Lokale FM-Radio
LORALI
107.5 FM

Foto

KLIK HIERONDER
OP DE FOTO VAN
JE MUZIEKPLAYER
LUISTER & GENIET !

Foto
Foto
Foto
Foto

Wil je een babbeltje
met collega's uit de
muziekwereld dan
heb je het meeste
kans om mekaar
hier te ontmoeten.
Klik logo hierboven.
Wanneer je maar wil
en zeker elke dag
 
van 20 tot 21 uur
======
*(°v°)*
======
WEEK-TOP-DAG
ZATERDAGAVOND

20 tot 21 uur.

GRATIS DOWNLOAD WINAMP
  • Winamp muziekplayer
  • Inhoud blog
  • Terug van weggeweest
  • LUISTERPROBLEMEN
  • Het is al zover...
  • Internetstream even UIT
  • 56-jarige Arne Jansen overleden
  • Aanpassingen stream-server 78-toeren
  • Tamara Tol neemt kerstsingle op
  • Floris Bakker zingt 'Het Frietlied'
  • De zingende kapelaan van Zutendaal overleden
  • Tweede Radio op onze blog
  • Terug leven in de stream
  • Muziekstream liet ons in de steek
  • Zuiderzeeballade
  • Afscheid van een troubadour: Louis Mestdagh
  • Wijziging Canvas: overlijden van Pater Mestdagh
  • Louis Mestdagh (1916-2007) - de troubadour die voor de liefde koos
  • Pater Mestdagh op Pinksterzondag 27 mei 2007 op 90 jarige leeftijd overleden.
  • CHATBOX: Nieuw op onze site
  • MUZIEK-CLIPS
  • De Mary Bey straat!
    Zoeken in blog

    BEVRIENDE SITES

    Foto

    Voor 78-toeren-verzoekjes
    in Bakkies Bakeliedjes
    van Theo Bakker
    bakeliedjes@gmail.com

    Foto
    Foto

    De Lustige Krekels

    Foto
    Foto

    Pieter van Banden

    Foto
    HAPPY FORUM

    KLIK
    OP DE FOTO
    EN JE KOMT
    OP DE
    OFFICIËLE
    WEBSITE VAN:

    Foto

    Bobbejaan Schoepen

    Foto

    Yvonne Verbeeck

    Foto

    La Esterella

    Foto

    Will Ferdy

    EEN BEZOEKJE
    BIJ JE
    NET-COLLEGA'S
    MUZIEKPIONEERS
    OVER AL DE
    GRENZEN HEEN

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    78-TOEREN.be
    Oldie- & volksmuziek Vlaanderen & Nederland
    30-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Louis Davids - boek teksten
    Voor me ligt een boek over "De Mooiste liedjes" van Louis Davids uit het voorjaar van 1980.
    Vermits Louis Nederlander was laat ik het over aan de Nederlanders om te oordelen wie de grootste revue-artiest was in de beginjaren van radio en plaat. Naar mijn mening zal Louis daar zeker een ereplaats innemen en zelfs op het verhoogje van een van de drie plaats vatten. Aan hem en muzikaal Nederland deze uitgebreide biografie en enkele foto's uit het boek.


    Louis Davids werd geboren op 19 december 1883 te Rotterdam en stierf op 1 juli 1939 in Amsterdam.
    Zijn beroep was cabaretier en revue-artiest. Zijn ouders waren kermisgasten, zoals men dat vroeger hette, Dat betekende dat zij in ons land kermissen afreisden, om daar op te treden, wat zij oa deden met komische duetten. Het hele gezin Davids zat in het kermisvak. Louis begon er zijn carrière als een wonderkind. Het gezin telde voorts twee dochters, Rika en Heintje en tenslotte nog een zoon, Hakkie.
    Hakkie begeleidde zijn familie op de piano. Later bracht hij het tot kapelmeester. Rika en Heintje komen nog ter sprake.
    Davids wordt de vertolker van de gevoelens van de kleine burger genoemd. Men heeft wel gemerkt dat het feit dat hij Rotterdammer van geboorte was, niet heeft verhinderd dat hij zeer Amsterdamse liedjes zong. Dwz liedjes waarin de typisch Amsterdamse volksaard tot uiting komt. De banaliteit die dat met zich mee schijnt te brengen, werd gecompenseerd door de vaak briljante woordvondsten en -spelingen, volgens de Grote Winkler Prins althans.
    Davids verkreeg de meeste bekendheid als liedjeszanger, al schreef hij ook revues, was hij een poos directeur van het Casino in Rotterdam, bestuurde hij enige tijd het Kurhauscabaret in Scheveningen, leverde hij bijdragen voor het volkstoneel van Herman Bouber en trad hij op in films, toneelstukken en operettes.
    Tot zover de nuchtere feiten. We zullen trachten nu wat meer achtergrondinformatie te verschaffen. Zoals gezegd kan men de activiteiten van Davids in periodes onderverdelen.

    1900-1915
    Als wij aan deze periode de opmerking verbinden "Davids Alleen", dan is dat niet geheel overeenkomstig de werkelijkheid. In die jaren treedt Davids namelijk ook wel op met zijn zusters Rika en Heintje.
    Topliedjes zijn: Een reisje langs den Rijn, naar Paul Lincke's Das ist die Berliner Luft; De komeet van Halley; Brief van een landbouwer aan zijn zoon; Entreelied van Tinus de Vuilnisman en Zandvoort bij de Zee, naar Seaside on the brain, met muziek van de Engelsman Herman Darewski.
    Zowel Een reisje langs de Rijn als Zandvoort bij de zee werden gekocht op buitenlandse liedjesbeurzen.
    Je kunt dit de revuetijd van Davids noemen. Samen met Rika treedt hij op in het gezelschap van Frits van Haarlem, door Luger en Van den Aardweg de ongekroonde koning der varétédirecteuren genoemd. Voor diens gezelschap leverde Davids zijn eerste teksten en wel voor de revue "Koning 'k Zie-zo-wat", geschreven nadat Van Haarlem in 1906 Davids had meegenomen naar Londen om er inspiratie op te doen. Louis en Rika vervullen de hoofdrollen en maken naam.
    In 1909 bevindt Davids zich in een ander revue-gezelschap, nl dat van Henri ter Hall, volgens Heintje Davids de grappigste man van Nederland, iemand die de mensen "chic" kon laten lachen.
    Rika trouwt met een Engelse goochelaar en verdwijnt naar Engeland. Louis vormt dan met Heintje een duo en ook dat wordt een succes, iets wat hij aanvankelijk niet voor mogelijk had gehouden. Het gaat zelfs zo goed dat zij worden uitgenodigd naar Duitsland te komen, waar zij optreden in Leipzig, Keulen en Berlijn. Wat later komt het duo via John Weil, Rika's echtgenoot, in Engeland terecht en treden zij op in Liverpool, Glasgow, Manchester, Birmingham en Londen. Geen gemakkelijke opgave voor mensen die noch Duits, noch Engels spreken.
    We zijn nu in het jaar 1911. Volgens Van der Kamp en Feith leerde Davids op de tournee in Engeland Margie Morris kennen. Met het noemen van die naam belanden we in de tweede periode van Davids' carrière, die zich uitstrekt tot het moment waarop Margie Morris Davids verlaat, en dat is in 1922.

    De tijd van "He, she and the piano". Over de kennismaking van Morris en Davids lopen de meningen uiteen. Zo verhaalt Feith in zijn boek "TingelTangel" dat Davids hem heeft verteld dat hij Margie Morris in Engeland op een intiem kunstenaarsfeest had leren kennen. Haar eigenlijke naam was Margaret Whitefoot en ondanks het feit dat haar vader, streng, conservatief en geacht officier in het Engelse leger, tegen haar vriendschap met Davids was, kwam zij in 1913 naar Nederland. Aanvankelijk treedt zij dan op als danseres in het gezelschap van Leon Boedels, directeur van het Flora-theater in Amsterdam.
    Aan datzelfde Flora-theater wordt gerefereerd door Luger en Van den Aardweg. Zij vertellrn dat Louis Margie ontdekte in de koffiekamer van het Floratheater. De vader speelt ook in deze versie een rol, omdat deze haar roeping in de weg stond en er zodoende de oorzaak van was geworden dat zij op goed geluk naar Hoçlland was overgestoken. Louis zou vervolgens Heintje opdracht hebben gegeven om het arme kind Amsterdam eens te laten zien. Hierbij zij opgemerkt dat Luger en Van den Aardweg zich baseren op verhalen van Heintje, zoals ons in de ondertitel van het boek meegedeeld wordt.
    Mogen de meningen over de kennismaking met Margie nogal verschillen, over haar persoon en vooral over haar aandeel in het werk en leven van Davids doen zij dat allesbehalve. Geen kwaad woord kwamen wij tegen. Wel lof, de een is nog lyrischer dan de ander. Ter illustratie volgen enkele citaten/
    Feith in "TingelTangel" (blz. 158): "Tengere, broos-teere Margie, de groote, droomende oogen in het strak-witte gezichtje, overgeplaatst in Amsterdam, exotische bloem, verplant op vreemden bodem, welkom geheeten op het bovenhuis in de Utrechtsestraat, ineens midden in het roezige, jachtende, succes-brengende, maar altijd voort-herriënde tingel-tangel-leven van haar man!"
    Luger en Van den Aardweg (blz. 143-144): "Margie Morris heeft Louis Davids lange tijd een charmant "decorum" verleend. Haar verschijning op de planken was van een onweerstaanbare bekoring. Bij haar eerste woorden - een melodieus verengelst Nederlands - won zij terstond het hart van de nurks onder haar toehoorders. Haar persoonlijkheid straalde iets uit, dat de aanwezigen electriseerde en met stille verrukking vervulde."
    Wim Ibo (1, blz. 42): "Met Margie Morris (1892) als zijn muze nam Louis Davids de aanloop tot zijn uiteindelijke cabaretcarrière; ze werden door de impressario Max van Gelder geëngageerd als "He, she and the piano" en maakten om een tournee door Nederlands-Indië."
    Willem Wilmink (1, blz. 577): "Nu echter werd Margie Morris de muzikale richtlijn, alsmede de richtlijn van een niet nader te bepalen deel van Davids' tedere gevoelens."
    Louis Ferron: "Met Margie begon dus de aanloop naar een stijl die het aanzien van het cabaret tot op heden zou bepalen. (...) Margie was de vrouw die Davids' drang naar het hogere kon bevredigen. Ze kon uitstekend componeren, had dat "je ne sais quoi" wat sommige vrouwen in de ogen van volksjongens zo aantrekkelijk maakt en was bovendien bereid de beschutting van haar chic milieu in de steek te laten." Iets verder noemt Ferron de tijd met Margie "die periode waarin Davids" naam als cabaretartiest gevestigd werd, de tijd dus, waarin hij van amuseur tot een heuse cabaretier evolueerde."
    Het is zonder meer een feit dat Margie Morris van groot belang is geweest voor het verdere verloop van Davids' carrière. De liedjes worden lyrischer en muzikaler, het duo begint een ander publiek te trekken, mede als gevolg van de manier waarop het hun optredens verzorgt. Uit die tijd dateren: Ik zoek een meisje te trouwen; Wordt nooit verliefd; In het bosch; en uit "de Jantjes": bijv. Als de tros wordt losgesmeten en Nou tabé dan. Liedjes waarmee "He, she and the piano" veel succes oogstten, tot in Indië toe, waar ze in 1919 een tournee maakten.
    In 1922 komt er een einde aan het samen leven en samen werken van het duo.

    1922-1927
    Wat de liedjes betreft, is de tijd die volgt na het vertrek van Margie Morris niet een van de vruchtbaarste. De carrière van Davids blijft een opgaande lijn vertonen. In 1922 wordt Davids directeur van het Casino Variété in Rotterdam, voor een jongen uit het volk, geboren in de Zandstraat van diezelfde stad een niet geringe prestatie. De Rotterdamse upperten schijnt hem in die tijd zelfs op straat gegroet te hebben.
    De revue "Coolsingel"-Plaswijk", met als onderwerp de autobussen die in Rotterdam net in gebruik werden genomen, is zo'n beetje het enige vermeldenswaardige uit de casino-tijd.
    Rido, pseudoniem van Philip Pinkhof, echtgenoot van Heintje, is de tekstschrijver. Het is niet de eerste keer dat deze revueteksten voor zijn zwager schrijft. Hij deed dat ook al voor "Verboden Toegan" "waarin Davids voor het eerst zijn later zo vermaarde creatie Tinus op de planken zette), voor "De eenheidsrevue" en later voor "Lach en vergeet" (waarin Davidse De kleine man zong).
    Davids schrijft zelf de muziek sinds het vertrek van Margie, al wordt wel verondersteld dat zijn muzikale leider, Jan Broekhuis' hem met raad en daad terzijde stond. Enkele titels: Impromptu; Moeder is dansen, een bewerking van een Engels gegeven; Naar buiten en Rassenhaat.
    In 1927 doet Davids voor een kleine revue, getiteld "Van eigen bodem", een beroep op andere auteurs: Dirk Witte, Koos Speenhoff en Jacques van Tol. Deze laatste is als tekstschrijver een zeer belangrijke rol gaan spelen in het leven van Davids.

