Ik ben Hellemans Karl, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Cladonia.
Ik ben een man en woon in Schilde () en mijn beroep is Zoeken naar verwondering.
Ik ben geboren op 19/05/1938 en ben nu dus 86 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zie link naar Natuurgidsen Schilde.
Natuur
en natuurbeleven
07-10-2009
Oranjerode stropharia
Deze "Oranjerode stropharia" (Stropharia aurantiaca) heeft een oranje tot bloedrode kleur! De hoedhuid is slijmig en soms zijn er aan de rand witachtige schubjes aanwezig. De sporen zijn donker zoals we aan de onderzijde kunnen zien. Hij is te vinden op dood hout en houthaksel. Hij wordt als zeer zeldzaam bestempeld maar juist door het gebruik van meer hakselhout hier en daar, zien we hem meer opduiken. Een mooie verschijning! (Even op foto klikken om te vergroten)
De "Gele ringboleet" (Suillus grevillei) is stralend goudgeel of oranjebruin tot roodbruin in vochtige toestand slijmig ( hij behoort tot de slijmboleten). De buisjes zijn in de jeugd goudgeel later vuil geelbruinachtig en vaak iets aflopend op de steel. De steel is geel- tot roodbruin met smalle geelachtige , slijmige ringzone. (Zie hiervoor de foto in bijlage waar vooral de ringzone zichtbaar is). Het is een symbiont met Larix of Lork en dat is wel bijzonder aan deze zwam. Waar lorken staan kan men hem vinden!
Deze "Armbandgordijnzwam" (Cortinarius armilarius) is steenrood of voskleurig rood tot roestbruinachtig (aan kleurbeschrijvingen dus geen nood). De hoedhuid is viltig vezelig de steel is iets langer dan de hoed en heeft een roodachtig bandje rond zich dat door het velum (afsluitvlies van de lamellen) is achtergelaten. We zien hier een ouder en een jong exemplaar naast mekaar. ( Even op foto klikken om te vergroten!) Hij is eetbaar maar staat ook op de rode lijst wat wil zeggen dat het een zeldzame paddenstoel is! Wij genoten alleen maar van zijn schoonheid!
Over de "Vliegenzwam" (Amanita muscaria) hebben we reeds een foto gegeven op 23-12-2007 (even op die datum gaan kijken). We vertelden er dat je er inderdaad vliegen mee kunt vangen en dat ook de mens, door de hallucinogene stoffen, die hij bevat, in zekere zin ook kan "vliegen". Hier voegen we in bijlage 1 een foto toe van het uitkomen van de zwam en in bijlage 2 een foto van een verder stadium in de ontwikkeling. Hier zien we hem tenslotte volgroeid met zijn hoed en resten van de beurs in witte plakjes, zijn ringzone die de rest is van de beurs ,die de plaatjes onderaan afsloot en zien we helemaal onderaan ook nog de knol met beursresten. (Op de foto klikken om te vergroten)
Het "Paarsharttrechtertje" (Rickenelle setipes) heeft maar een hoed van 0,5 -1 cm breed. Het is meestal duidelijk tweekleurig met een roestbruin tot blauwzwart centrum en een grijsbruine rand. Het spreidt zich vlug uit. De lamellen zijn witachtig tot lichtgrijs en sterk aflopend op de stengel, zodat het paddestoeltje er "trechterachtig" uitziet. (In bijlage laten we een foto van deze onderzijde zien, dus er even op klikken!) Het is vooral tussen mos te vinden. En ze groeien nogal in groep. Toch niet zo dikwijls te ontmoeten!
De "Voorjaarshoutzwam" (Polyporus ciliatus) is vrij lichtgrijs tot beige-bruinachtig, het centrum is wat navelachtig verdiept of juist breed bultig verhoogd. Het oppervlak is fluwelig tot fijnviltig, de rand vaak gewimperd. De steel is ook in de kleur van de hoed en fijnviltig en centraal geplaatst. Het vlees is taai -elastisch. Het is een saprofyt en dus te vinden op dood hout. Wanneer u op de bijlage klikt, komt er nog een foto van de onderzijde. Daar ziet men de fijneronde poriën die ook zo typisch zijn van dit zwammetje. (Steeds ook op de foto klikken om te vergroten)
Deze "Biefstukzwam" (Fistulina hepatica) (een echte zwam of paddenstoeldimaal) heeft bovenaan een vleeskleurig-roze tot vleeskleurig-bruine kleur. Het oppervlak is iets ruw en in de jeugd scheidt hij bloedrode druppels af. Het vlees is ook rozeroodachtig met lichtere overlangse-streperige vlekken (als rauw vlees). Het is week elastisch en saprijk. De geur en smaak is iets zurig. Jong is hij wel eetbaar maar eerst moet het looizuur dat hij bevat door afkoken verwijderd worden! Hij heeft dus wel veel van een biefstuk maar is toch ook wel wat anders...! Het is een parasiet die op levende bomen te vinden is, ook op stronken ,vooral van Eiken en Tamme kastanje. Zeer speciaal is ook dat hij onderaan buisjes heeft die los staan van elkaar. Bij gewone gaatjes of buisjeszwammen zijn deze alle vergroeid. Hier dus niet. Het is daardoor ook de enige vertegenwoordiger in de familie van de "Fistulinaceae" nml "Fistulina hepatica" (van Latijnse fistula = buis ,komt van holle rietstengel en hepatica komt van latijnse "hepaticus"= lever omwille van de kleur hier, in het Nederlands wordt verwezen naar de biefstuk om de kleur aan te duiden.) In bijlage (even op klikken) geven we een foto van een stukje van de buisjes onderaan de zwam, zij vormen hier een kluwen, maar staan dus wel los van elkaar!)
