“Begin 1945 waren wij op de vlucht bij familie, en vermits er geen kleuterschooltje was hebben ze mij te vroeg in het eerste klasje neergezet samen met het tweede. Daar hoorde ik het afdreunen van de tafels en was geboeid.” GMA Zou het kunnen dat die reciteertoon iets rustgevends had? En ook de herhaling van een aantal woorden, het ritme. Naar het schijnt zou een litanie troostend werken. Los van elke godsdienst. En ritmisch reciteren zou ook een aantal voordelen hebben, los van het memoriseren doet het denken aan wiegen. Zoals mantra's?
'k Kan me voorstellen dat een kleintje tussen de groten van het eerste en het tweede studiejaar een cocon vond in het luisteren naar die dreuntoon, in dat reciteren.
Als kind vond ik de beurberichten op de radio mooi, door de rustige stem en door de vaste opeenvolging van de namen, die ik nu allemaal vergeten ben. Het was een beetje als gewiegd worden.
ACEC : tudumdumdum ~ plus vijf, AZOT : tudumdumdum ~ min vier, KASAI was er ook bij en zo ging de lijst verder.
Het beursnieuws vond ik als kind aangenaam om naar te luisteren, het werd gebracht door een kalme stem in een rustig ritme. Waarover het ging wist ik natuurlijk niet.
De auteur van onderstaande situatie heb ik niet kunnen achterhalen, anders had ik haar/hem allang felicitaties gemaild. De volgehouden kolder in de opbouw van de tekst bewonder ik é-norm. Let op het woordenspel en gaandeweg ook het letterspel.
De heer des huizes had tijdens de eindejaarsfeesten blijkbaar nogal wat drank cadeau gekregen …
na de feesten
Ik had twaalf flessen whisky in de kelder staan en mijn vrouw zei mij de inhoud van iedere fles in de gootsteen te gieten. Ik antwoordde dat ik me van deze onplezierige taak zou kwijten.
Ik trok de kurk uit de eerste fles en goot de inhoud in de gootsteen, met uitzondering van één glas, hetwelk ik leeg dronk.
Ik trok de kurk van de tweede fles en deed hetzelfde met uitzondering van één glas, hetwelk ik leeg dronk.
Ik ontkurkte de derde fles en goot het goede oude nat in de gootsteen met uitzondering van één glas, hetwelk ik leeg dronk.
Ik wriemelde de kurk van de vierde gootsteen en goot de flessen in de glazen, dewelke ik daarna opdronk.
Ik trok de fles van de kurk van de volgende, dronk de gootsteen leeg en gooide de rest in het glas, hetwelk ik opdronk.
Ik trok de gootsteen uit het volgende glas en schonk de kurk in de fles.
Ik trok de volgende kurk uit mijn keel, schonk de gootsteen in het glas en dronk de fles.
Toen krukte ik de gootsteen uit het glas, flesde de glazen en dronk de schonk, daarna schoot ik de schootsteen in en goot de kurken in mijn keel.
Vervolgens keelde ik de dronk en schurkte de kurk in de goot.
Daarna krukte ik de schurk en schrool de schonk.
Toen ik alles had leeggegoten, hield ik met één hand het huis vast en telde met de andere hand de glazen, gootstenen, flessen en kurken. Ik telde er 29. Om zeker te zijn telde ik ze nog eens en kwam tot 74.
Toen het huis weer voorbij kwam, heb ik ze opnieuw geteld en tenslotte heb ik alle huizen, flessen, glazen, gieters en gootstenen geteld, met uitzondering van één, hetwelk ik opdronk.
Heeft iemand dit kunnen uitlezen zonder lachen? Laat iets weten.
m - 08/2017, ongewijzigd natuurlijk, de tekst is meesterlijk af
Die voormiddag viel de verbinding uit. Geen Net, dus geen Seniorennet en geen mails ontvangen of verzenden. En dat juist die dag ! Kalm blijven, zeggen degenen die het kunnen weten.
Goed, ik hield me gedurende 59 minuten kalm bezig in de woonkamer en kwam dan een minuutje naar het scherm kijken of er al beterschap was.