    1927-1939
    Jacques van Tol, de man die op zijn postpapier liet drukken: "De honden blaffen maar de karavaan trekt voort" en die door Ferron wordt getypeerd als een "soort deus ex machina", is de schrijver van liedjes als: Oome Ko heeft radio; Weekend in Scheveninge; Het lot van de Sweepstake; De Olieman: Naar de bollen; De voetbalmatch; Mammie heeft haar rijbewijs. Al die liedjes kortom, die ook vandaag de dag nog gezongen worden. Van Tol schreef niet alleen voor Davids liedjes, ook anderen hebben furore gemaakt met zijn teksten. Lou Bandy bijvoorbeeld met Wie heeft er suiker in de erwtensoep gedaan?, en Fien de la Mar met Ik wil gelukkig zijn. Rinus Ferdinandusse concludeert dan ook dat: "Jacques van Tol een unieke figuur moet geweest zijn, een man op wie Davids, Willy Walden en Bandy en tientallen anderen leunden en die op die manier een bepalende factor is geweest in het amusementsleven van Nederland".
    Er is in de loop der jaren heel wat gespeculeerd en geschreven over het feit Van Tol zijn rechten van tekstvervaardiger schijnt te hebben afgestaan aan Davids. Zijn naam ontbreekt vaak. Tot op de dag van vandaag weten we niet precies wie welke tekst geschreven heeft. Menigeen heeft zich gebogen over dit probleem. De hiernavolgende collage moge daar een bewijs van zijn.
    Luger en Van den Aardweg vermelden (blz. 208-209) dat er rond 1942 in de vaderlandse pers een bericht circuleert, waarin ondermeer beweerd wordt dat het gehele repertoire van Louis Davids gedurende de laatste zeventien jaren van zijn leven door Jacques Van Tol geschreven zou zijn.
    Luger en Van den Aardweg citeren dan (blz. 211) Louis Davids die gesproken zou hebben over "mijn liedjes" en vragen zich vervolgens af of het aannemelijk is "(...)dat Louis Davids - met het einde van zijn leven voor ogen dit gezegd zou hebben, wanneer hij wist, dat de aan hem toegeschreven liedjes, waarvoor hij altijd alle eer ontvangen had, niet zijn werk doch dat van een ander was?" De heren geloven van niet. Hun geloof wordt kennelijk gedeeld door de schrijver van het volgende anonieme en niet nader gedefinieerde krantebericht (de bron is het Gemeentarchief te Amsterdam). Na de kop "Van de 700 Davidsliedjes waren er ongeveer 100 van een ander" lezen wij: "Wellicht waren de discussiegenoten die wisten: "Davids" beste liedjes waren van een ander." Hoe dat nu zit? Laat ons vast de namen noemen van diegenen die er heel weinig of veel mee uitstaande hadden: Margie Morris, Rido, Meijer Hamel, Speenhoff, Cor Lemaire en vooral Jacques van Tol. Maar de hoofdfiguur bleef Davids zelf.
    Herman Tholen (van het vooroorlogse duo Tholen en Van Lier) deelt deze mening niet. In een interview zegt hij: "(...) We noemen ze cabaretrevues. Dat woord was bedacht door Jacques van Tol, de tekstschrijver. Hij heeft in de oorlog op het verkeerde paard gewed, maar hij maakte geweldige teksten. Het hele repertoire van Louis Davids. Nu, bij de radio, zie ik nog wel eens op een lijst staan: tekst Louis Davids. Dan denk ik: ik weet te veel, ik heb ze door Jacques zien schrijven. Nou ja, Van Tol heeft voor onze programma's ook veel geschreven. En z'n teksten worden nog steeds gebruikt. Soms zie ik bij de Mounties een scène dat ik denk: verrek, die heb ik nog betaald aan Jacques van Tol."
    Henk Suèr gaat zowel in zijn boek als in een krantenartikel uitvoerig op dit punt in. Het volgende citaat komt uit dat artikel "Het Kurhauscabaret in Scheveningen, dat Davids had opgezet, vergde elke veertien dagen een nieuw repertoire met nieuwe conférences en liedjes. De produktie van Van Tol kon dit wel aan. Voor een liedje betaalde Davids hem een tientje, hetgeen later tot vijftig gulden verhoogd werd. Daarmee had Davids de opvoeringsrechten voor zich alleen. In het begin werd nog wel eens geannonceerd dat Jacques van Tol de tekstschrijver was, maar dat bleef spoedig achterwege. Bleef ook achterwege toen men in het land steeds meer oog voor de opmerkelijke tekst begon te krijgen, toen men een man als Menno ter Braak, alleen om de tekst, elk nieuw programma zag bezoeken. Week-end in Scheveningen, De Sweepstake, De Olieman, Naar de bollen, Jubileum vanOme Kobus, De pen-en-inktsymfonie, (...) De voetbalmatch, Mammie heeft haar rijbewijs, men zal ze nog wel kunnen neuriën - Jacques van Tol schreef ze. Behoudens enkele ingewijden zag ieder Davids voor de geestelijke vader aan. De cabaretbezoeker interesseerde zich voor de herkomst niet overmatig. En Van Tol maakte er geen probleem van (...)".
    De mystificaties zullen ook niet in dit boek onthuld worden.
    Enige opheldering kunnen we wel geven. Dat doen wij aan de hand van een brief van Jacques van Tol.
    Op 10 augustus 1966 schrijft hij aan Willem Wilmink:
    "Hierbij de verlangde opgaven betreffende de liedjes uit het repertoire van Louis Davids. Mijn aandeel betreft natuurlijk alleen de tekst, ik componeer niet. Een van de belangrijkste teksten staat niet op uw lijst, n.l. De pen-en-inktsymfonie. Hopende u hiermee van dienst te zijn, met vr. gr."
    Het lijstle met titels dat Wilmink hem had toegestuurd, is aan zijn brief gehecht. Van Tol plaatste met ballpoint een T achter de titel als het een tekst van hem betrof.
    Uitgaande van Van Tols aanduidingen kunnen wij stellen dat de volgende liedjes geschreven zijn door Van Tol:
    Hein de Bruin, De Sweepstake, De Olieman, Mammie heeft haar rijbewijs, Week-end in Scheveninge, Naar de bollen, Zuiderzee, De filisoof, De voetbalmatch, De zesdaagse, Het zonnebad I en II, Op het ijs, Weet je nog wel oudje, Zomertelegrammen, Restanten, Luchtkastelen, Ome Piet, Als je voor een dubbeltje geboren bent, Een moeder begrijpt alles, De Scheveningse zee, Hengelen,.
    Een TD zette hij achter: De kleine man, De begrafenis van Ome Manus, Mina (ze zet zo'n lekker bakje koffie). TD staat voor Tol-Davids. De personen, om wie de discussie draait zijn inmiddels beiden overleden. Veel vragen zullen dus nooit beantwoord worden.

    In 1931 wordt Davids directeur van het Kurhauscabaret in Scheveningen. Dat betekent iedere veertien dagen een nieuw programma. Davids treedt zelf op als conférencier-cabaretier. Om hem heen wordt een programma geformeerd, waarvoor hij medewerkers uit binnen- en buitenland uitnodigt. Zo haalt hij het Nelson-cabaret naar Nederland. Het is ook aardig om weten dat Marty Verdenhius en Wim Sonneveld in zijn programma debuteren. Het Kurhauscabaret loopt goed. Cor Lemaire begeleidt Davids op de piano, vanaf 1933, en schrijft zo nu en dan muziek bij het liedje. Verder schrijft Davids de muziek zelf.
    Het optreden wordt voor Davids in deze jaren steeds moeilijker. Hij heeft asthma, een kwaal die hem zijn hele leven parten heeft gespeeld en die er tenslotte ook de oorzaak van is dat hij op 1 juli 1939, op zesenvijftigjarige leeftijd, sterft. Vandaag 67 jaar geleden. (uit het boek van Lies Pelger en Renée Waale)

    >> Reageer (0)
    17-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het geheim van de Zingende Pater

    Louis Mestdagh (89) geniet samen met zijn vrouw Jo van een rustige oude dag. In de belangstelling wil hij niet meer. Zelfs zijn zoon Rudolph moest lang aandringen voor hij medewerking kreeg om een documentaire te draaien over het 'verborgen' leven van zijn vader die ooit een bekend zanger, schrijver en cineast was.
    Over het 'bewogen leven' van zijn vader wist Rudolph Mestdagh aanvankelijk niets. Toen ze op school een verhaal lazen van pater Mestdagh en de leraar aan Rudolph vroeg of die soms familie was, moest hij het antwoord schuldig blijven. Thuis hing er een gitaar aan de muur, maar Rudolph wist niet waarvoor die gediend had tot er in Humo een stuk verscheen over een Zingende Pater, alias de Troebadoer van het Heilig Hart. In de jaren zestig scoorde die de ene hit na de andere voor platenfirma Decca om dan plots van de scène te verdwijnen. Toen ook bleek dat zijn vader tien documentaire films had gedraaid, wilde Rudolph het hele levensverhaal blootleggen. Maar dat kostte tijd en moeite.


     
    img211/1672/rudolfmestdagh2fz.jpg 
    Filmer Louis Mestdagh op jongere leeftijd

    Louis Mestdagh, geboren in Deinze in 1916 als tweede zoon in een welstellend Oost-Vlaamse familie. Hij studeerde bij de Jezuïeten en wou priester worden. In het begin van de jaren 40 werd Louis naar Amerika gestuurd om zich voor te bereiden op het priesterschap. Zijn boot had een aanvaring met een ander schip. Louis registreerde alles nauwgezet met zijn 16 mm-camera. Het zouden zijn eerste stappen als ciniast worden. Later trok hij als globetrotter-cineast naar Azië. Met een jeep reisde hij door India, van Skri Lanka tot in de Himalaya en terug. Wanneer in de jaren vijftig de beeldbuis zijn intrede deed in de Vlaamse huiskamer, pakte de BRT al op de tweede dag uit met werk van eigen bodem.  

    img128/4607/paterlouismestdagh0qw.jpg
    Louis Mestdagh met enkele hoezen bij mijn lievelingshoezen en enkele liedjes op de netradio.

    Maar Louis Mestdagh had nog meer verrassingen in petto. Maar kende twee levens.
    Eentje van  voor 1966 toen hij jezuïet was. Als de Zingende Pater, of de Troebadoer van het Heilig Hart, bereikte hij in een mum van tijd de eerste plaats in de hitparade.
    En eentje na 1966 toen hij op 50-jarige leeftijd verliefd werd op missiezuster Johanna en ze een kind kregen. Louis wilde geen heisa rond zijn uittreden en besliste om zijn carrière op te geven. Voortaan zou hij anonieme tekstschrijver worden voor een medisch magazine.
    Dat betekende een radicale breuk want sinds de Tweede Wereldoorlog was Pater Louis een publieke figuur geworden. In de jaren vijftig reisde hij de parochiezalen af met zijn documentaire films over India, de Verenigde Staten en Kongo. Toen hij dat niet meer mocht van zijn orde, ging hij verhalen schrijven. Maar zijn grootste bekendheid verkreeg hij begin jaren zestig met zijn hits onder de naam Troebadoer van het Heilig Hart, een Vlaamse concurrent van Soeur Sourire.
    Sterke stof voor een film dus! Rudolph Mestdagh, die zelf ook muziek maakte en schreef, speelde al langer met het idee, maar pas na de opname van zijn eerste langspeelfilm Ellektra en tussen het draaien in van tal van commercials, vond hij de tijd om een vijftig minuten durende documentaire samen te stellen. Na lang zoekwerk kwam filmmateriaal van en over zijn vader weer boven water.
    De VRT was van in het begin bereid om te coproduceren. Louis Mestdagh bleek geen onbekende voor de Vlaamse televisie. Op de tweede dag na de start van de NIR in 1953 werd immers al een documentaire van de reizende jezuïet de ether ingestuurd. (Frank Heirman, 13.12.05)


    >> Reageer (1)
    15-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jarige Bob Benny ontvangen op stadhuis in Antwerpen
    Boemelpotpourri (1958)

    Bij ons, bij ons
    daar kunt g'u amuseren
    Bij ons, bij ons
    daar moet g'u niet generen
    Bij ons, bij ons
    is 't alle dagen feest
    omdat we drinken om ter meest
    Bij ons, bij ons.

    Doe ze nog eens vol
    Doe ze nog eens vol
    Laat ons blijven pakken,
    en er nog één pakken
    Doe ze nog eens vol
    Doe ze nog eens vol
    'k Heb liever nog 'n pintje
    dan ene muntenbol.

    O, wat heb ik dorst
    O, wat heb ik dorst
    O, wat heb ik dorst
    'k Heb 'nen haring g'eten
    'k Had het moeten weten
    O, wat heb ik dorst
    O, wat heb ik dorst
    O, wat heb ik dorst
    hij was zo zout als brak
    en 'k drink 'n stuk in mijne frak.

    O, bier, bier, bier
    dat groeit niet aan de bomen
    O, bier, bier, bier
    dat komt niet uit de grond
    O, bier, bier, bier
    dat geeft u heel schoon dromen
    O, bier, bier, bier
    Maakt zieke mensen weer gezond.

    As ge drinkt dan is het hier 'nen hemel
    en drinkt ge niet dan leefde 'lijk 'ne kemel
    Als ge drinkt dan is het heel plezant
    en drinkt ge niet dan vindt ge alles ambetant.

    Doe ze nog eens vol
    Doe ze nog eens vol
    Laat ons blijven pakken,
    en er nog één pakken
    Doe ze nog eens vol
    Doe ze nog eens vol
    'k Heb liever nog 'n pintje
    dan ene muntenbol.

    Bob Benny is donderdag ontvangen op het stadhuis van Antwerpen voor zijn 80ste verjaardag.
    De zanger werd uitgebreid in de bloemetjes gezet en kreeg een cadeau in chocolade.
    Het ging om de muzieknoten van het nummer "September Gouden Roos", waarmee hij
    ons land in 1961 vertegenwoordigde op het Eurovisie Songfestival.

    Burgemeester Patrick Janssens, Nicole en Hugo, Will Ferdy, Jo De Poortere en Lea Thys feliciteerden de zanger.
    Benny mocht ook het Gulden Boek van de stad ondertekenen.
    De zanger werd op 28 mei 1926 in Sint-Niklaas geboren als Emilius Wagemans.
    Hij scoorde in Vlaanderen een gigantische hit met het nummer "Waar en wanneer".

    Twee maal vertegenwoordigde hij België op het Eurovisie Songfestival.
    Een eerste keer in 1959 met het liedje "Hou toch van mij"
     en een tweede maal in 1961 met "September gouden roos". (TVP)

    >> Reageer (0)
    13-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geschiedenis van de platenspeler, door René Daemen

    Het ontstaan van de platenspeler

    Het begint in 1877 wanneer de jonge Thomas Alva Edison juist bezig is met het uitvinden van een dicteermachine. Hij tekent een apparaat, bestaande uit een cylinder met een stuk tinfolie eromheen, daarop een trechter met daaraan een naaldweergever. Nadat hij het toestel heeft laten bouwen komt hij er achter dat door de trillingen putjes in de tinfolie gegraveerd worden. Edison roept het kinderrijmpje "Mary had a little lamb" in de trechter, waarbij de naald in het ritme van zijn stemtrillingen putjes in de folie maakt. Bij het verplaatsen van de naald klinkt zachtjes uit de trechter "Mary had a little lamb". Hij vraagt meteen patent aan op zijn nieuwe uitvinding.
    Edison verbetert zijn Fonograaf, want zo heeft hij het apparaat inmiddels genoemd, door een veermotor aan te brengen voor een constante snelheid en door de afspeelduur te verlengen tot 4 minuten.

