Bacteriën,
virussen en schimmels
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat is het verschil?
Er
zijn veel organismen die je niet met het blote oog kunt zien. Ze worden
micro-organismen genoemd. Van sommige kun je behoorlijk ziek worden. Het is dan
ook belangrijk dat deze niet in je lichaam komen.
Bacteriën
Een
bacterie is maar één cel groot en heeft geen celkern. Ze zijn zo klein, dat ze
nog net met de lichtmicroscoop te zien zijn. Ze zien er uit als kleine
bolletjes, staafjes of spiraaltjes.
Voorkomen
Ze komen overal voor: op tafel, toilet, kleding, huid... noem maar op. De
meeste zijn niet schadelijk. Maar van sommige kun je doodziek worden. De MRSA
bacterie bijvoorbeeld. Dit is de beruchte ziekenhuis bacterie. Om te voorkomen
dat deze verspreid wordt, wordt in het ziekenhuis alles goed schoongemaakt.
Vermenigvuldigen
Er zijn geen mannelijke en vrouwelijke bacteriën nodig om nieuwe te krijgen.
Een bacterie deelt zich gewoon in tweeën. En dat gaat razendsnel. Als je begint
met één bacterie, dan kunnen er na een halve dag al miljarden zijn. Melk die
buiten de koelkast wordt bewaard, kan dan ook al binnen elke uren zuur zijn.
Penicilline
Tegen bacterieziektes wordt antibiotica gebruikt. Dit medicijn bevat
penicilline, een stofje dat gemaakt door is schimmels. Penicilline doodt de
bacteriën.
Nuttig
Er zijn ook nuttige bacteriën. In de natuur zorgen ze ervoor dat dode planten
en dieren afgebroken worden. Maar ook bij de bereiding van voedsel worden
bacteriën gebruikt. Denk maar aan yoghurt en zuurkool.
Schimmels
Schimmels
kunnen één cel groot zijn. Maar er zijn ook schimmels, zoals paddenstoelen, die
uit heel veel cellen bestaan. Schimmels hebben wel celkernen.
Verborgen
Wanneer je een paddenstoel ziet, zie je maar een klein deel van het organisme.
Het grootste deel bevindt zich in de grond. Vanuit de steel groeien namelijk
heel veel draden de bodem in. Op een beschimmelde boterham of kaas zie je dus
ook maar een klein deel van de schimmel. De draden zitten in het brood of de
kaas.
Diarree
Als je voedsel eet dat bedorven is, kun je diarree krijgen. Voetschimmel kan
huidinfecties veroorzaken.
Nuttig
Bepaalde soorten schimmels worden gebruikt om Franse kaasjes te maken. Ook om
brood en bier te maken wordt een schimmel gebruikt: gist. En net als bacteriën
ruimen schimmels in de natuur dode planten en dieren op.
Virussen
Virussen
zijn veel kleiner dan bacteriën of schimmels. Ze zijn met een lichtmicroscoop
dan ook niet te zien. Onder een elektronenmicroscoop wel. Een virus heeft geen
kern, het is eigenlijk niet eens een echte cel. Het is een eiwitomhulseltje met
daarin erfelijk materiaal.
Veranderlijk
Virussen kunnen alleen overleven in of op andere levende wezens en kunnen zich
snel aanpassen aan de omstandigheden. Het griepvirus verandert bijvoorbeeld
iedere keer een beetje, zodat je steeds weer de griep kan krijgen. Dit is ook
het geval met het vogelgriepvirus en met HIV (het virus dat AIDS veroorzaakt).
Omdat virussen steeds een beetje veranderen, zijn ze moeilijk ze te bestrijden.
Inenting
Bij inenting worden er door een injectie verzwakte ziekteverwekkers of stukjes
van de ziekteverwekkers in je lichaam gebracht. Je lichaam maakt dan
afweerstoffen aan die de ziekteverwekkers vernietigen. Als je het echte virus
in je lichaam krijgt, word je niet meer (zo) ziek. Inenten is helaas nog niet
bij alle virusziektes mogelijk.
|