Daarop ging ik in de keuken 59 minuten kalm blijven. En ook in de slaapkamer en toen ook in de badkamer.
Na vier uren intensief poetswerk met gedachten op nul was ik pompaf. Ik wist niet dat kalm blijven zo vermoeiend was.
Om 20h30 (+/-) was de verbinding hersteld en ik moest nog beginnen met het mail- & schrijfwerk.
'k Had het gevoel dat alle werk blijven liggen was die dag, dat ik nog niks gedaan had. Maar 't appartement was wel heel proper. m – EZW-11/2011, herwerkt – en als ik het nu lees word ik wéér moe
Dat is niet altijd even gemakkelijk hoor. Men moet de tijd en de gelegenheid krijgen hé, om het eigen standpunt duidelijk te maken.
Begin januari 2016 ontving ik privé een hysterisch onsamenhangende scheldmail van iemand in antwoord op een tamelijk ernstige zaak die ik openlijk aangekaart had. Na elke mail zond ik een korte verduidelijking, rationeel & zakelijk en in bewoordingen volgens de normen van de welvoeglijkheid. Vooral beleefd blijven! Telkens was de reactie onsamenhangend, agressief en naast de kwestie.
Na de zoveelste mail belde ik die dame, omdat ik dacht dat een persoonlijk contact mogelijk meer in haar lijn lag. Zodra ik mijn naam genoemd had ging haar stem een octaaf hoger en kreeg ik een schrille scheldkanonnade over mij heen. (de stem als wapen) Het stopte pas toen ze de verbinding verbrak.
Daar stond ik dan met mijn standpunt … ik had amper mijn naam kunnen zeggen.
m – HiH-01/2016, herwerkt –al die mails heb ik nog, uiteraard, maar het telefoongesprek niet
“Tja, de postmodernistische leefwerelden, nietwaar! Mijn schoonzoon was amper zes toen hij aan de reeks plus-papa’s begon. De term ‘nieuw samengesteld gezin’ zat zelfs nog niet in embryonale fase bij de dikke Van Dale. Achtendertig jaar geleden heette het dat zij of hij zich met een andere had opgestoken. Na een viertal ‘opstekingen’ gevolgd door ‘afvallingen’ kreeg hij er pas na 10 jaar een definitieve plus-papa bij.
Neen, ik heb me niet de bemoeien met andermans leven. Geen haar op mijn hoofd dat aan zoiets denkt, maar … het steekt wel. Waarom? Omdat mijn lieve schoonzoon er nog steeds onder lijdt, nog steeds zijn woorden moet wikken en wegen en zolang zijn ouders leven op eieren zal blijven lopen. Materieel heeft hij niets moeten ontberen. Integendeel, veel te veel zo maar gekregen, luxueuze pleisters om het gebrek aan ouderlijke inzet en samenhorigheid te verdoezelen. Het ergste van al vind ik, uit liefde voor haar man loopt mijn dochter mee op die eieren. Wie zijn daar de grootste dupe van? Hun twee kuikens, mijn twee bloedjes van kleinkinderen. Aan Brabantse kant zijn er negen kleinkinderen aan de kustkant liefst veertien. Dat vergt nogal een bezoekplanning, getelefoneer en ge-email à volonté.
Wij zijn een soort van bumpergezin al jaren. Dat zo’n situaties stresskippen kweken, ligt voor de hand en soms stresst mijn dochter daardoor mee. Heeft ze haar maandelijkse driedaagse zeur- en huilbuiperiode, dan moeten haar man en ik dat uitzweten. Moet kleinzoon agendagewijs zijn trimestriële verplichtingen nakomen, toegegeven hoofdzakelijk omdat er “iets voor hem aan vasthangt” dan is het hier zuchten en mekkeren geblazen en daar krijgt mijn oude schat een punthoofd van. Hoe afzijdig ik me ook van de situatie van zijn beide ouders al jaren houd, ergens zit ik er mee . Verdorie, ik ben weer aan het doordrammen, en ik wou enkel een van de vele facetten van zo’n plus-situatie tekenen.” TP
De vele facetten van de plus-situatie met de plus-partners en de plus-grootouders … Een plussituatie brengt niet gegarandeerd een plus in de bestaanskwaliteit zo te zien. Was het maar zo, was het nieuwgekozen bestaan maar een simpel optelsommetje van pluspunten.