    1889
    Emile Berliner vindt de grammofoonplaat uit. Hij gebruikt bij de opname een glasplaat voorzien van een laagje roet. Hiervan wordt een metalen kopie gemaakt, waarover de naald van de weergever loopt. Deze naaldweergever zit aan een arm met daaraan als versterker een grote hoorn voor de geluidsweergave. Later gebruikt Berliner glazen platen met bijenwas voor de opname en zinken platen voor de weergave. Zo ontstaat de grammofoonplaat zoals wij hem nu nog kennen.


    Berliner grammofoon

    1925
    Nadat er vele jaren alleen acoustische opnames zijn gemaakt, begint men in 1925 met elektrische opnames. De kwaliteit wordt daardoor een stuk beter. De elektromagnetische weergevers komen vervolgens op de markt. Deze bestaan uit een hoefijzervormige magneet met daarop een spoel gewikkeld en daaraan zit de stalen naald. Zo'n weergever wordt in eerste instantie op een grammofoon met veermotor geplaatst, en met twee draden op de grammofoonaansluiting van de radio aangesloten. In dit geval een toestel met zgn. helgloeiers.
    In 1928 komt de elektromotor, een soort dynamo model, die via een snaar het plateau aandrijft. Deze motor moet een zetje hebben, want zelf opstarten is er nog niet bij. Ook worden in die tijd al radio's ingebouwd bij de grammofoons o.a. in de bekende Philips meubels. Rond de 2e wereldoorlog ligt de ontwikkeling stil tot men eind jaren veertig het kristal element op de markt brengt (in Nederland door de firma Ronette in Amsterdam). Dit geeft een betere weergave dan het elektromagnetische systeem. De naald is nog wel van staal, maar wordt ook geleverd met een saffiertip voor een langere speelduur.

    1950
    Het kristal element wordt verbeterd en de langspeelplaat komt op de markt. Deze is net zo groot als de 30 cm 78-toeren plaat. Om deze af te kunnen spelen komt een kleiner model kristal element op de markt met twee saffieren voor LP en 78-toeren. De platenspelers krijgen er een tweede toerental bij nl. 33 toeren. De bekende Philips 2978 met het dunne armpje is zo'n apparaat waarmee men deze platen kan draaien.
    In de USA is RCA sinds 1939 bezig met het ontwikkelen van de 45-toeren single van kunststof. Deze moet de breekbare 78-toeren plaat gaan vervangen. Tijdens de 2e Wereldoorlog ligt de ontwikkeling stil. De 45-toeren plaat wordt uitgevoerd met de minigroef of zoals Philips vermeldt: de "Minigroove".
    De geluidskwaliteit is al een stuk beter. Deze minigroef vinyl plaatjes ruisen ook niet meer zo als de 78-toeren schellakplaat. Bovendien zijn de platen een stuk kleiner en …onbreekbaar. Om in Amerika de 45-toeren plaat te promoten brengt RCA in 1949 het kleine 45-toeren wisselaartje op de markt. Deze kan zowel op de radio aangesloten worden als op een (soms zelf gebouwd) versterkertje.


    RCA 45-toeren wisselaar type 45EY3 uit 1950

    1953
    In Nederland komt de 45-toerenplaat uit. Het schijfje van 17cm (7 inch) moet de breekbare 78 toerenplaat gaan vervangen. Dit duurt nog tot 1956. De pickups krijgen er weer een snelheid bij. De oude twee snelheden worden vervangen door drie snelheden: 33, 45 en 78 toeren. De nieuwe singles kan men met de LP (of M) naald draaien.
    De platenwisselaar zijn ook in opmars. Vooral bij dansscholen, waar men 10 singles kan plaatsen op de wisselaar zodat men lang muziek heeft. 
    Ook radiomeubels worden voorzien van een wisselaar. Vooral handig met de toen populaire opera's en symfonieën.

    1958/1959
    De stereoplaat komt uit. Alweer een verbetering. De (mono) koffergrammofoon met ingebouwde versterker krijgt een extra uitgang waarop een radiotoestel aangesloten wordt als tweede kanaal om het stereo geluid te kunnen horen. Monoplaten kan men gewoon blijven afspelen op het apparaat via de ingebouwde mono versterker.
    In 1961 wordt de stereoversterker in de grammofoon geplaatst. Ook Hi-Fi is in opmars, en duurdere platenspelers. Het MD element komt uit wat voor een goede Hi-Fi klank zorgt.

    1959
    De laatste schellak 78-toeren plaat komt uit de pers (de "Schneewalzer" van het harmonica duo "Schriebl en Hupperts"). Wel worden nog een aantal jaren klassieke 78-toeren plaatjes gemaakt uit vinyl. In Afrika en sommige Aziatische landen duurt het tot 1962 voordat de 78-toeren plaat uit de winkels is verdwenen. 

    1972/1975
    In deze periode komt er nog een vinding bij: Quadrafonie of CD4.
    Dit is een vier-kanalen systeem waarbij de versterker een decoder bezit om de 4 kanalen te splitsen over 4 luidsprekerboxen. Eigenlijk een voorloper van Dolby Prologic. De platenspeler moet hiervoor worden uitgevoerd met een 4 kanalen element met een "Shibata" naald dat speciaal geslepen is voor CD4 platen.
    Dit systeem komt niet van de grond door:
                 
    Het dure element en naald
                  De plaat is ook duur en er komen er weinig van op de markt.
    Het geluid is indrukwekkend en gaat van de ene speaker naar de andere zodat men alle 4 de kanalen benut. Tegenwoordig heet dit Sensurround.
    De normale stereoplaat kan men naar semi-quadrafonie overzetten, maar ondanks alles wordt het geen succes. Men gaat gewoon terug naar Hi-Fi stereo.
    De pickups worden beter door lichtere armen en elementen, de naalddruk loopt terug naar 1 à 1,5 gram.

    1982
    De Compact Disc doet zijn intrede. Het schijfje met 12 cm doorsnee bevat 74 minuten muziek in microscopisch kleine putjes die door een laser worden ingelezen. Dit wordt weer omgezet door een converter (omvormer) en doorgegeven aan de versterker. Opnames worden digitaal. De grammofoonplaat is bezig aan zijn zwanezang.
    De eerste CD spelers zijn van Philips en Sony, de CD100 resp. CDP101 uit 1982 en kosten ca. Hfl 2.000,-


    Philips CD speler type CD100 uit 1982

    1990
    De LP en de single worden uitgefaseerd. De CD-single komt uit, deze bevat 2 nummers. De Top 40 hits komen in dat jaar nog uit op 45-toeren en de CD-single is een tijdje ook als 8 cm schijfje beschikbaar. Deze kan met een adapter op de oudere CD spelers worden gedraaid. Nieuwe spelers hebben hiervoor een speciale uitsparing.

    1992
    De LP en 45-toeren plaatjes verdwijnen, en daarmee verdwijnt na meer dan honderd jaar de grammofoonplaat.

    2001
    De Super Audio CD (SACD) komt uit. Deze heeft een betere geluidskwaliteit en moet het warme LP geluid terug brengen (!). Deze schijf gaat waarschijnlijk in de toekomst de huidige CD vervangen, maar dat duurt nog wel even.

    Met MP3, een data-techniek, kan het muzieksignaal worden gecompresseerd, waardoor een CD wel 10 maal zoveel nummers kan bevatten. Deze kon eerst alleen op een MP3 speler afgespeeld worden of op een PC. De geluidskwaliteit is afhankelijk van de compressieverhouding die je toepast. 128 kbps is het minimum. 192 kbps is prima CD-kwaliteit en 256 kbps is de max. Een origineel CD-nummer heeft in een 100% WAV-norm zo'n 30 MB aan boord.
    Tegenwoordig kan men in heel wat CD-spelers ook mp3-nummers afdraaien zowat je makkelijk met de auto van Vlaanderen naar Spanje kunt rijden met 1 CD aan boord oftewel tussen de 150 en 200 liedjes op één schijfje. En voor wie al DVD-onderlegd is kan al de deur uit met een discobar vol muziek op één DVD-schijfje van ruim 7 GB. De huidige zo erg besproken Ipod of mp3-spelers hebben enkel data aan boord en voor uren muziek in je broekzak. (Voor de dames heet dat: jacoche).
    Ook het podcastingsysteem haalt de laatste maanden hoge toppen, want vanaf nu hoef je geenenkel programma meer te missen en kun je je abonneren op eender wat en vooral ook beluisteren - of even op pauze zetten - wanneer je maar wil. 


    >> Reageer (0)
    11-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bobbejaan Schoepen. Verloren gewaande film uit 1967 gevonden.

    Het Koninklijk Belgisch Filmarchief van Brussel meldt dat een verloren gewaande Duits-Tsjechische televisiefilm uit 1967 met Bobbejaan Schoepen boven water is gekomen. Het KBF archiveert recent het beeldarchief van de familie Schoepen, dat na de verkoop van Bobbejaanland (2004) weer onder de aandacht kwam. In het archief bevonden zich een aantal oude filmbanden die niet nader bepaald waren.

     img57/268/bobbejaanschoepen5002kv.jpg

    De film is gemaakt door de  bekende Barrandov Studio's in Praag in opdracht van ZDF. Na de release  werd die twee keer uitgezonden in Duitsland (ZDF) en twee keer in  Nederland (KRO). Later ging het origineel naar de BRT maar raakte spoorloos na de uitzending. Toen de VRT in 1999 de voorbereidingen van de Histories-documentaire over Bobbejaan Schoepen aanvatte, werd de film in de VRT-archieven helaas verknipt teruggevonden. “Het gevonden exemplaar gaat om een originele kopie uit 1967 en is in goede staat”, reageert Bruno Mestagh van het Koninklijk Belgisch Filmarchief.
    Omschrijving: Televisiefilm waarin Bobbejaan Schoepen enkele van zijn liedjes zingt, opgenomen in het kader van (een nog attractieloos) Bobbejaanland en de omliggende Kempenstreek. Een deel van de film is ook opgenomen in de filmstudio’s in Praag.
    De meeste liedjes zingt hij in het Duits, eenmaal in het Frans en eenmaal in het Nederlands. De film bevat onder meer klassiekers als “Je me suis souvent demandé”, “Kili watch”, en de  Duitse versie van de parodie "Café zonder bier", waarmee Schoepen in 1960 in Duitsland een grote hit scoorde. Een van zijn filmische instrumentale songs zorgt voor een rode draad. Tijdens dat nummer komen Bobbejaan Schoepen en zijn zoon Bobje telkens in beeld als een cowboy.
    Het is één van de vijf filmproducties  waar Bobbejaan Schoepen bij betrokken was als acteur of zanger.

    Titel: "BOBBEJAANLAND"
    Filmproduction: ZDF - Siegfried Rothemund (van Siromusik - Berlijn)
    Productieleider: Jan Kadlec   
    Regie: Vladimir Sis
    Studio Barrandov, Praag. 1967
    35mm - 2bob - 31' — Color

    Contactgegevens: Tom Schoepen (0495/200525) en Erik Martens (KBF 02 551 19 46)

    Biografie Bobbejaan Schoepen: http://bobbejaanschoepen.be/index.php?pagina=bio
    Internet Movie Database: http://www.imdb.com/name/nm0774484/


    >> Reageer (0)
    12-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sylvain Adriaensens

    Sylvain Adriaensens is een Vlaams minderbekend natuurtalent.

     img207/2100/adriaensens013wr.jpg

    Met maar één gebrek: zijn wieg stond in Antwerpen en niet in Parijs, Londen of New York. Was dat wel het geval geweest, dan had Sylvain de grootste concertpodia ter wereld kunnen bespelen. Want zijn stemvolume, zijn klankkleur en expressie, zijn repertoire hebben een internationaal niveau.
    Gelukkig voor ons bleef Sylvain altijd de ietwat teruggetrokken zanger, wars van barnumpubliciteit, die optrad als hij met zijn heel hart kon zingen. De perfectionist niet aanspreekbaar voor een concert, maar zielsgelukkig als de vonk van zijn groot talent op de zaal oversprong en het publiek in staande ovatie rechtveerde.

     img476/8574/adriaensens021dg.jpg   img476/8210/adriaensens037ih.jpg

    Wij zijn gelukkig dat Sylvain Adriaensens al vele jaren de eregast wou zijn van de 'Goud en Zilver'-concerten van BRT-1. Ook op zijn zeventigste blijft Sylvain als de goede wijn: Beter met de jaren! Deze plaat is er het beste bewijs van.
    Ondergetekend: Roger Thys, 1° producer.

    Op de foto's(hierboven) merk je Sylvain in gesprek met de lachende Roger Thys en tijdens een optreden met de BRT-Big Band, versterkt met het BRT-combo olv Freddy Sunder.

     img476/8231/adriaensens040jb.jpg

    Met nummers als "Auf der Heide", Ob blond, ob braun, Wolgalied of In Wien hab ich einmal ein Mädl geliebt ging hij de internationale toer op. Met Als ik in mijn tuintje sta, Oh mijn Kempen, Ieder huisje heeft zijn kruisje, Op de purpere hei of Kempen o land van Armand Preud'homme bewees hij dan weer het tegenovergestelde dat zijn kleine Kempenland dichter bij zijn hart ligt dan zo'n grootse carrière laat uitschijnen.
    Spijtig dat we van Sylvain Adraensens zo goed als niets kunnen terugvinden in de net-archieven of boeken. Bij wie een uitgebreidere biografie in de schuif ligt is deze site steeds met open brievenbussen bereid je te ontvangen.
    Gelukkig hebben we nog een prachtige LP op de kop kunnen tikken, digitaliseren en daardoor 14 nummertjes in onze 78-toerenradio bewaren voor een luisterend oor dat houdt van Vlaamse muziekgeschiedenis. (Gi)


    >> Reageer (0)
    30-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bob Benny op 28 mei 80 jaar

    Bob Benny werd geboren op 28 mei 1926 in Sint-Niklaas als Emilius Wagemans en was een Vlaamse zanger en musicalster. Hij is vooral bekend van zijn hit "Waar en wanneer".


     img114/7650/benny053hm.jpg

    Bob Benny werd op 28 mei 1926 als Emiel Wagemans geboren in Sint-Niklaas. Hij begon zijn carrière als zanger vlak na de Tweede Wereldoorlog. Hij trad toen op in een café aan de Grote Markt in Sint-Niklaas. In 1951 deed Benny auditie bij het NIR en mocht vervolgens optreden in het radioprogramma "De Antenne Zingt". In die tijd neemt hij ook zijn eerste plaat op: Mijn hart spreekt tot u. In 1957 scoort hij zijn eerste grote hit met "Cindy oh Cindy". Zijn artiestennaam koos Bob Benny toen hij nog bij het "Metro Club Orkest" zong. De leider van dat orkest heette Robert en daar leidde hij de naam Bob van af. Deze speelde klarinet in de stijl van Benny Goodman, dus koos hij Benny als zijn achternaam.

