Mensen zijn altijd gefascineerd door fantastische werelden. Tot voor
kort had de lezer, luisteraar of kijker een passieve rol; het verloop van het
verhaal is immers door de maker vooraf bepaald. Nieuwe media bieden ongekende
mogelijkheden voor interactie.
Een spelcomputer is een computer zonder toetsenbord. Meestal wordt de
spelcomputer, ook wel console genoemd, aangesloten op een televisiescherm. Het
spel wordt gespeeld via controllers, die de speler met de hand bedient.
Gangbare spelcomputers zijn de zogenaamde next-generation consoles zoals de
X-Box 360, Playstation3 en de Nintendo Wii. Naast de spelcomputer biedt ook de
gewone pc spelmogelijkheden via internet of spellen op cd-roms.
Tennis for Two
1958: Tennis for two
Het is het nauwelijks voor te stellen dat de eerste simpele spellen een
revolutionaire ontwikkeling zouden ontketenen. Het eerste spel Tennis for Two
is in 1958 uitgevonden in een laboratorium die de spelmogelijkheid bood op open
dagen van een kerncentrale. Evenals Space War uit 1962 waren deze spellen
gekoppeld aan dure universiteitscomputers met een enorme omvang.
Odyssey
Magnavox Odyssey
De eerste game die voor een breed consumentenpubliek beschikbaar kwam,
was Magnavox Odyssey in 1972. Dit spel was eigenlijk een videogame en geen
computergame, want er zat in de Odyssey geen enkele chip. Het hoofdbestanddeel
werd gevormd door veertig transistors die ervoor zorgden dat op het
televisiescherm punten en streepjes te zien waren, bijvoorbeeld in de vorm van
een bal en twee rackets. In de standaardversie waren twaalf verschillende
spellen te spelen, zoals hockey, voetbal en roulette. En omdat de Odyssey zelf
geen kleuren kon genereren, moest voor elk spel een apart transparant kleurenfolie
op het televisiescherm worden bevestigd. Zo ontstond bijvoorbeeld een
tennisveld of een roulettetafel.
Pong
Pong
In dezelfde tijd werd Pong ontwikkeld. Dat was een tennisspel met een
verbluffend eenvoudige instructie: Avoid missing ball for high score. Pong is
als automatenversie het grootste succes in de speelautomatenindustrie, waar
eerst alleen mechanische spellen en flipperkasten te vinden waren.
Snel daarna begon de producent Atari met een thuisversie van Pong. Het
prototype zat nog vol met honderden draden. Het plan was om alle elektronische
componenten van de automatenversie onder te brengen in één chip. Deze chip werd
de meest geavanceerde die tot dan toe in een consumentenartikel was gebruikt.
Pong bleek dé hit tijdens de kerstverkoop van 1975. Op diverse plaatsen moesten
mensen een paar uur in de rij staan, niet om Pong direct te kunnen kopen, maar
om een bestelling te mogen plaatsen.
Commodore 64
Commodore 64
De Commodore 64 werd één van de meest verkochte computers van de jaren
80 van de vorige eeuw; van de 20 miljoen die er verkocht zijn werd het grootste
deel voor spelletjes gebruikt. In 1985 kwam de Nintendo console op de markt met
het nog steeds bekende spel Super Mario Bros. In 1989 werden twee handhelds
(kleine gamecomputers om in de hand te spelen) uitgebracht, de succesvolle
Gameboy en de grotere Atari Lynx. De Lynx beschikte als enige over een
kleurenscherm. In 1990 kwam de 16-bit Super Nintendo met nog mooiere
spelletjes. In 1995 bracht Sony de 32-bit Playstation uit, inmiddels opgevolgd
door Playstation 2 en de Playstation Portable.
Mogelijkheden
Playstation Portable
Ontwerpers en vormgevers van computergames krijgen door de steeds
snellere processors en videokaarten steeds meer mogelijkheden, met als gevolg
steeds levensechtere spellen. Door het realisme in vormgeving geven de spellen
meer en meer de spelers het idee echt iets mee te maken. Dit gegeven wordt
inmiddels ook buiten de amusementsindustrie herkend en benut. Zo worden
patiënten met een ernstige fobie, zoals hoogtevrees, met virtuele beelden van
hun angstbeelden genezen.