In mijn beperkt voorstellingsvermogen versmachten de plus-agenda’s de gewone gang van zaken, de flow, zoals dat nu mag genoemd worden.
Zullen we morgen eens naar die speeltuin gaan, daar kunnen we brunchen terwijl de kinderen … ow nee, wachtwa, die van u moeten om twee uur al weg en de mijne zijn pas om vier uur terug.
De nieuwe relatie kan die dag van 14h tot 16h zelf beslissen over het eigen tijdsgebruik. In een speeltuin. Zeg nu zelf …
Dat het 'op eieren lopen' doorwerkt tot in de derde generatie, tot bij de kleinkinderen, daar had ik begot nog niet bij stilgestaan. Maar het is wel zo, het zal wel zo zijn, anders zoudt ge er niet over schrijven.
Als daar nog geen studies aan gewijd zijn, dan moet dat dringend gebeuren want duren studies lossen de boel op newaar.
m – HiH-02/2016, bijgewerkt – bovenstaande tekst werd geplaatst met de toestemming van TiTiPoes
Wacht niet op een wonder maar wees al eens zelf dat wonder van P²
Awel, geloof het of niet maar ooit ben ik een wonder geweest. Zo’n 66 jaar geleden vonden mijn ouders mij een wonder. Jammer dat ik me daarvan niets kan herinneren. Het is er vrij snel uitgegroeid want toen ik tanden moest krijgen ging het wonderlijke er al wat af. En LM was ook een wonder, hij was een jongen na vier meisjes. Hier zitten dus twee gewezen-wondertjes. Overjaarse wonders.
“ … wees zelf al eens dat wonder.” We gaan ons best doen. We werken er aan. Af en toe.
Samengestelde gezinnen hebben soms weinig vrijheid in hun tijdsbesteding. En met de feestdagen al zeker niet.
Beide partners hebben co-ouderschap en de exen leven nu zelf ook in een samengesteld gezin. Er is nu een plus-mama aan de ene kant en een plus-papa aan de andere kant, die misschien op hun beurt co-ouderschap …
Dat brengt voorlopig het totaal aantal betrokken gezinnen in de planning op drie. Die drie gezinnen hebben hun eigen agenda, en die agenda’s moeten kloppen want er zijn ook nog de grootouders. De verwante grootouders én de plus-grootouders, want deze laatsten willen de plus-kleinkinderen er ook al eens bij. Dat brengt het totaal aantal grootouderparen op vier en dat brengt het aantal agenda’s op zeven.
Van zeven gezinnen zeven agenda’s die moeten kloppen qua feestgebeuren met Nieuwjaarsbrieven en envelopjes. De maand januari heeft maar 31 dagen en in het beste geval 5 weekends. Op meer moet men niet hopen.
De planning ivm de familiale eindejaarsverplichtingen begint men best rond Pasen want ’t is maar een kwestie van organisatie.
donderdag meegemaakt bij mijn banketbakker van TP
De klantenruimte voor de lange toonbank was tsjokvol. Naast mij, zo’n nieuw gezinnetje. Kon niet anders dan zo eentje zijn, hun lichaamshouding in een openbare ruimte sprak boekdelen. Hij om en bij de 50, ruw geschat, zij wel wat jonger. Ze kleefden aan elkaar. Ze straalden en gloeiden, misschien voor het eerst samen aan het shoppen voor deze jaarwisselingsdagen. Hij met de arm rond haar frêle schouders, zij wreef met een hand voortdurend op zijn bierbuikje. De triomf van hun openbaar samenzijn.
“Zoet, wat wilde gij crème fraîche of crème au beurre of hebde gij liever da daar, met een beetje fruit of die met die sabayon in? Hij haalde de schouders op: “ Sjoeke, da’t me niet kan schelen, pak maar wat gij graag hebt.”
