondig belicht. Alleen twijfel ik er aan of daarin ook maar eenigerlei initiatief van de betrokken gem. autoriteiten is uitgegaan. Ik beken dus, en zelfs met nadruk, dat ik als leek spreek, maar wat is daartegen. In ons stadsbestuur zit geen enkele deskundige, wellicht met uitzondering van één raadslid. Of staat er van den Wethouderaannemer ook maar een bescheiden huisje, dat in dit verband de aandacht verdient?
Hoe staat het met den aanleg van B. en W. ? Richten we b.v. onzen blik naar Enschede. Die stad (zonder monumentale oude gebouwen), alhoewel die op nieuwe eigen architectuur kan bogen, die terecht waardeering, ook van buitenlandsche zijde, vond, ging den eenig juisten en eerlijken weg op, die de geringste kans op onherstelbaar misgrijpen biedt: meervoudige opdracht. De meest krasse tegenstelling zien we in den Haag, zetel van Vorstenhuis en Regeering, waar het stadsbestuur (dat aan gehalte toch niet voor het onze onderdoet) in ridderlijke erkenning harer ondeskundigheid terzake een commissie van weloverwogen samenstelling uit hoogstaande deskundigen benoemde, op wier advies niet minder dan vijf bouwmeesters zijn uitgenoodigd.
25-11-1930 Kunsthandel Sala Tentoonstelling A Segaar
KUNSTHANDEL D. SALA & ZONEN BREESTRAAT 114 - LEIDEN
TENTOONSTELLING
van SCHILDERIJEN en PASTELS van A. SEGAAR 74
OPENING 26 NOVEMBER 1930
TOEGANG VOOR BELANGSTELLENDEN VRIJ
STADSNIEUWS
Tentoonstelling van schilderstukken van A. Segaar.
In een lief tentoonstellingszaaltje exposeert de firma D. Sala en Zonen, Breestraat 144 b-c, een aantal schilderstukken van den kunstschilder A. Segaar uit Nieuwkoop.
Wat zouden we uit dit landelijk gelegen dorp meer en beter kunnen wenschen dan natuurschoon, natuurschoon niet alleen uit het polderland, maar ook het bekende Giethoorn, geliefkoosd oord van kunstminnenden. Inderdaad, ons landje is nog wel rijk aan natuurschoon, maar zoo weinigen weten het te waardeeren en op juiste waarde te schatten.
We zien hier b.v. van die heerlijke oude bruggetjes, waardoor Giethoorn zoo bekend is, waarachter een boomenpracht en een boerderij, verscholen in het groen van lagere struiken. In "Dagelijksch werk" zien we op keurige wijze uitgebeeld een vrouwtje aan den stoep voor haar woning, bezig met haar arbeid. "Het Wijkje" geeft een tweetal schuitjes in een polderslootje te zien, gelegen nabij het terrein, waar "De Ruigbos", het atelier van den schilder is gevestigd. "Een Zonnige Winterdag" laat ons zien enkele ingevroren schuitjes in een sloot langs een boerenerf, waar de hooibergen nog rijk voorzien zijn van winterkost voor de koeien.
We zouden zoo door kunnen gaan en wijzen op de pastelteekeningen, die zeer goed van afwerking zijn, op de stillevens, die al kleur en leven ademen, maar we eindigen met een opwekking tot een bezoek. De tentoonstelling is de moeite waard. Zij spreekt voor zichzelf.
10-04-1934 Kunsthandel Sala - Bij raadsbesluit van 26 Januari 1934
Bij raadsbesluit van 26 Januari 1934 werden van H.D. Sala aangekocht de perceelen Breestraat Nis 114a, 114b en 114c. Perceel Breestraat 114c wordt door den heer Sala gebruikt als spiegel- en lijstenfabriek en als etalageruimte, de beide andere perceelen vormen één pand, waarvan in de benedenverdieping, Breestraat 114b de kunsthandel van den heer Sala is gevestigd, terwijl de bovenverdieping, Breestraat 114a, als woning is verhuurd voor F 800.- per jaar.
