We beslisten om met de auto naar Granada te gaan. Niet dat
de treinreis ons was tegengevallen maar de treinen rijden hier niet frequent.
Met de eerste trein zouden we pas na elf uur in Granada aankomen. Dat vonden we
vrij laat. Vandaar de keuze om met eigen vervoer te gaan. Toen we met de auto
door heuvels steeds hogerop reden merkten we dat de buitentemperatuur rond het
vriespunt lag. Het was er behoorlijk kouder dan aan de zuidkust. Maar we waren
voorzien van trui en jas zodat we deze unieke stad zonder probleem onder de
loep konden nemen. Het eerste monument op onze wandelweg was de kathedraal. Hij
leek ons enorm groot maar veel minder elegant dan die van Sevilla. Eén brede
rechthoekige toren trok de aandacht.
Rond deze kathedraal tref je vele bazaarwinkeltjes met vooral oosterse
kleinoden. Gewoon gezellig om even in rond te dwalen en je zintuigen te
prikkelen.
Toen gingen we op zoek naar het Alhambra. Het is een Moors gebouwencomplex dat
gebouwd is op een bergrug. We moesten een heel eind wandelen eer we aan de
ticketverkoop waren. Maar eens we op het terrein waren, merkten we dat het meer
dan de moeite waard was. Vooral het Nasridpaleis was bijzonder mooi. De zalen
zijn steeds rondom binnenplaatsen gebouwd. De plafonds zijn vaak versierd met
ingelegd houtwerk. De vloeren zijn van marmer en de zuilen zijn versierd met
albaststucwerk. Het geheel straalt rust, koelte en schoonheid uit. Het is onvoorstelbaar hoe goed dit eeuwenoud
paleis bewaard is gebleven. Een deel van het vroegere Moorse paleis is door de
latere koningen verbouwd. Dit deel heeft een heel andere uitstraling.
In één van de vele tuintjes aten we onze bokes maar vandaag met verkleumde
handen i.p.v. in een heerlijk zonnetje.
Het Alcazaba is een burcht met torens en omliggende gebouwen die vroeger een
militaire functie had. Vanaf de torens hadden we een prachtig uitzicht over de
stad en in de verte zagen we besneeuwde toppen van de Sierra Nevada.
Via prachtige tuinen met vijvertjes
kwamen we aan de Generalife, het zomerpaleis van de Moorse vorsten. Dit
is in minder goede staat maar vooral fonteinen en mooi aangelegde bloemperken
geven het geheel een sprookjesachtig uiterlijk.
Met een heel aangenaam gevoel verlieten we het Alhambra om de binnenstad van
Granada verder te verkennen. Onze eerste indruk van de binnenstad was minder
positief maar toen we een terrasje ontdekten en genoten van een glaasje wijn,
kregen we van de kelner een bordje met een kleine portie paëlla. Dat was een
leuke verrassing. En t zijn de kleine verrassingen die onze reis zo bijzonder
maken.
We verkenden nog even de buurt van de kathedraal en ontdekten vele kraampjes
met gedroogde kruiden. We kochten een kruidenmengeling om thee van Granada te
maken. Ik ben eens benieuwd of de thee even sprookjesachtig zal smaken dan de
paleizen in het Alhambra.
We onthouden dat het in Granada opmerkelijk frisser was maar dat het een stad
is die je zeker op je verlanglijstje mag zetten.
Linda
|