     

    In februari 1959 nam Bob Benny deel aan de voorrondes voor het Eurovisie Songfestival. In de finale won hij van zangeres Jo Leemans. Zodoende mocht hij België vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival van 1959 in Cannes. Daar werd hij gedeeld zesde met zijn liedje "Hou toch van mij". Tot op heden is dat de hoogst behaalde positie voor een Vlaamse inzending bij het Eurovisie Songfestival. In de Vlaamse hitlijst haalde het nummer de vierde plaats. Twee jaar later wint Bob Benny weer de voorronde voor het songfestival, met het liedje "September, gouden roos". Op het Eurovisie Songfestival van 1961 wordt hij gedeeld vijftiende en laatste, met slechts één punt van Luxemburg. Deze lage notering is wellicht ook deels te wijten aan de impopulariteit van België in die tijd vanwege de omstreden Kongo-politiek. In 1963 scoorde Bob Benny zijn grootste hit met "Waar en wanneer", een Nederlandstalige bewerking van Als Flotter Geist, gecomponeerd door Johann Strauß. Het nummer bereikt de derde plaats in de Vlaamse hitparade en zelfs in Nederland wordt het een klein hitje. Het leverde hem een gouden plaat op.


     img461/2300/bobbennyluxemburg7dh.jpg

    Mede door zijn bekendheid van het songfestival kreeg hij optredens in verschillende Europese landen. Hij trad ook zes jaar lang op in Berlijn in de musical Mein Freund Bunburry en de operette Maske in Blau. In Vlaanderen zelf speelde hij een rol in "My Fair Lady". Daarnaast heeft hij ook op cruiseschepen gewerkt. Tot en met 2000 heeft Bob Benny in musicals gespeeld. In Vlaanderen is zijn bekendste rol die van Doolittle in My Fair Lady. In 2001 werd de inmiddels 75-jarige artiest getroffen door een beroerte. Tevens maakte hij dat jaar bekend dat hij homoseksueel is.

     

    Door zijn lange verblijf in het ziekenhuis naar aanleiding van zijn beroerte, kwam Bob Benny in financiële problemen. Op 23 april 2003 werd daarom in Antwerpen een benefietconcert voor hem georganiseerd, zodat hij zijn ziekenhuiskosten kon betalen. Het concert stond in het teken van componist Richards Rodgers. Het werd gepresenteerd door Jo de Poortere en er werden nummer van Rodgers gezongen door bekende Vlaamse musicalsterren.


    >> Reageer (0)
    29-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goed om weten

    Het is soms aardig om te weten wie je blogje zoal bezoekt, hier de top 10 van de huidige bezoekers.
    Ook even vertellen dat onze blog dagelijks over de 100 unieke bezoekers telt en onze webradio met alleen maar Vlaamse artiesten dagelijks een gemiddelde telt van meer dan 300 luisteraars.


     België 79,0 %
     Nederland 18,5 %
     Verenigde Staten 0,5 %
     Duitsland 0,4 %
     Spanje 0,3 %
     Verenigd Koninkrijk (Groot-Brittannië) 0,2 %
     Zweden (Sverige) 0,1 %
     Portugal 0,1 %
     Canada 0,1 %
     Frankrijk 0,1 %

    >> Reageer (0)
    26-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tony Bell e12 februari 1913 - +25 april 2006
    Antoine Vancluysen werd geboren te Antwerpen op 12 februari 1913.
    Bij het vernoemen van zijn naam denkt natuurlijk iedereen onmiddellijk aan al die pikante moppen die hij in de loop der jaren vertelde. Pikant mogen we zeggen. Maar nooit vuil of vulgair. Bij Tony Bell bleef het een mop met de klemtoon op de humor.

     img476/2617/bell074tl.jpg

    Tony Bell

    Het was echter op latere leeftijd, toen Tony ontdekt werd door de Strangers-producer en orkestleider Al Van Dam, dat deze schlagerzanger het Vlaamse lied ruilde voor de moppen.

    Tony debuteerde op 11-jarige leeftijd en speelde vanaf 1930 kleinere rollen in het Luna- en Scalatheater.
    De Antwerpenaar, gestart als operette-zanger, zou vervolgens door het Vlaamse land trekken als zanger-animator.
    Zijn café-klassiekers "Charel, ik heb oe kat gezien" en "Oh wa zedde gij schoen" raakten in de jaren 50 overbekend en beklommen de hitladders. In 1955 stond hij 4 maanden in de hitlijsten en bereikte hiermee de 1ste plaats. In 1956 klom hij nog eens tot de 18de plaats in de hitparade met "Alleman zingt".
    Na zijn muziekhoofdstuk zou hij zich ontpoppen als de keizer van de moppentappers.

     img114/2118/bell081xh.jpg

    De mensen schenen niet genoeg te krijgen van zijn langspeelplaten vol Antwerpse humor en sketschen.
    Voor meer dan 200.000 verkochte exemplaren ontving Tony tijdens zijn loopbaan 1 plantina en 3 gouden platen.
    Hij werd voor zijn verdiensten aan het cabaret benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde, Ridder in de Kroonorde en kreeg het ereteken "Pro Musica".
    Deze gepensioneerde toneelspeler kon men in het najaar van 1990 nog aan het werk zien in de Vlaamse komische reeks "Benidorm".
    Begin 1993 besliste Tony om niet meer op te treden. Hij was 80 jaar.
    Vandaag vernamen we dat Tony Bell op 93-jarige leeftijd overleed. Hij laat ons voldoende humoristische medicatie na met als lijfspreuk: Lachen is gezond en de zorgen zijn voor morgen.
    Een muzikaal monument van het eerste uur ging van ons heen met een brede glimlach voor iedereen. (Gi)

    Discografie:

    Moppen aan de toog (LP)
    De moppentapper (LP)
    De moppenkoning (LP)
    Een avondje bij Tony Bell (LP)
    Nog meer moppen aan de toog vol 2 (LP)
    Aangebrande hutsemoppen (LP)
    De moptimist (LP)
    De Mop-pourri (LP)
    Tony Bell dan wette 't wel (LP)
    Pikant (LP)
    Mop-pop-show (LP)
    Hoe ouder hoe zotter (LP)
    Gij zijt nooit ni te oud om te lachen (LP)

    Nog meer moppen aan den toog (CD-1991)
    Nog meer moppen aan den toog 2 (CD-1993)

    En als het adres nog klopt:

    Violetlaan 10,
    2980 Halle-Zoersel

    Donderdag en vrijdag, 24 op 24 uur, op deze blogradio enkel aandacht aan Tony Bell.


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tony Bell op 25 april 2006 op 93 jarige leeftijd overleden

     img225/7167/bell108ev.jpg

    Donderdag en vrijdag zal onze 78-toerenradio voortdurend sketsen en nummers brengen van deze volkse Antwerpse humorist die bewees dat lachen gezond is.
    Uitgebreidere informatie in het artikel dat volgt. (Gi)


    >> Reageer (1)
    23-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Actrice Sylvia de Leur(72) overleden

    De actrice en cabaretière Sylvia de Leur is op 72-jarige leeftijd overleden. Ze leed aan de spierziekte ALS. Sylvia de Leur werd in de jaren 70 bekend met de tv-programma's Pommetje Horlepiep en Mijn Tante Victoria.


    In die periode speelde ze ook in een aantal films, waaronder Wat zien ik, en Daniël (allebei uit 1971).Begin jaren zestig trad ze als cabaretière op in het Lurelei Cabaret van Eric Herfst.
    De lust om te acteren verdween toen haar zoontje voor haar ogen onder een cementwagen terechtkwam en overleed. In 1997 kwam ze terug met een theatersolo. Ze wordt volgende week gecremeerd.

    >> Reageer (0)
    21-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tante Terry Van Ginderen viert op 8 september haar 75ste verjaardag

    Geboren te Hoboken op 8 september 1931 als Esther Verbeeck.

    Zij huwde met ex-voetballer Jos Van Ginderen.
    Terry maakte de geboorte van de Vlaamse Televisie mee als lid van het zangkoor "De Gouden Sleutel" o.l.v. Mathieu Deheyder. Zo werd ze ontdekt door Joz. Van Liempt, die haar de presentatie van "Première" toevertrouwde.
    In 1954 kreeg Terry haar vuurdoop als omroepster.
    In 1961 werd ze aangezocht als "kleutertante".

     img464/6586/terry134qg.jpg

    Samen met "Kraakje Pluimstaart", de eekhoorn, zou zij - als Tante Terry - gedurende 18 jaar tienduizenden kinderhartjes veroveren.
    Op 1 januari 1979, precies het " Jaar van het Kind" werd Terry door de BRT - na 25 jaar trouwe dienst - ontslagen.
    Zij gooide het over een andere boeg en stapte resoluut de zakenwereld in.
    Public relations werd voor haar een boeiende bezigheid, alsook het organiseren van diverse activiteiten.
    Optredens voor modeshows, kinderfeestjes, derde leeftijd en feestelijke evenementen staan nog steeds in haar agenda.

     img50/821/terry146av.jpg

    En in 1992 werd ze manager van het zangeresje "Silvy Melody". Tegenwoordig "Silver".
    Bij de oprichting van VTM werd Terry door Guido Depraetere en Mike Verdrengh binnengehaald om de teksten van de animatiereeks "Tjilp, de mus" in te spreken., waarin zij alle stemmetjes voor haar rekening nam.
    Op 25 april 1989, was zij ook te gast in "klasgenoten" waar Meester Depraetere haar aan de tand voelde.
    Datzelfde jaar zetelde zij in de jury van de VTM's "Nu of Nooit" show.
    Sedertdien wordt herhaaldelijk op Terry beroep gedaan als jurylied, o.m. voor de verkiezing van "Miss Belgian Beauty", de tegenhanger van de "Miss België-verkiezing".
    Terry is ook geen onbekende in de kleinkunstwereld.
    Zo bracht zij in 1965 reeds een "Ohne Mann-show", (zonder-man-show), een avondvullend programma.
    Hierin zong en vertelde ze over alles wat in het leven van de vrouw een grote en kleine rol speelt.
    Met dit programma oogstte zij veel succes, zelfs in Wallonië en Duitsland.
    Een indrukwekkende reeks grammofoonopnamen staan op haar naam met schlagers (Tammy, Tom Pilibi, en diverse covers van Dalida), alsook natuurlijk een speciaal kinderrepertoire waaronder de kindermusical "De kleurenventjes" en ontelbare sprookjes.
    De kinderboeken, met vertellingen, spelletjes en liedjes worden nog steeds in de scholen gebruikt.
    Niet te verwonderen dat Louis Neefs haar altijd omschreef als "de duizendpoot".

     img50/9731/terry152oq.jpg

    En ze blijft druk bezig met een volle stem die het zeker niet laat afweten in een volwassen zangprogramma, want de kinderen van toen zijn ondertussen de senioren van vandaag en spreken haar nog altijd aan als "Tante Terry". Begin april 2006 trad de bijna 75-jarige Terry nog op (zie bijgevoegde foto) voor een volle zaal senioren in het Limburgse Herk-de-Stad en bracht evergreens in hun originele versie als: "Top of the world" van de Carpenters.
    Normaal heeft ze haar vaste begeleider achter het orgel, maar dit keer zetelde hij voor het eerst achter een pasgestemde vleugelpiano. (Gi)


    >> Reageer (0)
    20-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luc Van Hoesselt

     img222/790/luc169qf.gif

    Vandaag kreeg ik vraag naar info en foto's over Luc Van Hoesselt. Eerlijk gezegd. Er is heel weinig tot niets hierover te vinden. Ik heb een medley van hem samen met Rina Pia die begint met: Diep in mijn hart...
    Voor de rest even afwachten. Ook voor mooiere foto's van Terry Lamo!


    Willy Lustenhouwer bekijkt glunderend het eerste nummer van "Pick Up" dat in offset en in kleuren werd gedrukt. Naast hem glundert Luc Van Hoesselt mee.
    Luc was een Kempenaar die de hele tijd dat hij ook als zanger actief was in Brugge heeft gewoond. Traditioneel kwamen de West-Vlaamse artiesten zelden aan bod in de nationale muziekbladen. Pas toen Norbert (hoofd-) redacteur werd bij de populairste muziekbladen kwam daar verandering in. Willy en Luc hadden dan ook redenen te over om wat publiciteit te maken voor die bladen. (
    euromediArts Show Web)


    >> Reageer (0)
    17-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kurt Fleming 65 jaar

    Kurt Fleming werd geboren te Liedekerke op 22 maart 1941 als Freddy De Maegd en heeft wellicht vorige maand in alle stilte zijn 65ste verjaardag mogen vieren en is de aandacht van de Belgische media in alle toonaarden aan deze wereldster voorbijgegaan. Vlaanderen heeft "bigger" nieuws te verwerken.
    Waar zitten de Vlaamse intellectuelen? De Vlamingen in de branding? De mannen van Armand Preud’homme?
    En dan nog voor iemand die het woord Vlaming in een andere taal in zijn naam "Fleming" verwerkt heeft? Zelfs in zijn allereerste schuilnaam: Flamengo! Waar ligt Liedekerke?...

     img222/3882/kurt174gs.jpg

    Kurt Fleming studeerde aan de conservatoria van Brugge en Gent.
    Privaat-professoren: André d’Arkor en Jef Vermeersch.
    Hij was verbonden aan de operahuizen van Gent, Antwerpen en Brussel.
    Concerten hield hij in Londen, Lille, Wenen, Milaan(Scala), Hilversum, Trier, Kaiserslautern, Stuttgart, Lampertain, Florida, …In Florida had hij een eigen show op Television Fort Myers.
    Eveneens waren er optredens in het Auditorium Lehigh Acres(Florida), Golden Grille Hotel(Florida), Radio Fort Myers.
    Deze Vlaamse tenor begon zijn carrière onder de artiestennaam Freddy Flamengo.
    In 1968 behaalde hij de Eerste Prijs Internationale Zangkunst te Roubaix.
    Hieruit volgden vele optredens en een platencontract met Philips.
    In 1969 nam hij zijn eerste plaat op die later werd uitgebracht onder zijn huidige artiestennaam: Kurt Fleming.

    - Kurt Fleming zingt (Philips 6443 019)
    Kant 1: Dein ist mein ganzes Herz, Granada, Von Apfelblüten einen Kranz, Che gelida manina, Aria uit Der Rosenkavalier.
    Kant 2: Torna a Surriento, Ave Maria, Romance de Nadir, Cavatine uit Faust, Der Postillon von Longjumeau.
    Het orkest stond onder leiding van Robert Ledent.
    Het betreft hier een schitterende LP, waarin de mooie stem volledig tot uiting komt.

