Jaarlijks schoorsteen vegen kan veel kwaad voorkomen.
"Jaarlijks
schoorsteen vegen kan veel kwaad voorkomen"
"Een slecht
onderhoud van de schoorsteen, onverstandig stookgedrag of een kachel die niet
aangepast is aan de grootte van de ruimte liggen vaak aan de oorzaak van
schoorsteenbranden", waarschuwt de FOD Binnenlandse Zaken. "Maar door
één keer per jaar je schoorsteen te laten vegen kan al veel kwaad voorkomen
worden."
Om het aantal
schoorsteenbranden te beperken, lanceert Binnenlandse Zaken via brandweer en
gemeenten een informatiecampagne met folders en affiches. Slogan van de
campagne is "Vermijd schoorsteenbrand. Verwacht niet van de Sint dat hij
je schoorsteen veegt." Het initiatief kadert binnen het Nationaal
Brandpreventieplan, waarmee de overheid de burgers bewust wil maken van
eenvoudige middelen om woningbrand te vermijden.
Oorzaken
Volgens brandpreventieadviseur Xavier Lambin komen schoorsteenbranden vaak voor
in het begin van het koude seizoen, wanneer de haard opnieuw wordt aangestoken.
"En ook op het einde van het koude seizoen, wanneer de schoorsteenpijp vol
roet zit, komen vaak branden voor", zegt Lambin. "Vogelnesten of
ingroeiende planten kunnen er eveneens voor zorgen dat de schoorsteen verstopt
en zo minder trekt. Daardoor neemt het risico op schoorsteenbrand toe."
Raad
Binnenlandse Zaken beklemtoont dat "iedereen die stookt met hout, kolen of
stookolie in een kachel, een open haard of de centrale verwarming" te
maken kan krijgen met schoorsteenbrand. Wie de schoorsteen laat vegen door een
vakman, kan een attest vragen. "In sommige brandverzekeringspolissen en
bepaalde gemeenten is dit zelfs verplicht." Daarnaast raadt de campagne
aan "alleen droog, natuurlijk en onbehandeld hout" te gebruiken, en
om de ruimte voldoende te ventileren tijdens het stoken.
Dat Internet, dat moet mijn inziens afgeschaft worden. En als dat niet kan,
moeten ze het minstens verbieden op school.
Neem nu onze Joeri. Die moest van u iets gaan opzoeken over "hondjes"
in verband met dierendag. Wel, hij hééft iets gevonden, het ligt hier voor mij
want hij heeft het afgedrukt. De titel is 'Op zijn hondjes' en de prentjes zijn
in kleur. Meester, moet dat nu echt? Onze Joeri is och arme tien jaar. Toen ik
zo oud was, toen dacht ik dat mijn ma een bloemkool was en mijn pa een bij.
Goed, dat zal wel de schuld geweest zijn van mijn meester, want die verstond
zelf niet veel van die zaken. Maar tegenwoordig weten gastjes zo oud als Joeri
meer dan goed voor hen is. Het schijnt dat je op dat Internet alles kunt vinden.
Of je nu bier, bommen of kinderen wil maken, het staat er allemaal op.
Ik heb ook horen zeggen dat er veel vieze mannen op zitten en dat ze kinderen
lokken. En dat je er virussen van kunt krijgen. En een muisarm of zoiets. Maar
meester, waar zit uw verstand? Gooi die rotzooi buiten, het hoort niet thuis op
een school! Sinds onze Joeri bij u op Internet mag, is hij ook danig veranderd.
