Bij het maken
van een beeld kun je voor verschillende materialen kiezen. Het gekozen
materiaal bepaalt de werkwijze: opbouwen of weghalen.
Een beeldhouwer
werkt volgens het laatste principe. Het beeld zit als het ware al in de het
materiaal verborgen, en door steeds kleine stukjes weg te hakken ontstaat de
uiteindelijke vorm.
Luisteren
Beeldhouwen is een ingewikkelde vorm van beelden maken, omdat je een stuk dat
je hebt weggehakt niet meer kunt aanplakken. Ook moet je goed begrijpen hoe het
materiaal in elkaar zit. Daarbij gebruiken steenhouwers hun oren: geeft de
beitel een helder geluid dan is het veilig om steen weg te hakken, klinkt het
dof dan loopt op die plek een ader, en is het risico aanwezig dat de steen
splijt.
Uitdagingen
Beelden opbouwen gebeurt met allerlei soorten materiaal, van heel grote
staalconstructies tot beelden van klei. Deze materialen hebben hun eigen
uitdaging. Aan een beeld van natte klei kan je nog heel gemakkelijk iets
veranderen, maar als er per ongeluk een luchtbel in de klei zit zal het beeld
bij het bakken uit elkaar knallen, warme lucht zet immers uit en zoekt zijn weg
naar buiten.
Materiaal
Bij het kiezen van materiaal gaat een kunstenaar niet alleen van zijn/haar
persoonlijke voorkeur uit. Soms bepaalt het ontwerp het materiaal. Dit is het
geval bij een heel groot beeld dat verplaatst moet kunnen worden, of bij een
beeld dat in weer en wind mooi moet blijven.
Meneer is niet thuis en mevrouw is niet thuis,
het keteltje staat op het kolenfornuis,
de hele familie is uit,
en het fluit en het fluit en het fluit: túúúút.
De pan met andijvie zegt: Foei, o, foei!
Hou eindelijk op met dat nare geloei!
Wees eindelijk stil asjeblief,
je lijkt wel een locomotief.
De deftige braadpan met lapjes en zjuu
zegt: Goeie genade, wat krijgen we nu?
Je kunt niet meer sudderen hier,
ik sudder niet meer met plezier!
Het keteltje jammert: Ik hou niet meer op!
Het komt door 'n dop! Het komt door m'n dop!
Ik moet fluiten, zolang als ik kook
en ik kan het niet helpen ook!
Meneer en mevrouw zijn nog altijd niet thuis
en het keteltje staat op het kolenfornuis,
het fluit en het fluit en het fluit.
Wij houden het echt niet meer uit... Jullie?
Stand-up comedy
is een uit Amerika overgewaaide vorm van theater, die inmiddels niet meer uit
België en Nederland weg te denken is.
Stand-up comedy
is een kunstvorm die oorspronkelijk uit de Verenigde Staten komt. Tijdens de
voorstelling houdt de comedian een monoloog tegen het publiek. Maar toch wordt
het zo gebracht dat het net een dialoog lijkt. Dit 'gesprek' is in principe
voorbereid en wordt meestal op een spontane manier gebracht, alsof de artiest
tegen zijn vrienden praat. Timing, accenten, gelaatsuitdrukkingen, gebaren,
imitaties en geluidseffecten vormen de ingrediënten waarmee de comedian speelt.
Ontstaan
Deze kunstvorm is ontstaan aan het begin van de jaren 50 als reactie op het
bestaande amusement in Amerika. Vanaf het eind van de 19de eeuw is 'vaudeville'
een belangrijke Amerikaanse theatervorm. Goochelaars, dansers, buiksprekers en
comedians traden op in deze shows, die meer geïmproviseerd verliepen dan de
Broadwayshows.
Bezuiniging
Toen het in de jaren dertig heel slecht ging met de economie (de depressie)
werd het Vaudevilletheater te duur. Veel clubs sloten hun deuren, andere clubs
gingen over op een theatervorm waar minder personeel voor ingehuurd hoefde te
worden. Comedians moesten in hun eentje een zaal kunnen vermaken. Bovendien
moest deze show een losser karakter hebben, zodat mensen zich niet geremd
zouden voelen veel drank te bestellen. De inhoud van deze shows kwam meestal
neer op het vertellen van moppen, die vaak niet door de comedian bedacht waren.
Verandering
Mort Sahl was de eerste comedian die het helemaal anders aanpakte. Hij droeg
gewone kleren en sprak vrijuit over wat hem bezig hield. Hij wilde het publiek
niet alleen laten lachen, maar ook aan het denken zetten. Bovendien schuwde hij
het niet om openlijk zijn oordeel uit te spreken over allerlei groepen in de
samenleving. "Is there any group I haven't offended?", werd één van
zijn gevleugelde uitspraken.