    - Dan volgde er de gouden LP "Galaconcert uit opera en operette" (Philips 6393 001)
    (uitgebracht onder de artiestennaam Kurt Fleming met nog in het klein eronder Freddy Flamengo).
    Opgenomen met het Groot Studio-orkest te Wenen o.l.v. (vermoedelijk) Herbert Von Karajan.
    Kant 1: Vesti la Giubba, Celeste Aïda, La donna e mobile, E lucevan le stelle, Nessun Dorma, Di quella Pira.
    Kant 2 : La Spagnola, Be my love, Du bist die Welt für mich, Vergisz mein nicht, The Song of songs, Love let me dream again.

    Er is ook nog een LP geweest : "Vlaanderen" met uitsluitend Vlaamse liederen. Maar, is deze LP ooit op de markt geweest?
    In elk geval is deze LP opgenomen door Philips onder de naam Freddy Flamengo.

    Nadien verbleef Kurt een tweetal jaren in Londen en was er bevriend met de filmactrice Pearl Catlin. Na zijn terugkeer naar België trad hij voornamelijk op in het buitenland onder zijn nieuwe artiestennaam Kurt Fleming. Vooral in Duitsland was hij een tijdlang een graag geziene gast.

    Andere LP’s:

    - The golden voice of/De gouden stem van/Die Goldene Stimme von KURT FLEMING (Arcade LP 0225-167)
    Kant 1: Serenade, Buona Sera Serafina, Ritorno, Solitude, Mama, Once upon a time
    Kant 2: In mir klingt ein Lied, Arcobalena, Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief, La novia, If I loved you, Gloria in Excelsis Deo.

    - KURT FLEMING “Op de purpere heide” – Ode aan Armand Preud’homme (Arcade LP 181)
    Kant 1: Op de purp’re hei, Kempenland, So veel groete stuur ek jou, Op ieder huisje, Mijn heerlijk Kempenland, Serenade.
    Kant 2: If you ever go to Ireland, Santa Lucia, Auf Wiederseh’n in Amsterdam, Ev’ry hour, ev’ry day, Ole Torero, Love is all.

    - The Golden Voice KURT FLEMING - met Mezzo-sopraan: Claude Clery en Bariton: Fons Franken (Arcade LP-178)
    Kant 1: Agnus Deï, E’ la speranza(I puritani), Ch’ella mi creda, La fleur en duo uit Carmen
    Kant 2: Duet uit Samson en Dalila(Mon coeur s’ouvre à ta voix), Cielo e mar, E la solita storia del pastore, Un di all’azzuro spazio, Duet uit de Parelvissers(Au fond du temple Saint).
    Het betreft een opname van 1973/1974.
    De producer was Louis Van Rymenant(Eurovox Music Group/Belgium)
    Het Symphony Orchestra stond onder leiding van Gaston Nuyts

    Nota: de mezzo-sopraan Claude Cléry was een tijdlang gehuwd met Kurt.
    Wat betreft de aria uit I puritani: Bellini schreef een hoge “f” en Kurt zingt die hoge noot, hetgeen voordien nog door geen enkele tenor werd gedaan.

     img222/6084/kurt185rf.jpg

    - KURT FLEMING zingt liederen (Stamboom 001, idem als LP Monopole MLP 0255/949)  
    Kant 1: O mijn Kempen, Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief, Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen, Jou heb ik eind’loos lief, Mijn moederspraak.
    Kant 2: Mijn land is Vlaanderen, Hemel-huis, Op de purp’re hei, Vlaanderen, Het kerksken van te lande.Opname rond 1979/1980-orkest onder leiding van Gaston Nuyts.

    - Golden Songs by KURT FLEMING (Monopole MLP 0399/1034)
    Kant 1: Von Apfelblüten einen Kranz, Granada, Cavatine, Che gelida manina, Der Postillon von Longjumeau, Weinachts Rosen.
    Kant 2: Dein ist mein ganzes Herz, Torna a Surriento, Romance de Nadir, Ave Maria, Aria, Du allein.

    - THE GOLDEN VOICE OF KURT FLEMING (International Bestseller Company-IBC- Kliniekstraat 65-1070 Brussel - Best-Seller 4B062-98269) Een gedeeltelijke heruitgave van de eerder verschenen plaat van Arcade.
    Kant 1: Agnus Deï, Ch’ella mi creda, Duet Samson en Dalila(met Claude Clery), Il lamento di Federico, Duet uit de Parelvissers(met Fons Franken).
    Kant 2 : Ritorno, Solitude, Mama, Arcobaleno, If I loved you, Santa Lucia, Love is all.
    Produktie: Eurovox Music Belgium.

    Hierbuiten zijn nog cassetten, singles, 2 CD's en wellicht nog andere LP's uitgebracht.

    (Mijn bijzondere dank gaat naar Yves De Buysscher voor bovenstaande uitgebreide informatie. De Vlaamse nummers van Kurt Fleming hoor je met regelmaat terug op onze bijgevoegde internet-radio. In elk geval houden we je hiervan op de hoogte en moesten we een telefonisch interview kunnen houden met Kurt Fleming zullen we je dat zeker niet onthouden.) Hierbij publiceren we de afdruk van de Vlaamse Monopole-plaat van Kurt Fleming, maar binnenkort in een afzonderlijke blog-bijdrage aan mijn lievelingsplaten uit het ontstaan van de Vlaamse showbizz zullen ook de afdrukken van de 2 andere LP's die ik van Kurt Fleming bezit: De gouden stem (waaruit ik, voor dit artikel) de prachtige intro-foto van Kurt gebruikte en The Golden Voice publiceren.(Gi)


    >> Reageer (5)
    12-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Will Ferdy: De vereenzaming van vele andere bejaarden ken ik niet.

    ,,Als je vandaag veertig bent, ben je een ouwe zak. Erg is dat!'' Will Ferdy is niet bepaald van plan zich daar bij neer te leggen. De nestor van het betere Vlaamse lied is druk bezig met de opname van zijn verjaardags-cd 'Will Ferdy 75', met een nieuwe versie van zijn hit 'Christine'. ,,Eindelijk zoals ik het altijd bedoeld heb. Ik zing nu 'mijn vriend' in plaats van een meisjesnaam. Weet je, ik zit in mijn rijpste periode ooit'', houdt hij vol. ,,Ik mag niet klagen. En eigenlijk ook weer wel. Maar ik hou voet bij stuk.''
    Will Ferdy: ,,Volgens die wonderboys van de marketing mag er alleen maar jong volk te zien op het scherm. Maar wie kijkt er naar de tv en de reclame? Oudere mensen! Want die hebben tijd. Ik begrijp het niet. Alles wordt toegespitst op jong-jong-jong, tot in het ministerie toe. Wie nog iets organiseert voor ouderen, krijgt geen subsidie meer. Jammer, toch?''
    ,,Gelukkig heb ik mijn inkomen van Sabam. Want voor de rest moet ik rondkomen van mijn pensioen van 600 euro. Dat ondanks mijn dubbel statuut. Ik heb vijftig jaar volledige bijdragen van zelfstandigen gestort en daarbovenop ben ik de helft van mijn actieve loopbaan als bediende ingeschreven geweest. Maar ik doe niet voort voor het geld, het zit gewoon nog altijd in mij. Ik wil niet jonger zijn dan ik ben, maar waarom stoppen''

     img225/8633/ferdy194il.jpg 
     r Voel je medelijden met de talloze werknemers die tegenwoordig op 52-jarige leeftijd met brugpensioen moeten gaan?
    ,,Die bestempeling van 50+ is een regelrechte schande. Onmenselijk. Toen ik vijftig was, sprong ik bij wijze van spreken nog over een huis. Ik begrijp niet dat die mensen in een hoek geduwd worden. Mijn agenda staat al vol tot april volgend jaar. Dat houdt jong.''

    r Het leven heeft je nochtans niet gespaard.
    ,,Drie weken geleden ben ik voor de achtste keer geopereerd, van een navelbreuk deze keer. En ik heb tegenkanting gekend. Of minstens: gebrek aan medewerking. Toen ik bij de start van VTM hoorde wie er de plak zou zwaaien, wist ik: voor mij is het gedaan. Mike Verdrengh, Guido Depraetere of Jos Van Oosterwijk legden voordien bij de BRT al de grootste onverschilligheid tegenover mijn werk aan de dag.''

    r Verbeterde je verhouding met VTM toen Mike en Guido op een zijspoor werden gezet?
    ,,Nee. Daar heerst nog altijd dezelfde mentaliteit: ben je oud, dan moet je weg. Kijk naar Walter Capiau, zelfs Luc Appermont. Wij schuiven onze voorbeelden aan de kant. Waardering krijg je in Vlaanderen nog van het publiek, niet meer in de media. En opvolging in dat all round-gebied van cabaret en chanson bespeur ik nergens. Maar ja, ook de zonen van Frank Sinatra en Toon Hermans hadden hèt niet.''

    r Had jij graag kinderen gewild?
    ,,Ik adoreer kinderen. Ik heb vier petekinderen. En in feite heb ik een zoon gehad. Ik bracht de zoon van mijn zus groot. Van in zijn prille kindertijd tot hij getrouwd is, woonde hij bij ons. En hij is geen homo geworden (lacht ). Hij verschoot toen ik er voor uitkwam dat ik homo was. Maar hij heeft het meteen aanvaard. Ondanks onze afstandelijke relatie was mijn vader de eerste die ik op de hoogte bracht. Mijn vader kon dat niet begrijpen, maar heeft mij nooit één verwijt gestuurd. Al ondernam hij wel stiekeme pogingen om me van iets anders te overtuigen door me aan een meisje te willen koppelen. Maar zelf heb ik nooit enige schijn willen hoog houden.''

    r Je schreef mediageschiedenis toen je in 1970 als eerste Bekende Vlaming avant la lettre voor je homoseksualiteit uitkwam. Maar heeft dat jou eigenlijk wel gelukkig gemaakt?
    ,,Jajaja, absoluut. Ik heb daardoor enorm aan zelfverzekerdheid gewonnen. Tot dan was ik altijd verlamd van de zenuwen bij een optreden. Ik had schrik van het publiek, ik straalde angst uit. Maar sindsdien besef ik dat ik die stap heb kunnen zetten omdat ik best wel sterk ben.''

    r Andere BV's laten tot in den treure toe vrouw en kinderen opdraven terwijl het 'duikelnichten' zijn. Stemt je dat droef of eerder boos?
    ,,Iedereen doet wat hij wil. Niemand moét zich uiten. Ik vind alleen dat die mensen een waardering krijgen die ze niet verdienen. Ze zijn niet wie ze zijn. Dat is onrechtvaardig. Artiesten die als voorbeeld afgeschilderd worden en dat hoegenaamd niet zijn. Maar ik zal niemand outen. Ik kan geen namen noemen. Dat zou te ver gaan. Maar onder vier ogen zeg ik hen wel wat ik daarvan vind. De hypocrisie!''


    r Hoe zit het met de liefde op zogezegd oudere leeftijd?
    ,,Ik heb niemand en ik stel mij daarin. Op seksueel vlak is er niets mis, hoor. Maar seks vind je altijd. Seks met tederheid is wat anders. Af en toe mis ik tederheid. Maar voor de rest ben ik blij dat ik alleen ben, want van nature ben ik een eenzaat. De vereenzaming van vele bejaarden ken ik niet. In- tegendeel, ik vlucht dikwijls in de stilte omdat ik het nog zo druk heb. Maar ik moet wel zeggen: Eric is er nog altijd voor mij. Hij kwam in mijn leven toen hij 16 was. Zijn moeder was een enorme fan en ik kende hem al van toen hij zes was. Ik zei zijn moeder toen al dat hij een homofiel is; dat zag je. Hij is dan bij mij komen wonen, een heel mooie vriendschap. Maar jammer genoeg heb ik mij nooit helemaal durven geven, uit vrees dat het leeftijdsverschil van 35 jaar zich zou wreken. Ik zie maar één voorbeeld waar dat lijkt te werken: Jean Walter (80) en Katrien Gallez (45). Maar Eric is ook nu nog mijn grote liefde, zij het platonisch, met inbegrip van zijn vriend André trouwens. Ik ben gelukkig als zij gelukkig zijn. Dat is anderhalf jaar lang zeer zwaar om dragen geweest, maar ze stellen het goed en ik gun het hen. Ik ben blij dat ik hen heb, zij doen enorm veel voor mij.''(Nieuwsblad 8-3-2002)


    >> Reageer (1)
    10-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meer dan 1000 nummers op onze 78-toeren-radio
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het voorbije weekeind hebben we alle registers open getrokken
    om onze 78-toerenradio weer vol te proppen
    met nieuwe zangnummers en sketsen van onze artiesten
    uit de jaren 30-40-50 en 60.
    Dat komt zowat overeen met
    meer dan 50 uren ontspanning
    voor wie houdt van muziek en humor van toen.
    Muziek die men vandaag niet meer draait en misschien
    voor velen jaren geleden is dat ze het nog hoorden.
    Weet je nog van het Brussels Ketje en da kleen mozeke?
    Het zit er tussen.
    Alvast veel luisterplezier!


    >> Reageer (0)
    09-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Populaire Radio Luxemburg 1960

    Hieronder een normale Nederlandstalige programmatie op een warme zondag bij Radio Luxemburg in 1960 die kon rekenen op een massa luisteraars en een hele schare artiesten die regelmatig voor de micro werden gebracht en er zelfs een eigen programma hadden.
    En toch was het een etherpiraat die het Vlaamse NIR meer leed dan lief was.

     
    07.00  Opgewekte ochtendklanken
    07.10  Weersverwachting
    07.30  Een praatje over de schutting
    07.45  Nieuwsberichten en weersverwachting
    07.55  Sportecho
    07.56  Liedjes en dansjes
    08.00  De Stem der Hoop
    08.15  Liedjes en dansjes (vervolg)
    08.50  De week in de wereld. Overzicht van het wereldnieuws
    09.00  Flitsen uit het wereldgebeuren
    09.01  Leve de zondag, samengesteld door Toon
    09.30  Fono intermezzo
    09.40  Aan de top in Vlaanderen met Terry Lamo
    10.00  Goede reis met Louis Baret
    10.30  Touring Toernée met Annie de Reuver en Herman Emmink
    10.40  Fono intermezzo
    10.50  Programma met Rudi Carell en Netty Rosenfeld
    11.45  Stan Haag bij de koffie
    12.15  Joop Reinboud met de Toonkamer
    12.40  Jo Leemans inviteert
    12.48  ANWB oproepberichten
    13.00  Nieuwsberichten en weersverwachting
    13.10  Alles of niets. Vragenspel met Jef Burms
    13.30  Omnibusshow met Bob Benny
    13.45  In de Accordeon Club met Wim van der Velde
    14.00  Sluiting uitzending

    Maandblad voor de Vriendenkring
     
    img50/2557/radioluxembourg155wq.jpg


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terry Lamo - 1958

    In nummer 6 van de eerste jaargang in het novembernummer 1958 van het maandblad "Magazine voor iedereen en ook voor U" vonden we onderstaand artikel.

