Hier wordt er nog herinnerd aan de geesteszieken, die in dit gasthuis werden ondergebracht, wat het bestuur geen windeieren heeft gelegd trouwens, want het kostgeld van deze patiënten vormde een niet onaanzienlijk deel van de inkomsten. Op de zondagmiddag waren deze patiënten een toeristische attractie, die men vanuit de Dolhuisgang kon 'bekijken'.
De pomp ontbreekt ook hier niet, al wordt deze dan niet meer gebruikt. Het is duidelijk dat de bewoners van het gasthuis voor hun watervoorziening in vroeger tijden op deze pomp waren aangewezen. Het is nu een monument, dat daaraan herinnert.
Op de foto, die ik op 8 juli van de poort van het St.Anthonygasthuis nam, was de tekst minder goed te lezen, zodat ik vandaag een duidelijker beeld aan mijn blog toevertrouw. 'Bestuursleden' lieten in die tijd maar al te graag hun naam in de steen graveren, opdat elke inwoner toch vooral zou weten, wie er verantwoordelijk waren voor aanleg of restauratie.
Nog een paar opnamen, die ik in Esonstad maakte. Op deze foto is te zien dat watersporters hier goed terecht kunnen, want er zijn vele aanlegsteigers geplaatst, waar men zijn boot kan aanleggen.
Een tafereeltje uit het verleden in het jaar 2006 ? Ja, ik trof het gisteren aan in een nieuwbouwplan van de recreatiereus Landal, die bij Oostmahorn aan het Lauwersmeer een bijzonder project heeft verwezenlijkt. Men heeft het de naam Esonstad gegeven en de vormgeving doet enigszins denken aan een Fries stadje uit de Gouden Eeuw.
Detailopname van de bovenkant van de poort. Let op de spreuk in deze foto: "Bespodt niet een out wyf ofte man, Niemand wyet waer t hem toe comen can !"
Een spreuk die ook in onze tijd nog steeds van toepassing is ! Waar of niet ?
Nu ik toch op de Rademarkt aan het fotograferen ben, mag een foto van de poort van het St. Anthonygasthuis niet ontbreken. Dit gasthuis werd in 1517 gesticht en ontwikkelde zich na 1600 niet alleen tot een bejaardenhofje. Tot halverwege de 17e eeuw was het tevens aangewezen als pesthuis, terwijl er aan het eind van de 16e eeuw krankzinnigen werden ingesloten. In 1702 werd op het terrein van dit gasthuis het eerste en lange tijd het enige 'dolhuis' van Groningen gevestigd, dat in 1844 werd afgekeurd en gesloten. Dit gesticht werd omgebouwd tot kamers voor bejaarden. Het straatje achter dit gasthuis heet nog altijd Dolhuisgang en herinnert aan trieste vervlogen tijden.