Tussen 1961 en 1974 werden vele oude gebouwen uit de Zaanstreek met diepladers naar de Zaanse Schans gebracht en in oude luister hersteld. De bestaande molens werden gerestaureerd. Ook later zijn regelmatig gebouwen naar de Zaanse Schans verhuisd. Het is een bekende openluchtattractie met jaarlijks ongeveer 900.000 bezoekers. Formeel is het geen museum, maar het is wel opgezet met de bedoeling om het historisch erfgoed te bewaren.
Een schans is een oud militair verdedigingswerk, dat meestal gemaakt was van afgegraven aarde. Schansen werden veel gebruikt tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) als verdediging van strategische plekken, zoals riviermondingen, belangrijke aanvoerroutes over land of als extra verdediging van een stad. Een mooi voorbeeld is de schans van Bourtange in onze provincie Groningen.
De naam Zaanse Schans is ontleend aan de schans die Willem van Oranje in 1574 liet bouwen om zo de Spaanse troepen tegen te houden.
Bijgaande foto toont de toegang tot de oudste wijk van de stad Groningen, nabij de spoorlijn Groningen - Assen - Randstad. Er bestaan plannen om de spoorwegovergang af te sluiten in verband met de toename van het treinverkeer per uur, doch dit stuit begrijpelijk op protest van de middenstand in deze wijk. Plannenmakers zitten achter een bureau en houden geen rekening met de belangen van de middenstand............. Het laatste woord is dan ook nog niet gesproken!
DE GESCHIEDENIS VAN OLIE- EN KORENMOLEN WOLDZIGT( Klik op foto)
Volgens de gevelsteen werd molen Woldzigt in 1852 gebouwd als oliemolen, enkele jaren na de bouw werd een maalsteen geplaatst. Tegenover de molen ligt een haventje.
De molen en het haventje zijn erg belangrijk voor elkaar geweest, waarschijnlijk was de haven er eerder. Aanvoer van lijnzaad uit Groningen en levering van lijnolie voor de verf- en zeepindustrie in Groningen gebeurde via het water.
Koren- en oliemolen Woldzigt onderscheidt zich hierdoor van vele andere Drentse molens: het is een echte industriemolen, een late oliemolen. Allerlei vindingen, die eerder in andere molens gedaan zijn, werden in Woldzigt meteen toegepast.
Om de productie van lijnolie te optimaliseren is het wieksysteem verbeterd, zijn er jalouziewieken aangebracht en is in het begin van de vorige eeuw een stoommachine geplaatst. Later zijn die veranderingen weer ongedaan gemaakt.
De molen is enkele malen van eigenaar gewisseld, toen Rietema de molen in 1919 voor de prijs van de stenen wilde verkopen hebben de inwoners van Roderwolde de handen ineengeslagen en vormden zij een coöperatie zodat de molen voor Roderwolde behouden kon blijven. Later ging deze coöperatie op in de zuivelfabriek Roden-Zevenhuizen.
De molen was in die periode in gebruik als opslag en depot voor kunstmest en veevoer.
Toen de molen begin jaren zeventig ernstig in verval dreigde te raken is de molen aangekocht door de gemeente Roden. Er is een uitgebreide restauratie geweest. Het beheer werd overgedragen aan de St. Olie- en korenmolen Woldzigt.
In de oostelijke vleugel wonen de vrijwillige molenaar en -molenaarsvrouw. In de westelijke vleugel is sinds 1974 het Nederlands Graanmuseum gevestigd.
De Waag in het Friese dorp Makkum stamt uit het jaar 1698. Het vierkante gebouw heeft een tentdak. Het torentje heeft 4 wijzerplaten en op de spits staan een weerhaan en een vlaggenmast. Het pand wordt niet meer als zodanig gebruikt en biedt thans onderdak aan de Stichting Het Friese Hart en de Stichting Ald Makkum. (Archief Kes Bosma)
Ik kwam al surfend op internet een slogan van mijn stad Groningen tegen uit de jaren dertig van de vorige eeuw. De tekst is ontegenzeggelijk maar al te waar, doch het beeld is achterhaald door de tijd. De huidige slogan - "Er gaat niets boven Groningen"- heb ik al prutsend in een nieuw jasje gestoken. Op deze afbeelding heb ik naast het gebouw van de Gasunie beelden van mijn stad weergegeven. Je ziet van links naar rechts de universiteit, de Martinitoren met het Peerd van Ome Loeks, het Gronings museum en de Stadsschouwburg. Op het dak van de Gasunie het beeld van Wladimir de Vries, dat in de volksmond 'Blote Bet' wordt genoemd, maar de Groninger landbouw symboliseert.
Het wordt weer extreem warm vandaag als we de weerkundigen mogen geloven. Wij Nederlanders zijn niet 'gebouwd' om dergelijke hoge temperaturen te ondergaan. Zo'n 22 of 23 graden C. is ons al gauw warm genoeg en stellen je in staat om ook nog iets te kunnen ondernemen. De schapen op de dijk hebben er kennelijk geen last van.