Nog en voorbeeld van een slijmzwam! Het zijn voorlopers in de ontwikkeling naar echte zwammen, dieren en planten. Dit is de "Gewone boomwrat" (Lycogala epidendrum) het plasmodium ( zie meer uitleg over slijmzwammen op 29/08) is roze tot rozerood. De vruchtlichamen zijn allemaal bolvormig en van 2 tot 10 mm in doorsnede. De inhoud van het plasmodium is een melkachtige inhoud met een oranje kleur. Later worden in de vruchtlichamen sporen gevormd. Deze "rode bolletjes" komt men wel meer tegen op naakt dood hout en voelen zacht aan. Daarna komt de rijpe fase ( het "plasmodium" is donker van kleur geworden) zie hiervoor de afbeelding in de bijlage onder de foto klikken op "rijpe vorm". In de tweede bijlage nog een foto waar "de sporen vrij komen"!
We blijven nog even bij de slijmzwammen. Hier het "Plat goudkussentje" (Perichena depressa). De rijpe vormen zijn plat (0,2 tot 1,5 mm doormeter) en laten reeds het inwendige zien. Mooie goudgele draden met ook goudgelesporen! Op dood hout heeft deze slijmzwam zijn voedsel aan bacteriën en sporen reeds opgedaan. (Zie meer uitleg over de slijmzwammen, die geen zwammen zijn, bij het "Netpluimpje" op 29/08!) Nu is de fase van de verspreiding van de sporen aangebroken. Het is intussen wel fascinerend om de verscheidenheid in vorm en kleur ook bij de slijmzwammen te ontdekken! De naam is hier ook treffend gekozen!
Op 8/09 hadden we reeds een foto van het "Witdeksel kalkbekertje" (Craterium minutum) getoond. Het was toen al wel op een plaats gefixeerd maar nog niet volledig rijp. Het dekseltje zag er nog jong fris geelgroen uit! Hier hebben we het volledig rijpe stadium. Het dekseltje is wit geworden en er zijn sommige delkseltjes al opgelost, zodat we in het bekertje de draden kunnen zien, waartussen ook de sporen zitten. Deze gaan zich nu verspreiden. (Zie ook nog meer over slijmzwammen op 29/08 bij een "Netpluimpje".)
We blijven nog wat bij de slijmzwammen, die dus geen zwammen of paddenstoelen zijn! (Zie meer uitleg op 29/08/09). Dit "Gewoon ijsvingertje" - (Ceratiomyxa fruticulosa) heeft, in zijn rijp stadium, vruchtlichamen, die in een jonge fase 'bijna doorschijnend wit zijn'. Ze staan in groepjes van wel 10 cm breed en zijn 1-10 mm hoog! Het worden zuilvormige sporendragers. Later worden ze helemaal wit of geel. Men vindt ze op dood hout, waar ze eerst in "hun plasmodiumfase" al kruipend bacteriën en algen hebben opgenomen als voedsel. Toch wel een heel verrassende waarneming als men ze tegenkomt! De naamgeving is ook wel heel bijzonder! (Op foto klikken om te vergroten.)
Nog een slijmzwammetje "Knikkend kalkkopje" -(Physarum nutans) dat niet zo groot wordt. Bij rijpheid, wanneer het zijn "plasmodiumfase" (dat het zich kon verplaatsen en voedsel opnemen, zie meer uitleg op 29/08) voorbij is, hebben de vruchtlichamen op steeltjes, zich gefixeerd en gaan zich openen en de sporen loslaten. De kopjes gaan ook "knikken" op het steeltje en dat kunnen we hier ook zien! (Zeker klikken op de foto om te vetrgroten) Het zijn echt knikkende witte kopjes!
Netvormig langdraadwatje ( 400 -ste foto met uitleg !)
