Vandaag zondag 14 augustus zet ik me voor de eerste maal in deze reis aan de blog. Het is een beetje Ingrid haar ding maar op haar verzoek neem ik graag een keer over.
Vanochtend hadden we de wekker gezet om wat vroeger op te staan omdat we in Au centrum de bus wilden nemen naar Damüls. Het is een zijdal maar maakt ook deel uit van het gebied Bregenzer Wald.
We hebben de lift genomen naar de Elsenalpstube; boven voelden we al dat we geen grote of topzware toer zouden doen zoals gisteren. Het uitzicht was weer adembenemend maar een kortere wandeling volstond. Voor ons is dit dan nog wel een tochtje van 1800 m naar 2070 m waar we, met picknickpauze inbegrepen, een viertal uren voor nodig hadden. Nadien hebben we ons getrakteerd op wat zoetigheid met koffie want dat hadden we weer verdiend.
Het was toch nog een pittige klim, vooral op het laatste stukje. Maar vandaar konden we de Bodensee zien waar druk op gezeild wordt. Je voelt je dan een beetje op het dak van de wereld staan met dat immense berglandschap en al die ruwe toppen die er hoog bovenuit komen.
Op het terras bij de lift begonnen we met onze eerste informatieverzameling om hier in de winter te komen skiën en wandelen. Nadien beneden ook bij een vakantiehuis wat info gaan vragengevraagd en bij het terugkeren in Au idem dito. In Au mochten we zelfs een appartement bezichtigen. Het was helemaal nieuw en maximum voor vier personen. Waarschijnlijk voor een prijs in de winter van 70 euro per dag is dat vrij aantrekkelijk want alle andere prijzen die we kregen lagen een stuk hoger. Deze week zetten we onze informatieronde nog verder maar we hebben wel besloten volgende winter eens niet met Joskreizen mee te gaan maar naar deze streek te komen met ons twee of met nog twee andere medereizigers die dit aantrekkelijk zouden vinden.
Het weer was vandaag weer top en dat maakte de wandeling extra aangenaam. We beseffen iedere dag hoe goed wij het hebben en zijn daar ook heel dankbaar voor. Langzaam maar zeker begint het bij mij door te dringen dat op pensioen gaan toch wel iets aantrekkelijks heeft. Ingrid gaf het eerder al aan: deze regio ( Bregenzerwald) is voor ons een echte ontdekking en een streek waar we nog lang niet klaar mee zijn.
(op de 1ste foto kan je zien welke weg wij afdaalden; dat was de 'zachte kant'; bij de beklimming hebben we geen foto's gemaakt!)
Eigenlijk is het de 12e 's avonds… enkele bedenkingen: Het is opvallend hoe vriendelijk mensen op campings, en gewoon ook op straat, in de bergen zijn; niemand passeert zonder de ander te groeten; is het minder mooi weer, dan zitten we allemaal in hetzelfde schuitje en kijken we allemaal omhoog en glimlachen we naar mekaar met een gezicht van: tja, daar moeten we het vandaag mee doen. Het is ook heel fijn om te zien hoe intens ouders op campings met hun kinderen bezig zijn; de kleintjes leren hier fietsen, of steppen; ze leren van mekaar de knepen van het muurklimmen (als die aanwezig is op de camping) of ze duwen mekaar op de schommel of op fietsjes. Kinderen maken snel contact met elkaar, maar jonge ouders ook. Velen van hen zijn hier met de grootouders erbij; ook een leuke combinatie en super comfortabel voor de ouders, maar ook fijn voor de grootouders want ze hebben niet de hele dag de kinderen onder hun hoede. Ongelooflijk veel mensen met redelijk kleine kinderen komen we tegen op de bergwandelingen! Eentje zagen we zelfs met een gordel aan en met een koord verbonden met de papa; héél slim want die kleintjes zijn snel en het is niet overal even veilig, maar die mannekes vliegen de bergen op en af, veel soepeler en sneller dan de volwassenen! Leuk ook te zien dat er zoveel families met kinderen hier wandelen; en we horen die niet eens zagen! Het is natuurlijk ook adembenemend mooi, hierboven! Je ziet en leert zoveel op een camping; zeker op één die goed gestructureerd is als deze; mensen weten waaraan ze zich moeten houden, zowel qua snelheid op de wegen tussen de percelen als qua avondrust; iedereen is de hele dag buiten, vaak hoog in de bergen, en 's avonds is alleman moe, dus niemand heeft er behoefte aan om lang op te blijven of kabaal te maken. Edgard weet in een mum van tijd wie waar staat met welk voertuig; hij heeft veel 'werk' op een camping; ik zie ons vader terug; die had ook alles in het oog. Plezant.
Ondertussen hebben we een plan: we hebben ons verblijf hier met 3 dagen verlengd: de 19e vertrekken we richting Bodensee maar we hopen in Hornberg te geraken (220 km); aan de Bodensee is het pokkeduur en druk. De 20ste hopen we bij een wijnboer in Dierbach te kunnen slapen, op een camperplaats. De 21ste slapen we in de Eifel, in Gemünd, zodat we de 22ste thuis kunnen zijn. We rijden nog langs Houthalen rond om daar te horen of die mensen de zorg voor onze verwarming willen opnemen; Urbano heeft ons vertrouwen al lang beschaamd; we hopen zonder hen verder te kunnen, maar het is niet evident om iemand te vinden die hun miserie wil opruimen; er moet gezocht worden waarom de Truma het twee keer opgaf als we hem programmeerden. Dat hebben we niet meer gedaan, natuurlijk, want het zou een kleine ramp zijn als we nu geen verwarming en geen boiler meer konden gebruiken. Je voelt dat het half augustus is: de dagen korten en de temperaturen dalen 's nachts meer dan vorige maand; 's morgens kunnen we niet zonder verwarming en op camperplaatsen hebben we de boiler nodig om te douchen en af te wassen… dus we houden de Truma in ere en hij doet het nog altijd heel goed (hout vasthouden!).
