Ik ben Hellemans Karl, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Cladonia.
Ik ben een man en woon in Schilde () en mijn beroep is Zoeken naar verwondering.
Ik ben geboren op 19/05/1938 en ben nu dus 86 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zie link naar Natuurgidsen Schilde.
Natuur
en natuurbeleven
21-12-2007
Gewone krulzoom
Hier zien we hem zijdelings. De plaatjes lopen serk af op de stengel en zijn zeer slap als men er over vrijft. De zoom is duidelijk gekruld, vandaar ook zijn naam allicht. Door zo met de zijkanten omhoog te staan kan men zich ook goed inbeelden dat hij van boven verdiept trechtervormig is. Hij werd vroeger als een eetbare paddenstoel beschouwd en enkele jaren terug lag hij nog in een winkel te koop. Hij is echter dodelijk! Zijn gif stapeld zich langzaam op in de lever en in 't begin zal men er niet van sterven. Het is slechts na een tijd wanneer men regelmatig van deze paddenstoel gegeten heeft dat de dosis gif groot genoeg wordt om de lever uit te schakelen en dat men sterft. Hij werkt dus als een lanzame sluipmoordenaar!
Hij behoort tot de buikzwammen. Is knol tot bolvormig en op de buitenzijde zijn vertakte bruine myceliumdraden te zien. Hij geurt kruidig zwamachtig, anderen vinden dat hij onaangenaam knoflookachtig ruikt. En als de zwam vervloeit zou hij stinken naar gier! Gedeeltelijk bovengronds is hij te vinden in dennenbossen en is eetbaar als hij nog hard is. Hij leeft in symbiose met dennen.
Nog eens een russula (u weet wel de paddenstoelen waarvan men de steel kan breken als een krijtje). Zoals de naam het zegt staat hij veel bij berk. Zijn kleur, bleekgeel tot citroengeel is ook typisch. Hij is een zwam die in symbiose leeft met de berk. De zwamdraden strengelen zich rond de wortels van de berk en geven water en mineralen door, anderzijds zal de zwam langs de wortels de nodige suikers krijgen om van te leven. Een nuttig samenleven dus!
Er zijn blijkbaar ook zwammen die gaan parasiteren op poppen van rupsen. Hier hebben wij de Geelstelige rupsendoder, gekenmerkt natuurlijk door zijn geel steeltje. Onderaan kan men de dode pop zien die ingegraven was. Wij vonden hem in Buitengoor, een natuurgebied van Natuurpunt, op een zonnig moment.
Dit zwammetje vind men dikwijls op kegels van naaldbomen zoals ook hier het geval is. Het heeft een glad, mat, bleekbruin tot hazelnootbruin hoofdje. De randzone is iets lichter. De steel is ook bleekbruin en loopt uit in een harige wortel. Door dat harig worteltje heeft het misschien zijn naam gekregen.
Ditmaal een schimmel op konijnenkeutels. Op steeltjes worden gelige kopjes gevormd, vanwaar de sporen zullen verspreid worden. Wat er al niet op uitwerpselen van dieren kan verschijnen!
Wat er al niet op een hondendrol kan groeien! Ook hier een zwam die op steeltjes die uitstralen kleine knopjes heeft staan waar de sporen gevormd worden en die zich van daar zullen verspreiden als ze rijp zijn. Verder een wirwar van myceliumdraden.
Dit bekertje is een van de mooie dingen die op koemest kunnen voorkomen. het heeft bleekbruine haartjes. Wij vonden het in Buitengoor een natuurgebied bij Retie op koemest van Gallowekoeien.
Dit inktzwammetje is niet veel groter dan 1 cm en iets moois ook dat op de uitwerpselen van een ree te vinden was, in het nieuw aangekochte natuurgebied van Natuurpunt "Lovenhoek" (Vorselaer). Zuiver wit en korrelig op de hoed. Verassend!
Als de aardappelbovist oud wordt, zullen zijn sporen soms als een wolk uit zijn buik te voorschijn komen. Hij is een buikzwam. Als hij jong is en het inwendige nog hard werd hij zelfs als een truffel verkocht en opgediend in restaurants, al is hij giftig bij grote hoeveelheden. Hij scheurt later dus helemaal open en als zijn sporen weg zijn kan hij nog dienst doen als drinkplaats b.v. voor vogels, zoals u hier kunt zien.