De heer Sala zou gaarne op korten termijn de perceelen Breestraat 114b en 114c huren, nl. voor drie maanden, met verlenging van maand tot maand, tenzij de huur door een der partijen wordt opgezegd. Hij is bereid een huursom van F. 1800 per jaar, straatbelasting inbegrepen, te betalen. Voorgesteld wordt dit te aanvaarden.
06-11-1931 Kunsthandel Sala expositie Wim van Woerkom
(Berichten, reeds geplaatst in een groot gedeelte onzer vorige oplage).
LEIDEN. EXPOSITIE WIM VAN WOERKOM.
In de kunst handel Sala exposeert deze maand de nog jonge Nijmeegsche schilder Wim van Woerkom, die met een vijftigtal werken een verrassenden indruk maakt.
't Is onbegrijpelijk hoe iemand van zijn leeftijd reeds zoover in techniek en uitbeelding gevorderd is, dat sporen van tekortkoming in een of ander detail zijner kunst bijna niet te vinden zijn. Hij is - gelukkig - geen schilder die het moderne mint om het moderne zelf en dus de inhoud opoffert aan den vorm, hoewel de moderne smaak, vooral in kleuren, hem toch niet vreemd is.
Vooral waar hij in zijn werk de donker overheerschende kleuren gebruikt treffen deze door een bijzonderen toon, warm en sprekend. Anderen zijn licht en hel van toon, vooral de stadsgezichten uit zijn Franschen tijd, zijn stadsgezichten van Marseille Lyon en Arlos.
Daartusschen staan zijn beste werken en wel zijn stillevens en vooral "De vlucht uit Egypte", die leeft door een diepe innerlijkheid. Het wit besneeuwde land met kale, dorre boomen en bij een dezer Maria gezeten, met het Kind in haar armen, daarbij St. Jozef, naast haar staande, en de ezel. Dit werk is zoo mooi van toon, het treft, omdat je hier precies ziet de droeve geschiedenis van het heilig Huisgezin, zooals je die van jongsaf aan in de mooiste oogenblikken zag in je geest, zooals je die bemediteerde rond Kerstmis en Nieuwjaar. En het is toch geen getrouwe copie van de bekende prenten. De kleuren zijn bijzonder mooi en er spreekt uit dit werk een warm en begrijpend gevoel.
Van Woerkom's portretkunst spreekt heel sterk in drie van zijn portretten, ter expositie aanwezig. Het zijn naar wij meenen drie van zijn naaste familieleden en elk geeft zoo duidelijk en mooi het verschillend karakter van den uiteenloopenden leeftijd. Het zijn de portretten van zijn vader, zijn broer "Alphons" en van "Kareltje", waarschijnlijk de jongste uit het talrijke gezin. De verschillende uitdrukking die zoo juist den leeftijd en levenservaring verraadt, is niet alleen verkregen door den vorm, maar ook door de keuze der kleuren. Men kan het karakter er uit lezen.
Al deze werken zijn olieverfschilderstukken en pastels, en van deze laatsten is vooral zijn "Piëta" zeer goed geslaagd. Stemmig, sober en indrukwekkend. Ook zeer mooie Houtsneden zijn er te zien. De bestgeslaagden zijn de "verjaging van Adam en Eva, uit het Paradijs" en de "Pool".
Een album bevat nog reproducties en foto's van zijn werken, waaronder verschillende glas-in-lood-schilderingen, die vanaf de foto natuurlijk moeilijker te beoordeelen zijn, maar toch direct groote kunde verraden. Deze expositie van een jongen kunstenaar belooft veel, heel veel en wij zien met belangstelling het nieuwe werk van den schilder tegemoet.
De tentoonstelling is gedurende de heele maand November gratis toegankelijk.