De maan staat momenteel mooi aan de hemel; het silhouet van de bergen is nog zichtbaar: reuzen die geen last hebben van alle kleine besoignes van de mensen; zij ZIJN gewoon daar, in alle rust. Die rust gaat over op ons.
Ondertussen is het zaterdagavond; we hadden een prachtige dag, met zon vanaf acht uur, 12 uur lang, zonder één wolkje! We hebben zelfs buiten gegeten en ik kon na de wandeling een uur lang buiten naaien aan de sjaal van ons Lieve. Oh wat was het toch mooi, vandaag! We toerden boven rond, op en neer, tussen 1600 en 2000 m; eerst leek het een salonwandeling te worden (een brede, zacht glooiende weg) maar na de Neubachhornhut ging het over een graat, steil naar boven tot de Falzerkopf; daar draaien wij ons hand niet meer voor om, hoe zwaar het terrein ook is, maar een afdaling op een modderige ondergrond, die ook steil is en weinig houvast geeft, daar zijn we minder happig op. Maar we waren niet de enigen die deze grote wandeling maakten vandaag! We moesten heel vaak 'uitwijken' voor 'tegenliggers' en we zagen altijd volk voor of achter ons; dat geeft een prettig gevoel: je bent samen onderweg. Na een dik uur stijgen stopten we bij een boer die een paar tafels had buiten staan; het zou niet zo slim zijn om daar iets te drinken dat niet uit een fles of uit een moorke komt want ik denk dat hij zijn leidingwater gewoon uit het rivierke aftakte. Hij had één melkkoe, zei hij; die kwam 's avonds binnen en ging 's morgens na het melken de wei op; de anderen hadden het minder getroffen: die blijven dag en nacht buiten! Dat is geen erg op een dag als vandaag, maar ik zou niet graag koe zijn op een killige dag als gisteren. Soit, lang duurt het niet meer: over 2 weken gaan ze naar beneden; dan is hier boven al het lekkers opgegeten en dan wordt het ook te koud. Deze zomer hebben ze zelfs drie keer sneeuw gehad, vertelde de man! Toch niet normaal!!! Ge ziet dat die beesten goed in vorm blijven! Geen opgespoten dikbillen zoals bij ons en van al dat bergklimmen worden die ook niet dik. Sommigen hebben van die mooie oren! Nooit geweten dat koeien zo mooi kunnen zijn: er is ook een soort met een frou-frou (zie foto)! Grappig. Allez, we hadden het weer heel erg naar onze zin; we zijn allebei verslingerd geraakt aan dat wandelen op hoogte; de lucht is er zo zuiver (we zien in de verte de vervuiling echt hangen! Bangelijk! Duitsland heeft het erger te pakken dan Oostenrijk of Zwitserland; dat is zichtbaar!) Dit is echt the place to be! We willen dit heel graag delen met anderen; iedereen kan hier genieten: we zagen een stokoud koppeltje met een rollator aankomen op de Diedamskopf (eindstation van de kabelbaan); ze kwamen op het terras op 2020 m een koffietje drinken! Zalig toch?! Wij gingen na onze wandeling lekker op een schapenvelleke liggen op het terras… wie doet beter?! (zie foto) Vanaf een verblijf van meer dan 3 dagen krijg je de Bregenzerpass en mag je gratis op alle bussen en kabelbanen van dit gebied. We willen gerust een busje huren en met mensen naar hier komen om te wandelen! In de winter komen we alvast terug; Edgard kan hier gemakkelijk skiën; op elke afdaling sluit een lift aan waarmee je weer naar boven kan en evt een andere kant op kan skiën. En ik kan hier zeker mooie wandelingen maken; we zien wel of we mensen vinden die mee willen komen. Ieder kan hier dan doen waar die zin in heeft. We hebben wel besloten om het niet met de camper te doen in de winter omdat je dan toch winterbanden en sneeuwkettingen moet kopen en als dat dan niet zo comfortabel is als we hopen, dan zit je met dat gerief. Deze camping is er wel helemaal op voorzien: ze hebben een 'trockenraum' met verwarmde kapstokken voor skibotten en kledij! Als het regent zetten ze dat nu ook aan, zodat je alle natte kledij daar kan laten; wat een service, zeker voor mensen in tenten. Morgen zou het alvast nog mooi weer zijn; daarna gaan we weer naar onstabiel weer; we zullen dan wel uitrusten…
wat was dat verschieten vanmorgen: geen stralende zon maar een dicht wolkendek! Het had vannacht ook wat geregend…
Maar wij dachten: dat trekt wel op als de zon krachtiger wordt en dus gingen we toch op pad, op hoop van zegen. Het was geen gevaarlijk weer (geen onweer, geen dichte wolken die het zicht onmogelijk maakten) dus waagden we onze kans om naar de Bergkristallhütte te gaan.
Het was een klim van anderhalf uur, zo stond op de bordjes, maar we waren er al eerder. Wij zijn dus blijkbaar al heel geoefende wandelaars! Een mooie hut op bijna 1300 m, waarin je ook kan overnachten; we aten er een kleinigheid en gingen verder, richting Annalperaualpe (1364 m); daar namen we de afslag want naar de Zitterklapfen wilden we niet naartoe; dat is een Alpine steig en daar wagen we ons niet aan. Wij gingen dus richting Annalpe en Annalper Joch (1997 m) maar we hadden afgesproken om rond half twee te beslissen of we verder zouden gaan of zouden rechtsomkeer maken.
