De geschiedenis van de paraplu
Heden ten dage is de paraplu een ingeburgerd product. Ze zijn er in alle maten, soorten, kleuren en kwaliteiten. Toch bestaat de echte paraplu, zoals wij hem kennen pas zo'n honderd jaar.
De paraplu stamt af van zijn broertje de parasol. de parasol bestaat al zo'n drieduizend jaar.
De parasol werd al zo'n 3.000 jaar geleden door de Egyptenaren gebruikt om de farao's en hoogwaardigheidsbekleders te beschermen tegen de zon.
Later namen de Oude Grieken en Romeinen het idee van de parasol over en ook in de oude Indische beschavingenkomt men parasols tegen. Nu nog komt men, met name in de Hindoe-cultuur, veel parasols tegen die vaak prachtig versierd zijn en nog steeds ambachtelijk worden gemaakt.
Na de Renaissance werd in de westerse wereld de parasol opnieuw uitgevonden (zoals wel meer dingen opnieuw werden uitgevonden). De parasol werd in die tijd het statussymbool bij uitstek, want in die tijd stond een blanke huid namelijk voor klasse en rijkdom. Het 'gewone' volk kreeg een door de zon getinte huid door het werken op het land of op zee. De adel wilde koste wat het kost de witte huid beschermen (men moest eens denken dat men op het land werkte...)
Tot het eind van de 18e eeuw was de parasol een voorwerp dat niet kon ontbreken in de darderobe van een adellijke dame of heer. Uit deze tijd stammen ook vele schilderijen, waar adelijke dames onder een parasol zitten of lopen (waarbij de parasol vaak nog door een dienaar werd gedragen)
Men hield zich destijds nog helemaal niet bezig om zich te beschermen tegen de regen, de rijken verplaatsten zich meestal toch met een draagstoel of koets. Het 'gewone' volk had geen behoefte aan bescherming, omdat men zich dat niet kon permitteren en de werkkleding die ze droegen voldoende bescherming bood.
Toch waren er in het Parijs van 1635 (ten tijde van Louis XIII) al enkele verkopers die een soort voorloper van de paraplu op straat verkochten. Deze paraplu's waren met geoliede stof overtrokken in zijde, linnen of katoen.
Aan het begin van de 18e eeuw werd de paraplu officieel "uitgevonden" door een fransman : Jean Maruis. Hij ontwierp een parasol-paraplu die je kon plooien en op zak steken. De Fransen uit die tijd maakten taalkundig nog geen onderscheidt tussen de term paraplu en parasol (het produkt werd immers voor beide doeleinden gebruikt).
Rond 1760 werd dit opgelost door de termen parasol en paraplu wettelijk vast te leggen. In de begin tijd van de paraplu woog dit artikel zo'n twee kilogram en was hij zo'n meter lang. Het was toen ook nog geen produkt dat door iedereen gebruikt werd. Vaak lieten de rijken de paraplu dan ook dragen door een dienaar.
In de 19e eeuw bleef de paraplu een produkt voor de welgestelden met name dames gebruikten regelmatig een paraplu. Voor de heren was de paraplu toch enigszins een te vrouwelijk artikel. In die tijd begon de paraplu een belangrijk element van de damesmode te vormen. De paraluies werden gemaakt in alle soorten en kleuren en vrijwel alle groottes. Als binnenwerk voor de paraplu gebruikte men echte walvisbaleinen en nog altijd worden de "poten" van een paraplu baleinen genoemd, maar deze zijn allang niet meer van walvisbaleinen.
In het begin van de 20e eeuw werd de paraplu voor een Engelsman een absolute noodzaak. geen Londense zakenman zal zich zonder zijn paraplu buitenshuis begeven. Nog altijd zijn de bolhoed en paraplu symbool voor een Londenaar.
Na de eerste wereldoorlog werden paraplu's in grote aantallen geproduceerd, hierdoor werd de paraplu tevens een artikel voor de gewone man. Zeker nadat in de jaren twintig een zekere heer Knirps de opvouwbare paraplu uitvond.
De paraplu-industrie kende tot in de jaren zeventig in Europa bloeiende tijden daarna konden de meeste paraplufabrikanten niet opboksen tegen de veel goedkoper gefabriceerde "verre oosten" paraplu. Qua massaproduktie moesten zij het afleggen tegen het verre oosten (arbeidsloon!!) maar heden ten dage blijven er nog enkele fabrikanten in Europa over die zich dusdanig gespecialiseerd hebben in kwalitatief hoogwaardige paraplu's dat zij een bestaanrecht hebben. (Knirps, Francesco Maglia, Romanelli, Briggs).
|