Latere stand-uppers ontwikkelden het genre verder. Woody Allen sprak met zijn
literaire grappen vooral een intellectueel publiek aan, terwijl Lenny Bruce de
nieuwe generatie van 'sick-comedians' aanvoert. Hij improviseerde rond bepaalde
thema's, zoals jazz-musici met muzikale thema's improviseren. Aan de hand van
vaste blokjes laat hij zich meeslepen door zijn eigen associaties, ter plekke
filosoferend over de thema's waar hij grappen over heeft.
Vergelijking
Hoewel het Nederlandse cabaret zich grotendeels baseert op de Europese
tradities, is er oppervlakkig gezien ook een grote gelijkenis met de
Amerikaanse stand-uppers. Wim Kan en Toon Hermans verkleinden al de afstand
tussen publiek en artiest door hun huiselijke manier van spreken en hun
herkenbare onderwerpen. Freek de Jonge ging met uitsluitend wat losse
aantekeningen het podium op om de voorstelling in de try-outs te laten
ontstaan. Toch hebben deze cabaretiers veel meer de intentie een
theatervoorstelling te maken.
Nederlandse stand-up
Raoul Heertje introduceerde in 1990 stand-up comedy in Nederland. Hij wilde
experimenteren met de principes en technieken van de Amerikaanse stand-up. Zijn
gezelschap, the Comedytrain, ging op zoek naar plaatsen waar zij aan de
Nederlandse variant van stand-up konden werken. Veel jong talent deed ervaring
op in de Comedytrain, die langs cafés trok en later ook een eigen uitvalsbasis
kreeg in café Toomler in Amsterdam. Ook de huidige grote sterren van het
cabaret zoals Hans Teeuwen, Theo Maassen, Najib Amhali, Sanne Wallis de Vries
en Lennette van Dongen, deden ervaring op in de Comedytrain.
De wekelijkse kip verdelen was nooit makkelijk -
Beslissen welk stuk kreeg wie!
Het was een groot gezin voor één enkele kip.
De kippenborst werd in tweeën gesneden:
De ene helft voor mijn vader
De andere opnieuw verdeeld
onder mijn twee broers, elk een vierdepart.
Mijn moeder kreeg een bil.
De andere bil ging naar mijn tantes,
En wij, de kinderen, kregen de vleugels,
De ribben en de rug, de grootte van de stukken
Aangepast aan onze leeftijd het was nooit genoeg.
De kip verdelen was niet makkelijk.
Mijn moeder wilde steevast het karwei vermijden:
Mijn tante Roonak worstelde ermee.
Ik zal niet met
de noorderzon verdwijnen
Ik kom altijd als aan een elastiekje terug
Eens zal ik als het zonnetje in huis verschijnen
is het niet razendsnel, dan is het vliegensvlug
Ik ga niet met man en muis ten onder
Ik zal niet voor dag en dauw vergaan
En dat had je zwart op wit kunnen weten
Ik kom uit een spreekwoord vandaan
Als je een
rechte tunnel vanuit België dwars door de aarde graaft, is de eindbestemming
waarschijnlijk Fiji. Fiji is een eilandengroep met 1 groot eiland en 300
kleine. Het ligt midden in de Grote Oceaan, letterlijk aan de andere kant van
de wereld, vlakbij Australië.
In 1643 wordt Fiji ontdekt door de Nederlander Abel Tasman. De verhalen die hij
vertelt over de eilanden, zorgen ervoor dat er meer dan 100 jaar geen andere
ontdekkingsreiziger naar Fiji durft te gaan. Hij vertelt over de gevaarlijke
koraalriffen waar veel schepen schipbreuk op lopen. Maar zijn verhalen over de
kannibalen maken het meeste indruk.
Kannibalisme
Tot halverwege de negentiende eeuw aten Fijiërs mensen. Dit gebeurde niet
zomaar en niet door iedereen. Alleen priesters en stamhoofden aten mensen (soms
deelden ze de resten met andere leden van de stam) en alléén van hun vijanden.
Dit gebeurde tijdens een ritueel. Er werd speciaal bestek voor gebruikt: een
soort lange vork, omdat het menselijk vlees de lippen van het stamhoofd of de
priester niet mocht raken. Het was een teken van ultieme wraak en macht over de
vijand. Ook geloofden Fijiërs dat de priesters of stamhoofden - en daardoor de
hele stam- door het eten van mensenvlees meer kracht zouden krijgen.
Ook in Europa
Veel mensen vinden het idee van kannibalisme barbaars. Toch was het eeuwen
geleden in bepaalde gebieden van Europa ook gebruikelijk om vijanden te eten.