Het werd het laatste want de Annalper Joch lag helemaal in de wolken en vanuit het dal zagen we een dikke regenwolk op ons afkomen. Dat is de eerste keer dat we omwille van het weer moeten omdraaien. Anders hadden we het misschien ook gedaan omdat we toch moesten overwegen of we 1100 m wilden dalen met dit weer of niet. Het heeft geen zin om hoog in de bergen te lopen en geen hand voor ogen te zien.
Op de terugweg verwelkomden de koeien ons weer heel enthousiast; ze staan heel hoog op de alpenweiden; hebben die uitschuifpoten, misschien? Vaak snappen we niet hoe ze zich recht houden op die hellingen. Maar we genoten wel weer van hun klokkenspel!
De slak die alle moeite deed om aan de overkant van de weg te geraken kunnen jullie bewonderen op de foto...
Het was een fijne wandeling en misschien maar goed dat we niet het uiterste er hebben uit geperst want pas toen we thuis kwamen werd het weer wat lichter. We denken aan de mensen die we na ons toch omhoog zagen gaan; twee jonge koppels, met een klein kindje in de rugzak… dat ze behouden ogen beneden komen. Het is jong en wil entwat, maar ja, je moet het toch ook veilig houden, he?!
Deze zwaar bezwangerde dag was niet voorzien; voor de volgende twee dagen wordt zon voorspeld; we zullen maar afwachten want blijkbaar trekken de weergoden zich niet veel aan van die voorspellingen… Gelukkig hebben we gisteren heel erg genoten van de zon en de zichten hier. We laten geen kans voorbij gaan om onze ogen de kost te geven!
gisterenmorgen begon de dag niet zo best: ik ging door mijn rug en zat helemaal geblokkeerd; de goede zorgen van Edgard en de Tocotolyn hebben me heel erg geholpen, en rust en tijd deden de rest. Het was een regendag, net zoals gisteren, of beter gezegd: van een iets natter kaliber; dat was om twee redenen een goede zaak: ten eerste hielden onze buren hun honden binnen (die beesten houden ook niet van regen en in een camper zitten met twee natte honden, dat is allesbehalve leuk) en ten tweede kreeg ik tijd om me te bezinnen over de oorzaak van mijn rugpijn zonder heimwee omdat ik niet buiten kon.
De enige reden die ik kon vinden, en die perfect in mijn kraam past is dat ik al bij voorbaat heimwee had naar de bergen (is dat niet goed gevonden?!).
Enfin, de dag ging open en dicht; we namen afscheid van onze lieve gastheer; hij kwam ons het radio-interview laten horen en bedankte ons nogmaals voor onze medewerking. Toen hij hoorde dat we naar het Bregenzerwald zouden verhuizen snelde hij meteen naar het bureau voor toerisme om documentatie te halen voor ons; té is ook niet goed, maar hij bedoelt het echt goed. Hij liet ook horen dat hij vermoedde dat de buren er voor iets tussen zaten dat wij vroeger vertrokken dan voorzien. Hij had het er zelf niet gemakkelijk mee, maar hij kiest natuurlijk zijn klanten niet; de klanten kiezen hem.
Vanmorgen dus, toen de zon er weer doorkwam, hebben we alles ingepakt en zijn we vertrokken richting Au. Het Bregenzerwald is een prachtige streek in West- Vorarlberg. Van Lech tot bijna aan de Bodensee, een gebied dat een bezoek meer dan waard is.
De weg slingerde zich tussen de bergen door en waar de kloof wat breder werd lag steevast een dorpje. We waren hier voor de middag en kregen een mooie plaats aan het water (de Bregenzerach). Het is geen spotgoedkope camping, maar hij is tip- top in orde. Je gelooft jouw ogen niet: de douches zijn bekleed met een poster van de bergen hier rondom! De vloer is (wellicht namaak-) hout. Je betaalt 0.70 € voor een douche, maar die is onbeperkt in tijd (denken wij want geen van ons twee bereikte een eindpunt: koud of geen water meer, zoals in Umhausen).
Hier komen mensen (Nederlanders) al 15 jaar lang, twee keer per jaar, en ze zijn hier nog niet uitgekeken!
De reden hiervoor is dat je, als je hier langer dan 3 nachten blijft, een gastenkaart krijgt op het bureau voor toerisme. Die geeft jou gratis toegang tot alle kabelbanen en alle bussen! De hoeveelheid bergwandelingen die je hier kan doen is gigantisch. Van salonwandelingen tot alpinisme, van een half uur tot 8 uur lang. En dat is niet alles: je kan hier ook fietsen!!! niet alleen de mountainbikers maar zelfs wij!
Na het middageten zijn we dus onze gastenkaart gaan halen in Schoppernau en die hebben we meteen gebruikt voor de kabelbaan van de Diedamskopf (2020m). Een schitterende kabelbaan, die al 50 jaar in dienst is! Eerst als zetellift en nu met gesloten kabines voor 8 personen. Rond de hoogte van 1600 m is er een tussenstation, vanwaar je dus naar boven of naar beneden wandelingen kan beginnen. Op 2020 m ligt het hoogste station; op het zonovergoten terras lag nog sneeuw van gisteren, maar het was er lekker toeven! Om 16.15u gaat de laatste lift naar beneden; als je die niet haalt, dan mag je 1200 m te voet naar beneden gaan! Amai mijn knieën. We weten uit ervaring wat 1000 m met onze gewrichten doet, dus laat maar.