    Terry Lamo

     img204/6321/terrylamo13xq.jpg

    Vlaanderens jongste chermezangeres
    Alom gegeerde platenvedette telt enkel 19 lentes.

    In de Sleepstraat te Gent in een gezellig keukentje - een oase van adel en goedheid te midden van onze enggeestige moderne wereld - zit uw reporter intiem te praten met de zeer jeugdige charmezangeres Terry Lamo, met haar moeder en haar vader.

    Terry Lamo aanschouwde op 2 oktober 1939 het levenslicht en telt nauwelijks negentien lentes. Zij is een meisje met zuiderse huidstint, met hemels schone, fascinerende ogen, en met gitzwarte haren. In de naïeve verwondering die in haar blik openbloeit en aan haar dartele levenslust ontwaart men men nog steeds iets van de candiede frisheid van het kind. Terry Lamo is een bekoorlijke fee, een beeld van reine jeugd en wonderbaarlijke gratie.

     img204/8738/terrylamo22ss.jpg

    Tijdens een optreden

    Zij is niet alleen mooi, ze is ook gecultiveerd en blijkt in geheel haar gemoedsleven van adel te zijn. En boven alles is ze de artiste die met haar zangtalenten - zelfs toen ze nog een kind was - de massa weet te veroveren.

    Terry Lamo was Amper 7 jaar oud toen ze op een crochetwedstrijd als laureate werd uitgeroepen en als beloning een grote pop in ontvangst mocht nemen. Ze debuteerde in de kabaretwereld op veertienjarige leeftijd ter gelegenheid van een liefdadigheidsfeest in de stad Gent. "Ma petite folie" was de song waarmee ze het meest sukses kende.

     img235/3075/terrylamokleedkamer2zn.jpg  img474/15/terrylamo45et.jpg

    Terry Lamo in de kleedkamer

    In 1955 stond ze reeds te Kortrijk in de Volksschouwburg op de planken en haar zangtalenten werden er uitbundig geapplaudisseerd en fel geapprecieerd. Daarna ging Terry op tournee met het welbekende orkest van Firmin Snoeck. Ze leerde even later de zanger André Rolland kennen en deze loodste de zestienjarige artiste binnen bij Decca. Onmiddellijk werd haar stem op de fonoplaat vastgelegd met langs de ene zijde "Mijn keukentje", een liedje van André Rolland zelf en langs de andere kant "Het was mei".

    Terry Lamo, de jeugdige zangeres, maakte vlug heel wat vorderingen en werd de uitverkoren vedette van het radioskooporkest van Frank Greven. Zij telde amper zeventien lentes toen haar naam reeds een helle weerklank vond in ons Vlaamse land, en zelfs er buiten.

     img204/7901/louisbaretterrylamojosvanloonl.jpg

    Louis Baret, Terry Lamo, Jos van Loon, Louis Neefs en Annemarie Coeberg bij Radio Luxemburg.

    Het Gentse meisje met de zuiderse huidtint en de gitzwarte haren trad ook reeds op voor de televisie, namelijk in 1956 ter gelegenheid van de wedstrijd "Ontdek de Ster" en in 1957 in een programma voor de jeugd samengesteld door Jan Theys. Verleden zomer ging Terry op tournee met de Welfare in Duitsland en ze oogstte er een daverend sukses bij onze Belgische soldaten.

    In 1957 kwam er van haar zoete frivole stem een tweede en ook een derde plaat op de markt. De tweede zwarte schijf had langs de rectozijde "Heel mijn hart" en langs de verso "Verliefd, verloofd en dan getrouwd" en de derde fonoplaat omvatte: "Maar je weet het niet" en "Ach toe". Nu onlangs is er ook een vierde Deccaplaat verschenen met de graaggehoorde innovaties: "Jij bent mijn darling" en "Mijn rechterduim".
    Men kan Terry Lamo iedere zondag beluisteren langs radio Luxemburg om 10 u 01 in een programma "'tVergeet-me-nietje" samen met André Rolland, en om 12 u 30 in een programma "Zonnige klanken".

     img204/9279/radioluxembourg170rx.jpg

    Louis Neefs en Terry Lamo in de studio

    Terry Lamo heeft ons haar jeugdige loopbaan geschetst en wij hebben zorgvuldig alles genoteerd. Nu legt ze even haar jongst verschenen zwarte schijf op de platendraaier, en middelerwijl lacht zij, mild en vol zon.
    Daarna wordt het een poosje stil, heimelijk stil. Er is adel in deze stilte.
    Na een wijle wagen wij het de stilte te breken.
    - "Hebt u bepaalde favorieten in de zangwereld?"
    - "Oh ja, Op internationaal gebied Bing Crosby en Ella Fitzgerald, en op nationaal gebied... wacht eens even... ja schrijf maar Bob Benny, Will Tura, Rina Pia en Myriam Powell."
    - "Heeft Terry ook hobby's?"
    - "En of," zegt ze in de stoeiende toon, "piano spelen en naar de kinema gaan, vooral de kinema want ik ga er reuzegraag naartoe!"

    Het zijn gezellige uren die wij hebben doorgebracht in de Sleepstraat te Gent. En nu wij huiswaarts stappen, denken wij onwillekeurig terug aan de piepjonge zangvedette Terry Lamo, aan haar talent, aan haar toekomst...

     img50/1015/terrylamo280rt.jpg 

     
    Terry Lamo 17 jaar

    Het deemster, vol mysterie, hangt reeds over de stad. En terwijl de meldheid van de neerzijgende avond gaandeweg om ons gemoed een zeer bijzondere stemming weeft, zoeken wij in de fluwelen lucht het geprikkel van de eerste sterren.      J. Van den Bogaerde.


    >> Reageer (2)
    05-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gentse Volkszanger uit de 19de eeuw: Karel Waeri
     

    Historische situering
    en analyse
    van
    politieke aspecten
    in het oeuvre van de
    negentiende-eeuws
    Gentse volkszanger

    Karel Waeri

    Tineke Bruyneel

    Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, voor het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis.
    Academiejaar: 2001-2002

    ***********************************

    Karel Waeri was één van de meest populaire volkszangers die Vlaanderen ooit gekend heeft.  Hij werd vaak “den Gentschen Béranger” genoemd, naar de Parijse schrijver en chansonnier die na de Franse Revolutie een groot succes kende in de café-chantants.
    Lodewijk de Vriese, die in 1919 een artikel wijdde aan Waeri, formuleert de populariteit van Waeri als volgt:


    "Deze bladzijden aan Karel Waeri gewijd, zullen ongetwijfeld bij het Gentsche Volk de welgekomene zijn. Hij was immers een onzer meest geliefde zangers, hij had in ons midden eene gewettigde populariteit verworven.  Hij
    was, ten andere, de eerste de gereedste niet: er zit kern en kruim in de geestige liedjes die hij het volk voorzong. Hij heeft nut gesticht, goed werk geleverd, hij verdient alleszins herdacht te worden."

    Korte levensbeschrijving.

    Karel Waeri werd op 3 juli 1842 geboren in de Veerstraat te Gent.
    Zijn ouders, Pierre Adrien en Pauline Josine De Baedts, waren beiden handwevers.
    Het gezin Waeri was een typisch arbeidersgezin uit het negentiende-eeuwse Gent.
    Zoals alle andere arbeiders moesten ze vechten tegen armoede en ellende.
    Vader "Piro" was een graag geziene gast in de herbergen. Hij kon immers zeer grappig uit de hoek komen en
    improviseerde voor de vuist weg leuke gedichtjes. Thuis was men echter minder enthousiast over het feit dat hij zijn loon er in de herberg altijd doorjoeg en het gezin daardoor in nog grotere armoede stortte.
    Ook de opvoeding van zijn kinderen liet vader Piro eerder koud. Het was te danken aan het toeval dat de kinderen
    Waeri ooit naar school zijn kunnen gaan. In 1849 werd Piro Waeri namelijk opperbaas en leermeester in een fabrieksschool te Aalter, waar boeren het beroep van wever konden aanleren. In het dorp was er een kostschool die ook dienst deed als gemeenteschool. Het is daar dat Karel op zevenjarige leeftijd terechtkwam. Hij bleek een schrander kereltje te zijn. Al snel was hij de eerste van de klas. Ook zijn muzikale talent kwam in deze periode al duidelijk tot uiting. Hij maakte zelf muziekinstrumenten door bijvoorbeeld paardenhaar te spannen over een oude klomp en hij kon de meest eenvoudige speeltuigen bespelen. Zo wist hij op veertienjarige leeftijd al een heel gezelschap te vermaken met een blikken fluitje.

    In 1856 werd vader ontslagen en was de oudste zoon Jan verplicht mee te werken op het weefgetouw om wat
    meer geld in het laatje te krijgen. Door de drankzucht van vader en de ellende die daaruit voortvloeide voor het gezin, werd het voor Jan echter thuis onleefbaar. In 1858 trok hij naar Gent. Karel moest daarop de school verlaten om de plaats van zijn broer in te nemen. Ook hij hield het echter niet lang uit. In 1861 liep hij thuis weg en werd hij leerjongen ijzerdraaier bij zijn peter in Gent. Hij was fysisch echter te zwak voor dergelijke zware arbeid en zocht daarom een andere job: hij werkte achtereenvolgens als loopjongen bij een fotograaf, pasteibakker en bakkersgast. Ondertussen spaarde hij voldoende geld bijeen om een oude viool te kopen.
    Door de katoencrisis van 1862 kwam het gezin van Jan Waeri in nog ernstiger moeilijkheden. Karel besloot zijn
    broer te helpen. Hij kocht voor hem een oude cello en na wat oefening waren ze in staat om op zondagavonden in herbergen te gaan zingen. Ze kregen alsmaar meer succes en na een tijdje konden ze hun werk opgeven om zich volledig te wijden aan het beroep van volkszanger.
    Zoals de meeste volkszangers gingen ze op tournee. Eerst trokken ze, te voet, naar Aalst en daarna naar Veurne.
    De tocht werd later door Karels zoon, Pieter Waeri, beschreven:

    "Beiden vertrokken uit Gent den zaterdag `s morgens vroeg met 11 centiemen op zak en hun instrumenten bloot
    onder den arm. Voor zij de poort uit waren kochten zij elk een broodje van 5 centimen, dus hadden zij nog één centiem over. Zij trokken door Deinze naar Thielt, waar hun een bestendige regen overviel. Onderweg voedden zij zich met tarwe te plukken en op te peuzelen. Gansch nat, met instrumenten waarvan de snaren door de regen bijna onbruikbaar waren, kwamen zij tot in Pithem. Daar werden zij door eene vrouw welke hun medelijden aansprak den weg getoond naar een logement. Niettegenstaande zij geen cent op zich hadden, trokken zij er heen, en hier ook verwekten zij medelijden. Hoe groot ook hunne verrassing aanstonds door deze goede lieden wel aanvaard te worden. Vooreerst werden zij van hoofd tot de voeten uitgekleed en verschoond, waarna zij zich aan eene goede tafel mochten vergasten. Natuurlijk was eene dergelijke ontvangst eene vergoeding waard, en daar zij niet konden betalen  met geld, deden zij het naar hun beste vermogen met zang en muziek. Na er den nacht te hebben doorgebracht, vertrokken zij naar Roeselaere. Daar had juist een feestje plaats, bekend onder den naam van "Baarloop" en in eene groote herberg waar zij ook wel aanvaard werden (in dien tijd waren de rondreizende muziekanten overal de welgekomene), wonnen zij dien avond 5.00 fr. O! dit was een fortuin na zoveel armoede, en te veel om nog te voet te gaan. De ijzerenweg bracht hun tot in Veurne."

    Jan en Karel hadden zoveel succes met hun liedjes dat ze ook op kermissen, markten en na de hoogmis aan de uitgang van kerken gingen zingen. Dit duurde echter niet lang. Midden jaren 1870 werden de liedjes van Waeri uitgesproken antiklerikaal. Al vlug was hij in veel dorpen dan ook niet meer de welgekomen gast die hij ooit geweest was. Zeker aan de kerkportalen werd Waeri niet langer geduld. Vanaf toen ging Waeri zich uitsluitend wijden aan het stadspubliek.

    Het is niet geweten wanneer de twee broers besloten niet langer samen te zingen. In 1874 trad Jan Waeri samen met August Van Damme op als “chanteurs et musiciens ambulants”. Dit blijkt uit een vergunning van 12 februari 1874 die hen toestond om hun beroep uit te oefenen op openbare plaatsen in Gent, behalve op de Kouter. Jan Waeri woonde toen in de Sint-Jansdreef, aan de Sint-Jacobskerk. Hij zou na een poosje teruggekeerd zijn naar de textielsector.

    In 1868 trouwde Karel Waeri met Sidonie De Meyer. Ook zij was begiftigd met muzikaal talent. Ze had een mooie stem en speelde behoorlijk gitaar. Sidonie vergezelde haar man vaak als hij op tournee ging. Ze haalde dan het geld op en niet zelden begeleidde ze hem op haar gitaar. Karel en Sidonie kregen samen 6 kinderen die allemaal studeerden aan het conservatorium.

     Het wedervaren van Karel en zijn vrouw tussen 1877 en 1884 is zowat van dag tot dag te volgen. De Gentse Universiteitsbibliotheek bewaart namelijk zijn agenda’s voor die jaren. Alle plaatsen waar zij optraden zijn er door hem (of door zijn vrouw) nauwgezet in genoteerd met de bijhorende inkomsten. Hieruit blijkt dat hun dagopbrengst tussen de acht à tien frank schommelde. Ter vergelijking: het gemiddelde dagloon van een ongeschoolde arbeider bedroeg toen 2,60 frank; dat van een geschoolde arbeider 4,80 frank. En in tegenstelling tot de arbeiders moesten zij geen twaalf uur per dag werken…

    Op 56-jarige leeftijd, op 15 maart 1898 overleed Karel Waeri na een succesvolle en rijkgevulde carrière als
    volkszanger. Hij werd begraven op het gemeentekerkhof van de Brugse Poort.  De omstandigheden van Karels dood zijn niet helemaal duidelijk. Het verhaal gaat dat Waeri op een nacht zodanig toegetakeld zou zijn door katholieke studenten, die het niet op zijn antiklerikale liedjes begrepen hadden, dat hij de volgende dag aan zijn verwondingen overleed. Over dit voorval staat in de bronnen echter niets vermeld.