Ik begrijp hem bijna niet meer. Vroeger konden wij nog zo goed babbelen met
mekaar. Maar nu heeft hij het over spammen en downloaden en andere vieze
woorden. En het ergst van al, meester, is dat hij ons uitlacht. Ons, zijn
ouders, die hem in liefde verwekt hebben en zijn luiers ververst hebben als die
jaren, ons lacht hij nu uit! Hij zegt dat we van de vorige eeuw zijn. En hij
blijft maar zeuren om thuis Internet te hebben. Hij zegt dat al zijn kameraden
thuis kabel hebben en dat hij riskeert om achterlijk te worden. Ik weet wel,
dat Internet, dat is gemakkelijk voor u. U zet er onze kindjes voor en gaat in
de gang een sigaretje roken. De computer zal hun wel wat leren! Maar meester,
bent u niet beschaamd? Terwijl u staat te niksen, verziekt u de zieltjes van
onze kindertjes!
Het is allemaal uw schuld, meester. Onze Gerard, die provinciaal catch-kampioen
is, zegt het ook. Hij zegt: die meester, daar zou ik wel eens wat grepen op
willen oefenen! Zo hoog zit het ons, meester. Wij nemen het niet langer dat
onze kinderen ons uitlachen en achterlijk noemen. U met uw Internet, u bent een
slechte invloed! Mijn broer Nolf, president van de Wuustwezelse Hells Angels
chapter, is ook niet over u te spreken. Hij heeft u al eens op uw onnozel
brommertje gezien en weet nu wat voor type u bent. Een echte vent rijdt niet op
een 50 cc. Tenminste, dat waren zijn woorden. En toen hij dat van die hondjes
onder ogen kreeg, heb ik hem moeten tegenhouden of hij sprong op zijn Harley om
u een pak rammel te gaan verkopen.
Meester, als ik u een goede raad mag geven: ga voor uw bord staan met uw pin
krijt en vergeet dat gedoe met die computers! Nolf en Gerard zitten voor het
ogenblik te arm wrestelen wie er u eerst mag aanpakken. Ik verzoek u daarom
nogmaals, meester: trek de stekker uit of wij trekken die van u uit.
Slaap je , schat...? auteur : Alie Hoogenboezem-de Vries.
Slaap je, schat...?
Ik
kon maar niet slapen
voelde me alleen
Keek eens naar mijn slapende man
en riep heel gemeen:
"Ben je wakker, of slaap je, schat?"
Ik gaf een flinke por,
kriebelde aan zijn snor
Er volgde een rare zucht,
zijn arm zwaaide door de lucht
Slaperig vroeg hij:
"Wat was er, dat je riep?"
"Ohhhh...niets, ik wou weten
of je sliep"
Wist u dat we
ongeveer 10 procent van onze wakkere uren met gesloten ogen doorbrengen? Een
mens knippert gemiddeld 15 tot 20 keer per minuut. Volgens een nieuwe studie
doen we meer dan enkel onze ogen bevochtigen. Zo zou zelfs de kleinste
knipperbeweging een rustmoment zijn voor ons brein.
Japanse
onderzoekers van de Osaka universiteit hebben ontdekt dat onze hersenen een
razendsnelle powernap doen wanneer we knipperen. Aan de hand van hersenscans
konden ze zien dat regio's die nauw verbonden zijn met onze aandachtsspanne
kortstondig 'offline' gaan.
Tijdens deze vluchtige momentjes zouden we onze gedachten laten dwalen. We
lassen knippermomenten bovendien ook strategisch in: op het einde van iemands
zin, op het einde van een gelezen zin of op het moment dat een acteur even
buiten beeld verdwijnt of het camerastandpunt verandert.
Hoofdrekenen en briefjes schrijven op sterven na dood?
Hoofdrekenen en
briefjes schrijven op sterven na dood?
Technologie
maakt het leven gemakkelijker, maar doet ons tegelijkertijd een aantal
vaardigheden vergeten, zoniet verleren. Uit de resultaten van een rondvraag bij
1.000 volwassen Britten ontstond een lijstje van de snelst verdwijnende
vaardigheden. Eens kijken wat er zoal met uitsterven bedreigd is.
