Detailopname van de bovenkant van de poort. Let op de spreuk in deze foto: "Bespodt niet een out wyf ofte man, Niemand wyet waer t hem toe comen can !"
Een spreuk die ook in onze tijd nog steeds van toepassing is ! Waar of niet ?
Nu ik toch op de Rademarkt aan het fotograferen ben, mag een foto van de poort van het St. Anthonygasthuis niet ontbreken. Dit gasthuis werd in 1517 gesticht en ontwikkelde zich na 1600 niet alleen tot een bejaardenhofje. Tot halverwege de 17e eeuw was het tevens aangewezen als pesthuis, terwijl er aan het eind van de 16e eeuw krankzinnigen werden ingesloten. In 1702 werd op het terrein van dit gasthuis het eerste en lange tijd het enige 'dolhuis' van Groningen gevestigd, dat in 1844 werd afgekeurd en gesloten. Dit gesticht werd omgebouwd tot kamers voor bejaarden. Het straatje achter dit gasthuis heet nog altijd Dolhuisgang en herinnert aan trieste vervlogen tijden.
De Oosterhaven was tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw een drukbezochte binnenhaven, waaraan de pakhuizen nog herinneren. Deze zijn nu verbouwd tot wooneenheden, waardoor het aanzicht behouden is gebleven. In de haven is een passantenhaven aangelegd, waarvan vooral in de zomermaanden veel gebruik van wordt gemaakt.
Vandaag besteed ik aandacht aan gietijzeren decoraties, waarvan mij de diverse vormen intrigeerden. Om iets dergelijks te kunnen maken vraagt toch wel het nodige vakmanschap, waarvoor ik een groot respect heb.
Gistermiddag fietste ik in het zuidoosten van onze stad en had aan de Oosterhaven het zicht op de Sint-Jozeftoren. Deze toren behoort bij de Sint-Jozefkathedraal. Deze kathedraal is een ontwerp van de architect P.J.H. Cuypers.De kerk is in neo-Gotische stijl gebouwd in de jaren 1885/1887. Aanvankelijk werd de kerk als parochiekerk gebruikt tot in 1970 de Sint-Martinuskathedraal tegenover de Rijksuniversiteit werd afgebroken.In 1981 werd de Jozefkerk officieel de kathedraal van het bisdom Groningen-Leeuwarden. Het ontwerp van de toren is op twee punten bijzonder te noemen, namelijk de zeskantige vorm en het gebruik van gietijzer als materiaal voor de 76 meter hoge torenspits.
Aan de noordwand van de Ossenmarkt staan een paar statige huizen. Op bijgaande foto de helft van het Sichtermanhuis, aangezien de andere helft in de steigers staat voor onderhoud. Dit huis is vernoemd naar de in 1692 in Groningen geboren Jan Albert Sichterman. Na een duel waarbij hij per ongeluk zijn tegenstander dood stak, week hij uit naar Indië waar hij indienst trad van de Verenigde Oostindische Compagnie. In de jaren erna klom hij op tot directeur van de Bengalen en trouwde een schatrijke vrouw. Nadat hij in 28 jaren veel geld en fortuin had vergaard keerde hij met twee schepen in 1745 terug in Groningen met al zijn schatten en bezittingen. Hij gaf opdracht tot het bouwen van het huidige pand en versierde de wanden met schilderijen van Hollandse en Italiaanse meesters, terwijl het pand verder werd ingericht met schitterende zilveren serviezen, Chinees en Japans porselein en allerlei fraaie kunstschatten.
Hij gedroeg zich als een koning en reed door de stad in een koets, getrokken door zes paarden. Hij overleed in 1764 met nalating van vele schulden, waardoor zijn bezittingen moesten worden geveild. Een korte (onvolledige) opsomming: *404 schilderijen van o.a. Rembrandt, Frans Hals, Rubens, Jan Steen en Ruysdael. * Atlassen, boeken en wetenschappelijke literatuur; * Tien 180 delige serviezen * 43 koffie- en theeserviezen * 17 kwispedoors etc. In 1770 werd het huis verkocht en de nieuwe eigenaar splitste het huis in twee delen, waarvan het linker gedeelte nu dus helaas niet zichtbaar is.