Maar je kan vanop die hoogte wel wandelingen maken naar andere dalen! En daar de bus nemen naar huis! Wat een luxe!!! Als we het gebruik van bussen en kabelbanen aftrekken van onze campingprijs, dan staan we bijna gratis!
Misschien heel decadent van ons maar we zijn naar boven gegaan, hebben daar op het terras lekker koffie en chocomelk gedronken (natuurlijk met Apfelstrudel en Vanillesauce) en zijn weer naar beneden 'gezwoven'. Heerlijk! En dan zijn we met de fiets verder gereden, over Au tot Mellau! Die caloriekes waren meteen weer verbrand! Het is niet echt klimmen en dalen maar het gaat toch glooiend naar beneden (en terug dus naar boven). Zo goed als ik te voet kan klimmen, zo slecht kan ik bergop fietsen. Ik schaam me dood als ik zo'n molshoop haast niet op geraak! Maar het is zo. Tegenwind en bergop zijn niet aan mij besteed; leve de elektrische fiets!
In Mellau deed een sportzaak grote uitverkoop en ik kreeg van Edgard een prachtige set om nog meer de berggeit te kunnen uithangen! De fietsverhuurder van het dorp heeft dan nog de fiets van Edgard gerepareerd (een zwak punt van de plooifiets), al was het 5' voor sluitingstijd; een regelvijs die wij nog niet gevonden hadden was de dader; vielen Dank voor die kosteloze ingreep, mijnheer!
We zijn helemaal verliefd op deze streek! Ze heeft zelfs Leutasch van de hoogste podiumplaats verdreven. Het is hier zo mooi, en je hebt hier eindeloos veel mogelijkheden, zelfs als je stokoud bent; dat is toch buitengewoon? Zelfs op je 80ste kan je hier op 2000 m een paar stappen gaan zetten! Je neemt de bus en dan de lift en meer is het niet. De bus rijdt door alle dorpjes en gehuchtjes, in alle richtingen. In Mellau, in Damuls, en wie weet nog waar allemaal staan er liften! Oh, wat is het hier heerlijk toeven!!! We hebben al tot maandagmorgen gereserveerd, maar misschien blijven we nog langer en komen we in minder dagen naar huis; we zien wel wat de volgende dagen ons brengen. Het weer blijft alvast een hele poos mooi!!!
We zitten niet stil! we maken dus al plannen voor de volgende dagen want momenteel ziet de hemel nog ferm grijs en hebben we dus alle tijd om wat vooruit te kijken;
Onze terugreis begint vorm te krijgen omdat Edgard een bericht kreeg ivm een vergadering van VTB Kultuur. Hij wordt voorgesteld aan het bestuur om de organisatie mee te helpen uitbouwen op 23 augustust; dit wordt dus onze richtdatum om thuis te zijn: 22 augustus.
Dat betekent dat onze reis een concreet einde krijgt en we dus makkelijker een planning kunnen maken voor de tijd die ons nog rest.
Mijn heimwee naar de bergen is al zo groot dat ik er tranen van in mijn ogen krijg; gene flauwe kul, hoor! Heel diepe pijn voel ik nu. Alsof ik mijnen echten thuis moet achterlaten, hoe goed ik het ook in België heb.
Daarom, en mede dankzij de aankomst van onze lieftallige buren die op één meter van onze voordeur zitten, en omdat Dornbirn ons minder te bieden heeft dan wij gehoopt hadden aangezien het weer niet mee zit, hebben we besloten nog efkes terug de bergen in te gaan.
Het was zo aangrijpend om vanop 2500 m de luchtvervuiling te zien die rond de hele aarde op 1700m hangt. Zo lang het kan willen we genieten van de zuivere lucht daarboven...
We willen morgen dus naar Au rijden, zodat we daar samen met de zon aankomen. De vooruitzichten beloven nog 5 mooie dagen in Vorarlberg, vanaf vrijdag tem dinsdag. Au ligt wat hoger dan Dornbirn, en we hopen van daaruit mooie wandelingen te kunnen maken.
Damuls ligt nog hoger en zou een fantastische locatie kunnen zijn, maar daar is alleen een camperplaats bij een boer en die biedt niet zoveel faciliteiten aan, volgens de website van Camperplaats.nl.
Misschien rijden er wel bussen naar Damuls; dat komen we allemaal wel te weten als we er zijn.
Deze namiddag gaan we fietsen richting Bregenz (en desnoods met de trein terug).
Ik ben vanmorgen door mijn rug gegaan; misschien door mijn preventief heimwee??? Het is gelukkig niet zo erg als de laatste keer. Tocotolyn en de warme handen van Edgard doen wonderen...
Maak jullie geen zorgen mochten we vanaf morgen geen blog schrijven; we weten niet of we nog internet zullen hebben op de terugweg; als we de mogelijkheid hebben, sturen we nog wat belevenissen door.
Ondertussen veel groetjes van de twee berggeiten in Oostenrijk...
zo stralend het weer gisteren was, zo nat is het weer vandaag! Het begon vannacht met een stevig onweer; alle dakpannen stonden nog open, dus bed uit en alles op een veilige stand gezet. Enkele uren later hadden we het te warm en maakte Edgard alles weer open. Om vijf uur begon het te regenen en sprintte ik naar buiten om de was binnen te halen terwijl Edgard weer alles afsloot… het was dus een actieve nacht!
Edgard trotseerde de regen vanmorgen om op verkenning te gaan; ik bleef wijselijk binnen, haha. We hebben hier vlot internet dus weer kans om onze blog bij te werken en mails te lezen.