Alles heeft een lengte, breedte en diepte: 3 dimensies. De afkorting
voor driedimensionaal is 3D. Alle mensen waarvan beide ogen goed werken zien de
wereld in 3D. Omdat onze ogen niet precies op dezelfde plek zitten, ziet elk
oog het beeld waar we naar kijken nét anders. Onze hersenen maken van deze 2
beelden een 3D afbeelding met diepte. Hierdoor kun je zien welke voorwerpen
dichtbij zijn en welke ver weg.
Twee ogen
Als je maar één oog kunt gebruiken zie je diepte op een andere manier,
omdat je maar één beeld ziet. Je hersenen moeten het dan met dat beeld
oplossen, want er worden geen verschillende beelden naar je hersenen geseind.
Met één oog let je op de afstand en overlapping van plaatjes en voorwerpen. Als
je bijvoorbeeld naar een huis kijkt waar een auto voor staat zie je een deel
van het huis niet. De auto overlapt een stukje van het huis, zo weet je dat de
auto voor het huis staat.
Scherp stellen
Je ogen functioneren als een soort cameras. Licht uit de buitenwereld
valt door het hoornvlies en de lens op de achterkant van je oog. Daar liggen
lichtgevoelige cellen, het netvlies. Op het netvlies ontstaat een verkleind,
omgekeerd beeld. De oogzenuw geeft het beeld door aan je hersenen. Je oog stelt
scherp door de ooglens boller of minder bol te maken. Dit heet accommoderen.
3D films
Als je naar de televisie of een bioscoopscherm kijkt, zien beide ogen
hetzelfde beeld. Dit komt doordat het beeld in een plak vlak wordt weergegeven
en je ogen geen twee verschillende beelden te zien krijgen. Films met een 3D
effect worden gemaakt met twee cameras. Er wordt een film gemaakt voor het
rechteroog en een film voor het linkeroog. In de bioscoop wordt de film met
twee monitoren tegelijkertijd op het filmscherm vertoond. Met een speciale
3Dbril ziet het rechteroog door het rechter brilglas alleen de rechterfilm. Het
linkeroog ziet door het andere brilglas de linkerfilm. Die beelden worden door
je hersenen samengevoegd. En voilà: je ziet drie dimensies!
Ik denk aan mijn
achterkleinkinderen,
mijn overgrootouders, even ver van mij verwijderd.
Ik ben het knooppunt waar zij samenstromen
en uit elkander gaan, voorgoed gescheiden,
in toekomst en verleden opgenomen,
zonder dat ik het kan verhinderen.
Ik moet hen met
elkaar verzoenen door mijn bloed,
maar kan het niet alleen: mijn moeder en mijn vrouw
zijn mij te hulp gesneld en delen uit haar overvloed
kracht aan mij mee, op straffe van mijn ondergang.
Ik zend mijn
beide dochters voor mij uit,
op zoek naar buitenstaanders voor haar schoot.
Zij wijzen mij de toegang tot de dood,
bedroefd maar zonder er te lang bij stil te staan.
ik denk
als het regent
laat ze niet nat worden
en als het stormt
vat ze geen kou
en ik denk ook
dat dat denken
niet helpt
want je wordt nooit meer
nat noch vat je een kou
want het regent
noch waait ooit
meer voor jou
Hoe bijzonder
kan een nieuwbouwwijk of kantoorgebouw zijn? Erg bijzonder, als het ontworpen
is door Mecanoo Architecten.
Mecanoo
Architecten is een van de toonaangevende architectenbureaus in Nederland. Het
Delftse bureau is bekend van onder meer de Montevideo Woontoren in Rotterdam,
Bibliotheek van de TU Delft en woningbouwprojecten als het Vondelparc in
Utrecht en Nieuw Terbregge in Rotterdam.