Zij: “Ja maar, zoet, ik moet dat hier subiet gaan weten zunne.”
Hij beetje zuchtend: “Sjoeke, ik heb al gezegd dat ik geen patteekensman ben, doe uw gedacht.”
Zij: “Voor mij steekt dat ook niet zo nauw, maar ’t zijn de kinderen als die komen. Ons Evy en ons Sharonneke zijn crème fraîche madammen, maar Kurt en zijn lief… wat denkt ge dat uwe zoon graag heeft?”
Hij: “Sla mij dood, da’k het niet weet.”
Zij: “Hoe ge weet dat niet? Hij is nog maar just gaan samenwonen. Ge gaat me toch niet wijsmaken dat gij hem in geen 25 jaar taart hebt zien eten!”
Hij: “Ja zie, Sjoe, wie let daar nu op wat die gasten gaarne eten. Ikke niet.
Zij: “Maar allez, hebde gij dan nooit van zijn leven een patteeken of een taart voor hem gaan kopen?”
Hij liet haar schouder los, kruiste zijn armen boven zijn borstkas: “Jamais de la vie, zij deed dat. Weet uwen ex wat zijn dochters graag eten?”
Zij: “Bah! Ik peins…”
Hij: “Awel, ge moet nie peinzen. Wie moet peinzen weet er geen ballen vanaf. Brigitte, ’t begint hier op mijn systeem te werken en wij moeten nog naar de kiekenmarchand en de Carrefour. Lap ’t is bekanst onze toer. Komt er nog iets van?”
Zij: “Gij hebt gemakkelijk spreken, gij….”
Hij: “Ja, madam, ’t is aan mij. Voor mij… voor ons zo ’n ding daar een met crème fraîche, een met crème hoe noemt dat daar en een met fruit en van dat sabadingens erin. Kunde gij die dozen in een grote plastieken zak steken? En zeg me dan ne keer hoeveel dat ik u moet.”
Zij stond er beetje wrevelig bij. Hun eerste nieuw-samengesteld-akkefietje? Hoe dan ook ze klitten niet langer aan elkaar. Hij rekende af, hield de plastiek zak met dozen boven zijn hoofd en wrong door de klantenzee zich naar de winkeldeur, liep gezwind naar buiten en zij, zij volgde op afstand. Nieuw samengesteld, boordevol goede wil om te slagen, maar die roestvaste habitudes van weleer… Tja, het dametje zal er vele mouwen moeten aanbreien, twee steken recht en een averechts, altijd weer.
In de zoete hoop dat ik hier op geen zere tenen getrapt heb, salut iedereen en tot nog eens een keer. TP
m – HiH-01/2016, bijgewerkt – bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van TiTiPoes
Wat een vriendelijke Garde. Misschien heeft hij (klein)kinderen van die leeftijd.
Dit filmpje werd opgenomen in Stockholm, Zweden. Voor het koninklijk paleis loopt een jongetje, met een paraplu over de schouder en de Paleiswachter, een echte, doet de Scandinavische reputatie eer aan : leefbaarheid. Hij verbreekt het protocol en volgt de kleine jongen in diens belevenis.
Deze voormiddag ging ik boodschappen doen en bij de brievenbussen stond onze man van Bpost. Of ik nog altijd facteur mag zeggen weet ik niet. Hij was blij dat hij iemand zag, want hij was op zoek naar Mevr H Bertens. Op nr 57. Dat zijn wij. Maar hier woont geen Bertens, geen Mevr of geen Mr.
Aan het formaat te zien was het een wenskaart. Het handschrift was mooi. Haast sierlijk. Iemand die nog schoonschrift geleerd heeft op school ? Ô, dacht ik, dit is geschreven door een oudere persoon. Mogelijk heeft die zich van huisnummer vergist, want wij oudere personen zijn soms zo, wij vergissen ons al eens.
- Probeer eens nr 59 ? zei ik.
We stapten tot aan de bussentil van nr 59. Yep! Bertens Henrietta, een mevr, alles klopte.
- Nu kan ik bestellen, zei de man opgelucht, en hij liet de omslag in de gleuf glijden. Merci Medammeke, zei hij en hij verdween naar zijn wit tweewielrijtuig met laadbakjes.
