heel de nacht regende het, zij het met tussenpozen en even leek het of het een zonnige dag zou worden, maar dat was een illusie; maar zoals de Ieren zeggen: slecht weer bestaat niet; alleen slechte regenkledij.
Dus hebben we onze beenspieren nog eens goed laten werken en zijn we voor de verandering op de fiets gesprongen want we hadden ons als doel gesteld: de Rijn zien. Die zouden we in Wörth moeten vinden; en dat was ook zo maar de weg in Wörth zelf was niet echt aantrekkelijk; we passeerden achterbuurten, station en een winkelcentrum, dus keiveel trafiek en dat in een gezapige regenbui… er zijn mooiere fietspaden, maar soit, het was maar het laatste stuk dat wat tegenviel want van hier tot in de stad was het echt wel fijn fietsen.
Aan de Rijn hebben we onze bokes opgegeten; veel brasserieën, cafetaria's of cafeetjes kwamen we niet tegen; bij ons zouden ze er al lang geld uit geslagen hebben, maar om één of andere reden behouden ze hier liever de natuur en laten ze de Rijnkant niet bezaaien met horecazaken. Geen slechte visie, maar ja, we hebben soms wel eens zin in een koffietje...
Om die saaie stadsweg niet meer te hoeven doen namen we de Rheinradweg; fantastisch mooi jaagpad langs de Rijn, dat vele fietsers vinden. Maar we zagen de bui hangen: donkerblauwe wolken kwamen op hun sokken vanaf het westen aangedreven en we wisten: als het nu begint te regenen, houdt het niet meer op. En nog voor we Neuburg bereikten was het van dat. Eerst zabberen en toen hield het op met stillekes regenen;
Edgard had zijn regenbroek en regenjas aan, met kap op! Ik reed in mijn blouse met een plastiek poncho erover; nat werden we uiteindelijk allebei. Of het nu van het zweten was of van de regen, laat ik in het midden.
In Scheibenhardt deed mijn achterwerk zo'n zeer dat ik per se ergens binnen wilde; we zagen maar één zaak die open was: het oude douanekantoor. Het was ons ontgaan dat we op de grens met Frankrijk reden. Gelukkig hadden ze lekkere cappuccino; meer moest dat niet zijn.
Onze droge kleren aangetrokken en dan maar weer de regenkledij erover en huppekee: verder richting Dierbach; dat hoopten we toch want de aanduidingen hier zijn niet dik bezaaid! Dus toen we de grens passeerden ging er een lichtje branden: dat was de goeie richting niet. Dan maar een stukje terug tot we Wissembourg zagen staan; gelukkig hadden we gisteren bij onze wijnboer een kaart gekocht; anders had de gps ons moeten thuis brengen en dat ding doet nog altijd niet wat ik graag zou willen (ik ken hem dus nog altijd niet goed genoeg).
Een lange, bijna saaie baan door het Mundatwald; we hebben onze lichten maar aangestoken want de automobilisten hielden zich niet allemaal aan de aangegeven snelheid en er was geen afgescheiden fietspad… maar we geraakten in Steinfeld en toen wisten we dat we vandaag nog thuis zouden geraken.
In totaal legden we op die kleine plooifietskes een dikke 58 km af; onze conditie is niet slecht! We zijn er niet kapot van, dat is een goed teken.
Gisteren kochten we bij onze gastheer een doos wijn; de eerste fles hebben we gekraakt met de laatste kaas uit de Pradameealm van Malbun; heerlijk!
Ondertussen loopt deze Stellplatz heimelijk vol; al zeker 4 Carthago's en natuurlijk een stevige afvaardiging van Hymers. En verder Bürstner, Detthlefs, en minder bekende merken. Edgard houdt ze allemaal nauwlettend in het oog. Die wijnboer heeft dat goed gezien: mensen staan hier voor een habbekrats, komen daarom eten aan een heel democratische prijs en kopen allemaal wijn. Uiteindelijk heeft hij toch een goede omzet. De plaatselijke bevolking komt hier blijkbaar ook geregeld; we zagen gisteren heel wat vaste klanten en allemaal vertrokken ze met minstens 6 flessen wijn. Ik kan hem geen ongelijk geven. Geeft, en ge zult ontvangen… heel letterlijk te interpreteren.