Ondertussen kwamen onze buren aan… een lesbisch koppel met een jongen van een jaar of 15. Ze rijden met een maxi camper. Twee assen achteraan. Op een ik en een gij installeerden ze zich, met hun deur naar de onze; heel gek als je bedenkt dat het vijvertje nu aan hun 'achterkant' ligt en zij op blokken moesten gaan staan om recht te staan. Meteen de luifel open, stoelen en tafel gezet (dat staat allemaal ook op het terras, aan de vijver, maar ja, ze hebben ook twee grote honden bij! ). Voor ons is het een beetje verpest omdat ze die honden niet kort aangelijnd houden (met alle begrip voor die honden) en omdat ze zo schaamteloos bij ons binnen kijken. Op één of andere manier voelt het niet goed; ze komen in onze 'intieme ruimte' ( ze lopen ook over onze mat, dus toch wel dicht bij onze camper, en één van hen rookt als een turk). Eerst dachten we ons dan maar om te draaien maar dan zien wij het vijvertje ook niet meer; we overwogen ook om snel te vertrekken, maar laten alles eerst een beetje bezinken.
Na het middageten zijn we met de fiets naar Gütle, een deelgemeente van Dornbirn gereden. Daar hebben ze een Rolls Royce museum; eten en drinken voor Edgard, haha.
De terugweg was zonder pardon in de gietende regen; een ware test voor onze regenkledij. Maar het viel nog mee! We bleven zo goed als droog; Er bestaat geen slecht weer, alleen slechte regenkledij, zeggen ze.
We hebben alvast wat geprospecteerd voor het vervolg van onze reis. We gaan wellicht wat vroeger weg uit Dornbirn.
we waren snel opgekraamd vanmorgen want we wilden nog naar Malbun vooraleer we weer naar Oostenrijk zouden verkassen. Het was de mooiste dag van de 24 die we al onderweg waren: geen vuiltje, geen wolkje, helemaal niks aan de lucht! Een dag om de hoogte in te gaan, en dat deden we!
We kenden de weg naar Malbun omdat we naar de Ezelsfeesten geweest waren met de bus; we wisten dus dat de klim haalbaar was vanuit Triesenberg en dat de tunnel te doen was (één voor één normaal). Aan de tunnel gekomen was er wel een bietekwiet die misschien niet gezien had dat wij met een camper reden en die dus doorgereden kwam toen wij al in de tunnel zaten, maar door allebei goed aan de kant te gaan lukte het passeren wel. De bus kan de lichten aan de tunnel blijkbaar bedienen maar dat konden wij natuurlijk niet.
We vonden een mooie plek om te parkeren op één van de 5 parkings die Malbun rijk is; vandaag waren die ver van volzet, maar misschien is het in de winter veel drukker??? We passeerden langs het infobureau, al wisten we wat we wilden doen, maar het is altijd veilig om even te informeren, he?! Daar troffen we onze buurman van Triesenberg aan. Die vertelde ons dat we tot aan de Pfälzerhütte (2108 m) drie uur moesten lopen langs de ene kant en 2 ½ u langs de andere kant. We kozen het zekere voor het onzekere en namen de snelste weg. Een goede keuze, zo bleek achteraf.
Dus eerst over de bergrug die Malbun insluit; dat was al niet niks, maar we voelen dat we al goed geoefend zijn en we kwamen vlot over de graat. Maar iets wat we nooit meer zullen vergeten: de koeien die daar graasden hadden allemaal bellen aan, van verschillende grootte. Als zij bewogen hoorden we dus alle bellen tegelijk, en geloof het of niet: als de pater van Chevetogne aan het klokkenspel staat, klinkt dat bijna hetzelfde!!!
Edgard liet me de laatste meters eerst lopen 'omdat het MIJN dag was'. We kregen allebei de kriebels toen we over de kam gingen; wat was het daar mooi!!! we konden de Alpen zien, met hun eeuwige sneeuw, we zagen van Oostenrijk, over Liechtenstein tot in Zwitserland!!!
En dan eindelijk… 'die Mürmeltieren'!!! eindelijk zagen we ze; we hoorden ze al zo vaak en ik weet dat je ze haast nooit te zien krijgt, maar nu zagen we een mooi koppeltje, of was het een moeder met een jong? We mochten hen minutenlang aanschouwen! Wauw… wat een godsgeschenk.
We daalden een beetje en dan ging het weer omhoog, steil omhoog!!! om weer te dalen tot de hut. Die lag te baden in de zon natuurlijk. Vandaar kon je alle richtingen uit; weer naar Malbun, via de andere weg, of naar de Nenzinger Himmel, of naar de Bettlerjoch, of de Naafkopf (2570m).
Omdat we vanavond nog naar Dornbirn wilden moesten we na de lunchpauze tot ons spijt al verder gaan, maar eerst kregen we nog een extraatje: er landde een Zwitserse helikopter! eerst op een 'kruispunt' op de bergweg, waar auto's stonden, voor de bevoorrading van de hutten? En dan vloog hij tot bij de hut; iedereen benieuwd natuurlijk..; kwamen er gewoon drie werkmannen uit die kwamen eten! Hun collega was blijkbaar aan het werk aan de watervoorziening (?) achter de hut . De hut ligt wel in Liechtenstein maar dat behoort tot Zwitserland, al heeft het een eigen regering.
Vanuit de hut konden we het eerste stuk van de terugweg zien; ik vond het nodig om Edgard daarop te wijzen, maar dat had ik beter gelaten! We moesten over de graat naar een top, naar beneden door een blokkenveld en weer naar een top; zo zou het op en neer gaan, van 2000 naar 2500 en terug naar beneden en naar boven, tot we definitief aan de 1000 m diepe afdaling zouden beginnen, boven Malbun.