12-10-1963 Een troepje discussiërende belangstellenden voor Sala's uitstalkast
Toon Kelder
In het Haagse Gemeentemuseum aan de Stadhouderslaan ziet men een zaal gewijd aan de evolutie, die, de van origine Rotterdammer (hij werd aldaar in 1894 geboren), Toon Kelder heeft doorgemaakt. Kelder was in de jaren-dertig niet minder dan een "instituut" voor Den Haag. Heel vaak zag men zijn prachtige verdroomde portretten uitgestald in de toenmalige Kunsthandel Sala aan het Noordeinde.
Het was in een tijd, dat de kunstenaar met veel meer eerbied dan thans, behandeld en "bekeken" werd. Ofschoon Kelder nooit aan de weg heeft getimmerd en er ook nu nog wars van is, begreep de kunsthandel geducht zijn eigen belangen en pousseerde Kelders werk met een aandoenlijke trouw.
Onze persoonlijke herinneringen gaan terug naar de zaterdagmiddagen dat men vaak voor Sala's uitstalkast een troepje discussiërende belangstellenden bijeen kon zien, dat vóór en tegen van het werk behandelde.
Niettemin slaat Kelder zelf zijn vroegere, zo gezochte werk niet hoog aan, sterker nog, hij noemt het "zelfs tijd-verknoeien-geweest!'": Het was hem te luxueus, te romantisch en wat niet al! Sindsdien is hij het - als zovelen - gaan zoeken in de versobering van de abstractie, waar hij inderdaad behartigenswaardige dingen in weet te zeggen.
Hij gaat aanvankelijk tekenen, geïnspireerd door de grote Japanse prentkunst, zijn thema's tot het vlak herleidend. Men ziet uit deze periode, weloverwogen curven en arabesken, waarbij het motief tot een sierlijk, soms ietwat ironisch "teken" wordt gereduceerd.
Maar dra acht hij het penseel te zacht en voelt de behoefte aan straffere weerstanden en neemt dan zijn toevlucht tot het aanwenden van ijzerdraad en beoogt op deze wijze zijn tekeningen a.h.w. in de ruimte te projecteren. Aanvankelijk stelt hij zich tevreden 2 dimensies te geven, maar al spoedig vermeerdert hij dit tot 3-dimensionale uitingen: Hij gaat dan de draden tot draadvlakken aaneen solderen. Zo komt hij dan rond 1949 tot plastiek in de eigenlijke betekenis waaruit weer een behoefte groeit naar het volledige volume, de hechte plastische vorm.
Hoewel Kelder zijn bewondering voor Gonzalez en Brancusi niet onder stoelen of banken stak, heeft hij toch van meet af aan, zijn eigen weg gezocht en - gelukkig - ook gevonden. Ontdaan van overbodige franje en pathetische verdoezeling, blijkt er dan een zeer bewust, maar vooral zeer zuiver vormbesef over, waar nochtans de communicatie met de zichtbaar waarneembare wereld nooit geheel wordt losgelaten of verwaarloosd. Kelder die zelf zegt, eigenlijk niet (meer) van de kleur te houden, toont zich niettemin (juist in zijn zwart-wit kunst, want ook daar valt, "kleur" uit af te lezen!) een gevoelig kolorist, wiens pregnante lijnvoering zowel in de tekeningen als in de plastieken volledig tot gelding komt.
Het loont de moeite het werk van deze kunstenaar, toegerust met een uitermate "lenige" geest, die de moed had met het verleden volstrekt te breken, op zich in te laten werken en vooral attentie te besteden aan de verrukkelijke reeks caricaturen (van recente datum) die trefzeker de conterfeitsels van prominente landgenoten. als Sandbergh, Pière Dubois, Jos de Gruyter en een enkele buitenlander als Jean Cassou vertonen. Tot en met 20 oktober bestaat daartoe de gelegenheid.
GIJS KORDING
Nieuwe Leidsche courant 12-10-1963
Afbeelding Buste 1962, koper op hout met voetstuk van labradorsteen (Toon Kelder).