Ondertussen zijn we proper gewassen (in die grote badkamers hier!) en hangt onze kledij te drogen (want de verwarming doet het nog altijd!); de zon doet zelfs moeite om door de wolken te priemen! We zijn toch zo'n gelukzakken!
met pijn in het hart hebben we onze geliefde (streek) achter gelaten vanmorgen; ooit moet het afscheid toch genomen worden… (en hopelijk maar voor enkele maanden).
We reden naar 'beneden', richting Bodensee; heel toeristisch, maar niet al te druk. Vanmorgen had ik nog een babbeltje met iemand die in Konstanz woont; hij zei dat ze dit jaar, ten gevolge van de hoge waterstand, een muggenplaag hebben, waardoor ze allemaal de Bodensee ontvluchten (tot 18u hebben ze last van die beestjes… ook ni plezant).
Even file gehad in een dorp waar je maar 30 km/u mag rijden, maar verder ging het heel goed. We namen even autostrade boven de Bodensee, tot Rotweil. Vanaf daar ging een mooie 'rode weg met groen streepje ernaast' recht naar 'boven' richting Karlsruhe. Een weg die zich slingert door grote en kleine dorpen; je maakt geen snelheid maar hebt ook geen file en het is mooi.
Dichter bij Karlsruhe zijn we weer de autostrade op gegaan want in die muizennest wil je liever niet verdwalen.
Dan koers gezet richting Dierbach, naar de Stellplatz die we morgen wilden aandoen maar aangezien we deze middag al bij de overnachtingsplaats waren die we in gedachten hadden, zijn we dus door gereden.
En WAT EEN ONTDEKKING! Bij een wijnhandelaar zijn er 29 Stellplatzen, voorzien van stroom, vlakke ondergrond (gras), WC, douche, water tanken en lozen, internet,… alles voor 6€ per dag want ze vragen wel 10€ maar je krijgt een tegoedbon van 4€ die ze meteen verzilveren, zodat je slechts 6 € netto betaalt; in het weekend kan je er op de koop toe voor 5- 8 € eten!!! broodjes kan je bestellen! Weinig campings die zoveel service geven want de toiletten zijn heuse badkamers! Wij hebben dit nog niet meegemaakt, tenzij we 6 keer zoveel betaalden.
We hebben meteen 2 nachten geboekt want je kan hier heel mooi wandelen (en fietsen als je daar benen voor hebt). Wijngaarden zo ver je zien kan. En nog een afschijnsel van 'bergen' tegen de horizon, kwestie van niet al te snel te moeten afkicken, he.
We gaan nu een hapje eten en straks mails bekijken want we hebben het hier reuze naar onze zin!
Veel hebben we nog niet gezien, maar we hebben toch al een aantal dorpen en streken, bergen en wandelingen gesmaakt; vandaag wilden we nog naar Warth, dat richting Lech ligt, omdat we hoorden dat het zo mooi skiën is van daar naar Lech. Ne mens kan niet goed genoeg voorbereid zijn.
De wekker ging niet af maar we haalden toch de bus; als het moet kunnen wij rap zijn. Het is een klein uurtje rijden naar Warth; daar namen we meteen de lift naar boven (1885 m) al was het weer daar niet wat we gewoon zijn geworden, haha. We waren niet de enigen; zelfs de buschauffeur kwam naar boven om eens tussen twee ritten in een streepke te trekken. Zijn figuur deed niet vermoeden dat hij dat zo vlotjes kon maar toch!!
We liepen naar de Hochalp hütte (1970m) en vandaar naar de Saloberkopf (2043m). We moesten regelmatig een trui of een jasje aandoen, maar konden toch heerlijk picknicken in de zon, die af en toe tussen de wolken door kwam piepen en die het landschap meteen een veel aangenamer uitzicht gaf. Dat is zo; hoe graag we ook in de bergen lopen, zonder zon en met dreigende wolken met lagere temperaturen is het ineens een stuk minder aantrekkelijk. Waren ze ook nog werken aan het uitvoeren op dat pad, maar ja, wie graag de lift neemt moet dat ook accepteren want die liften komen er niet vanzelf!