Het was mooi weer gisteren en de zondag deed haar naam er aan. Nu ik door onze auto weer mobiel ben, maken mijn vrouw en ik daar dankbaar gebruik van en zo toerden we gisteren door onze provincie Groningen richting Zoutkamp, eens een belangrijke vissershaven aan de Lauwerszee. Door het indammen van deze zee en daarmee de afsluiting van de Waddenzee heet het nu Lauwersmeer, waarvan door vele watersportliefhebbers dankbaar gebruik wordt gemaakt. Wij kiekten de grazende schapen hier op de dijk.
Als je aan huis gekluisterd bent, blik je vaak terug op je leven. Zo kwam ik al bladerend in mijn fotoarchief bijgaande foto tegen uit 1959. Ik was toen onderwijzer aan de Rabenhauptschool in Groningen en 28 jaar oud. Meer dan 50 jaar geleden en wat lijkt het soms toch maar kort geleden in je herinnering, zo helder staat dit beeld nog op je 'harde schijf'!
Beste bezoeker, Na meer dan een jaar afwezig te zijn geweest op mijn blog ben ik weer in staat de draad op te pakken. Hoewel ik nog enige tijd zal moeten revalideren, ben ik redelijk mobiel en hoop binnen enkele maanden weer de 'oude' te zijn. Daar ik mijn linkerbeen nog niet optimaal kan gebruiken, heb ik een auto met automaat aangeschaft, zodat ik buitenshuis weer foto's kan maken. Tot binnenkort.
Onderzoek heeft uitgewezen dat ik het Non-Hodgkin lymfoom in mijn lichaam heb en dat ik daartoe een chemokuur moet ondergaan om deze ziekte en de uitzaaiingen in mijn enkel te kunnen bestrijden. Het zal u duidelijk zijn, dat ik de periode van 'blog-rust' zal moeten verlengen tot , naar ik hoop, het bereiken van volledige genezing van deze kwaal. Zodra het mogelijk is zal ik me weer melden op deze vertrouwde pagina. Tot dan !
Beste blogbezoekers, Mijn blog ligt er al enige tijd verlaten bij. Naar het scheen was een peesontsteking in mijn enkel de boosdoener, doch inmiddels is komen vast te staan dat in de enkel uitzaaiïngen zijn waargenomen. Ik heb daartoe een aantal onderzoeken achter de rug ( botscan- 2 CT-scans en een mri-scan) en onderga a.s. maandag een botpunctie om vast te stellen of er sprake is van een goedaardige, dan wel kwaadaardige aandoening. In mijn lies is een vergrote lymfeklier waargenomen, waarover ik a.s. maandag een gesprek heb met de specialist. Al met al onzekere tijden, alhoewel ik mij verder goed voel. Daar mijn enkel in het gips is gezet ter voorkoming van breuk ben ik immobiel en blijkt de fotografie van actuele zaken onmogelijk. Ik meld me in een later stadium opnieuw.
Zoals mijn bezoekers gemerkt zullen hebben ben ik al een tijdje 'uit de lucht'. Dat heeft te maken met mijn bezigheden i.v.m. het samenstellen van een jubileumboek van mijn koor over 25 jaar historie en dat kost de nodige vrije tijd. Anderzijds heeft het te maken met mijn immobiliteit momenteel, daar ik al meer dan acht weken last heb van een peesontsteking in mijn enkel, waardoor fotograferen eventjes rust op de plaats betekent. Zodra een en ander weer in goede banen is geleid, zal ik me weer melden op dit blog.
Hoewel de bladeren van de Camelia schimmel vertoont, trekken de bloemen zich hier niets van aan. Als deze plant in bloei staat, weet je dat de warme tijd aanbreekt. Of zou het door het warme voorjaar komen?
In 1990 liep ik op het strand bij Paal 23 en zag dit karkas half verborgen onder het zand. Nog steeds weet ik niet welk dier hier zijn ondergang heeft gevonden. In ieder geval had het dier tanden. Een haaiensoort? Een zeehond? Wie het weet mag het zeggen!
Het Wakend Oog is de naam van het karakteristieke wachthuisje aan de haven. nu in gebruik als koffiehuis. Rond 1680, had Terschelling nog geen haven en lagen de schepen voor anker in de baai . Bij zuidelijke stormen moesten de ruim 60 vissers hun schepen bewaken. Om deze mensen wat beschutting te geven werd door de toenmalige burgemeester, Jacob Moock, een loodsje gezet van wrakhout. In 1882 werd het door toedoen van de zoon van de toenmalige burgemeester Eschauzier herbouwd tot het stenen gebouwtje dat we nu kennen. In gebruik als schippers- & visserssociëteit mocht er de eerste jaren geen drank worden geschonken. Boven de ingang en aan de havenzijde is het ' wakend oog ' ingemetseld.