De snelst verdwijnende
vaardigheden zijn:
* Brieven schrijven * Opzoeken in een papieren woordenboek of naslagwerk * Hoofdrekenen * Kaartlezen * Een bibliotheek bezoeken * Boardgames spelen * Een postkaartje sturen
Op sterven na dood?
Volgens 670 van de 1.000 ondervraagden zijn handgeschreven briefjes en
postkaartjes zo goed als uitgestorven in deze moderne wereld vol e-mails en
sms'jes. Woordenboeken en naslagwerken zijn volgens 60 procent van de
deelnemende Britten overbodig gemaakt door websites als Wikipedia en ook
kaartlezen is verleden tijd, met dank aan de gps. Eén op vier ziet de handige
rekenmachines op mobiele telefoons, tablets en computers dan weer als een moord
op het hoofdrekenen. Tot slot verliezen ook bibliotheken en boardgames hun
charmes door e-readers, apps en online spelletjes
Ik kan heel goed stilzitten. Dagen als het moet. Geef me een scherm, een
toetsenbord en een muis en ik ben perfect gelukkig. Maar soms loopt het al eens
mis. Als de zon schijnt bijvoorbeeld. Dan denk ik: ik ga naar buiten, misschien
is dat ook fun. En dan laat ik in mijn waan de computer staan. Zoals vanmorgen
'Komaan meisjes,' zeg ik tegen mijn twee jack russell teefjes, 'we gaan
wandelen!'
Nelleke spitst haar oren. Dat woord "wandelen" kent ze nog van
vroeger, van veel vroeger. Ally jankt opgewonden, want ook zij voelt dat er
iets vreemds staat te gebeuren. Ik veer sportief recht en weg zijn we.
Buiten laat Ally al meteen de postbode van zijn fiets vallen en ik draaf als
Ben Hur achter mijn tweespan aan. Wat een fun! Aan de hoek bots ik tegen een
jonge vrouw met een dobermann aan. De dobermann kijkt begerig naar mijn
jackjes. Hij twijfelt waarschijnlijk tussen opeten of verkrachten. Ik kijk naar
de vrouw. Aan opeten denk ik niet. Door het geworstel met onze honden geraken
we met armen en benen verstrengeld. Wat een fun! Manhaftig gooi ik me voor mijn
jackjes.
'Hier wordt niets gedekt, jongen', zeg ik tegen de dobermann. 'Bronstig of niet
bronstig, vrouwen mag je niet zomaar bespringen.' Ik geef zelf het goede
voorbeeld en laat de mooie jonge vrouw onbesprongen achter. Ze kijkt nog even
om en verdwijnt dan uit mijn leven.
Ik begin iets te begrijpen van die niet-computermensen. Buiten is spanning,
passie, fun. Niets dat aan Wolfenstein of Lara Croft kan tippen natuurlijk,
maar toch. Plots sta ik voor het huis van Schram, de hondenhater. Hij staat in
zijn voortuin, op zijn maagdelijk gazon. Precies op dat moment kromt Nelleke
haar rug om een drol te deponeren. 'Hier!' sis ik in paniek. Te laat! Hij ligt
er. Schram holt woedend zijn tuinhuisje in en komt terug met een kolenschop. Ik
begrijp wat hij van plan is. Mijn leven, zo niet mijn eer is in gevaar. Schram
schept kwiek de drol op. Ally en Nelleke staan als in beton gegoten voor de
aanvaller. Ze grommen. Hij aarzelt. Hij denkt: gooi ik hem of gooi ik hem niet?
Ik maak van zijn aarzeling gebruik om mijn kleine Cujo's op te pakken en ga er
als de weerlicht vandoor. Pas aan de volgende hoek blijf ik hijgend staan.
Zelfs Schram gooit zo ver niet. Wat een kick! Wat een fun!
Vanwege Schram moet ik een heel eind omlopen. Het begint te regenen. In de
verte rommelt de donder. Ik haast me terug naar huis.