Ik herinner me dat ik vroeger ook geen held was op zulke stukken, maar nu geniet ik ervan; voor Edgard is het allemaal nieuw, dus soms een beetje 'tricky', maar hij doet het wel! Ik besefte pas dat het voor hem niet zo evident was toen ik hem vroeg of hij een foto wilde nemen. Dat was er net over; die overschot had hij blijkbaar niet. Maar alles verliep prima! We stapten zelfs door de sneeuw! De vergezichten waren adembenemend; na de zoveelste top, bij het tweede kruis zijn we blijven zitten om alles extra op ons netvlies te laten inwerken; dit zouden we niet snel meer zien…
Wat voelen we ons dankbaar dat we dit nog mogen/ kunnen doen! Ik had niet durven dromen (of droomde ik het juist heel vaak?!) dat ik dit weer zou kunnen meemaken. Ik voel geen vermoeidheid, geen honger, geen ongemakken als ik daar loop! Wat 'beneden' lastig kan zijn: de warmte, een knellende schoen, een pijnlijke voet of knie, enz, dat valt op die hoogte allemaal in het niet. Ik zou er elke dag kunnen zijn en ik heb het geluk dat Edgard er ook zo van geniet! We tellen onze zegeningen, broer!
Wetende dat we toch echt wel verder moesten, zijn we dan maar opgestapt en over de laatste kam gegaan, zodat we beneden Malbun zagen liggen. We liepen dus de hele tijd (vanaf de hut) op de grens van Liechtenstein en Oostenrijk! Grappig.
We kwamen rond half vier beneden aan en zijn eerst gaan douchen in de camper; hebben verse kleren aangetrokken en zijn weer naar Malbun gegaan voor een heerlijk toetje;
Dan aan de afdaling met de auto begonnen: ook zo'n 1000 m tot Vaduz! De remmen hebben het geweten maar de camper en de chauffeur deden het prima. We verbruiken nog altijd maar 9.3 l/ 100 km.
We vonden makkelijk de camperplaats en die schat van een man! Zeker niet gelogen op de commentaren! Hij verwelkomde ons met een wit wijntje; had alle info voor ons al opgezocht; bracht kaarten, bustabellen, adressen, fietskaarten, enz meteen mee! We staan hier aan een zachte prijs (17€ pn) en hebben bijna alles aan de camper! Stroom, water, afvoer! In Amerika noemen ze dat een 'full hook'. Drie mooie verharde plaatsen, aan een super mooi vijvertje… op loopafstand van het centrum van Dornbirn! Natuurlijk moeten we douchen en afwassen in de camper, maar daar is die toch voor gemaakt, of niet?! Dat is het enige verschil met een camping die momenteel minstens 10 € pn meer kost want in het hoogseizoen heb je vaak weinig privacy omdat iedereen maar gaat staan waar die wil (wat volgens ons niet zou mogen, maar dat ligt aan de campinguitbater natuurlijk als die geen afgebakende percelen heeft gemaakt).
We hadden weer 'onze voorwas' al rijdend gedaan, dus nog snel bij de zonsondergang het werk afgemaakt. De dag eindigde fantastisch mooi, net zoals die begonnen was. De eigenaar van deze camperplaats vroeg ons of we morgen wilden meewerken aan een radioprogramma! Dit zou de kleinste camperplaats van Oostenrijk zijn en de radiozender wilde weten hoe mensen die vinden, wat ze ervan vinden, waarom ze hier willen zijn. Och, we zien wel hoe dat loopt; Minder goed nieuws is dat het weer zou omslagen… maar dat is niet de eerste keer; we passen ons daar wel aan aan. Eerst slapen en nog dromen van al het moois dat we vandaag mochten zien...
weer wakker geworden onder een stralende hemel; sorry voor jullie! We beseffen dat het in België heel anders is en dat dit niet leuk is voor jullie, dus zullen wij er maar des te dankbaarder voor zijn, he?!
We wilden vandaag het Schloss van Vaduz bezoeken; HET kasteel van Liechtenstein. Blijkbaar woont de vorst daar met zijn vrouw en zijn 4 kinderen. Allez, die kinderen zijn volwassen en wonen misschien niet meer daar, dat weten we niet; je kan het in elk geval niet bezoeken omdat het bewoond is.
De wandeling die wij uitgestippeld hadden was niet evident, en zeker niet de normale; wij doen wel graag eens iets anders, en dat is ons dus prima gelukt! We vertrokken richting Rotabota, een deelgemeente van Triestenberg; een serieuze klim, maar dat zijn wij nu al wel gewoon. We doen eigenijk niet liever (of moet ik alleen uit eigen naam spreken??).
We zagen onderweg wel wegwijzers van wandelingen naar het slot, maar wij wilden er op een andere manier geraken en dat was ook zo! We vonden de afslag in het Schlosswald, dat wel, maar al gauw was duidelijk dat die weg niet meer gecontroleerd werd; hij staat op de kaart, maar dat is dan ook alles.
De afdaling ging over water, maar de weg was daar wel weggespoeld, onder en over omgevallen bomen, door dicht struikgewas, enfin, geeen evidente weg! Maar we geraakten heelhuids beneden. Daar heerste een drukte van jewelste; Vaduz zelf zag helemaal niet zwart van het volk, maar voor het kasteel was er wel heel wat belangstelling. Een mooie wandelweg voerde ons naar het stadje, hoofdstad van Liechtenstein.
