KUNST EN LETTEREN. TENTOONSTELLING
A. KEUS. (Bij Sala).
Op de laatste ledententoonstelling jn "Pulchri Studio" was een eigenaardig langwerpig doek van den schilder Schregel: een buitenhuis in zwaar geboomte half verscholen, terwijl door het gebladerte heen de zon hevige licht- en schaduwplekken over den muur en over den bodem wierp. Het onderwerp is vrij algemeen, maar de wijze van uitvoering gaf aan dit doek iets heel eigenaardigs dat vrijwel over de gehele linie bij de critiek is opgevallen.
Bij den eersten blik op de tentoonstelling van den schilder Keus moesten we onmiddellijk aan het bewuste doek van Schregel denken. Schregel was daarin veel donkerder van tonaliteit. Keus is over het algemeen blonder, blijer, maar de verwantschap zat vooral in de keuze van het onderwerp; het oude buitenhuis in de boomen; maar vooral in de wijze, waarop hij de verbrokkelde licht- en schaduwbanen over de muren en over den grond heeft aangebracht. Men voelt daaraan de lichte wuiving van het loover door den wind en het glijden der zonnestralen. Nu blijkt het mij uit de lectuur, dat de beide kunstbroeders veel samen hebben gewerkt en dus onwillekeurig in de factuur van hun werk, bewust of onbewust, invloed op elkaar hebben uitgeoefend.
Keus sluit zich aan bij de Haagsche school. Hij schildert bij voorkeur het oude buitenhuis in een sfeer van intieme beslotenheid. Een enkele maal is zijn toon naar het donkere neigend. Meestal evenwel is hij feestelijk en blij, terwijl toch niet de minste neiging naar uitbundigheid is te bespeuren. Er is in die sfeer van blijheid altijd een element van rustige vertrouwelijkheid en zelfs van romantische innigheid. Figuur schildert hij niet, maar het eigenaardige is, dat men in het huis dat hij schildert iets van leven of liever de levensstemming der bewoners bespeurt. Vele malen schildert hij zijn eigen oude landelijke buitenwoning te Soest.
Telkens weer uit een anderen hoek heeft hij dit onderwerp genomen. Om de woning het zware geboomte; langs de muren de bloemen in veelkleurige schoonheid. Altijd weer de schuine streeling der zonnebanen door het loover over den grijzen muur en het riet van het dak. Hij heeft die woning geschilderd in den prillen lentemorgen, terwijl er feestelijk lentelicht om den hoogen boom voor den gevel speelt, (16). Hij heeft ze geschilderd in den vollen zomer, droomend onder het malsche spel van licht en schaduwen, gelukkig mijmerend tusschen de bloemen. (21) Zonniger en nog blijer is 26, met een rijke bloemenweelde langs de muren, terwijl men onder het zware lommer door kijkt tegen den blonden lichten achtergrond van een boschwal.
No. 10 geeft des schilders woning weer eenigszins anders gezien in het late licht van den herfst in een tintelend warme sfeer. 12 geeft eveneens een herfststemming. Er is in de liefde waarmee hij hetzelfde onderwerp, en toch ook weer niet hetzelfde, behandelt aandachtige ingetogenheid. Er kan soms in die voorstellingen van intieme, romantische beslotenheid een stil verhaal van geluk en vrede liggen.
Een enkele maal is zijn coloriet wat droog en zou men ietwat meer diepte wenschen. Toch blijft hij overal een knap en kundig talent. Er zijn een paar werken, die ons persoonlijk door het min of meer droge en door het niet geheel uit de verf komen niet geheel bevredigenden - bij zijn kunstbroeder Schregel ontdekt men dat soms ook. Ik denk aan het landschap No. 1 en aan nog een enkel ander werk. Daartegenover staan de werken die we noemden als heel frisch.
In No. 24 geeft hij een heel mooi specimen van zijn kunnen. Het is weer een oud buitenhuis, met een steenen trap ervoor. Stevig piramidaal is de bouw van den gevelopstand, die tevens zoo mooi laat zien, hoe zoo'n oude architect het gevelvlak harmonisch wist te accentueeren door de plaatsing der ramen met de groene luiken ter weerszijden. Uit zoo'n gevel leest men de doelmatigheid van de binnenarchitectuur en de functioneele bestemming. Men voelt in zoo'n oud huis de nawerking der Gothische gedachte. En het is de verdienste van den schilder, dat hij dit zoo plastisch zag. Ter weerszijden staan boomen, frisch in het groen. Wat kippen, symbool der landelijkheid, accentueeren de rust. Heel mooi is het geval tegen de doorwerkte lucht gezet. Van denzelfden gevel zien we een fragment op 't frissche, zonnige werkje; Zonneschijn, dat de schilder beschikbaar heeft gesteld voor een verloting, waarvan de opbrengst zal strekken ten bate van den bouw van het Stadhuis. Het is alles goed doorwerkt, getuigt van een vlotten techniek en een blijde vizie op de dingen. Deze blijde vizie maakt het werk sympathiek.
We maken opmerkzaam op 23, Oogsttijd. In het geboomte de zware toren en enkele daken van... Op den voorgrond blond en goud korenschoven op het land in de Augustuszon. De bewogen lucht getuigt mede van het feest van zon en wind over weilands dreven. Aardig is ook het ... landschapje: De beek. Het zilverige lichten van de avondhemel spiegelt zich in het stroompje, dat heel rustig voortvloeit door het al wat donkerende land. In de verte komt de dauw op als een wazige zjlvermist. Het doet alles weer aan als een stil verhaal van vrede.
Keus is ook bloemenschilder. We zagen een paar goed geslaagde aquarellen van Digitalis en van Campanulla, alles heel frisch van toon. En eindelijk heeft hij in de bosschen in de nabijheid van Soest de zwammen in hun bijna exotische verschijning bestudeerd, zoo b. v. de roode vliegenzwam (27).
In No. 20 geeft hij een "Boschsprookje": een geheimzinnig plekje op den woudbodem met oranje zwammen en de in allerlei bruine nuances zich toonende glorie, van de verstervende vegetatie van den herfst. Ook hierin uit zich meer een romantische innigheid dan een ongebreidelde fantasie.
Keus is een schilder die de verschijnselen der werkelijkheid altijd ziet in een weldadig rustige sfeer. Zijn werk verdient begrip en waardeering.
Leidsch Dagblad 23-05-1929
|