    In 1986 werd de hierbijgevoegde LP met teksten van Karel Waeri en bezongen door Walter De Buck uitgegeven door CNR in samenwerking met de BRT. (De nummertjes hoort u regelmatig op onze 78-toeren-radio van deze blog).

     img225/1070/karelwaeri262wu.jpg

    Karel Waeri (1842-1898)
     
    Op de rug van deze LP vinden we volgende tekst van Herman C. Vuylsteke.

    "In de familie van mijn moeder, een rasechte Gentse familie, heeft men altijd de liedjes van "Karelke" gezongen: vooral de kluchtige zoals "De expositie van Parijs", soms zelfs een "vetje" zoals "De Clarinetzak"(maar dan terwijl wij, de kinderen, er niet bij waren) en maar heel zelden de sociaal geëngageerde. Pas later heb ik begrepen waarom mijn grootvader, zelf nauw betrokken bij de sociale beweging en vriend van "Eedje" Anseele, daar niet zo veel voor voelde...
    Hoe dan ook, ik had al sinds heel lang zin in het prodjoesen van een keuze van liederen van Waeri, maar dan in
    de vorm, die mij als de enige geldige toescheen: met name deze waarin de auteur ze zelf voordroeg. En deze voordracht was naar zeggen van de mensen die het nog zelf hadden meegemaakt - mijn grootouders en oudere verwanten, Karels zoon, Paul Waeri en anderen - weinig verschillend van wat Emiel Andelhof had gezien en gehoord:

    "Hij (K. Waeri) begon met de snaren van zijn viool ordelijk te spannen en te stemmen, en gaf aan de
    oningewijden den indruk een goed vioolspeler te zijn. Deze voorbereiding alleen gaf reeds aanleiding tot vermaak... Hij hield zijn viool op de normale plaats met zijn linkerhand boven de borst aangesloten, terwijl hij met de rechterhand de strijkstok vasthad, waarmede hij gebaren maakte om aan de toeschouwers het belang van zekere verzen te doen uitschijnen. Karelke speelde dus niet terwijl hij zong, of zong niet terwijl hij speelde. Hij kon ten andere niet zingen. Hij galmde een lied uit, met eene niet te loochenen neusstem, om na iederen zin effekt te geven door middel eener wreef van den strijkstok op de snaren zijner viool. Dan krasten de klanken, dziem de lucht in, als een uitroepteken aan het einde zijner uitgalming gesteld".

    We moeten deze beoordeling vanzelfsprekend met een korrel zout nemen, en niet uit het oog verliezen dat we heden ten dage als voordracht- en zangkunst van een "chasonnier" of "diseur" terdege gewaardeerd wordt, in de tijd van Waeri gemeten werd aan het "Bel Canto". Geen wonder dat de zeer expressieve voordracht door Andelhof als "uitgalming" werd afgedaan.
    Wat nu de vioolbegeleiding betreft, weten we aan de weinige voorbeelden die we aangetroffen hebben bij
    traditionele vedelaars in het buitenland hoe moeilijk het is terzelfdertijd een strijkinstrument te bespelen en te zingen. Het ging er ons overigens niet zozeer om een in alle opzichten onberispelijk getrouw beeld op te hangen van de Gentse liedjeszanger, maar om als 't ware zijn intenties tot een aanvaardbaar geheel uit te bouwen.

    Tien jaar geleden, of eerder, had ik al kontakt genomen met Walter De Buck, maar zijn samenwerking met sommige musici, w.o. de "Lochte Genteneers" lieten hem voorlopig niet toe in te gaan op mijn voorstel. In 1972 was hij echter bereid het experiment van een klankopname met sologezang en gezang, dat alleen door een viool zou ondersteund worden, te wagen. Het zou tot einde 1985 duren vooraleer de op deze plaat beschikbere nummers - nu echter op digitale drager - opgenomen werden. Beweren dat dit zonder enige moeite of inspanning verliep, zou de waarheid geweld aandoen.
    De voorstudie van de teksten, de aanpassing aan dialectologische eisen, het afleggen van bepaalde gewoonten,
    het vinden van aangepaste begeleiding: dat alles stelde heel wat problemen. Het resultaat is wellicht verre van perfect, maar het is ook slechts een eerste poging om iets dichter bij het voor immer vervlogen model te komen.
    De opzoekingen naar de melodieën, de zogenaamde "stemme" (of in het Frans "timbre") hebben er geen twijfel
    over laten bestaan dat Karel Waeri de traditie van chansonniers - met inbegrip van zijn beroemde voorbeeld, Pierre-Jean de Béranger - verder gezet heeft door gebruik te maken van reeds bestaande, en uiteraard populaire wijsjes. Het hoeft ons ook niet te verwonderen dat de overgrote meerderheid van Franse oorsprong was, sommige behoorlijk oud, andere uiterst recent.
    Eén zaak staat inmiddels vast, met name dat hier, zoals ook op historisch, biografisch en literair gebied nog heel
    wat vraagtekens bestaan. Een opgave voor jonge vorsers?
    Herman C. Vuylsteke.

    In 1989 maakte de Gentse volkszanger Walter De Buck een beeld voor Waeri dat een plaatsje kreeg naast de Sint-Jacobskerk, waar De Buck tijdens de Gentse Feesten de liedjes van Waeri opnieuw voorstelt aan het Gentse publiek.

     Beeld voor Karel Waeri door Walter De Buck, bij Sint-Jacobs:

     img225/793/karelwaeri272zk.jpg

    Karel Waeri als volkszanger.

    Dat Karel Waeri één van de meest populaire volkszangers was die Gent ooit gekend heeft, blijkt duidelijk uit het behoorlijk aantal nog bestaande getuigenissen van tijdgenoten. Twintig jaar na de dood van Karel Waeri blijken zijn liedjes nog steeds voort te leven in de herinnering van vele Gentenaren. Lodewijk de Vriese vermeldt in zijn herdenkingsboekje voor Waeri: "…en nochtans, twintig jaar verliepen sedert die éénige werkelijk Gentsche type het ondermaansch tranendal verliet. Dat hij nog in veler geheugenis voortleeft, bewijst hoe groot de invloed was, door den volkspoëet op zijne tijdgenooten uitgeoefend. Wie hem kende, vergeet hem nooit."  Zelfs 100 jaar na zijn dood is Waeri nog niet vergeten. Jan Schepens schrijft hierover: "Tal van oude Gentenaars spreken nog over zijn liedjesrepertorium. In mijn jeugd hoorde ik mijn vader meer dan eens, volledig uit het geheugen, De ‘expositie van Parijs’ en ‘De Gentsche koetsier’ nazingen op een wijze, die geen twijfel liet over het succes, dat Waeri met deze en andere stukken bij het Gentsche publiek moet hebben gekend."

    In een artikel over Karel Waeri in Le Petit Bleu, dat verscheen op 13 januari 1898, schrijft de auteur dat een publiek bij de eerste krassen van Waeri op zijn viool al begon te lachen en dat tegen het einde van een couplet iedereen in een deuk lag. De fysieke verschijning van Waeri zal daar zeker bij meegespeeld hebben. Hij was zeer klein van gestalte, slechts 1m 54,  en had een hoog, kaal voorhoofd met daarop nog wat resterende rosse haren. Zijn ogen schitterden guitig achter zijn brilglazen. Hij had een platte neus en een beenderig en rimpelig gezicht.
    Zijn vrouw Sidonie, die Karel zo dikwijls vergezelde, was met haar 1m.47 nog kleiner dan haar man. Bovendien
    was haar ene been een beetje korter dan het andere wat tot gevolg had dat ze mankte. Dit leverde haar de bijnaam "Manke Sidonie" op. Men kan zich voorstellen dat alleen al de verschijning van het koppel op de lachspieren werkte. Van zijn zangkwaliteiten moest Karel Waeri het immers niet hebben. Hij had een nogal krijsende neusstem. Dit laatste kwam op het publiek echter als heel grappig over en was dus eerder een extra troef voor de zanger dan een handicap. Ook uit de beschrijving van Emiel Andelhof over de wijze van musiceren van Waeri, kan opgemaakt worden dat het niet louter om het zingen en vioolspelen ging. Het was de hele inkleding van het lied, met de daarbij passende gelaatsexpressies en gebaren, die belangrijk was. Waeri was dan geen perfecte zanger, een publiek vermaken kon hij als de beste.
    Van de hand van Karel Waeri zijn er in de Gentse universiteitsbibliotheek zeven agenda’s bewaard gebleven.
    Waeri noteerde in zijn agenda’s liedjes, brieven, plaatsen waar hij moest gaan optreden en de som geld die hij daarmee verdiende. Uit deze documenten blijkt dat de volkszanger niet alleen Gentse etablissementen aandeed, maar ook buiten Gent optredens verzorgde. Pieter Waeri maakte in de levensbeschrijving van zijn vader, zoals hierboven reeds aangehaald, ook melding van dit feit. Hij beschrijft een tocht van zijn vader en oom naar Aalst en Veurne. Uit de agenda’s kan men opmaken dat Waeri ook optrad in Lokeren, Mechelen, Menen, Alveringem, IJzendijke, Oostburg, Ingelmunster, Deinze, Izegem, Biervliet, Aardenburg, Veurne en Eeklo.
    Waeri zong trouwens niet enkel voor het volk. Ook de meer gegoede burgers konden zich verheugen op de
    wijsjes van de volkszanger. Zo luisterde hij feesten en banketten op van de hogere burgerij. ’s Zomers zong hij in ‘guinguettes’ aan de rand van de stad. Waeri kende dus niet alleen succes bij het volk, maar ook bij de burgerij. Hij trad niet enkel op in Gent, maar ook buiten de stad. Volgens Columbien hield hij het daarbij niet alleen bij België, maar trok hij ook naar het buitenland: Nederland, Noord-Frankrijk en zelfs Beieren.

     img357/4356/karelwaeri286hv.jpg
    Affiche Gentse feesten in 1970 met zondag 19 juli Wannes Vandevelde en Walter De Buck.

    Op 1 september 2001 werd Karel Waeri herdacht te Gent. Hieruit onthouden we onderstaande toespraak:Rede uitgesproken door de Heer Geert Vandamme (V.Z.W. De Trap)

    In 1893 schreef Karel Waeri drie liederen over kinderarbeid (Onze Fabrieksmeisjes (1899), Het Fabrieksmeisje (1899) en De Martelaressen der Continues (1899)). Enige jaren ervoor - in 1889 - was de eerste wet op kinderarbeid gestemd geworden, hierdoor mocht arbeid door kinderen in de industrie door kinderen beneden de twaalf jaar niet meer verricht worden en werd de werkdag beperkt tot maximaal twaalf uur per dag. In de praktijk bevestigde deze wet niet meer of minder dan de bestaande toestand.
    Waeri zingt in 1899:

    't Meisje is nauwelijks twaalf jaren,
    En voor 't karig hongerloon
    Zwoegt het dagelijks twaalf uren
    Voor een gierige patroon.

    Enige decennia ervoor - in 1859 - was Paul De Witte op elfjarige leeftijd naar de fabriek gezonden. Zijn moeder probeerde hem het waarom van deze beslissing uit te leggen:
    "Waren wij rijk, ge zoudt mogen blijven naar school gaan zolang als ge wilt, maar we zijn arm, en moeten werken
    om te leven. Uw vader kan niet langer alleen voor ons allen werken, we zijn nu al met zes om uit zijn handen te leven. Daarom moet ge leren werken, alle kinderen van werkmensen doen dat."De Witte had nog geluk: vóór de wet van 1889 was het niet uitzonderlijk dat kinderen van vier, vijf jaar reeds in de fabrieken en werkhuizen terecht kwamen. Aldaar gold slechts één wet (Herdt & Graeve, 1979: 7): de wet van de machine. Voor een miniem loon, moesten ze een eindeloos lange dag slaven tegen een steeds hoger opgedreven tempo en in benauwend slechte omstandigheden. Aldaar werden ze "afgericht" om gedwee produkten te fabriceren waarvan ze meestal nooit zouden genieten. (...) Het kind was een machine onder de machines, een slaaf van de produktie.
    Paul De Witte (ibidem) wordt naar een fabriek in het Gravensteen gezonden. Zijn moeder stelt hem gerust: Maar
    ge moet niet bij de spinners, doch bij de wevers; daar worden de jongens niet zo geslagen zoals bij de spinners. Fysieke afstraffingen waren nl. meer regel dan uitzondering.

    Bij gebrek aan moederzorgen
    Wordt het onervaren kind,
    Dat bij 't eindelooze zwoegen
    Voor mijnheer miljoenen wint,
    Op den hoop toe uitgescholden,
    Wreed beleedigd, ja, nog meer:
    Hoe het somtijds wordt mishandeld
    Neen, dat schrijf ik hier niet neer.

    "Neen, dat schrijf ik hier niet neer"... In vele gevallen hadden de ouders er niets op tegen. Wanneer De Witte (ibidem) door zijn vader bij Cies, de "baas" van de weverij in het Gravensteen gebracht werd gaf vader De Witte aan Cies nog de raad: Als hij niet goed oplet, of zich niet voegt, leg er dan maar de lap op, ge zult er van mij geen ondank van halen. Hierna legt de baas de jongen de spelregels uit en Cies zegde mij dat ik 's anderendaags, de eerste dag, nog niet om 5 uur moest beginnen, maar dat ik mij om 8 uur aan de poort van het Gravenkasteel moest bevinden.
    Inderdaad om vijf uur 's ochtends beginnen was geen uitzondering. Het Fabriekmeisje van Waeri (1899) mocht
    een uurtje later beginnen:

     Ziet die kleine gaan ten arbeid
    Van zes ure 's morgens vroeg,
    Immer met den slaap in de oogen,
    Waar zij dikwijls over kloeg.

    Hetzelfde verhaal krijgen we te horen in zijn lied Onze Fabrieksmeisjes (1899):

    Geen droever lot dan dit van 't tenger meisje
    Dat 's morgens vroeg al optrekt naar 't fabriek,
    Om dagelijks 't hernemen 't zelfde reisje,
    Tot 's avonds laat, zich zwoegend lam en ziek,

    De schafttijd duurde één kwartier (!) (Waeri, 1899):

    Dikwijls in het kwartje schoftijd
    Wat vervliegt die stond toch snel,
    Zagen wij met bloedend harte
    't Kind ontrukt aan 't lustig spel,
    Voortgezweept om weer te slaven,
    't Drooge brood nog in den mond;
    Wijl de kleine des bestuurders
    Zich verlustigt met haar hond.