Ze wachten me alle vier op aan mijn deur. Schram, de vamp, de postbode en een
politieagent.
'Daar is hij!' krijst de vrouw. 'Hij heeft me bepoteld en besprongen!'
'De vuile hond!' roept Schram.
'Nooit geen post meer!' gilt de postbode. 'Nooit meer!'
'Ik ken hem!' bromt de agent. 'Het is die creep die altijd voor zijn computer
zit. Met zo'n gasten heb ik geen compassie. De bak in!'
Ik haal mijn schouders op. Wat kan het mij schelen. Ik kan heel goed
stilzitten. Dagen als het moet.
'Mag ik mijn laptop meenemen?' vraag ik.
'Creep!' gilt de agent. 'Gestoorde!'
Ach, die niet-computermensen. Ze weten niet wat fun is.
Niet iedereen
die naar te veel en/of suikerrijke of vette voeding grijpt, doet dat om
dezelfde redenen. Grofweg zijn er vijf categorieën, waartoe je behoort als je
aan drie voorwaarden voldoet. We sommen ze op:
1) De geheime
volpropper
Te herkennen aan:
- Altijd op dieet, maar houdt nooit vol
- Als je je laat gaan, eet je tot je vol zit... en dan nog wat meer
- Je laat je gaan als niemand kijkt (omdat je je schaamt) en een eetbui kan
dagen, zonet weken duren
- Je bent ontevreden over je lichaam, ook al heb je een normaal gewicht
De reden:
"De basis voor dit gedrag is meestal de nood om te controleren. Ze hebben
zeer strikte ideeën over wat goed is en wat niet, en meestal houden ze zich ook
heel goed aan wat mag en wat niet", legt psychiater Helena Fox uit.
"Maar dat is net het probleem: ze ontzeggen zichzelf zoveel, dat de balans
soms doorslaat en ze overcompenseren in de andere richting."
2) De happy eter
Te herkennen aan:
- Voeding is een bron van geluk voor deze eten, zowel eten, klaarmaken,
tv-programma's bekijken, kookboeken lezen, uit gaan eten als dinertjes
organiseren.
- Je hebt meestal (licht) overgewicht, maar vindt dat geen probleem
- Je maakt je geen zorgen over hoe gezond de voeding is die je klaarmaakt
- Je hebt een stabiel gezinsleven en geen emotionele problemen
De reden:
"Eten maakt deze persoon gelukkig, het versterkt een gelukkig gevoel of
het brengt mooie herinneringen naar boven. Dat kan perfect oké zijn, maar
sommigen worden niet meer gelukkig zonder eten, en dat is een probleem",
legt professor eetstoornissen Julia Buckroyd uit.
3) De troostzoeker
Te herkennen aan:
- Je eet als je ongelukkig bent, niet als je honger hebt
- Je verlangt vaak naar zoete en vette voeding
- Je krijgt je gewicht niet onder controle, wat je ongelukkig maakt
- Je maakt je zorgen over een 'tekort' aan voeding
De reden:
"Overeten om emotionele redenen is een slechte manier om er mee om te
gaan. Dit komt vooral voor bij depressieve types, die altijd zullen teruggrijpen
naar vette en suikerrijke voeding omdat dit in de hersenen chemische stoffen
vrijmaakt die hen een warm en gelukkig gevoel geven", analyseert dokter
Fox.
4) De panieksnacker
Te herkennen aan:
- Je eet te veel in stressy situaties, zoals een deadline op het werk
- Je loopt vaak naar de snoepmachine of houdt een doos vol snoep op het werk
- Druk doet je panikeren, maar eten geeft een veilig gevoel
- Je eet voeding snel, zonder veel te kauwen of de smaak op te nemen
De reden:
"Dit is gelijkaardig aan eten om emotionele redenen: het is een manier om
ergens mee om te gaan, maar niet de goede manier. Ook deze eters grijpen naar
vet en suikers", verklaart dokter Fox. Ook op chemisch niveau speelt iets:
het hormoon greline wordt vrijgemaakt door stress. Het voorkomt paniek, maar
het wekt ook honger op.