22-05-1935 Copie tekeningen Koningin Moeder bij Sala aan den Nieuwen Rijn
- Onze stadgenoot, de heer G. A. Schrijvers heeft, aan H.K. H. Prinses Juliana aangeboden een tweetal reproducties van teekeningen en van portretten van wijlen H.M. de Koningin-Moeder en de Prinses.
H.K.H. heeft voor deze schenking Hare bijzondere erkentelijkheid betuigd. Een copie van deze teekeningen is geëxposeerd bij den kunsthandel Sala aan den Nieuwe Rijn.
27-02-1935 Spiegel en lijstenfabriek annex kunsthandel naar den Nieuwe Rijn no. 14
- De bekende spiegel- en lijstenfabriek annex kunsthandel van den heer H.D. Sala, welke sedert een halve eeuw gevestigd is geweest op de Breestraat, is met ingang van gisteren verplaatst naar den Nieuwe Rijn no. 14, waar zij een huisvesting kreeg haar goeden, ouden naam waardig.
18-01-1933 Fa. Sala overgeplaatst van Leiden naar den Haag
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL
Opheffing: Firma D. Sala & Zonen, Breestraat 114 b en c. Handel in lijsten, spiegels en kunsthandel.
Leidsch Dagblad 14-01-1933
Wijziging. Firma D. Sala en Zonen, Breestraat 114 b en c., Leiden, handel in lijsten, spiegels en kunsthandel. De d.d. 13 Januari j.l. ingeschreven opgave dat de handelszaak is opgeheven, is abusievelijk geschied. Deze opgave had moeten luiden: De handelszaak van de firma D. Sala en Zonen, is dd, 28 December 1932 overgeplaatst naar 's-Gravenhage, Noordeinde 28a.
Leidsch Dagblad 18-01-1933
KUNSTHANDEL H. D. SALA BREESTRAAT 114 ben. TELEF. 237
OPRUIMING
VAN DIVERSE KUNSTWERKEN TEGEN ZEER VERMINDERDE PRIJZEN
Op de laatste ledententoonstelling jn "Pulchri Studio" was een eigenaardig langwerpig doek van den schilder Schregel: een buitenhuis in zwaar geboomte half verscholen, terwijl door het gebladerte heen de zon hevige licht- en schaduwplekken over den muur en over den bodem wierp. Het onderwerp is vrij algemeen, maar de wijze van uitvoering gaf aan dit doek iets heel eigenaardigs dat vrijwel over de gehele linie bij de critiek is opgevallen.
Bij den eersten blik op de tentoonstelling van den schilder Keus moesten we onmiddellijk aan het bewuste doek van Schregel denken. Schregel was daarin veel donkerder van tonaliteit. Keus is over het algemeen blonder, blijer, maar de verwantschap zat vooral in de keuze van het onderwerp; het oude buitenhuis in de boomen; maar vooral in de wijze, waarop hij de verbrokkelde licht- en schaduwbanen over de muren en over den grond heeft aangebracht. Men voelt daaraan de lichte wuiving van het loover door den wind en het glijden der zonnestralen. Nu blijkt het mij uit de lectuur, dat de beide kunstbroeders veel samen hebben gewerkt en dus onwillekeurig in de factuur van hun werk, bewust of onbewust, invloed op elkaar hebben uitgeoefend.
Keus sluit zich aan bij de Haagsche school. Hij schildert bij voorkeur het oude buitenhuis in een sfeer van intieme beslotenheid. Een enkele maal is zijn toon naar het donkere neigend. Meestal evenwel is hij feestelijk en blij, terwijl toch niet de minste neiging naar uitbundigheid is te bespeuren. Er is in die sfeer van blijheid altijd een element van rustige vertrouwelijkheid en zelfs van romantische innigheid. Figuur schildert hij niet, maar het eigenaardige is, dat men in het huis dat hij schildert iets van leven of liever de levensstemming der bewoners bespeurt. Vele malen schildert hij zijn eigen oude landelijke buitenwoning te Soest.