Een Roemeense vorst uit de vijftiende eeuw, Vlad Dracula, had bijvoorbeeld
enkele soldaten van de Turkse invasiemacht op zijn menu staan.
Tegenwoordig
Behalve verhalen en attributen in een museum, is er in Fiji niets meer te
merken van het kannibalisme. Voor verwelkomingen gebruiken Fijiërs bijvoorbeeld
het woord: 'Bula!'. Dit betekent letterlijk: 'leven'. Hiernaast heeft het nog
andere betekenissen zoals: 'hallo', 'welkom', 'hoe gaat het?' en 'proost!'.
Toeristen worden soms zelfs uitgenodigd om met een familie mee te eten. En nee,
er staat dan geen mensenvlees op het menu. Reken dan maar op heerlijke verse
vis, kokos en ananas.
Zie jij ook
weleens mensen lopen met een grote tatoeage op hun arm? Of met een piercing in
hun wenkbrauw? Mensen versieren hun lichaam steeds vaker.
Tatoeages zijn eigenlijk
al erg oud. Lang geleden, toen mensen nog in berenhuiden rondliepen, was de
tatoeage zelfs onmisbaar. Door middel van versieringen op de huid kon je laten
zien bij welke stam je hoorde. Later kreeg het ook een religieuze functie en
werd de tatoeage gebruikt om status in de maatschappij te benadrukken.
Verandering?
De argumenten van iemand die zijn lichaam versiert met sieraden en tatoeages in
onze maatschappij, zijn niet heel anders. Het is een manier om jezelf te
onderscheiden en een bepaalde groep mensen te vertegenwoordigen. De
statusverhogende werking van sieraden zien we goed terug bij rappers, die
zichzelf met zo veel mogelijk glitter en goud ('bling' genaamd) opsieren.
Tijdelijk of
permanent
Een sieraad is een tijdelijke versiering. Een piercing heeft een meer permanent
karakter (de piercing kan weer worden verwijderd, maar in eerste instantie
blijft het gat bestaan) en een tatoeage neem je in principe voor het leven.
Laser
Wil je er toch vanaf, dan kun je sinds enige jaren de tatoeage met laser laten
verwijderen. Dit gaat niet zonder pijn en brengt gezondheidsrisico's met zich
mee. Sommige inktsoorten laten namelijk gifstoffen in het lichaam achter
wanneer er met een laser overheen wordt gegaan.
De Sahel ligt langs de zuidrand van de Sahara. Het is een niet duidelijk begrensd overgangsgebied tussen de Sahara-woestijn in het noorden en de vochtige savannen van de Soedan-zone in het zuiden.
Dit overgangsgebied is zo'n 200 tot 400 kilometer breed. Van west naar oost strekt de Sahel zich uit over grote delen van de landen Senegal, Mauretanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad en Soedan.
.
Oever
Van nature is de Sahel een gebied met woestijnsteppen, steppen en droge savannen. Het woord Sahel komt uit de Arabische taal. Letterlijk betekent het 'oever'. Voor Arabische kooplieden was de Sahel de min of meer groene oever van de woestijn, die ze na een wekenlange tocht door de Sahara bereikten op weg naar de kust langs de Golf van Guinee.
Tropische zone
De Sahel ligt in de tropische kuststreek tussen 12º en 20º N.B. Kenmerkend voor veel tropische gebieden is een seizoensritme dat wordt bepaald door natte en droge tijden. De natte seizoenen vallen daarbij voor een groot deel samen met de perioden van de hoogste zonnestand. Naarmate een gebied binnen de tropische zone verder van de evenaar af ligt, nemen de natte perioden in lengte af en wordt de periode van jaarlijkse droogte langer. Gebieden met slechts een korte regentijd zijn zeer kwetsbaar.
Kwetsbaar
De Sahel is zo'n kwetsbaar gebied. Bijna alle regen valt er in de maanden juli, augustus en september. De landbouw is van dit korte regenseizoen volkomen afhankelijk. Vaak valt de regen in de vorm van hevige stortbuien, waarbij veel water langs de oppervlakte weg stroomt zonder in de bodem door te dringen.
Onvoorspelbaar
Hoewel de neerslag in Sahel berekend over een periode van enkele tientallen jaren gemiddeld 250 tot 600 mm per jaar bedraagt, is de jaarlijkse variatie groot en onvoorspelbaar. Naast jaren waarin de gemiddelde neerslag wordt overtroffen, komen ook jaren voor die veel droger zijn dan het gemiddelde en dat betekent dan vrijwel onmiddellijk misoogsten.