Vandaag de heetste dag van juli, dus rust op de plaats. Gisteren fotografeerde ik langs het Paterswoldse Meer en daarom vandaag een vervolg. Hoe deze plant aan de waterkant heet , weet ik helaas niet, maar ik vond het de moeite waard om er een plaatje van te schieten.
Vandaag een reactie ontvangen van Thor-able , dat deze plant de mooie naam 'Eupatorium Cannabinum' draagt en in het Nederlands 'Koninginnekruid'. Bedankt Fred!
Deze waterski-ster laat een spoor van golvend water achter zich in de avondzon om even later het evenwicht te verliezen en in het koele water te belanden. Is er een betere sportbeoefening te bedenken in deze warme tijd ? Ik denk het niet!
In deze dagen met voor ons klimaat toch veel te hoge temperaturen word je lam geslagen en zoek je rust en koelte, alhoewel echte koelte nu ook weer niet lukt. Het is dan heerlijk om tegen zonsondergang, als het werkelijk iets afkoelt,een ommetje te maken op de fiets, waarbij je dan ook een zuchtje wind op je weg vindt. Zo fietste ik langs de boorden van het Paterswoldse Meer en 'schoot' dit plaatje, dat een intense rust uitstraalt: het einde van een hete dag !
Vandaag een tegenhanger van de oude bouwtrant in het centrum van onze stad. De laatste jaren rijzen er veel gebouwen uit de grond onder architectuur van hedendaagse architecten en bouwmeesters. Bijgaande foto van het Financieel Adviescentrum van de Rabo-bank is daar een voorbeeld van. Het gebouw ligt aan de uitvalsweg van Groningen, die aansluit op de A7 richting Duitse grens. Geïnspireerd door het succes van de Rabo-ploeg in de Tour de France vond ik dit een toepasselijk plaatje.
Bijzonder is het perk, waarin twee 'bekroonde' letters de aandacht opeisen van de bezoeker. Op bijgaande foto is duidelijk de letter A te herkennen van de vrouw van Willem Frederik: Albertine Agnes.
In deze oase van rust in het centrum van Groningen komen mensen tot zichzelf in de theetuin, waar privacy is gewaarborgd doordat de tafeltjes niet dicht op elkaar staan. Ik sluit hiermede mijn bezoek aan de Prinsenhof af.
Bijgaande tekening - de "vogelvluchtkaart" van Egbert van Haubois- uit 1637 toont aan dat de tuin van de Prinsenhof toentertijd al moet hebben bestaan. In de 17e eeuw werd de oude vestingwal afgebroken tijdens de uitleg van de stad en werd er op verzoek van stadhouder Ernst Casimir in 1626 een 'gaerde' aangelegd. De stadsbouwmeester kreeg opdracht een plan voor de nieuwe tuin te ontwerpen en dat ontwerp is waarschijnlijk zichtbaar op de kaart van Haubois.
Nog in dezelfde eeuw onderging de tuin een verandering. De muur, die de tuin afsloot van de Turfsingel, kreeg een toegangspoort met zonnewijzer, maar Willen IV vond dit in 1730 nog niet fraai genoeg en na een opknapbeurt van de gebouwen kwam de tuin aan de beurt. Hij liet de 'kunstigste' zonnewijzer van Nederland maken.
Foto: De achterzijde van de Prinsenhof met een gedeelte van de tuin.
Na 1800 raakte het geheel in verval. De zonnewijzer werd naar elders verplaatst ende tuin werd gebruikt als marechausseemanege en opslagplaats van bouwma-terialen en kipkarretjes. Pas na 1936 werd er met het herstel begonnen. Eerst in 1953 keerde de zonnewijzer terug, waarvan men met enige moeite niet alleen de tijd, maar ook het mogelijk aantal geschenen en nog te schijnen aantal uren zon kan aflezen.
Opmerkelijk is de Latijnse spreuk, die de bovenkant van de zonnewijzer in de Prinsenhof siert:
"De verleden tijd is niets, de toekomende tijd is onzeker, de tegenwoordige tijd onstandvastig; zorg dat Gij dezen, die alleen de Uwe is, niet verliest !."