Telkens weer uit een anderen hoek heeft hij dit onderwerp genomen. Om de woning het zware geboomte; langs de muren de bloemen in veelkleurige schoonheid. Altijd weer de schuine streeling der zonnebanen door het loover over den grijzen muur en het riet van het dak. Hij heeft die woning geschilderd in den prillen lentemorgen, terwijl er feestelijk lentelicht om den hoogen boom voor den gevel speelt, (16). Hij heeft ze geschilderd in den vollen zomer, droomend onder het malsche spel van licht en schaduwen, gelukkig mijmerend tusschen de bloemen. (21) Zonniger en nog blijer is 26, met een rijke bloemenweelde langs de muren, terwijl men onder het zware lommer door kijkt tegen den blonden lichten achtergrond van een boschwal.
No. 10 geeft des schilders woning weer eenigszins anders gezien in het late licht van den herfst in een tintelend warme sfeer. 12 geeft eveneens een herfststemming. Er is in de liefde waarmee hij hetzelfde onderwerp, en toch ook weer niet hetzelfde, behandelt aandachtige ingetogenheid. Er kan soms in die voorstellingen van intieme, romantische beslotenheid een stil verhaal van geluk en vrede liggen.
Een enkele maal is zijn coloriet wat droog en zou men ietwat meer diepte wenschen. Toch blijft hij overal een knap en kundig talent. Er zijn een paar werken, die ons persoonlijk door het min of meer droge en door het niet geheel uit de verf komen niet geheel bevredigenden - bij zijn kunstbroeder Schregel ontdekt men dat soms ook. Ik denk aan het landschap No. 1 en aan nog een enkel ander werk. Daartegenover staan de werken die we noemden als heel frisch.
In No. 24 geeft hij een heel mooi specimen van zijn kunnen. Het is weer een oud buitenhuis, met een steenen trap ervoor. Stevig piramidaal is de bouw van den gevelopstand, die tevens zoo mooi laat zien, hoe zoo'n oude architect het gevelvlak harmonisch wist te accentueeren door de plaatsing der ramen met de groene luiken ter weerszijden. Uit zoo'n gevel leest men de doelmatigheid van de binnenarchitectuur en de functioneele bestemming. Men voelt in zoo'n oud huis de nawerking der Gothische gedachte. En het is de verdienste van den schilder, dat hij dit zoo plastisch zag. Ter weerszijden staan boomen, frisch in het groen. Wat kippen, symbool der landelijkheid, accentueeren de rust. Heel mooi is het geval tegen de doorwerkte lucht gezet. Van denzelfden gevel zien we een fragment op 't frissche, zonnige werkje; Zonneschijn, dat de schilder beschikbaar heeft gesteld voor een verloting, waarvan de opbrengst zal strekken ten bate van den bouw van het Stadhuis. Het is alles goed doorwerkt, getuigt van een vlotten techniek en een blijde vizie op de dingen. Deze blijde vizie maakt het werk sympathiek.
We maken opmerkzaam op 23, Oogsttijd. In het geboomte de zware toren en enkele daken van... Op den voorgrond blond en goud korenschoven op het land in de Augustuszon. De bewogen lucht getuigt mede van het feest van zon en wind over weilands dreven. Aardig is ook het ... landschapje: De beek. Het zilverige lichten van de avondhemel spiegelt zich in het stroompje, dat heel rustig voortvloeit door het al wat donkerende land. In de verte komt de dauw op als een wazige zjlvermist. Het doet alles weer aan als een stil verhaal van vrede.
Keus is ook bloemenschilder. We zagen een paar goed geslaagde aquarellen van Digitalis en van Campanulla, alles heel frisch van toon. En eindelijk heeft hij in de bosschen in de nabijheid van Soest de zwammen in hun bijna exotische verschijning bestudeerd, zoo b. v. de roode vliegenzwam (27).
In No. 20 geeft hij een "Boschsprookje": een geheimzinnig plekje op den woudbodem met oranje zwammen en de in allerlei bruine nuances zich toonende glorie, van de verstervende vegetatie van den herfst. Ook hierin uit zich meer een romantische innigheid dan een ongebreidelde fantasie.