We kwamen aan de Körbersee rond half twee al aan; vandaar was het nog anderhalf uur lopen naar Schröcken; we besloten de eerste bus te laten gaan en het rustig aan te doen; het is niet voor niks onze laatste dag hier;
Naar het dal toe kwamen we door een héél mooi stukje, bezaaid met stenen in grillige vormen; veel ervan waren uitgesleten; door ijs? Of water? Misschien kwamen de gletsjers enkele tientallen jaren nog tot daar! Nu zie je een paar eenzame plekjes wit liggen, boven de 2500 m, en je weet niet of die er over tien jaar nog zullen liggen; op foto's in brochures zie je in elk geval dat er al veel verdwenen zijn.
In Schröcken kwamen we bijna een uur te vroeg aan en er was echt niks te beleven. We hebben wel navraag gedaan bij een huis dat dicht bij de bushalte ligt, maar de prijzen zijn daar even adembenemend als de bergtoppen! Voor een appartementje van een zakdoek groot (30 m2) durven ze daar 97 € vragen pn! Maar de skibus stopt wel voor de deur! Haha! De bus nemen is inbegrepen in de skipassen… je moet alleen een half uurtje vroeger opstaan.
De bus kwam mooi op tijd en we geraakten vlot terug in Lugen (aan onze Spar), maar daar zagen we dat we geen half uur meer hadden alvorens het onweer zou losbarsten dus wij twee richtingen uit: Edgard naar de camping om tafel en stoelen nog droog op te bergen en ik naar de Spar om de laatste boodschappen te doen; we hadden net alle garagedeuren gesloten en wilden nog even de camper zelf verluchten, toen de eerste druppels vielen; als dat geen geluk hebben is! En dat is niet de eerste keer deze vakantie, hoor!
Het was een buitengewoon mooie vakantie; we dachten dat we het beste al hadden gehad in Spanje, maar het stukje Oostenrijk dat wij deze maand ontdekt hebben gaat voor ons met alle sterren lopen. Vooral omdat je hier in de zomer zo vlotjes hoog kan gaan wandelen (zonder enige meerkost want de gastenkaart geeft gratis toegang op bussen en kabelbanen); je vertrekt op 800- 900 m en stapt uit de liften (minstens) 1000 m hoger; daar kan je eindeloos wandelen in zuivere lucht; dat is een onbetaalbaar gegeven. Wij konden hier zelfs fietsen, en verder dan we tot hiertoe konden; de hellingsgraad is zelfs voor mij te doen; het weer ging ook hier op en af, maar het kwam telkens weer in goed; we hadden vaak alleen 's nachts regen en overdag toch zonnig weer; dit is een aanrader voor iedereen die graag in de bergen zit, aan een betaalbare prijs, op een wondermooie plek. Ons gaan ze hier nog vaak zien! Bij leven en welzijn, wel te verstaan. Ne mens moet met twee woorden spreken. We zijn dankbaar tot in de toppekes van onze tenen dat we dit mochten meemaken, voelen, zien, smaken, ervaren.
nu we onze tijd niet meer moeten steken in het inzamelen van informatie wilden we nog eens lekker stappen (zoals elke dag, haha). We namen de bus naar Mellau en daar de lift naar 1600 m. Daar kozen we de weg naar de Edelweisshütte, maar eerst liepen we in de richting van de Kanisfluh, een kanjer van een dikke 2000m die we vanop de camping zien liggen. Het stuk dat naar de top van die grote jongen gaat, hebben we maar laten liggen voor een andere keer omdat het weer niet erg stabiel was. Niet dat het slecht was want het was prima wandelweer, maar er hingen zo toch van die donkere wolken in de buurt (die wel elke keer de andere kant op gingen) en die vertrouwde we niet erg. Vannacht heeft het goed geregend, met klank en lichtspel erbij; tot twee keer toe, volgens Edgard, maar ik heb het maar één keer gehoord.
De Edelweisshütte is een heel verzorgde hut; je kan er super lekker eten, en ook overnachten. Aan het sanitair zie je veel, he?! Ewel, dat liet niks te wensen over! Integendeel; sommige hotels kunnen hier niet aan tippen.
Ze lopen altijd in traditionele kledij, en dat heeft iets.