5) De koelkastmagneet
Te herkennen aan:
- Je loopt naar de koelkast als je even niets te doen hebt
- Je brengt je tijd meestal thuis door
- Je eet volwaardige maaltijden maar hebt nooit honger
- Voeding is functioneel, geen plezier
De reden:
"Verveling is een vaak voorkomende reden voor overeten omdat het,
weliswaar tijdelijk, een leegte opvult. Huismoeders en freelancers vallen vaak
in deze categorie. Sommigen eten de hele dag door maar nooit een echte maaltijd:
zo is gemakkelijk uit het oog te verliezen hoeveel er werkelijk gegeten wordt.
Langdurige verveling lijdt meestal tot ontevredenheid, en kan uiteindelijk
lijden tot emotioneel overeten", zo waarschuwt Buckroyd.
Gebeurt dat vaak?
Best wel:
- 1 op 5 mensen lijdt aan een eetstoornis,
- 60 procent van die groep doet aan overeten.
- De helft van de overeters heeft een depressie
- de meerderheid (60 procent) van de overeters is vrouw
- Anorexia is een minder groot probleem, als je kijkt naar de aantallen.
Overeten is in één beurt elke hoeveelheid voeding consumeren die te veel is
voor één persoon.
Boos, kalm of verlegen? Deze sporten passen bij je humeur.
Boos, kalm of
verlegen? Deze sporten passen bij je humeur
We wisten al
langer dat sporten je humeur positief kan beïnvloeden, maar het is ook zo dat
bepaalde gevoelens vragen om een specifieke sport. Ontdek hieronder welke sport
past bij jouw humeur.
1. Boos
Als je dringend wat stoom moet aflaten, dan is joggen de beste keuze.
Met cardiotraining kan je een angstig gevoel drie keer effectiever aanpakken
dan wanneer je niks zou doen. En aangezien je om te lopen enkel de juiste
schoenen nodig hebt, is dit de snelste manier om er iets aan te doen.
Een andere manier om dit intense gevoel aan te pakken is kickboksen, dat
evenveel cardiotraining biedt als joggen. Bijkomend voordeel: je mag slaan en
schoppen zoveel je wil!
2. Vredig, kalm
Als je je rustig voelt, dan kan yoga helpen om dat serene humeur te
behouden. Door je daarbij te focussen op de mentale technieken kan je de wirwar
in je hoofd sussen, waardoor je stress kan loslaten. Natuurlijk kan het
meditatiedeel van yoga ook helpen als je (nog) geen kalm gevoel hebt.
3. Avontuurlijk
Iemand die echt op zoek is naar avontuur doet er goed aan om te fietsen.
Door rond te dwalen kan je een gevoel van vrijheid en avontuur krijgen. Want
zelfs al denk je je omgeving te kennen, met de fiets kan je nog heel wat onbekende
paadjes ontdekken.
Voor wie het allemaal wat meer mag zijn, is (rots)klimmen een goede
optie. Daarvoor hoef je niet noodzakelijk op reis te gaan, je kan ook op zoek
gaan naar een indoor klimmuur.
4. Nood aan
afzondering
Als je er nood aan hebt om even alleen te zijn, dan is zwemmen een goede
keuze. Daar kan je je niet irriteren aan de zwoegende en zwetende mensen naast
je (zoals in de fitness), want water blokkeert de externe geluiden. Zorg ervoor
dat je een rustig baantje kiest als je contact met de andere zwemmers wil
vermijden.
5. Verlegen
Als je een introvert persoon bent die liever wat minder verlegen zou zijn, dan
is dansen de perfecte sport voor jou. Voor beginners zijn ballroom- en
salsadansen een ideale manier om in vorm te komen. Daar dans je namelijk samen
met een partner, die je op je gemak kan stellen.