Keus is een schilder die de verschijnselen der werkelijkheid altijd ziet in een weldadig rustige sfeer. Zijn werk verdient begrip en waardeering.
17-11-1927 Toegangskaarten eere-avond bij firma D. Sala en Zonen
In verband met de tentoonstelling van Oostenrijksche Kunstnijverheid, waarvan wij reeds het een en ander meedeelden en die Zaterdagmiddag a.s. in "De Lakenhal" zal geopend worden heeft zich een damescomité gevormd dat een feestavond ter eere van deze tentoonstelling heeft voorbereid die plaats zal hebben Dinsdagavond 22 dezer, eveneens in „De Lakenhal", ingang Oude Singel.
De ontvangst der gasten heeft plaats om halfnegen in de "Papehal", de eigenlijke feestelijkheden in de Papezaal, die voor deze gelegenheid op bijzondere wijze zal worden aangekleed. Onder de genoodigden, zullen zich o.m. bevinden de leden der Commissie van „De Lakenhal" met hunne dames, den burgemeester en dienst echtgenoote, de heer en mevrouw Van de Sande Bakhuyzen en de Oostenrijkschen Gezant Z Ex. Duffek te 's-Gravenhage.
Te 9 uur zal de eereavond worden geopend met een viool-solo van mevrouw Annie Coert -De Jong. Een stadgenoot wiens naam wij niet mogen noemen zal vervolgens als snelteekenaar de aanwezigen proeven van zijn kunst aanbieden, om slechts deze twee nummers van het afwisselend programma te noemen. Een aantal jonge dames zal trachten loten te verkoopen voor een verloting, waarvoor de prijzen uit waardevolle kunstvoorwerpen zullen beslaan, aangekocht op de tentoonstelling.
Als een aardige attractie wordt de origineele reclameplaat voor deze tentoonstelling zooals deze is geteekend door Willy Sluyter op Amerikaansche wijze verkocht. De opbrengst hiervan zoowel als van de verloting komt aan het noodlijdend Oostenrijk ten goede.
Toegangskaarten voor deze eere-avond zijn te verkrijgen in den kunsthandel van de firma D. Sala en Zonen. Breestraal 114 en bij de comité-leden: mevrouw Mensinck, mej D. Coebergh, mevrouw Byvanck, mevrouw Coert en mevrouw Van Eysinga.
Ongetwijfeld zullen vele dames en heeren zich mede met het oog op het goede doel zich opgewekt gevoelen dezen eere-avond bij te wonen, te meer omdat de aanwezigen tevens de tentoonstelling onder deskundige leiding kosteloos kunnen bezoeken. Elke verdere aanbeveling voor een bezoek achten wij overbodig.
25-07-1927 Tentoonstelling van prijzen voor den fotowedstrijd 'Mooi Leiden'
TENTOONSTELLING VAN PRIJZEN VOOR DEN FOTOWEDSTRIJD „MOOI LEIDEN".
Vanaf morgen tot Dinsdag 2 Aug. zullen bij de firma Sala, kunsthandel, Breestraat, de prijzen tentoongesteld worden, die de Leidsche Amateur-fotografen Vereeniging verkregen heeft, als bekroningen voor de beste inzendingen in hun Jubileum-wedstrijd „Mooi Leiden".
In aanmerking genomen het groote aantal der uitgeloofde prijzen, rekent het bestuur der L.A.F.V. op ruime deelname aan dezen wedstrijd, waarvoor alle amateurs, zoowel in als buiten Leiden, kunnen inzenden. De voorwaarden van deelneming zijn bij het secretariaat der L.A.F.V. Hooigracht 60 en bij den Fotohandel te verkrijgen.
In November zullen de inzendingen geëxposeerd worden op een tentoonstelling, waar ook de beste inzendingen voor den wedstrijd van het Leidsch Dagblad te zien zullen zijn.