Ziezo, dacht ik, ik ben amper de deur uit en ik heb al een goede daad gedaan. De facteur blij, straks Mevr Bertens blij, de afzender blij, want die wordt natuurlijk hartelijk bedankt voor het kaartje … 'k was amper drie minuten de deur uit en ik had al drie mensen blij gemaakt. Wat een start van het nieuwe jaar.
Op het zebrapad lag een stukje van 1 cent te blinken. Kijk, dacht ik, dit is instant karma, mijn goede daad wordt al beloond. De cent raapte ik op en onderweg naar het supermarktje overdacht ik of ik de cent thuis in ons potje zou doen of ik hem een jaar al geluksbrengertje in mijn tas zou houden.
De inkopen waren rap gedaan. Er was weinig volk, twee kassa’s open … binnen de 20 minuten weer thuis, dat is mijn streefdoel. Dit keer zou dat prachtig lukken.
Voor mij stond een dame, ouder dan ik, met weinig aankopen op de rolband. Drie appelsienen en één blikje. Ik was bijna thuis. En toen … toen had ze een vraag over haar spaarpunten en hoe en wat en tot wanneer, en dan die kaart van de andere spaaractie, dat was haar ook niet duidelijk. De kassierster was zeer geduldig en transfereerde stempeltjes, scande bonnetjes, ze tikte en klikte op het toetsenbord tot haar registratiepost de juiste bieps liet horen, printte een controleticket dat zo lang was als een kerstslinger en gaf toen langzaam en omstandig uitleg aan de mevrouw bij elk getal en bedrag dat een woordje verklaring kon hebben.
Van het stilstaan begon mijn rug te branden en ik voelde gelijk mijn geduld wegsmelten. Wat wilt ge, als een goede daad op straat al onmiddellijk beloond wordt met een cent. Misschien had ik daardoor mijn karma voor het komende jaar al opgebruikt. Vanaf nu geen meevallers meer, voor de rest van het jaar enkel nog tegenvallers zoals deze hier. De eerste van een lange rij. Voorwaar een sombere gedachte.
Onderwijl bleef de kassierster een engel van geduld en hoffelijkheid. De mevrouw bedankte omstandig en voegde er nog een uitgebreid 'beste wensen' aan toe. - Ja, voor u ook hé Medam Bertens! antwoordde de kassierster.
Op slag was alles anders. Ik zag de mevrouw wegschuifelen.
- Was dat Mevrouw Bertens van hier in de straat? vroeg ik. - Ja, nr 59, zij woont op het eerste, mijn Ma op het tweede. Gij kent haar ook? - Nee, niet echt. De naam zegt me iets, da’s alles.
Maar ze zal straks wel blij zijn met haar kaart, dacht ik. Thuis heb ik de straatcent in het spaarpotje gedropt. Geen geluksbrenger dit jaar, dat er kome wat komt.
te gast bij Wim Helsen, Lennert Coorevits met de songtekst Someone Great van LCD Soundsystem
I wake up and the phone is ringing Surprised, as it's early And that should be the perfect warning That something's a problem To tell the truth I saw it coming The way you were breathing But nothing can prepare you for it The voice on the other end
The worst is all the lovely weather I'm stunned, it's not raining The coffee isn't even bitter Because, what's the difference? There's all the work that needs to be done It's late, for revision There's all the time and all the planning And songs, to be finished
And it keeps coming And it keeps coming Till the day it stops
Die dag was het toverlandschap met alom witte of glanzend bevroren randjes veel minder dan de dag ervoor maar hier in huis hadden we nog wel wat toversoep over.
Van zodra het koud genoeg is durf ik al eens iets te koelen zetten op het terras achteraan of op het balkon vooraan. Toen was op het balkon de pot met bouillon feestelijk gekoeld, met de grootste zorg omgeven door sneeuw, zo wit als uw scherm, met daarop glinsterende ijzel. Die ijzel op onze kookpot, niet op uw scherm.