Tot aan de hut was het een drukke weg want hij was heel goed begaanbaar en breed; ook bij het vertrek aan de hut leek de weg zich zo verder te zetten, maar het zou de allereerste keer zijn dat wij niet ergens een steil stuk zouden doen. We deden het onszelf aan omdat we niet wilden aankomen op de weg naar Damuls maar in Au zelf; en dat bleek een goede keuze.
We liepen door een heel speciaal bos; ik kan niet benoemen wat dat bos met mij (en met ons) deed, maar het was geen gewoon bos. Ik hoop er nog vaak terug naartoe te kunnen gaan; Edgard noemde het een sprookjesbos; ik hou het op een mystiek bos. Het raakte aan verdriet bij mij, maar het 'gaf' ook troost… nogmaals: heel speciaal.
Volgende keer doen we de wandeling zeker omgekeerd: in Au naar boven en boven Mellau met de lift naar beneden en dan de bus terug. Dat moet heel mooi zijn ook.
Die Edelweisshüt is vanuit heel wat richtingen bereikbaar; ze is ook 's winters open; als we hier zijn loop ik er vast nog een keer naartoe.
Thuis gekomen zijn we dan toch maar aan de eerste voorbereidingen voor de terugreis begonnen: fietsen in de garage, alles herschikken zodat het onderweg bereikbaar is; de mat is al langer opgeplooid omdat ze regen en onweer verwachtten en het niet fijn is om zo'n gigantisch ding nat mee te sleuren (7m/ 4m). Of we het nu willen of niet, morgen is onze laatste dag hier aangebroken; de terugreis laten we nog een paar dagen duren om het afscheid niet te bruusk te maken; op alle toppen die we beklommen hebben we geschreven: we komen terug! (dat is een wens natuurlijk; we hopen het toch).
Vanmorgen aan de bushalte hoorden we echt Vlaams spreken; een groep mensen van het Sterrenhuis in Brasschaat met heel wat begeleiders; Edgard ondersteunt het management van die vzw die heel wat mensen met een handicap opvangt. Ze zijn hier in het Hollandheim: een Nederlandse stichting die de grond heel goedkoop kon kopen omdat die altijd in de schaduw ligt; ze hebben er met vrijwilligers een groot heem op gezet en als er een groep komt (enkel voor mensen met een beperking), dan komt er een koppel van de stichting als 'heemmoeder en -vader'. Zij poetsen alles op, maken bedden klaar, voorzien eten in de keuken… Alles draait op vrijwilligers!!! van (die) Nederlanders geen kwaad woord! Ze gingen vandaag op uitstap: één groep ging overnachten in een hut, een andere ging naar Au, nog een andere ging een lage wandeling maken; De deelnemers zagen er in elk geval allemaal heel content uit! En ook de begeleiders kwamen ons ontspannen over; de nachten waren goed, zegden ze, en dat doet veel natuurlijk.
Morgen nog een dagske richting Warth omdat we nog niet zo ver waren; daar is ook een lift; daarna over de berg naar Schröcken en dan weer de bus naar hier. Zo leren we alle dorpen wat kennen; we kunnen hier nog 30 jaar rondlopen! We proberen soms onze favorieten op te noemen maar we geraken er niet uit. Elke wandeling had zijn specialiteit. En we hebben toch o zo genoten van alles; Dhanyavad!
aangezien het weer hier beter blijft dan we durfden hopen, wilden we op de Diedamskopf toch eens naar het kruis boven op de berg lopen; bij de vorige wandeling daar in de buurt waren we te moe om die berg er nog bij te nemen.
Maar eerst hebben we onze informatieronde verder gezet; naar het bureau voor toerisme in Au: daar kregen we een boek met alle adressen van vakantieverblijven in het Bregenzerwald! Met prijzen voor zomer en winter, foto's en ligging. Ook informatie over de skipassen en de wandelmogelijkheden in de winter. Over dat laatste krijgen we tegenstrijdige informatie, dus dat zal zelf te ontdekken zijn.
Gewapend met alle mogelijke brochures zijn we over huis gegaan om het even in te kijken; we besloten nog één woning op te zoeken, die goedkoper zou zijn dan Bergblick en die ook dicht bij een bushalte zou gelegen zijn. (dat bleek achteraf foute info te zijn).