Tax free is het zeker niet, maar dat de happy few hier een belastingsparadijs vindt is wel duidelijk. De auto's die hier geparkeerd staan, de 'optrekjes' op de berg tussen de stad en het slot, spreken voor zich.
We hebben het stadje toch even bezocht; een mooi gebouw uit 1910 en daarnaast een hypermodern parelementsgebouw, omringd door een plein, een museum, een tuintje, allemaal vrij strak van architectuur; niet bepaald wat wij in Liechtenstein verwachtten.
Peperduur ook! Voor een bolleke ijs betaal je 3.80 Zwitserse franken! Dankjewel, de koekoek. Ons niet gezien. We zullen wel wachten tot we weer in Oostenrijk zijn, als we ijs willen eten! Het wemelt hier van Zwitsers die hier wonen en werken; ze legden zelfs een tegel in het dorp waarop staat dat ze het hier naar hun zin hebben! Grappig in onze ogen, maar wellicht heeft dat te maken met het beleid van Liechtenstein. We weten het niet. Op de Alm wonen en werken ook hoofdzakelijk Zwitsers; de mensen van de omgeving gaan in Oostenrijk hun boodschappen doen… ik kan dat goed verstaan!
Voor de terugweg hebben we een beschaafder pad genomen en daar vonden we iets heel origineels op: een eindje voor je Triesenberg weer in komt, staat een bankje; geen bank zoals de banken die de gemeenten plaatsen, maar een bankje in de rotswand ingebouwd. Ernaast ligt een metalen koker; eerst dachten we dat iemand zijn verrekijker vergeten was maar die koker bleek vast te zitten aan de bank. Tweede verrassing: er zat geen verrekijker in maar een boek, mooi met lederen kaft en met een slotje eraan. Dat nodigt uit om het te lezen, natuurlijk. Op de eerste blz stond dat ene Markus in 2015 dat bankje daar gemaakt had om zijn vrouw Alexandra proficiat te wensen met haar Masterdiploma! Nu, wie doet beter?! Op de volgende blz stond een berichtje van Alexandra aan Markus en daarna stond het vol met lieve woorden van voorbijgangers, die hen alle goeds wensten, die dankbaar waren voor het bankje, enz. Wij hebben natuurlijk ook onze bijdrage geleverd. Ik vind zoiets super romantisch.
Daarna waren we snel in Triesenberg en begon de gewone was en plas; met het mooi weer profiteren we ervan om regelmatig wat spullen te wassen. Twee uur later is het hier garantie droog en anders hangen we het nog een nachtje aan de kastjes in de camper en dan kunnen we het de volgende dag weer in de kast leggen of aan doen. Ik heb al zo vaak gedacht en geschreven: had België maar iets van Oostenrijk…
Het regent hier, maar als het opklaart is het helemaal over; het is hier soms warm, maar boven in de bergen blijft het aangenaam en 's nachts koelt het sowieso af… oh, wat is dit toch een leuke plek om te zijn...
het hield vannacht uiteindelijk op met regenen en vanmorgen scheen de zon weer alsof er niks aan de hand was.
Edgard had uitgezocht hoe we Triesenberg uit moesten lopen om op wandelpaden te geraken. Onderweg zag ik een affiche van het Ezelsfeest in Malbun, hoog in de bergen gelegen. De bus ernaartoe was vandaag gratis en toen we na een uur klimmen nog niet in Steg waren, maar we wel op een baan uitkwamen, vlakbij een bushalte, zijn we gezwicht om ons eens te laten voeren.
Malbun ligt op 1600 m, in een kom van bergen die meteen ook de grens van Liechtenstein vormen. Ze maken het zich hier niet moeilijk: over de bergen komen betekent in het buitenland zijn. Wegen leiden er niet over, dus het is te voet te doen; niet slecht bekeken als je een landje te verdedigen hebt!
Dit vorstendom heeft trouwens aan alle kanten natuurlijke grenzen; de helft van de Rijn is van Liechtenstein, de andere helft is Zwitserland; over de bergen zit je in Oostenrijk. Aan de grens richting Bodensee is het blijkbaar heel vaak file… Mensen vertellen ons dat ze in Oostenrijk gaan winkelen omdat alles hier zo duur is. Dus verkeerd gedacht: geen tax free gebied! Maar wel een Schloss! Niet dat vervallen ding dat we bij Balzers zagen, maar wel in Vaduz; daar wandelen we morgen naartoe.
Maar eerst vandaag: in Malbun vertrekt een kabelbaan naar de Sareiserjoch (2000m) en vandaar kan je over de graten van de bergen van de ene top naar de andere wandelen, maar het weer was niet van die aard dat we zo'n hoge toppen wilden scheren.
We zagen een aanduiding naar de Tramadee Alm, op een kwartiertje lopen van Malbun en die weg trok ons aan; boven gekomen vonden we een mooie boerderij, met een winkeltje met zelfgemaakte zuivelproducten, en een 'restaurantje', al is dat niet de geschikte naam voor zo'n plek in de bergen. Ze hadden zelfgemaakte cake, lekkere chocomelk, een prima kaasschotel, lekkere wijn en bijzondere koffies. Van alles hebben we geproefd.
Ondertussen hebben we met het meisje (jonge vrouw eigenlijk) dat daar werkte gepraat over het leven daar. Zij hoeft pas om 6.30u op te staan om het ontbijt klaar te maken, maar diegenen die voor de koeien zorgen beginnen al om 4u te melken! 93 koeien alsjeblieft! Het is een genootschap van 5 mensen; de eigenaar is een man van in de 70 jaar, maar hij maakt nog de kaas!