Dit straatje met de naam Turfstraat leidt ons naar de buitenzijde van de Gardepoort. Aan de rechterzijde waren vroeger de stallen, doch deze zijn later verbouwd tot woningen. Het is dit straatje, waar vier jaren herinneringen van me liggen, want schuin tegenover de Gardepoort was in de jaren '40 de Prinsenhof ULO gevestigd, de school waar ik in 1948 mijn ULO-diploma behaalde. De school is inmiddels afgebroken en vervangen door hedendaagse woningen.
De naam Turfstraat herinnert aan vroeger tijden toen op de kade langs het kanaal turf uit de Veenkoloniën door binnenschippers werd gelost. De straat langs het kanaal heet ook nu nog Turfsingel.
Op de foto, die ik gisteren plaatste van het Prinsenhof is rechts de Gardepoort nog zichtbaar. Deze poort was er oorpronkelijk niet, want zoals te zien is ligt de poort onder een van de gebouwen van de Prinsenhof. Op verzoek van stadhouder Hendrik Casimir I werd een doorbraak in dit gebouw gemaakt in 1639. Boven en naast de poort werd het Corps de Garde, een militaire wacht, gehuisvest. Vandaar de naam Gardepoort.
Foto: Vanuit deze poort zijn al talrijke foto's gemaakt van het Martinikerkhof met zicht op de Martinitoren.
Reeds ten tijde van de regeerperiode van Frederik Hendrik blijkt dat er in 1541 al gesproken werd over de 'Princenhoff', gelegen aan het Martinikerkhof. Nadat het enkele jaren in gebruik was als bisschoppelijk paleis werd het na 1594 de residentie van de stadhouders van Oranje Nassau. Rechts zie je een van de oudste poorten van Groningen, de Gardepoort. Na de Tweede Wereldoorlog huisvestte dit complex de regionale zender Radio/TV Noord, dat op zijn beurt in september 2005 verkaste naar de oude Electrische Centrale, dat verbouwd werd tot een Mediacentrale. Er liggen plannen om dit complex in te richten als hotel, doch tot op heden is daarover nog geen definitief besluit genomen door het gemeentebestuur.
Bijgaande foto van de Prinsenhof is genomen vanaf de Martinitoren door een mij onbekende fotograaf. Deze foto staat namelijk op de fotosite van RTV Noord en geeft een goed beeld van het totale complex met bijbehorende tuin (waarover later meer).
Vandaag ben ik toch - ondanks de hitte- nog eens naar het Martinikerkhof gefietst, want het zinde mij niet dat ik niet alle details van het huis 'Cardinaal' goed had weergegeven. Bijgaand een foto van het volledige huis en vervolgens de drie medaillons gefotogafeerd met telelens.
Vandaag peddelde ik naar de binnenstad van Groningen om een nieuwe telefoon aan te schaffen, want de huidige functioneert niet meer zo goed. Als je dan toch in de binnenstad bent, dan is er altijd wel iets om op de gevoelige plaat vast te leggen. Ditmaal het Provinciehuis, dat net als het Gemeentehuis ook in de binnenstad ligt. Oorspronkelijk was hierin tot 1602 een school gevestigd tot het werd aangekocht door de provincie. In de loop der eeuwen zijn er steeds aanliggende panden bijgekocht en bijgebouwd tot wat het nu is.
Foto: Het Provinciehuis gezien vanaf de Grote Markt.