Oprichting van Mecanoo
Mecanoo werd in
1984 opgericht door Francine Houben en een aantal studiegenoten. In de eerste
fase van het bestaan van het bureau ontwierp Mecanoo aanvankelijk vooral veel
woningbouwprojecten. Het bureau maakte naam met woningbouwprojecten die, anders
dan in die tijd gebruikelijk was, fris gekleurd en strak vormgegeven waren.
Mecanoo maakte hierbij vooral gebruik van in allerlei kleuren gestuukte gevels.
In de eerste periode van hun bestaan behoorde Mecanoo Architecten tot de
architecten die onder het neomodernisme werden geschaard. Ze gebruikten
namelijk regelmatig citaten van modernisten in hun ontwerpen. Modernisten die
ze citeerden waren o.a. Alvar Aalto, J.J.P. Oud en Le Corbusier.
Mecanoo in de jaren 90
In de jaren 90
wordt Francine Houben directeur van Mecanoo. Vanaf die tijd krijgt Mecanoo
steeds meer een eigen signatuur. Zowel de opdrachten als de ontwerpen worden
groter en veelzijdiger. Het oeuvre van Mecanoo is inmiddels erg breed. Het
bureau ontwerpt onder andere:
·huizen
·scholen
·complete
woonwijken
·theaters
·bibliotheken
·wolkenkrabbers
·parken
·pleinen
·snelwegen
·steden
·hotels
·musea
·kapel
De architecten
van Mecanoo gebruiken verschillende materialen in verrassende combinaties:
·hout
·beton
·koper
·bamboe
·baksteen
·kiezels
·zink
·natuursteen
·vegetatie
·glas
Mecanoo
introduceerde ook het dronken metselwerkverband en de donkerblauwe kleur
"Mecanoo-blauw".
Organisatie van Mecanoo
Mecanoo
architecten heeft een multidisciplinaire staf van ruim 90 mensen. Er zijn dus
niet alleen architecten in dienst bij het bureau maar ook interieurontwerpers,
stedenbouwkundigen, landschapsontwerpers en er is een uitgebreide technische
staf. Ook zijn er kenniscentra binnen Mecanoo op het gebied van duurzaamheid,
techniek, onderwijs, hoogbouw en mobiliteit. Deze kenniscentra ondersteunen het
bureau bij projecten.
Visie van Mecanoo
Bij Mecanoo is
de cultuur en de wens van de opdrachtgever heel belangrijk. De
Mecanoo-architecten observeren de omgeving en passen het ontwerp daarop aan. Ze
houden rekening met de lokale cultuur en geven de opdrachtgevers de ruimte om
hun ideeën te laten horen.
Duurzaamheid
Het ontwerpen
van duurzame, milieuvriendelijke gebouwen is een groot doel van Mecanoo. Vanaf
het begin heeft Mecanoo gebouwen ontworpen die duurzaam zijn. Het
duurzaamheidsteam van Mecanoo adviseert bij elk project en is op de hoogte van
ontwikkelingen en de nieuwe technieken op dit gebied. Duurzaamheid betekent
voor Mecanoo Architecten meer dan het plaatsen van zonnecollectoren op het dak
van een gebouw. Een andere betekenis van duurzaam is namelijk dat een gebouw
lang meegaat, na 10 jaar nog steeds interessant is.
Prijzen
Het ontwerp van
Mecanoo architecten voor het stadskantoor en station in Delft is bekroond met
de Green Good Design Award 2010. Het ontwerp van Mecanoo is uitgekozen uit
duizenden inzendingen van over de hele wereld. Mecanoo richt zich de laatste
jaren vaker met succes op internationale prijsvragen.
Nationaal Historisch Museum
Het Nationaal
Historisch Museum in Arnhem zal in 2011 naar ontwerp van Mecanoo gebouwd gaan
worden. Verder worden er momenteel buiten Europa verschillende projecten
gebouwd naar ontwerp van Mecanoo: Paleis van Justitie in Córdoba- Spanje en het
National Performing Arts Center in Kaohsiung- Taiwan.
Industrieel ontwerpen. Hier gaat het over de auto's
Industrieel
ontwerpen
Van ontwerp naar productie
Een industrieel ontwerper moet met veel dingen rekening houden als hij
gaat vormgeven. Het uiteindelijke product moet namelijk voldoen aan een aantal
voorwaarden.