Ze leven van begin juni tot 3 september boven; gaan hoogstens eens tot in Malbun voor een pintje en een babbeltje met andere mensen, maar verder ontmoeten ze alleen de mensen die boven komen, op weg naar hoger, of om daar iets te eten of te drinken. Ze leven natuurlijk van de verkoop van hun producten: yoghurt, verschillende soorten kaas, ook platte kaas en melk, botermelk,…
Ze hoeden bijna allemaal Zwitserse koeien! En het zijn ook bijna allemaal Zwitserse medewerkers. Zij werkt in de winter in een hotel en ze geeft toe dat het een zwaar leven is daarboven, maar ze geniet van het leven in de bergen, en van de mentaliteit hier. In het hotel heb je mensen met veel geld, die vriendelijk zijn, zegt ze, maar ook mensen die heel veeleisend zijn. Zij doet in de hut het huishouden en ze zorgt voor de gasten die er komen. Voor 25 fr (Zwitserse franken) kan je er overnachten, met ontbijt. Je kan dan eens het leven in de Alm meemaken; het trekt ons wel om dat eens een poosje te doen, als we de camper dan ergens kunnen zetten. Het moet heel verrijkend zijn om dat werk te doen; je proeft van verschillende werelden, en kan later betere keuzes maken; zij reist in het voor- en naseizoen; een boeiende vrouw.
We zijn dan te voet afgedaald tot in Steg; een vrij modderige wandeling hier en daar, wellicht door de overvloedige regen van de voorbije 48 u, maar misschien ook door de aanwezigheid van koeien in het gebied; zij trappelen alles kapot; we mochten voor het eerst onze schoenen grondig poetsen, toen we thuis kwamen, de plonsbadjes onderweg ten spijt.
Toen we Steg naderden zagen we dreigende wolken naar boven komen; waarschijnlijk zouden we droog gebleven zijn, maar we hebben het zekere voor het onzekere genomen en hebben ons naar huis laten rijden. Van de ezelsfeesten hebben we eigenlijk weinig gezien; wij zaten in de Alm te keuvelen en toen we beneden kwamen vertrokken ze met de ezeltjes… veel hebben we vast niet gemist.
We houden het weer 3 dagen droog, maar daarna komt er ook hier weer regen op ons af… wat een zomer, he?!
de hele nacht regende het pijpenstelen en vanmorgen wisten ze nog van geen ophouden, maar wij hoopten er een beetje aan te ontsnappen door naar Zwitserland door te steken; ah, verkeerd gedacht! Ook daar goten ze met bakken het hemelwater naar beneden.
En dat was niet zo leuk toen we de Flüelapass moesten doen! Die ging over 2400 m en boven bedroeg de temperatuur maar 2° meer! De regen ging over in sneeuwregen en toen werd het echt sneeuw! Dus zijn we daar niet echt blijven hangen, alhoewel het een reuze omgeving moet zijn als er geen wolken hangen!
We wisten meteen weer dat we in Zwitserland waren toen we een soepke en een broodje kaas bestelden!
We reden via Davos naar Liechtenstein. In Triesenberg vonden we onze stek voor de komende drie nachten; niet veel soeps, bij een huis, in een godvergeten gat, maar er zijn wandelingen te maken, dus zullen we ons wel amuseren, eenmaal de wolken het hogerop willen gaan zoeken.
We hebben bij de post, die ook dienst doet als infobureau, folders gehaald. We hebben nu de tijd om wandelingen uit te zoeken want de wolken passeren beurtelings, allemaal! Ze staan in de rij om ons als een zacht deken in te wikkelen en dan zien we de buren niet eens meer! We zitten niet zo heel laag, want we moesten de Bergstrasse volgen en die ging echt wel de berg op! Toen we al in de straat waren en we het huisnummer niet meteen vonden, stopte een auto en de mensen vroegen of we soms de Stellplatz zochten; ah, ja! 'volg ons maar', was het antwoord. Weeral een zegening op ons pad.
Het is niet de eerste, deze vakantie!
We dachten vandaag nog aan de wandeling van gisteren en ik vergat te vertellen dat er een man met een gritsel ons plots voorbij stak op de steile weg naar boven; hij liep de berg op alsof het plat was en was in een mum van tijd dus boven. Daar ging hij meteen aan de slag: hij rolde stenen naar beneden! Daar wilde ik het fijne van weten en toen hij ter hoogte van ons kwam vroeg ik waarom hij dat deed. 'Alle 2 jaar maak ik alle paden in het hele gebied weer vrij', zei hij. 'Maar de stenen met de aanduidingen blijven wel liggen, hoor', lachte hij. Omdat hij zo hoog zat konden we niet zien dat hij de stenen van het pad af haalde. Amai, wat een job! Hier en daar maakte hij ook gootjes zodat het water het pad niet zou wegspoelen. De gids vertelde ons dat die man daarvoor aangesteld is; het duurt 2 jaar eer hij helemaal rond is en dan begint hij van voren af aan! Hij was ouder dan wij, maar wat een conditie!!!
Op dit moment wordt een tip van de sluier opgelicht en zien we zelfs de bergen die ons omringen! Wauw, het is hier mooi! Bij het binnenrijden zagen we een kasteeltje staan; ik had van Liechtenstein wel iets anders verwacht, moet ik zeggen, maar misschien is dat niet HET kasteel van Liechtenstein (allez, wij denken toch dat er hier een bekend kasteel staat!).
De eigenares van de Camperplaats vertelde dat Liechtenstein een eigen staatje is, met een eigen regering. Het is blijkbaar een klein koninkrijkje. Wij dachten dat het een tax free paradijs was, maar dat lijkt niet zo; we zullen het de volgende dagen wel ontdekken als dat wel zo is.