'k Dacht dat ik een breekijzer zou nodig hebben om de pot open te krijgen, maar zo erg was het niet. De aangevrozen mist liet zich zachtjes kraken en daaronder zat een donzig laagje droge sneeuw.
Die mooie koek van fijne ijzel met daarin een zachte vulling van droge sneeuw, daar hebben we geen geslaagde foto van. Jammer. En de soep is op.
“Vroeger hadden we hier nog RMT, de boten die van Oostende naar England voeren, waaronder de jullie vast bekende de 'Prins Filip'.” VDL
De schepen van de RMT waren niet echt gekend bij de mensen van de lange omvaart. Misschien wel bij de West-Vlamingen, maar zeelieden uit andere landsgedeelten wisten enkel dat het ferries waren.
Degenen die de lange omvaart verlieten om op een ferry te gaan werken werden beschouwd als softies die elke avond thuis wilden zijn. Diegenen onder hen die de wijde rust van de volle zee misten en weerkeerden naar de lange omvaart hielden die tussenperiode in hun loopbaan liever stil. Echt waar. Mogelijk mee vanwege de postjespakkerij aldaar en het politiek favoritisme dat er sterk speelde.
Wanneer hun ferry-periode in een gesprek toevallig aan het licht kwam begonnen die mensen zich te verantwoorden : er was een zotte verliefdheid geweest of een echtgenote of een zwangerschap …
Zo bevestigden zij zelf dat overzet-vaart een tramdienst is, het is werken op het water, meer niet. Varen ..., dat is léven op het water en dat doet men bij de lange omvaart, bij de koopvaardij.
Eerste indruk : Mevr Van Wijck kent dit programma absoluut niet. Ze verbaasde zich over de naam van de hond, ze wist niet dat ze de tekst een tweede keer zou moeten voorlezen en ze wist niet dat men als afsluiter de kijker slaapwel wenst, ook al zijn de opnames overdag. "Slapen ze denkt ge?" ... Mô! Van Wijck toch!
December was mijn gloriemaand niet. Het is een opluchting dat het al januari is. Alsof de kalender daar iets mee te maken heeft. Soit. Hoe heet dat eigenlijk wanneer iemand een tijdje in de lappenmand ligt, een laptitude? Naar analogie met dat slap gevoel, de slaptitude.
Om een dip te doen keren, ga naar You Tube en kijk efkes een lacheding. Hier wil dat al eens helpen. Ik zou voorschrijven: vier keer per dag, na het eten een lachfilmpje. You Tube is echt een archief wat lachedingen betreft. Gaston en Leo zijn misschien een goeie starter. En tekenfilms! De klassiekers van ooit. Ook vaak goed voor de glimlach.
Hier is het konijn Thumper de ster van het moment :o)
"Volgens sommige bronnen is temari een bepaald balspel, gespeeld met temariballen, maar de meeste andere bronnen spreken alleen over de ballen als temari. De temariballen, dus ook wel alleen temari genoemd, zijn ballen die dmv een bepaalde techniek versierd zijn met gekleurde draden.
Tegenwoordig zijn het piepschuim (polystyreen) balkernen waaromheen draden gewonden worden, zodat de kern van de bal uiteindelijk niet meer zichtbaar is. Deze ondergrond van draden doet nu dienst als een soort ophanging voor andere gekleurde draden. Met deze gekleurde draden zijn allerlei fantastische patronen te maken en deze ballen zijn dan ook veel meer een kunstvoorwerp dan een gebruiksvoorwerp bij een balspel.
Vroeger bestond de kern uit een prop, gemaakt van lapjes restanten kimonostof. (bedoelt men zijde?) Kleine reepjes stof werden er dan omheen genaaid waardoor een bal ontstond. Daarna werden gekleurde zijdedraden gebruikt, die uit de lappen van de kimonostof waren gehaald om die om de bal te wikkelen en door het vastnaaien van die draden ontstond een zeer stevige bal. De betekenis van het woord temari is niet helemaal zeker. Die lijkt wel zeer voor de hand te liggen, omdat 'te' van temari 'hand' betekent en 'mari' betekent 'bal' en de betekenis dus 'handbal' kan zijn, maar anderen wijzen er op dat 'mari' afgeleid kan zijn van 'maru', dat cirkel betekent en dan kan 'temari' ook 'met de hand gewonden' betekenen.