Links van het Provinciehuis treffen we het zogenaamde huis 'Cardinaal' aan uit 1559 en nu in gebruik als conciërgewoning. Links op de achtergrond is nog een gedeelte te zien, waarin de Sint Maartensschool vroeger was gevestigd. Het gebeeldhouwde front van deze woning is afkomstig van een afbraak van een woning in de Oude Kijk in 't Jatstraat. We lezen: 'De opeenvolging van Dorische, Ionische en Corintische halve, gecanneleerde zuilen en pilasters, fraaie zuilbasementen en scherp geprofileerde lijsten, vleugelstukken in beide grote trappen van de topgevel en medaillonportretten van Alexander de Grote, konig David en Karel de Grote maken dit geveltje tot een artistiek geheel. "(Uit Historie van Groningen)
Ik ben er kennelijk toch te oppervlakkig aan voorbij gegaan als ik dit lees en ik zal er zeker nog eens heen gaan om dit gebouw nader te bekijken.
De Herestraat - normaliter al de drukste winkelstraat van Groningen - hier gezien vanaf het Waagplein kijkend naar het zuiden toont wel de grote belangstelling voor de slotmanifestatie.
Hier nog een blik op de Herestraat, maar nu kijkend naar het noorden. Links de vestiging van de Bijenkorf, die sinds een paar jaar in deze straat een vaste plek heeft gekregen.
Ook de marktkooplieden, die op de zaterdag de Grote Markt bevolken, schaarden zich onder de Chinese vlag, daarmee het belang van deze slotdag onderstrepend.
Je kon gisteren op de hoofden lopen, zoveel mensen bezochten de binnenstad, oftewel het centrum van Groningen, in het kader van de afsluting van de Landenweek China. Naast de vele stalletjes zagen en hoorden we een Chinees orkestje spelen met de typisch Chinese klagende klanken, die voortgebracht werden op een snaarinstrument, dat wij niet kennen.
Een interessant initiatief: Je eigen naam in Chinese tekens, die geen letters weergeven maar klanken. Ik keek mee over de schouder van dit charmante Chinese meisje.
Ook hier liet ik mijn camera over de schouder meekijken, hoe een Chinese waaier van een naam werd voorzien. De klanken werden eerst gedefiniëerd voordat deze man zijn penseelstreken op de waaier aanbracht.
Ook een modeshow ontbrak niet tijdens deze afsluiting van de landenweek. Bevallige Chinese mannequins showden de typisch Chinese kleding voor het Groninger publiek.
De binnenstad van Groningen maakt zich vandaag op voor de afsluiting van de Landenweek China, na een aantal activiteiten die in de afgelopen week werden georganiseerd. Daarbij viel vooral het optreden op van de 22 kinderen tellende groep Cathey Future Children Art Troupe, die in hun kleurrijke costuums een wervelende show gaven op het Waagplein achter het Stadhuis. Deze kinderen in de leeftijd van 5-12 jaar bleken waardige ambassadeurs van de Chinese Cultuur.
Vandaag is de binnenstad geheel autovrij om plaats te bieden aan honderden kramen in de feestelijk versierde straten. Morgen kom ik hier nader op terug.
Foto: De feestelijk versierde Folkingestraat , waar vóór de WO II vooral veel Joden hun nering dreven en waar nu veel kleine winkeltjes het beeld bepalen. De landelijke ketens kregen hier gelukkig geen voet aan de grond.
In Groningen vindt momenteel de Chinese Landenweek plaats. Gedurende een week staat de binnenstad van Groningen - onlangs verkozen tot de beste binnenstad van Nederland - in het teken van China, zowel economisch als cultureel. Groningen onderhoudt handelsbetrekkingen met dit land en het zakenleven en de industrieën in onze regio hebben tezamen met City Groningen deze week georganiseerd. Morgen meer hierover.
De naam van dit gasthuis is ontleend aan Antonius van Padua, die het ideaal van Franciscus van Assisi om armoede te bestrijden, nastreefde. De gemeente, die geconfronteerd werd met grote armoede onder de Groninger burgers, besloot deze volksheilige te eren door het bouwen van dit gasthuis.
Op deze en volgende foto's een indruk van dit gasthuis, dat nu bewoond wordt door zowel jonge als oude bewoners.
Hier wordt er nog herinnerd aan de geesteszieken, die in dit gasthuis werden ondergebracht, wat het bestuur geen windeieren heeft gelegd trouwens, want het kostgeld van deze patiënten vormde een niet onaanzienlijk deel van de inkomsten. Op de zondagmiddag waren deze patiënten een toeristische attractie, die men vanuit de Dolhuisgang kon 'bekijken'.