Een van onze veel voorkomende zwammen. Hij is bij uitstek een mycorrhiza -zwam. D.w.z. hij leeft in symbiose met vooral bomen. De zwamdraden in de grond hechten zich rond de wortels (sommige dringen tot in de wortel) en daar wordt een uitwisseling gedaan. De boom ontvangt er mineralen en water van de schimmel en de boom geeft op zijn beurt aan de zwam suikers die de zwam niet kan vormen. Het wortelsysteem van de boom gaat zo sterk uitgebreid worden en de zwam wordt sterk geholpen aan de nodige suikers. Van de meeste planten en bomen wordt vermoed dat zij zo op een symbiontische wijze met een zwam samenleven. Voor orchideën lijkt zeer noodzakelijk te zijn dat er een zwam aanwezig is , al is er niet onmiddellijk een vruchtlichaam van de zwam zichtbaar.
Deze trilzwam is donker barnsteenkleurig tot roodbruin en samengesteld uit brede, golvende tot gekroesde lobben. Merkwaardig dat hij ook als eetbaar wordt voorgesteld, wanneer hij geblancheerd wordt en dan in saldes gebruikt. Mooi dat we hier drie trilzwammen kunnen voorstellen.
Deze behoort toch tot een andere familie dan de Gele trilzwam. De zwam is opgbouwd uit talrijke deelvruchtlichamen, die aan de voet met het hout verbonden is. Het oppervlak komt "hersenvormig gewonden" over. De vruchtlaag bedekt ook het gehele oppervlak. De randen liggen meer plat op het substraat. Soms zijn er klierachtige wratjes te zien op het oppervlak. (Misschien even vergroten door 2 keer te klikken op de foto.) Hij is natuurlijk week-gelatineus en groeit wel het meest op beuk. Mooi om te vinden!
Deze vruchtlichamen zijn gelobd en door en door gelatineus. Men kan ze laten "trillen". Naam goed gekozen! Eerst zijn ze helder goudgeel later verbleken ze wat. Men ziet ze in het voorjaar en in de late herfst veel op dode takken. Het zijn saprofyten en veroorzaken witrot (zij verteren dus de celwanden van het hout). Wel een opvallende kleur in deze tijd van het jaar!
Deze zwammetjes ziet men zeer veel op dood hout veschijnenen het zijn dus saprofieten. Hun kleur is altijd wel zeer mooi. Ze hebben een geelgroene glans, de kruin iets vosbruin. Verder zijn ze kaal. De steel is geelachtig en als men er zou van proeven smaken ze bitter. Ze zijn trouwens giftig, als men er veel van zou eten (veroorzaken braken en diarree). Zij groeien meestal in groep en geven kleur aan het dood hout waarop ze massaal kunnen voorkomen.
Deze behoort tot wat men noemt de plaatjesloze vlieszwammen. Inderdaad, hij heeft geen plaatjes en het kiemvlies ligt helemaal bovenaan en rond zijn "tanden". Hij heeft ook een witte draderige uitlopende rand. Het is een van de tandzwammen met echt grote tanden. Prachtig om te ontdekken op een natuurwandeling.
Normaal is hij roomwit tot grijswit bovenaan maar dikwijls grotendeels met algen groen overgroeid. Bij de aanhechtingsplaats is hij wat bultig verdikt. Vandaag zijn naam dus. Verder is hij wat fijn fluwelig en gezoneerd als het nog zichtbaar is en er niet te veel algengroei op is! Veel op dode beuk en soms met vele vruchtlichamen samen.
De Witte bultzwam is onderaan, zoals hier te zien is, wat doolhofachtig. Hij heeft verwijde langwerpige poriën! De poriën zijn dus ook een belangrijk kenmerk bij de buisjes- en gaatjeszwammen. Er is een grote verscheidenheid in. De kleur van de buisjes is witachtig. Staat veel op dode beuken soms met verschillende samen.
Zij zijn bovenaan wat geweiachtig vertakt (vandaar de Nederlandse naam). Bovenaan wit bestoven met ongeslachtelijke sporen. Omdat zij bovenaan wit en onderaan zwart zijn noemt men ze ook "Botjes van Napoleon". Zo te zien hebben we hier dan wel een heel "elitecorps" van Napoleon op een rij! Veel te vinden op dood hout. Opruimers in de natuur!