" De Stad der blinden "
Oorspronkelijke titel : " Ensaio Sobre a Cegueira "
Uitgeverij : Meulenhoff -1998 - pag ;319
ISBN 90 290 5657 6
***
Het zijn niet de ogen die zien, maar de hersenen. Ogen zijn lenzen, maar ze vormen wel het contact met de wereld. Wat er gebeurt als die lenzen dienst weigeren, is wat José Saramago onderzoekt in zijn roman : "De stad der blinden."
Het begint met een man die voor het stoplicht in de auto zit te wachten. Wanneer het licht op groen springt, wordt hij blind, het laatste wat hij dan heeft gezien is de rode zon van het verkeerslicht, voordat zijn ogen verzinken in een 'melkzee'. Vreemd genoeg is de wereld niet donker geworden, maar wit, verblindend wit .
Probeer je maar eens voor te stellen hoe het is om niets meer te kunnen zien van wat je altijd zag, en de wereld alleen nog uit herinneringen en geluiden bestaat. Je vertrouwt erop dat als het je overkomt, er genoeg hulpmiddelen zijn en mensen om je heen om toch nog een menswaardig bestaan te hebben. Het lijkt erop dat de schrijver heeft geprobeerd uit te drukken hoe gecompliceerd en wanordelijk het leven wordt als iedereen blind zou zijn. Er zijn geen beelden meer, alleen nog maar woorden en geuren.
Alles loopt door elkaar heen, niemand heeft meer overzicht. De lezer krijgt door deze interpunctie iets van deze wanorde mee. Soms weet je inderdaad niet meer wie WAT zegt. Je moet wel heel goed bij de les blijven (net als die blinden in hun situatie) om je leven nog een beetje ordelijk te houden. Het is interessant om te zien hoe Saramago dat emotioneel benadert. Door het aangrijpende verhaal heen, achter de verschrikkelijke werkelijkheid blijft de opdracht: 'Wie ogen heeft, die kijke. Wie zien kan, neme waar,'
Steeds meer mensen worden slachtoffer van wat de 'witte ziekte' wordt genoemd en al gauw worden via overheidswege de slachtoffers en de besmetten (zij die met de blinden in contact zijn gekomen) opgesloten in een voormalig gekkenhuis, afgesloten van de buitenwereld, zwaar bewaakt door militairen die de opdracht krijgen elk die probeert te ontsnappen neer te schieten. Het verhaal concentreert zich vooral op zeven naamloze personen, de genoemde automobilist ,een prostituee, de vrouw van de automobilist, een loensend jongetje, een oude man die een oog mist, een oogarts en zijn echtgenote. Mysterieus genoeg behoudt deze vrouw, steevast aangeduid als 'de vrouw van de oogarts', haar zicht, maar zij veinst blindheid om niet van haar man gescheiden te worden.. Slechts zij blijft gespaard voor de blindheid. Zij zal tot het einde toe steeds de blinden tot steun zijn. Zij is hun ogen, hun lijn met de wereld.
Soldaten die het terrein bewaken, behandelen de blinden als beesten. Steeds meer glijdt de steeds toenemende gemeenschap af totdat er sprake is van totale anarchie. Deze leidt uiteindelijk tot grof misbruik van de vrouwen (mishandeling en grove verkrachting) in ruil voor eten. Uiteindelijk vermoordt de vrouw van de oogarts de leider van de verkrachters. De verwording is compleet.
Dit zwaarmoedige, maar bij vlagen toch ook humoristische boek, hoeft eigenlijk verder geen betoog. Het laat zien tot welke ontluisterend niveau de mens kan afglijden, tot welke daden hij in staat is als er maar een zweem van een vrijbrief voor is. Het laat ook zien tot welke moed en veerkracht sommigen in staat zijn als het er om spant. De harde strijd om het bestaan kleedt alle mensen tot het bot uit. Daartussendoor gloort af en toe een sprankje hoop....de liefdevolheid van individuen tot elkaar.
Dit boek leest als een sneltrein maar dan wel een die in de sombere, donkere nacht rijdt en waarvan de bestemming onduidelijk is . Zijn wij niet allen blind? Wat weten wij van het leven. Zitten wij niet op de troon van de welvaart, worden we niet geleid door dat kleine vernisje dat techniek heet? Maar wat als er ook maar IETS niet goed gaat? Wat als de mens het helemaal vanaf de basis zelf moet doen?