Het is van belang te weten of er behoefte is aan een nieuw product
(marktonderzoek) en aan welke eisen dat product moet voldoen. Vervolgens moeten
er keuzes gemaakt worden voor materiaal, prijs, vorm, kleur en functionaliteit.
Voorbereiding
Het ontwerpproces begint op papier. Dan volgen computermodellen en
uitvoeringen in driedimensionale proefmodellen. Uiteindelijk wordt er een
prototype gemaakt.
Tijdens de ontwerpfase moeten vormgevers al rekening houden met het
productieproces. Zijn de fabrieken toegerust op het vervaardigen van het product?
Moeten er nieuwe machines komen of kunnen bestaande machines worden aangepast?
Exclusiviteit
Afhankelijk van het product en de exclusiviteit ervan, wordt er meer of
minder aandacht besteed aan de vormgeving. In de jaren 30 lag de nadruk bij het
ontwikkelen van het autodesign op het ontwerpen van auto's voor de gewone man.
De auto moest voor een groot publiek toegankelijk worden. Auto's als de
Volkswagen Kever (1937, het 'Wirtschaftswunder') en de Morris Mini (1959)
werden ontworpen om aan de behoefte van 'Europa in beweging' te voldoen.
De auto-ontwerpers gingen zich meer met de styling van auto's bezighouden. De
verpakking werd erg belangrijk. General Motors nam het initiatief een
onderzoekscentrum voor styling op te richten, onder leiding van industrieel
ontwerper Harley Earl.
Vervoerssysteem
Buick
Samen met collega ontwerpers Raymond Loewry en Henry Dreyfuss ontwierp
Earl een heel nieuw vervoerssysteem. Behalve auto's ontwierpen ze ook
benzinestations, Greyhound-bussen en locomotieven. De auto's die in de jaren 50
in de VS ontworpen zijn, zijn een feest voor het oog: de Chevrolet, de
Studdebaker, de Buick.
Ze hebben allen veel chroom, afgeronde, gestroomlijnde vormen en 'vleugels'.
Het zijn grote auto's ontworpen met veel oog voor detail en keurig afgewerkt,
zowel exterieur als interieur
Kunst is in
Indonesië heel erg verweven in het leven van de mensen. Overal op Java, Bali en
Lombok kom je kunst tegen.
Wayang Kulit
zijn platte leren poppen. Ze worden gebruikt in een soort
poppenkastvoorstelling voor volwassenen. Er is 1 poppenspeler die de poppen
tegen een katoenen doek aanhoudt waar een lamp op schijnt. Aan de ene kant zie
je de poppen en de poppenspeler en aan de andere kant de schaduw van de poppen.
Wayang Kulit
De poppenspeler moet in zijn eentje de poppen bewegen, de stemmen van de poppen
nadoen, het orkest dirigeren en met zijn voeten maakt hij muziek. Het maken van
de poppen is een heel priegelwerk. Er zitten namelijk veel kleine gaatjes in
het leer. Deze gaten kun je goed zien als je aan de schaduwkant van het
katoenen doek zit. De poppenspeler gebruikt een hamer en een pin om ze er een
voor een in te slaan.
Houtsnijwerk
Op Bali kom je vooral houtsnijwerk tegen. Deze houten beelden werden
oorspronkelijk gemaakt om in tempels neer te zetten. Dat gebeurt nog steeds,
maar je kunt het ook gewoon in je eigen huis zetten. Veel houtsnijwerken hebben
een symbolische betekenis. Grote houten penissen zijn bijvoorbeeld een symbool
voor vruchtbaarheid
Batik
.
Bij deze manier
van verven worden er figuren van hars op een stof getekend. Als de stof hierna
in verf gedompeld wordt, krijgt de stof een kleur. Het stuk stof dat onder de
hars zit, blijft zijn oorspronkelijke kleur behouden. Door de stof steeds in
een andere kleur te dompelen en steeds meer stukken met hars te bedekken, wordt
het uiteindelijk een kleurrijke doek met verschillende figuren. Die doeken
worden bijvoorbeeld gebruikt als sarong, een lange soort wikkelrok die door
veel Indonesiërs gedragen wordt.