Maar na het eten hebben we het zekere voor het onzekere genomen en zijn we eerst naar de Diedamskopf gegaan (allez, hebben we de lift genomen). Boven zagen we weer iemand met een rollator die richting kruis liep! Zijn kleinkinderen hielpen hem over de goten in de weg; wellicht heeft die man zoveel heimwee naar die wandelingen dat hij dat nu nog altijd doet, zij het dan in heel kleine stukjes; maar chapeau want hij doet het toch maar!
In de winter zijn de liften hier allemaal betalend (met skipas of per rit) maar in de zomer dus niet! Een luxe!! We waren zo snel bij het kruis dat we besloten de daling tot het middenstation wandelend af te leggen. Het is een drukte van belang op die weg, al ligt die zo hoog in de bergen. We hebben nog een kort zonnebad genomen en zijn dan maar afgedaald tot Schoppernau.
In de lift hoorde ik andere mensen Nederlands spreken; ik dacht dat het Belgen waren, maar het waren Brabanders (Eindhoven). Zij komen hier, jawel, al 34 jaar en hebben 8 jaar geleden een appartement gekocht in Reuthe, niet zo ver hier vandaan. Ze bemiddelen zelfs voor een projectontwikkelaar die hier vakantiewoningen bouwt. De man vertelde ons hoe zij hier in al die jaren de expansie meemaakten; elk jaar komen er nieuwe liften bij; het is ontdekt als wintergebied: al 50 jaar geleden bouwden ze hier liften! Vanaf november ligt hier sneeuw, en tot begin april is het hoogseizoen (met kleine tussenpauzen van 1 of 2 weken)!
Iets wat je de Oostenrijkers moet nageven: zij proberen hun land en hun tradities te bewaren; je ziet hier even goed jonge mensen in klederdracht; je hoort nog altijd de Tirolermuziek; en wat heel bijzonder is: toen ze merkten dat buitenlanders (oa Russen, Duitsers en Nederlanders) hun huizen begonnen in te pikken, hebben sommige gemeenten besloten dat je hier als buitenlander niets kan kopen, tenzij je hier komt wonen. Dan betaal je mee aan alle infrastructuur en dan hebben zij geen leegstand want dat gebeurde wel: mensen kochten een huis of appartement en kwamen maar 6- 8 weken per jaar; de rest van de tijd stond het leeg. Dat was niet goed voor de dorpelingen die winkels open houden. Als je hier iets koopt, moet je de bakker, de supermarkt, de restaurants maximaal ondersteunen. Wij hebben heel veel respect voor hun keuze; alleen in vakantiedorpen kan je iets kopen, maar dan zit je in een getto van buitenlanders. Zo gaat het er hier in Au- Schoppernau in elk geval aan toe; hopelijk doen meerdere gemeenten het zo; dan blijft Oostenrijk oostenrijks.
We zien de boeren weer massaal hun hooi binnen halen; als we dat zien houden we ons hart vast want dan gaat het meestal regenen, maar tot hiertoe houden we het hier nog droog en héél zonnig… morgen misschien wat onweer, maar waar dat losbreekt weet niemand.
Nog iets dat ons opvalt: de koeien hier hebben een proper achterwerk! Bij ons hangt hun poep vol strrr; zou het aan het gezond eten liggen? Waarschijnlijk wel; hier krijgen ze geen chemische troep binnen; gelukkig!
We zien nog altijd veel kinderen mee op pad in de bergen; de Nederlanders met schoolgaande kinderen zijn vertrokken. De Duitsers en Zwitsers nog niet. Die kinderen lopen hier de bergen op en af alsof het molshopen zijn! Soms zijn ze maar 5 jaar oud maar dapper als Galliërs!
Vanavond zijn we in Bergblick ons verblijf van januari gaan vastleggen; alleen de naam vragen ze! Geen voorschot! Als je maar wil verwittigen als je niet zou komen… het zou er nog moeten bij komen! Wat een vertrouwen! Als we in maart of begin april door Duitsland mogen met de banden die nu op de camper staan, dan komen we misschien nog wel even terug in de periode waarin hier nog sneeuw op de bergen ligt (de banen zijn toch open). Dan kan Edgard zijn (ski)hartje twee keer ophalen. Wie weet hoeveel jaren ons nog gegund zijn…niks laten passeren, he?!
