een week oud was ik
een schitterende wereld mensen
mijn mama zorgde goed voor me
ik kon nu alles eens wensen
ik moest moedernest verlaten
kwam in een gezin met kinderen
en kon daar heerlijk spelen
niets kom ne nog hinderen
ik werd ouder en bleef spelen
de mensen wilden me niet meer
ze namen me met de auto mee
en zetten me in een bos neer
alleengelaten liep ik rond
en kwam bij oudjes terecht
ziekjes brachten ze bij de dokter
maar ik was oh zo ziek-zo slecht
ze konnen niets meer voor me doen
een spuitje eneen beetje gewemel
ik viel rustig in een kalme slaap
en werd wakker in de hondenhemel
big ietie
|