Geschiedenis
De geschiedenis van temari is ook niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat tijdens de Heianperiode (794-1192) een soort voetbalspel, genaamd kemari, uit China naar Japan kwam. Bij dit spel was het de bedoeling dat een bal, de kemaribal, gemaakt van hertenhuid, de grond niet raakte tijdens het rondschoppen van de bal. Het waren voornamelijk de hovelingen en aristocraten die zich hiermee vermaakten en dan met name de mannen. Daarna begonnen de dames ook een balspel te spelen, maar dan met de handen, het overgooien van de bal. Dit spel heette dan temari.
De dames begonnen de ballen te versieren en er ontstond een soort wedijver wie de mooiste bal had gemaakt. Hoewel er ook nog mee gespeeld werd, werd het steeds meer als een vorm van kunst gezien. Dergelijke ballen werden toen ook wel 'goten-mari' genoemd, hetgeen 'hof-ballen' betekent. Hieruit zouden dan de huidige technieken voor het maken van temari(ballen) zijn ontstaan. In de Edoperiode* werd de temari zeer populair onder de bevolking en maakten de moeders en grootmoeders een temaribal voor hun kinderen en werden de ballen, bijvoorbeeld op Nieuwjaarsmorgen, als presentje gegeven. Een dergelijke bal zou geluk brengen. Zo werd tevens de techniek van moeder op dochter doorgegeven. (…)
Het maken van temari of temariballen wordt de laatste jaren steeds populairder en ook in het westen beoefenen steeds meer mensen het temari maken. Temari wordt nu ook veel meer als kunst of volkskunst gezien en nauwelijks meer als speelgoed. (ik zou er een kerstboom mee versieren)
Tegenwoordig gaat men uit van wit piepschuim in bolvorm. Hierop wordt een eerste laag van naaigaren gewikkeld. Deze dient als hulplaag voor het vastzetten van de draden die hierna komen.
Vervolgens wordt de bal omwikkeld met naaigaren in verschillende kleuren, met behulp van spelden om het garen te leiden. Door gebruik van verschillende kleuren en het leiden van het garen ontstaan de patronen.
Er zijn websites in het Nederlands en het Engels, waar gedetailleerd wordt ingegaan op de achtergronden en het maken van de temariballen."
Wij wensen elkaar bijna automatisch gezondheid en zo. Ondertussen zijn een aantal mensen wel écht met iets anders bezig :
bucket list
"Een bucket list (letterlijk: emmerlijst) of loodjeslijst is een lijst met dingen, die iemand nog gedaan wil hebben voor hij sterft (to kick the bucket, het loodje leggen).
Terminaal zieke mensen stellen soms nog een bucket list op. De naam is vooral populair geworden door de in 2007 uitgekomen film The Bucket List.
Het opstellen en eventueel publiceren van de lijst helpt bij het realiseren van de gestelde doelen. Bij het opstellen kan bijvoorbeeld uitgegaan worden van de levensverwachting, van wat men als kind altijd al wilde doen of nagaan waarvan men het meeste spijt zou hebben als het tijdens het leven niet gedaan zou worden." Wikipedia
Oei. Dat is een hele uitleg, en die gaat over reële situaties die vandaag bestaan.
De loodjeslijst, wat een dwaze vertaling. Onachtzaam en prutserig. Eén typfout en er staat iets anders.
Voor mezelf mag het droomlijst heten, of Morpheuslijst.
Men kan zo'n lijst wel opstellen, maar om die plannen uit te voeren moeten de mogelijkheden en middelen er zijn. Fysieke mogelijkheden en financiële middelen. Het ontbreken daarvan beperkt de lijst of maakt dat sommige wensen blijven wat ze zijn, wensen.
De uitleg van Wikipedia eindigt alsof enkel volwassenen zo'n lijst zouden hebben? Roos Rebergen zingt over een jong meisje in een oorlogsland dat eer ze zal omkomen, wil meegemaakt hebben wat vrijen is.
