Deze hoefborden werden met leren banden om de achterhoeven van het paard bevestigd. Bij werkzaamheden op zachte bodem voorkwam men hiermee het wegzakken in de weke ondergrond. De hoefborden werden speciaal gebruikt als het paard moest afzetten bij het trekken van een zware vracht.
De voorloper van de moderne skelter: De 'Vliegende Hollander'. Een prachtig bewaard exemplaar uit de dertiger jaren van de vorige eeuw. Moet je op een skelter je benen gebruiken, de Vliegende Hollander werd voortbewogen door handkracht.
Deze prachtige slee is gemaakt omstreeks 1830 in opdracht van Mattheus Douwes Wiersma, veehouder. Via zijn dochter Hyke, die trouwde met Petrus Bottema, is de slee overgegaan naar hun vijf kinderen Trijntje, Mattheus, Sipke, Rinske en Sipke Bottema. Laatstgenoemde trouwde op 9 juli 1908 met Egbert Hooisma, waardoor dit stuk antiek in de familie Hooisma terecht kwam. Thans is het weer terug in een Bottema onderkomen en in bruikleen afgestaan door wijlen de heer K. Hooisma. Informatiebron:Stichting Oudheidskamer, Oldeboorn.
Het voormalige 'Waech-gebouw', daterend uit de 18e eeuw (1736), voornamelijk dienend als boter- en kaaswaag, verloor zijn functie met de opkomst van de fabrieksmatige zuivelverwerking, Het gebouw heeft daarna nog dienst gedaan als dependance van het Gemeentehuis van de voormalige gemeente Utingeradeel en als Openbare Bibliotheek. Sinds 1988 is er het Museum ' Aldheidskeamer' "Uldrik Bottema" in ondergebracht.
De 'Boorn' doorsnijdt het dorp Oldeboorn. Eens per jaar vindt op deze rivier in augustus een gondelvaart plaats, die honderden belangstellenden naar Oldeboorn lokt.
In het weekend bezocht ik de jaarlijkse reünie van onze familie, die dit jaar plaatsvond in Oldeboorn in de provincie Friesland. In dit dorp staat een toren, waaraan de volgende geschiedenis is verbonden:
Oldeboorn lag eens aan de Middelzee en was toen een belangrijke handelsplaats. In 1723 werd de toren van de tufstenen kerk uit de 13e eeuw door de bliksem verwoest. Om de hoogste toren van Friesland te kunnen bouwen gingen de inwoners van Oldeboorn naar Tzum. Daar stond de hoogste toren van de provincie. Ze maten de hoogte met een touw en dronken vervolgens een glaasje. Dat hadden ze niet moeten doen, want de Tzummers sneden tijdens het gelag een stuk van het touw af. De inwoners van Oldeboorn danken daaraan nog hun bijnaam, de 'Torenmeters' ( Fries: Tuorkemjitters) De toren staat iets scheef door de slappe veenbodem.
Bladerend in mijn fotoarchief werd ik door deze foto ook geconfronteerd met de ontwikkeling van de veerdienst Harlingen-Terschelling door de Rederij Doeksen. In 1948 reisde ik voor het eerst op de oude 'Schellingerland' naar dit Waddeneiland. dat sindsdien 'mijn' eiland is geworden. In 1948 stond het toerisme op dit eiland nog op een laag pitje en de bevolking leefde voornamelijk van de landbouw. Enkele boeren verhuurden hun schuur aan verenigingen, waar je in het stro kon overnachten. Hoe anders is het anno 2008, waarin de inkomsten vooral uit de recreatie komen. Ook de ontwikkeling van de veerdienst hield hiermee gelijke tred en werden de schepen groter en comfortabeler. Op de foto is die ontwikkeling duidelijk waar te nemen.
Rederij Doeksen bestaat dit jaar precies 100 jaar.
1948 was ook het jaar van het 50-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina en ook in de stad Groningen werd hieraan veel aandacht geschonken, zoals op de foto is te zien. Op de Grote Markt Noordzijde werd een groene beplanting aangelegd om de daar achter liggende 'gaten' van de verwoestingen tijdens de bevrijding een beetje aan het gezicht te onttrekken. De wederopbouw liet nog op zich wachten.
Zestig jaar geleden (1948) vond in het na-oorlogse Groningen een grote tentoonstelling plaats in het Stadspark van 25 augustus tot en met 2 september om te laten zien wat men al weer op het gebied van landbouw, industrie, verkeer en handel vermocht.
In totaal bezochten 203276 bezoekers deze tentoonstelling.
Op de foto een grote A, destijds de letter die op de kentekenborden van autos werden aangebracht, waardoor je kon zien dat een auto uit de provincie Groningen kwam.
Het paard met de 4 Heemskinderen symboliseerde Groningen (Peerd van Ome Loeks) en de vier onderdelen van de tentoonstelling.
Nog een oud stukje bebouwing aan de zuidkant van de Oosterhaven. De woningen kijken uit op het gebeuren op het water, waar het Eemskanaal uitmondt in een van de oude binnenhavens van de stad Groningen.