De Oostenrijkers zelf vinden dat het een slechte zomer was, maar als wij horen hoe het in België is, dan kussen wij ons twee pollekes!
we gaan jullie niet meer lastig vallen met de namen van de bergen waar we opkropen, want ons palmares wordt te groot. In het begin schreven we het nog op voor onszelf maar we zullen geen enkele wandeling vergeten; ze hebben allemaal iets speciaals.
Het weer zou vanaf vandaag 'onstabiel' worden, en er werd onweer verwacht in de namiddag… ewel, wij hebben er niks van gezien! (maar andere stukken van Oostenrijk kregen ons deel erbij! Grote schade!!!). Deze morgen viel er wat nattigheid toen we in Rhemen vertrokken, maar dat was te weinig om een jas aan te doen. Daarna scheen de zon weer en was het behoorlijk warm, maar eenmaal wat hogerop viel de temperatuur reuze mee. Tijdens de klim hadden we weer een gratis saunabeurt.
Maar ik loop vooruit: we zijn vanmorgen nog wat gaan prospecteren en je raadt het nooit: we vonden appartementjes tussen de 52 en 58 € pn. Ik zit niet zo graag in hotels omdat je daar 's avonds die verplichte nummertjes hebt: praten om te praten, vaak, en veel te veel eten omdat het aangeboden wordt en de anderen zeggen dat je het per se allemaal moet proeven. Vorig jaar waren wij de uitzonderingen die maar een sla en een hoofdgerecht aten en heel soms een toetje. De anderen deden zich aan maar liefst 5 gangen te goed! Ik krijg het in elk geval niet binnen.
Dus liever een appartementje waar ik zelf kan koken; en zo vonden we er eentje voor ons twee; niet al te groot, maar heel netjes (zoals alles in Oostenrijk) en vlakbij de bushaltes die Edgard naar alle mogelijke kabelbanen kan brengen om te gaan skiën. We werden ook al een stukje wijzer: wandelaars kunnen blijkbaar ook een kaart kopen voor bussen en kabelbanen (wat in de zomer gratis is, met je gastenkaart, vanaf 3 overnachtingen). Als er iemand met ons mee wil rijden kan die in een gastenkamer gaan of ook een appartementje nemen met 2; dan kunnen we samen wandelen en zijn we toch allemaal vrij. Zo voelt het goed.
Morgen gaan we het vastleggen voor januari. Ik moet nu denken aan mijn moeder die 6 maanden genoot van de vakantie die kwam en 6 maanden genoot van de vakantie die voorbij was… den appel valt toch niet zo ver van den boom.
We waren in de vroege namiddag thuis en hebben wat rust genomen want we voelen het toch, hoor! Onze beenspieren zijn al in conditie maar onze rug is nog niet gewoon aan het dragen van de rugzak, elke dag weer. Ik neem alleen het hoogst noodzakelijke mee; Edgard neemt nog altijd al het mogelijke mee; die is altijd op alles voorzien… en ik ook, maar met veel minder gerief, haha. Een plastieken poncho weegt niks (Edgard heeft een regenjas én een poncho mee), een regenbroek weegt meer dan natte benen, een sjaal kan dienen om me af te drogen, om op te zitten of om me warm te houden, dus dat is meer dan genoeg, en toch voel ik het. Maar we hebben geen tijd om stil te zitten; dat zullen we in België wel doen; het is hier veel te mooi…
We horen van heel wat mensen dat ze al jaren naar hier komen; sommigen misschien uit gemakzucht, maar velen zeggen: je geraakt hier niet uitgewandeld; er zijn zoveel mogelijkheden, binnen handbereik, dat je niet kan zeggen: dat hebben we nu gehad. We weten nu niet meer of we volgend jaar naar Spanje of naar Oostenrijk zullen gaan; we hebben nog tijd.
Edgard wilde me voor Moederdag mee uit eten nemen; dus geen short en bottinen aan maar een kleedje; op de camping keken ze allemaal een beetje raar, haha. Maar het was super lekker! Dankjewel!