Hans Ouwerkerk geb.12-10-1930 overl. 02-04-1999
3 De familie Ouwerkerk, vanaf ca. 1820
Van Ferdinand Ouwerkerk zijn plaats en datum van geboorte en overlijden mij niet bekend.
Uit de beschikbare gegevens blijkt alleen dat hij na het overlijden van zijn eerste vrouw (Antonia Hamerslag) hertrouwde met haar zuster.(Marie Hamerslag geb. 's Hertogenbosch overl. Leiden)
Overgrootvader, Anthonius Ludovicus Ouwerkerk (geb. 18 juli 1848 Leiden overl. 16 okt. 1924, roepnaam Louis) had een broer Wilhelmus Timoteus (geb. 1848), die kunstschilder was; of er nog andere broers of zusters waren weet ik ook niet, waarschijnlijk niet.
Willem, (Wilhelmus Timotheus Ouwerkerk geb. 1845 trouwde met Hermina van Rossum Duchatel) om maar met hem te beginnen, signeerde zijn werk overigens T.W. en niet W.T.
Hij had een groot gezin, en is verdronken met een boot op het Brasemmermeer, tijdens een onweersbui.
Deze bijzonderheden heeft opa mij wel eens verteld.
Mogelijk is er, behalve de schilderijtjes en een reproductie bij ons thuis en bij de nichten Willy Westra en Annie Mesters, nog werk van hem aanwezig in museum "De Lakenhal" in Leiden.
Louis was graanhandelaar.
De zaak, een grutterswinkel annex graanpakhuis, aan de Nieuwe Rijn nr. 38 in Leiden werd later voortgezet door opa's broer Bernard (Bernard C.A.M. Ouwerkerk).
Ik kan mij die oude grutterswinkel, met alle waren los in rijen blauw geschilderde bakken nog wel herinneren.
Opa heeft zo af en toe het een en ander verteld over het gezin.
Louis, opa noemde hem nogal eens "vergulde Louis", rookte enorme aantallen zeer zware sigaren.
In zijn vrije tijd voer hij met de boeier (rond zeiljacht met zwaarden) van de gemeente op de Kaag
Volgens Willem van der Mey, een zwager van Bernard, had Louis (Anthonius Ludovicus) omstreeks 1890 zelf een boeier
Overgrootmoeder Arnoldina Dorothea Johanna Ouwerkerk-Verhoeven werd door iedereen, ook door de kinderen, ongebruikelijk in die tijd, "Dientje" genoemd.
Ze was erg godsdienstig, in tegenstelling tot Louis (Anthonius Ludovicus) en dol op katten. Dat kwam goed uit, want het graan trok natuurlijk veel muizen aan.
Ze zal een druk leven gehad hebben met acht kinderen en de winkel, die op zaterdagsavond tot 12 uur open was en daarna nog schoongemaakt werd.
De kinderen hadden een bokkenwagen. Opa, "Leetje", (Leonardus Theodorus Maria) was de jongste van het stel en werd door zijn zusters wel een beetje verwend.
Marie (Maria Antonia Ouwerkerk), opa's oudste zuster, trouwde met Frans Gouverneur.
Zij hadden voor de tweede wereldoorlog een herenkledingzaak in Gouda aan de markt.
Anna (Johanna Bernardina Antonia Ouwerkerk) trouwde met Hubert (op zijn Frans uitgesproken) Mesters, die een nogal hoge functie had bij Unilever.
Zij hebben o.a. in Hamburg gewoond en later in een groot huis aan de Frankenslag in Den Haag.
Opa's broer Willem Ouwerkerk werd zeeman.
Hij heeft lang vanuit het toenmalige N.O. Indië gevaren op tankschepen en is in 1944 daar overleden, waarschijnlijk in een Jappenkamp.
Zijn broer Jan is jong gestorven, ca. 30 jaar oud.
Opa ging van sept 1907 tot juli 1909 naar de zeevaartschool in Rotterdam.
Hij reisde dagelijks op en neer met de trein.
In Wassenaar stapte dan soms een van de heren Ruys in, zijn latere broodheer.
Opa's diploma's zijn nog aanwezig.
In een notitieboekje van oma vond ik een overzicht van alle reizen die opa van 1912 tot 1927 gemaakt heeft.
Het is interessant hierbij de geschiedenis van de Rotterdamse Lloyd in datzelfde tijdvak na te lezen.
Ik zal het overzicht als basis voor dit deel van de geschiedenis gebruiken, omdat dit chronologisch houvast geeft en omdat het leven van opa en oma tijdens hun verloving en eerste 20 huwelijksjaren toch sterk door opa's reizen bepaald werd.
In de vrije tijd werd er ook wel aan sport gedaan.
Dit komt in hoofdstuk 4 apart aan de orde.
Na het beëindigen van twee jaar zeevaartschool maakte opa vier reizen als stuurmansleerling, van 4 dec 1909 t/m 27 febr 1911, o.a. op de Tabanan en de Gorontalo (zie zakboekje RL).
Hierna ging hij weer naar school en haalde 22 juli 1911 het diploma voor 3e stuurman.
Voor elke "rang" zoals dat genoemd werd ging men weer een aantal maanden naar school. Dit systeem is pas eind jaren '70 afgeschaft.
Het bezit van een bepaald diploma was geen garantie voor een aanstelling in die rang.
Opa kwam in vaste dienst bij de Rotterdamse Lloyd (zie inschrijving pensioenfonds), maar begon met drie reizen als 4e stuurman; van 11 april 1912 t/m 25 april 1913 met de Malang, Goentoer, resp. de Rindjani (ik kort hier het overzicht een beetje in).
Hierna volgden drie reizen als 3e stuurman; van 17 mei 1913 t/m 8 juni 1914 met de Rindjani, de Birma, resp. de Sindoro.
Kort na zijn terugkomst verloofden opa en oma zich, zoals reeds vermeld, op 17 juni 1914 in Parijs, vlak voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog.
Er volgde weer een schoolperiode, bekroond met het diploma voor 2e stuurman op 11 nov 1914.
Daarna volgden twee reizen als tweede stuurman; 4 dec 1914 t/m 19 juli 1915 met de Malang en zes reizen als 3e stuurman; 5 aug. 1915 t/m 21 maart 1918.
Al deze reizen vonden dus, voor zover in de buurt van West-Europa, onder oorlogsomstandigheden plaats met alle gevaren van mijnen en Duitse onderzeeboten!
In maart 1918 lag de Ophir, waar opa toen op voer, in Honolulu en werd, evenals vele andere schepen, gevorderd door de Verenigde Staten die inmiddels in de oorlog betrokken waren geraakt.
De Nederlands bemanning voer als passagier op hun eigen schip mee naar San Francisco.
Met een aantal collega's reisde opa in april met de trein naar New York en in juli, weer als passagier, met de toenmalige Nieuw Amsterdam naar Nederland.
Op 30 okt 1918 trouwden opa en oma in Rotterdam.
Zij betrokken een bovenhuis aan de Rochussenstraat op de hoek van de Heemraadsingel, nadat ze als huwelijksreis een paar dagen naar Haarlem waren geweest. In november eindigde de oorlog.
Opa was inmiddels weer op de zeevaartschool en haalde haalde 11 dec 1918 het diploma voor eerste stuurman.
Dit was het laatste diploma, om kapitein te worden hoefde men niet meer naar school.
De periode van 1919 tot 1940 zal ik in hoofdstuk 5 beschrijven.
Omdat er nogal wat gegevens zijn betreffende de sportbeoefening rond 1900 lijkt het me wel leuk om hieraan een apart hoofdstukje te wijden
|