    Lichamelijk of geestelijk kregen de kinderen zodoende niet de tijd om volwassen te worden. In 1844 omschreef een geneeskundig onderzoek van de Académie Royale de Médecine het arbeiderskind als volgt (Herdt & Graeve, 1979):
    "Het is mager en verschrompeld en vertoont alle tekenen van verval, bleekzucht, kliergezwellen en rachitis. Op het magere, vale gelaat ligt een trek van lijden. De spieren zijn nauwelijks ontwikkeld, de buik is opgezwollen, de spijsvertering is meestal moeizaam en gaat gepaard met zure oprispingen. Het kind klaagt over hoofdpijn, buikloop en darmkolieken. Het groeit traag en onregelmatig en de uiteindelijke lichaamsgestalte blijft onder het gemiddelde."

    Meer dan 60 jaar (!) later was de toestand nog maar weinig veranderd. In een, omstreeks 1910 daterend, pamflet Leve de 10-urige arbeidsdag in de Belgische vlasspinnerijen lezen we (Herdt & Graeve, 1979: 37): De meesten zijn op 40-jarige ouderdom geene pijp tabak waard, omdat zij als kleine jongen zijn begonnen in de hekelkotten en na 25 à 30 jaar daarin gewerkt te hebben, bestendig in het stof, borstkwalen hebben opgedaan.

    Waeri (1899) zingt in Het Fabrieksmeisje:

    Tot verzet en tot ontspanning
    Ziet het kind den ganschen dag
    Niets dan ruwe, dikke muren,
    Ruiten waar men nooit door zag.
    Voorts, dat steeds vervelend draaien,
    Slaan van riemen, rad en wiel;
    Neen, geen wonder dat reeds menig
    Tenger meisje in stuipen viel.

    In Onze Fabrieksmeisjes (1899: 93) wordt het:

    In de fabriek waar 't meisje staat te slaven.
    Den ganschen dag, wordt zij dan nog bespat;
    Net als een paard dat door het slijk moet draven,
    Met stof en vocht besmeurd en druipend nat,
    En na het werk wanneer zij tot verzachting
    Zich wast en kuischt, wijl 't sluitingsklokje klept,
    Kleeft nog aan haar de modder der verachting,
    Van hem voor wie zij pracht en rijkdom schept.

    Met dit laatste couplet verwijst Waeri naar de continumeisjes, waaraan hij een volledig lied wijdde: De Martelaressen der Continues. Hiermee wordt verwezen naar de vlasindustrie. Het meest ongezonde gedeelde binnen deze nijverheid waren nl. de werkplaatsen waar de vlasvezels tot garen werden versponnen. Net voor het vlas werd gesponnen diende men de vlaswieken onder te dompelen in een waterbad van ongeveer 70°C. Dit hete water spatte door het draaien van de spillen steeds op de kleding der meisjes, waardoor longaandoeningen regelmatig voor kwamen en de handen van de kinderen werden aangetast door waterkanker veroorzaakt door het ononderbroken contact met dit hete water.

    Plastisch omschrijft Waeri (1899) deze continues:

    Wie in de continues den voet nog nimmer zette,
    Geeft zich geen denkbeeld neen, hoe alles steeds daar was,
    Bij 't raderwerk dat reeds zoo menig 'hand verplette
    Verpest u nog den geur, den damp van 't kokend vlas.
    Stel u eens voor den geest 't geruisch der mekanieken,
    Het water, damp en geur, en g'hebt een klein gedacht
    Wat groot gevaar er ligt in onze vlasfabrieken,
    Hoe menige jonge maagd ten grave werd gebracht.

    (...)

    Al 't werk gebeurt daar staag, ja, onverpoosd al draaien,
    't Is enkel in den nood dat men eens stille legt:
    "Een meisje ingedraaid"! -dat hoort men dikwijls kraaien,
    "'t Is weeral 't zelfde spel," meer wordt er niet gezegd.

    Groot was dan ook de verontwaardiging van Waeri (1899) wanneer een katholieke krant had geschreven dat er meer kinderen op straat dan op de fabriek verongelukten en dit naar aanleiding van het feit dat, zij het nu in een


    >> Reageer (2)
    04-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kees Brug en zijn eerste LP
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dag Kees,

    We kennen elkaar nu al méér dan een kwarteeuw. Destijds, toen ik nog joernalist was, schreef ik entoesiaste stukjes over je show en je weet, dat dat uit het hart kwam.
    Als we één ding gemeen hebben dan is dat dan wel, dat we allebei "wroeters" zijn, die zelfs met de perfektie nog
    niet tevreden zijn. Daarom toer je nu al jaaarenlang door het Vlaamse land met je show. Daarom staat je agenda
    voller dan die van de grootste grammofoonplatensterren.
    Toen ik je in de zomermaanden telefoneerde om een LP te maken, dacht ik dat het weer op een "nee" zou
    uitlopen. Je had trouwens al een keer of vijf "nee" gezegd. Ook tegen vier andere platenproducers. Tot mijn verbazing was het echter "ja" en het resultaat staat NU op de plaat. Ik ben er fier over. Dat ik ze heb mogen maken. Ik zou deze plaat "Bloed, zweet en tranen" willen heten, omdat de opnamen onder die omstandigheden hebben plaatsgevonden. Het kon ook makkelijker: naar één van je optredens komen met een bandopnemer en drie mikro's, en laat de band maar maar lopen. Maar we kozen de weg van de perfektie, de studio-opnamen:
    prachtige arrangementen, superbe stereo-techniek, feilloze opnamen. We mogen er allemaal blij mee zijn.

     img222/3116/keesbrugraymonty311fd.gif

    Kees Brug en Ray Monty

    De beste show van het Vlaamse land staat nu op plaat. Naast je eigen "evergreens" Mens loop er's uit en Omdat
    ik een boer ben zing je op deze plaat ook het gloednieuwe Uit de goede ouwe tijd met een brio en verve, die de
    echte artiest kenmerkt.
    Wendy, je uitmuntende zangeres, doet haar entrée met "Hij komt vanavond bij mij" en Francis Guntler (wat een
    stèm) presenteert zijn versie van "Santa Lucia". Felicitaties ook voor je orkest Lou Frank: we konden onmogelijk hun instrumentaal bravourstukje "Jachtgalop" uit de plaat laten, het trompet-tromboneduel, dat je publiek nu al zo
    lang waardeert.

    Wendy en Francis Guntler

     img464/4071/wendyfrancisguntler263uo.gif

    Met Ray Monty introduceert je de Allergrootste komiek van ons vlaamse land. De mensen, die met "De Konijnen" en met "In het hospitaal" niet brullen van het lachen, moeten dringend naar de dokter! Zijn ongelooflijke personality, zijn improvisatietalent en zijn onvoorstelbare "timing", gekoppeld aan je eigen oer-talent, dit keer als "eengever", maken van U het meest komische duo, dat ik ooit Belgische podia wist betreden. En dat Ray Monty ook nog kan zingen hoort u in "Sympathy"...
    Na 25 jaar maakt Kees Brug platen, na 20 jaar komt Kees Brug wéér op de beeldbuis. Als conférencier én met je
    eigen show. En een tweede elpee is al in de maak.
    Weet je wel waar je nu aan begonnen bent, Kees?

    Met hartelijke groeten,

    Je producer
    Louis Van Rijmenant.

    (tekst van rug van de LP)


    >> Reageer (1)


    &
    78-TOEREN
    RADIO


    Foto

    KLIK OP
    BOVENSTAANDE
    JUKEBOX
    EN JE KIEST ZELF
    JE EIGEN LIEDJES
    VAN TOEN !!!
    MAAR ZET EERST
    JE 78-TOEREN
    NETRADIO OP!
    EN GENIET VAN
    MUZIEK UIT DIE
    GOEDE OUWE TIJD


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    KLIK, LUISTER EN KIES ZELF UIT DUIZENDEN NUMMERS EN CABARET UIT DE TIJD VAN TOEN
    Foto

    Hoofdpunten blog bioned
  • Lou Bandy (1890-1959)
  • Rudy Carrell (1934-2006)
  • Louis Davids
  • Willem Duyn
  • Albert Bol

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog biobel
  • Renaat Grassin ('t Brussels Ketje) (e 08-02-1900 - + 12-10-1964)
  • Will Ferdy
  • Jaak De Voght (1911-1979)
  • Carlo Deman
  • Ray Franky(1917-2002)
  • Terry Lamo
  • Tante Terry
  • Francis Bay
  • Tony Bell
  • Bob Benny
  • Sylvain Adriaensens
  • Pater Mestdagh

    Rondvraag / Poll
    Naar welke Vlaamse artiest uit de jaren '50 gaat uw grootste voorkeur?
    Louis Baret
    Tony Bell
    Bob Benny
    Kees Brug
    Jef Burm
    Tony Corsari
    Bob Davidse
    Henk de Bruin
    Romain Deconinck
    La Esterella
    Will Ferdy
    Ray Franky
    Jetty Gitari
    Jo Leemans
    Willy Lustenhouwer
    Bobbejaan Schoepen
    Kor Van der Goten
    Jan Verbraeken
    Jean Walter
    Yvonne Verbeeck
    Bekijk resultaat


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Gastenboek
  • samen zijn
  • Zomerhoedje Digitale accordeonspeler
  • Frohe Feiertage!!!
  • Ein schoenes Wochenende wuensche ich dir
  • Groetjes.

    Hier ben je altijd welkom



    WAT PUBLICEREN COLLEGA BLOGGERS


    Archief per maand
  • 03-2011
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
  • 12-2005
  • 11-2005

    Sylvain
    Adriaensens

    Louis
    Baret
    °Antwerpen 27 maart 1914
    + Antwerpen 29 januari 2003

    Tony
    Bell
    ° Antwerpen 12 februari 1913
    + Antwerpen 25 april 2006

    Bob
    Benny
    ° Sint-Niklaas 28 mei 1926

    Gaston
    Berghmans
    ° Merksem 11 maart 1926

    Paul
    Boey
    °Merksem 06 maart 1916

    Kees
    Brug
    ° Boom 20 mei 1923
    + 10 juli 2001

    Jef
    Burm

    ° Sint-Niklaas 19 juni 1923

    Jef
    Cassiers
    ° Antwerpen 10 juli 1929
    + Antwerpen 1 juni 1987

    Lily
    Castel
    °Gent 10 april 1937

    Ann
    Christy
    °Antwerpen 22 september 1945
    + 7 augustus 1984

    Miel
    Cools
    °Herk-de-Stad 15 april 1935

    Tony
    Corsari
    ° Tienen 12 november 1926

    Bob
    Davidse

    ° Berchem 26 juli 1920

    Ron
    Davis
    °Oudenburg 23 november 1946
    + Brugge 22 januari 1971

    Henk
    De Bruin
    ° Arnhem(NL) 2 november 1928

    Walter
    De Buck
    °Ekkergem(Gent) 13 juli 1934

    Romain
    Deconinck

    ° Gent 7 december 1915
    + december 1994

    Wim
    De Craene
    °Gent 30 juli 1950
    + Gent 14 september 1990

    Rita
    Deneve
    °Liedekerke 6 december 1944

    Danyel
    Dirk
    °Sterrebeek 24 januari 1947
    + Mechelen 28 augustus 1969


    La Esterella
    ° Antwerpen 7 mei 1919

    Stafke
    Fabri
    ° Antwerpen 18 juni 1934
    + 08 januari 2006

    Will
    Ferdy
    ° Gent 9 maart 1927

    Co
    Flower
    ° Antwerpen(Dam) 23 augustus 1907
    + Merksem 28 november 1992

    Ray
    Franky
    ° Bois Guillaume(FR) 12 november 1917
    + Vilvoorde  7 juli 2002

    Jetty
    Gitari
    ° Sint-Niklaas 13 augustus 1927

    Renaat
    Grassin(Ketje)
    ° Sint-Gillis 9 februari 1900
    + Ekeren 12 oktober 1964

    Joe
    Harris
    ° Brugge 25 december 1943
    + Brugge 1 juni 2003

    Harry
    Herman
    ° Leuven 10 januari 1946
    + Lubbeek 20 juli 1979

    Janneman
    ° Erps-Kwerps 27 februari 1943

    Charel
    Janssens
    ° Borgerhout 8 juni 1906
    + Antwerpen 23 augustus 1986

    Nelly
    Lancia


    Frans
    Lamoen
    ° 1876
    + 1954


    Gust
    Lansiers
    ° Mechelen 21 oktober 1932

    Jo
    Leemans
    ° Mechelen 13 augustus 1927

    John
    Lundström
    ° Antwerpen 6 oktober 1919
    + Merksem 25 juli 1990

    Willy
    Lustenhouwer

    Sint-Andries 21 oktober 1920
    + Assebroek 13 juni 1994

    Lize
    Marke
    ° Denderleeuw 1 december 1936

    Suzy
    Marleen

    ° Boom 16 januari 1920

    Leo
    Martin
    ° Gent 2 november 1924
    + Gent 18 maart 1993

    Marva
    ° De Haan 23 maart 1943

    Bob
    Morelli
    ° Heusden-Zolder 20 november 1939
    + Hasselt 18 juli 1994

    Louis
    Neefs
    ° Gierle 8 augustus 1937
    + 25 december 1980

    Staf
    Permentier
    ° Antwerpen

    Anton
    Peters
    ° Ekeren 2 oktober 1923
    + Knokke-Heist 2 september 1989

    Rina
    Pia
    ° Ninove  21 juli 1935

    Jan
    Puimage
    ° Antwerpen 7 augustus 1955
    + Antwerpen 22 mei 1982

    Samantha
    ° Borgerhout 10 mei 1948

    Bobbejaan
    Schoepen
    ° Boom 16 mei 1925

    Theo
    Van den Bosch
    ° Deurne 9 juni 1913
    + 18 maart 1995

    Kor
    Van der Goten
    Mechelen 21 april 1931
    + Antwerpen 28 januari 1983

    Yvonne
    Verbeeck
    ° Rumst 7 december 1913

    Jan
    Verbraeken
    ° Turnhout 20 maart 1923
    + Turnhout 24 september 1983

    Renaat
    Verbruggen


    Jean
    Walter

    ° Sint-Niklaas 11 februari 1922



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!