6. Gemotiveerd
Wie zich gemotiveerd voelt kan dat humeur gebruiken om deel te nemen aan een 'barre'-les,
waarbij je allerlei oefeningen uitvoert aan een leuning (zoals bij een opwarming
voor ballet). Ook dat is een vorm van cardiotraining, waarbij vooral je spieren
sterker worden. Zeker proberen is de boodschap!
De Himalaya is het hoogste gebergte
van de wereld. Er staan maar liefst veertien bergen die hoger zijn dan 8000
meter. Een daarvan is de Mount Everest. Deze is 8848 meter hoog en is de
hoogste berg (op het land) van de wereld.
Juist omdat de bergen zo hoog zijn,
gaan er elk jaar veel mensen naar de Himalaya. De bergketen strekt zich uit
over de landen India, Bhutan, Tibet en Nepal. De hoogteverschillen in de
Himalaya zorgen voor veel verschillende klimaatgebieden. Voor iedere duizend
meter die je omhoog gaat, wordt het zes graden kouder.
Verschil in klimaat
Niet alleen voor bergbeklimmers is het Himalayagebied mooi. Ook geografen
kunnen hier hun hart ophalen. Omdat het klimaat steeds zo verschilt, komen er
veel verschillende planten- en dierensoorten voor. Je kunt het
hooggebergteklimaat aangeven met de letters ET uit het Köppensysteem.
Tot 2500 meter
Veel mensen beginnen hun tocht in het Himalayagebied op zon 2500 meter boven
zeeniveau. De omgeving bestaat daar uit bossen met blauwsparren, jeneverbessen,
magnolias, berken, eiken en bloeiende rododendrons. Vooral in de lente,
wanneer de rododendrons en andere planten in bloei staan, is het in dit gebied
erg mooi. In de bossen kom je vele vogelsoorten tegen, waaronder de
regenboogkleurige glansfazant. Ook muskusherten, wilde jaks, zwarte
Himalayaberen en de rode pandas lopen hier vrij rond. Er leven ook mensen op
2500 meter hoogte. Zij wonen vaak in kleine dorpjes en verbouwen tarwe,
aardappels, spinazie en uien.
Boven 2500 meter
Naarmate je hoger komt, groeien in de bossen steeds vaker naaldbomen zoals de
zilverspar en de grove den. Deze bomen kunnen beter tegen de kou dan bomen met
groene bladeren. Ook grazen er geiten en Himalayagemsen. Voor akkertjes wordt
het nu te koud. Daarom zie je steeds meer weidegebieden.
Boven 4050 meter Het is zo koud boven 4050 meter dat er alleen nog kleine plantjes zoals
grassen en mossen kunnen groeien. De zomers in hooggebergten zijn kort en koel;
ze duren soms maar twee maanden. Het wordt er niet warmer dan 10 ºC en in de
lange, strenge winters vriest het de hele tijd. Toch leven hier ook dieren,
zoals het blauwe schaap en het zeldzame sneeuwluipaard. Boven 6.000 meter
blijft de temperatuur zelfs voortdurend onder de nul graden. Planten groeien er
niet meer en landschap is met ijs en sneeuw bedekt.
Opwarming
Het gaat niet goed met het Himalayagebied. Omdat de aarde opwarmt, verandert
ook het hooggebergteklimaat in de Himalaya. Bergbeklimmers zien dat er minder
sneeuw op de toppen van de bergen ligt en gletsjers smelten. Door het smeltende
ijs komt er veel water vrij, waardoor meren dreigen te overstromen. De mensen
die in dorpjes op 2500 meter hoogte wonen, worden hier de dupe van. Niet alleen
hebben ze last van overstromingen, er kunnen ook lawines ontstaan die hun dorp onder
de sneeuw kunnen bedelven.