Nog jongere mensen hebben nog een ander soort lijst. Hoe jonger de mens, hoe schrijnender de lijst. Uiteindelijk heet hij Make-a-Wish.
“het verleden is het enige deel van je leven dat je niet kan veranderen.” MDL °1939
Een waarheid zou ik die bedenking niet noemen MDL, Mijn moeder (toen 85) dementeerde niet en toch hertekende zij haar verleden constant.
Zij was oa de nagedachtenis van mijn vader aan het reconstrueren, ze was van hem een heilige aan het maken. Creatieve geschiedschrijving, zo noemden wij het, is verwant aan negationisme.
Mijn zussen en ik zwegen uit beleefdheid en ook om haar gemoedsrust niet te verstoren, als zij wou fabuleren dan was dat maar zo. Al die nieuwe interpretaties lieten we ongemoeid. Maar zij was dus wel degelijk zijn en haar verleden aan het veranderen hoor.
De afgelopen dagen heb ik me bezig gehouden met opzoek- en typwerk en LM nam gewillig de keukenwerkzaamheden over. Waarschijnlijk was hij blij dat hij daar nog eens vrij spel had.
Toen ik gisterenavond mezelf in de koelkast een hartversterkertje ging bezorgen zag ik dat hij een fles met belletjes geopend had. Die flessen konden onmogelijk al voldoende gekoeld zijn.
Ik voorspelde hem naweeën, want de fles voelde misschien wel koud aan, maar de drank er in was nog niet koud! Ik vertelde over verschrikkelijke, ondrááglijke naweeën. Hij schamperde me zachtjes de keuken uit terwijl ik aan een klein glaasje proletarische pils nipte. Voldoende gekoeld, lekker koud. Op het glaasje staan smurfen.
Vandaag was er de position switch. Tussen koelkast, kookplaat en waterkraan wervelde ik als vanouds. LM kwam af en toe eens kijken en zijn hulp was hoffelijk, hij hield af en toe de juiste kastdeur voor me open. Al waren dat eerder toevalstreffers dan alertheid. Galant, dat wel, maar meer dan deuren-doen hield zijn hulp vandaag niet in, ocharme. Een en al deernis was ik, want den dierbare zag er zo uit :
Ze zijn groter geworden, de kleinkinderen. Ze zijn niet alleen gegroeid, hun interesses zijn ook verschoven. Ze zijn niet meer echt aanwezig rond haar tafel. Hun oprechte glimlach van ooit is nu plichtmatig en hun gemeende omhelzing werd een voorzichtig zoentje want ze dragen nu make-up.
Naarmate de gangen elkaar opvolgen verliest ook haar glimlach zijn glans. Iets doorbreekt haar rozig nestgevoel. Plots ziet ze wat al jaren aan het komen was. De mannen zullen met zware stemmen over politiek en voetbal en tactiek beginnen, de vrouwen met harde stemmen over financiën en opvoeding en werk. De kleinkinderen zijn als enigen rustig, men hoort ze niet : smartfoon en ipad. Bij hen vindt ze ook geen weerklank meer.
- Was het lekker?
Men haast zich haar te verzekeren dat het lekker was en men gaat verder met de gesprekken. Ze zit daar aan het hoofd, te kijken, verloren in eigen huis. Ze vraagt zich af wat het verschil is met vroeger. De kleinkinderen zijn groot geworden. Dat is het verschil.
De mama's en de papa's van toen zijn nu moeders en vaders en hebben tijd aan zichzelf voor gesprekken over economie en politiek en tactiek. Dingen die men op TV ook kan horen. Mét ondertitels.
Het is een gang van zaken die te voorzien was. Er zullen geen gezelschapsspelletjes meer komen. Ze keek de tafel langs, het was alsof ze kroost en nakroost voor de eerste maal zag. Voor de eerste maal in deze gedaante. Het is voorbij, dacht ze. Dit is de laatste keer, besloot ze. En ze voelde naast weemoed ook iets van opluchting.
m – HiH-12/2016- herzien - niet bang zijn van eigen weemoed, men kan dat baas