José de Sousa Saramago , is geboren op 16 november 1922 uit een daglonersgezin in het dorpje Azinhaga in de provincie Ribatejo (Portugal) . 'Saramago' is de naam van een wild kruid, en tevens de roepnaam van zijn vader. Bij de burgerlijke stand wordt deze roepnaam per ongeluk aan zijn naam toegevoegd. José Saramago heet dus voluit José de Sousa Saramago. Na een hele reeks betrekkingen, van autohersteller, slotenmaker, tekenaar tot ambtenaar bij de gezondheidsdienst, komt hij op een drukkerij en in de krantenwereld terecht. Al tijdens zijn studie mechanica is hij echter een fervent bezoeker van de openbare bibliotheek van Lissabon. In 1944 huwt hij Ilda Reis . Hun enige kind, Violante, wordt in 1947 geboren. Dat jaar komt ook zijn eerste roman (Terra de Pecado -Het land van de zonde uit. Hij schrijft nog een onafgewerkte roman, maar stopt met schrijven omdat hij volgens zichzelf 'niets behoorlijks meer te melden' heeft. Tot 1966 legt hij dan ook de pen neer. Eind de jaren vijftig begint hij bij een uitgeverij te werken, zodat hij de Portugese schrijverswereld leert kennen. Vanaf 1955 werkt hij deeltijds als vertaler. In 1966 verschijnt zijn eerste dichtbundel (Os Poemas Possíveis), in 1970 zijn tweede (Provalmente Alegria). In 1967-68 werkt hij aanvullend als literatuurcriticus.. In 1969 sluit hij zich aan bij de Communistische Partij van Portugal . Zijn ster rijst; hij wordt literair criticus en politiek commentator, lid van het bestuur van de zojuist opgerichte Portugese Schrijversbond en tenslotte adjunct-hoofdredacteur. Na de scheiding van zijn vrouw in 1970 begint hij een relatie met de Portugese schrijfster Isabel da Nobrega. In 1972 en 1973 is hij redacteur bij het dagblad Diário de Lisboa, Hij besluit zich op zijn 53ste aan de literatuur te wijden. Dat is een sprong in het diepe omdat hij al een tijd niet meer schrijft en weinig op zijn palmares heeft (een paar poëziebundels, verzamelde journalistieke stukken en een roman).
Vijf jaar later, in 1980 krijgt hij succes in eigen land met zijn roman 'Opgestaan van de grond', over de mensonwaardige levensomstandigheden van de Portugese landarbeiders. In 1981 breekt hij internationaal door met zijn roman 'Memoriaal van het klooster'. In 1988 huwt Saramago de Spaanse journaliste Pilar del Rio . . Zij is tevens de vertaalster van een aantal van zijn boeken. Haar familie geeft Saramago's boeken uit. In 1992 gaat hij op het Spaanse Canarische eiland Lanzarote in vrijwillige ballingschap wonen. Zijn roman 'Evangelie volgens Jezus Christus' is door Portugese bisschoppen als godslasterlijk bestempeld en daarom door de minister van Cultuur geweigerd als kandidaat voor de Europese Aristeion-prijs Op Lanzarote schrijft hij een reeks dagboeken en romans.
Op 8 oktober 1998 krijgt José Saramago de Nobelprijs voor Literatuur.
Saramago houdt een aantal eredoctoraten aan de Universiteit van Turijn (Italië), Universiteit van Sevilla (Spanje), Universiteit van Manchester (Verenigd Koninkrijk) en Coimbra (Portugal).
Romans : Terra do Pecado 1947 ("Het land van de zonde", niet in het Nederlands vertaald); Manual de Pintura e Caligrafia, 1977 ("Handboek van schilderkunst en kalligrafie", niet in het Nederlands);
Levantado do Chão, 1980; ("Opgestaan van de grond", niet in het Nederlands)
Memorial do Convento, 1982 (Nederlands: "Memoriaal van het klooster", 1990) O Ano da Morte de Ricardo Reis, 1984 (Nederlands: "Het jaar van de dood van Ricardo Reis", 1999)
A Jangada de Pedra, 1986 (Nederlands: "Het stenen vlot", 2002)
História do Cerco de Lisboa, 1989 (Nederlands: "Het beleg van Lissabon", 1996) O Evangelho Segundo Jesus Cristo, 1991 (Nederlands: "Het evangelie volgens Jezus Christus", 1993) Ensaio sobre a cegueira, 1995 (Nederlands: "De stad der blinden", 1998)
Todos os Nomes, 1997 (Nederlands: "Alle namen", 2000)
A caverna , -Het schijnbestaan -2002
O Homem Duplicado, 2002 (Nederlands: "De man in duplo", 2003)
Ensaio sobre a lucidez, 2004 (Nederlands: "De stad der zienden", 2005)
As intermitências da morte,2005 (Nederlands: "Het verzuim van de dood", 2006)
As pequenas memorias,2006 (Nederlands: "Kleine herinneringen", 2007)
Internationale prijzen :
1992 - Internationale Literatuurprijs van Mondello (Palermo) voor het hele oeuvre; 1998 - Nobelprijs voor de Literatuur;
|