Nederland is een rijk land. We hebben dat voor een groot deel te danken
aan ons koloniale verleden. Maar er is nog een andere factor die de schatkist
van Nederland jaarlijks een hoop geld bezorgt: het gasveld in Slochteren.
50 jaar geleden, op 22 juli 1959, werd er voor het eerst gas aangeboord
in Groningen. Het zat bijna 2700 meter diep onder de akker van boer Boon. Er
werd toen nog gedacht dat er maar 60 miljard kubieke meter gas te vinden was.
Maar al snel bleek dit een hoop meer te zijn. Er zat bijna 3000 miljard kubieke
meter gas.
Winst
Het aardgas bleek een ware melkkoe te zijn voor Nederland. Al snel werd
het overal in Nederland gebruikt om bijvoorbeeld op te koken of verwarmen. Het
voordeel van deze brandstof is dat het relatief schoon is. Er komt namelijk
haast geen roet of as vrij bij de verbranding ervan. Naast het eigen gebruik
kon het gas goed aan het buitenland worden verkocht, omdat de prijs ervan aan
de olieprijs gekoppeld zit. Omdat olie duur was, leverde het veel geld op.
Bel of geen bel
Gas wordt door leidingen vervoerd
Het gasveld in Slochteren wordt vaak De gasbel van Slochteren genoemd.
Maar eigenlijk is het geen bel. Het aardgas zit opgeslagen in poreuze
gesteenten. Als het eruit wordt gehaald, blijft het gesteente achter. Het is niet
zo dat er niets verandert in de grond, want bij overmatige gaswinning kunnen er
bodemverzakkingen en/of aardbevingen plaats vinden.
Gasvervoer
Er zit zoveel gas in het gasveld in Groningen dat er sinds al 1959
gebruik van wordt gemaakt. Dat wordt slechts voor een klein deel aangevuld met
gas uit het buitenland. Omdat er veel kosten voor moeten worden gemaakt om het
gas door heel Nederland te vervoeren, betaalt iedere Nederlander een ander
bedrag ervoor. Hierbij geldt: des te verder van Groningen, des te meer je
betaalt.
Niet oneindig
Slochteren is geen onuitputtelijke bron. In de jaren '90 was al 60% van
het gas gewonnen. Toch denkt de NAM, het Nederlandse bedrijf dat het gas
exploiteert, dat het gasveld nog ruim 25 jaar mee kan. Maar omdat er steeds minder
druk op het gas komt te staan, kan het steeds moeilijker gewonnen worden.
Daarom is in de jaren '90 begonnen met de renovatie van de gaswinstations. Nu
wordt het gas als het ware opgezogen.
Andere gasvelden
Boortoren
Het gasveld in Groningen beslaat bijna 900 vierkante kilometer en is het
grootste aangeboorde veld in West-Europa. Maar er wordt steeds gezocht naar
andere gasvelden. Want wat als de gasbel van Slochteren straks leeg is? Een van
de plekken waar veel gasbellen worden gevonden is de Noordzee. Maar deze zijn
vaak te moeilijk (te duur of niet te bereiken) aan te boren, waardoor dit nog
niet gedaan wordt.
Ook in de Waddenzee zitten gasvelden. Toen bekend werd gemaakt dat deze
gewonnen zouden worden ontstond veel tegenstand van milieuverenigingen. Zij
waren vooral bang dat de rust in de Waddenzee verstoord zou worden en dat er
veel boorinstallaties in het gebied zouden verschijnen. Toen werd beloofd dat
ze hier niet bang voor hoefden te vrezen, zijn zij toch met de boringen akkoord
gegaan.
Koolstofdioxide
Op dit moment wordt er gesproken om koolstofdioxide in de lege gasvelden
te pompen. Zo wordt geprobeerd om de hoeveelheid koolstofdioxide die normaal in
de lucht komt, op een ander manier kwijt te raken. Bewoners van gebieden met
lege gasvelden staan hier erg sceptisch tegenover, omdat nog niet bekend is wat
de gevolgen voor het landschap en de gezondheid van de mensen zijn.