De pomp ontbreekt ook hier niet, al wordt deze dan niet meer gebruikt. Het is duidelijk dat de bewoners van het gasthuis voor hun watervoorziening in vroeger tijden op deze pomp waren aangewezen. Het is nu een monument, dat daaraan herinnert.
Op de foto, die ik op 8 juli van de poort van het St.Anthonygasthuis nam, was de tekst minder goed te lezen, zodat ik vandaag een duidelijker beeld aan mijn blog toevertrouw. 'Bestuursleden' lieten in die tijd maar al te graag hun naam in de steen graveren, opdat elke inwoner toch vooral zou weten, wie er verantwoordelijk waren voor aanleg of restauratie.
Nog een paar opnamen, die ik in Esonstad maakte. Op deze foto is te zien dat watersporters hier goed terecht kunnen, want er zijn vele aanlegsteigers geplaatst, waar men zijn boot kan aanleggen.
Een tafereeltje uit het verleden in het jaar 2006 ? Ja, ik trof het gisteren aan in een nieuwbouwplan van de recreatiereus Landal, die bij Oostmahorn aan het Lauwersmeer een bijzonder project heeft verwezenlijkt. Men heeft het de naam Esonstad gegeven en de vormgeving doet enigszins denken aan een Fries stadje uit de Gouden Eeuw.
Detailopname van de bovenkant van de poort. Let op de spreuk in deze foto: "Bespodt niet een out wyf ofte man, Niemand wyet waer t hem toe comen can !"
Een spreuk die ook in onze tijd nog steeds van toepassing is ! Waar of niet ?
Nu ik toch op de Rademarkt aan het fotograferen ben, mag een foto van de poort van het St. Anthonygasthuis niet ontbreken. Dit gasthuis werd in 1517 gesticht en ontwikkelde zich na 1600 niet alleen tot een bejaardenhofje. Tot halverwege de 17e eeuw was het tevens aangewezen als pesthuis, terwijl er aan het eind van de 16e eeuw krankzinnigen werden ingesloten. In 1702 werd op het terrein van dit gasthuis het eerste en lange tijd het enige 'dolhuis' van Groningen gevestigd, dat in 1844 werd afgekeurd en gesloten. Dit gesticht werd omgebouwd tot kamers voor bejaarden. Het straatje achter dit gasthuis heet nog altijd Dolhuisgang en herinnert aan trieste vervlogen tijden.
De Oosterhaven was tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw een drukbezochte binnenhaven, waaraan de pakhuizen nog herinneren. Deze zijn nu verbouwd tot wooneenheden, waardoor het aanzicht behouden is gebleven. In de haven is een passantenhaven aangelegd, waarvan vooral in de zomermaanden veel gebruik van wordt gemaakt.
Vandaag besteed ik aandacht aan gietijzeren decoraties, waarvan mij de diverse vormen intrigeerden. Om iets dergelijks te kunnen maken vraagt toch wel het nodige vakmanschap, waarvoor ik een groot respect heb.
Gistermiddag fietste ik in het zuidoosten van onze stad en had aan de Oosterhaven het zicht op de Sint-Jozeftoren. Deze toren behoort bij de Sint-Jozefkathedraal. Deze kathedraal is een ontwerp van de architect P.J.H. Cuypers.De kerk is in neo-Gotische stijl gebouwd in de jaren 1885/1887. Aanvankelijk werd de kerk als parochiekerk gebruikt tot in 1970 de Sint-Martinuskathedraal tegenover de Rijksuniversiteit werd afgebroken.In 1981 werd de Jozefkerk officieel de kathedraal van het bisdom Groningen-Leeuwarden. Het ontwerp van de toren is op twee punten bijzonder te noemen, namelijk de zeskantige vorm en het gebruik van gietijzer als materiaal voor de 76 meter hoge torenspits.