De vormenrijkdom van de slijmzwammen is rijk! Hier hebben we het " Netvormig langdraadwatje" - (Hemitichia serpula) in zijn rijpe, dus gefixeerde, vorm. Het heeft hier een netvormig, mooi oranje- achtig, voorkomen omdat de omgeving nog te vochtig was. Later zal het nog geel verkleuren in drogere omstandigheden. Het zou wel 1dm² groot kunnen worden. Uiteindelijk zullen de sporen hieruit loskomen en zich verspreiden. Een bijzondere verschijning! Het wordt als zeer zeldzaam aangstipt.(Zie meer uitleg over slijmzwammen op 29/08/09!)
De kleur is nog niet "loodkleurig" van dit exemplaar van het "Loodkleurig netplaatje" (Dictyaethalium plumbeum) . Deze slijmzwam wordt eerst "loodkleurig" als het zijn rijpingsfase zal bereiken! Nu zien we het "plasmodium" nog in beweging! Het witte slijmspoor duidt aan hoe het zich reeds verplaatste om voedsel te zoeken en op te nemen! Deze opname is een goede illustratie van deze verplaatsing van de slijmzwam! Zie hierover meer uitleg bij "Netpluimpje" van 29/08/09.
Hier zien we vijf steeltjes met een kopje: "rijpe vruchtlichamen" van het "Langstelig kroeskopje" (Comatricha nigra), nog een slijmzwammetje dat niet zo groot wordt (een 2 mm). Het middelste steeltje loopt door in het "kroeskopje" (zeker vergroten met op de foto te klikken) en is een duidelijk kenmerk van dit slijmzwammetje omdat het steeltje helemaal doorloopt tot bovenaan! Het heeft ook een rond hoofdje en het steeltje is lang! ( Er is ook nog een "Spits kroeskopje" waar het steeltje ook doorloopt maar het hoofdje is dus wel spits!) Het omhulsel van dit "Langstelig kroeskopje" heeft zich opgelost en de sporen hebben zich al wat verspreid, waardoor dit wat "doorzichtig" is geworden en we het steeltje zien doorlopen tot bovenaan in het kopje. Meer over slijmzwammen op 29/08/09!
We blijven even bij de slijmzwammen. Dit is met een toepasselijke naam het "Zilveren boomkussen" (Enteridium lycoperdon). Het is een geheel praktisch wit plasmodium (zie meer uitleg op 29/08) dat ook kan "voortbewegen of voortkruipen" terwijl het voedsel opneemt. Later bij rijpwording fixeert het zich en de wand zal verdwijnen, zodat de sporen zich kunnen verspreiden. Het is één van de grotere slijmzwammen die we kunnen aantreffen op dode bomen!
Nog een slijmzwammetje in zijn laatste fase met de gefixeerde vruchtlichamen maar het is nog wel niet helemaal rijp: het "Witdeksel kalkbekertje" (Craterium minutum). De bijna rijpe vruchtlichamen kunnen bekeken worden als bekertjes op een steeltje met een dekseltje. Bovenaan zullen ze openbreken en de sporen laten rondvliegen als ze volledig rijp zijn. De dekseltjes worden dan nog eerst volledig wit (vandaar ook de naam). Deze zijn nog mooi geel van kleur. Dit slijmzwammetje was te vinden op de onderzijde van een afgevallen blad.(Zie meer uitleg over de slijmzwammen op 29/08/09). (Op foto klikken om te vergroten!)
Deze slijmzwam het "Grootmazig netwatje" (Arcyria incarnata) heeft zijn stadium van "plasmodium" (slijmerige bundeling van amoebeachtige cellen) doorgemaakt en heeft zich nu gevestigd. Hier beginnen de sporen zich te verspreiden. We zien dit aan enkele van de roze hoofdjes, als de de buitenkant van het roze hoofdje verdwijnt, zet het draadennet zich uit, zodat de sporen die er tussen zitten vrijkomen. Het dradennet zelf zit vast aan de komrandof enkel binnenin de kom aan de steel, zoals bij deze soort. Als de hechting van het dradennet maar sumier is waait het gehele net zelfs gemakkelijk weg uit de kom. Zie verder meer uitleg over slijmzwammen bij de vorige foto op 29/08/09. (Steeds op foto klikken om te vergroten!)
Dit is een Slijmzwam of Myxomyceet en behoort tot het geslacht van de Netpluimpjes (Stemonitis). Het zijn echter geenzwammen en ook geendieren of planten! Zij staan in de evolutie nog een stap vóór in deze ontwikkelingen. Het zijn uit een soort "spore" onstane cellen, die al of niet, met een zweephaartje zijn uitgerust. Zij hebben geen vaste vorm maar kunnen uitstulpingen vormen en deze ook weer intrekken. De cellen die niet met een zweephaartje zijn uitgerust lijken op "amoeben" ze bewegen zich kruipend voort en nemen voedsel op door hun uitstulpingen in de vorm van bacteriën en schimmelsporen. Het zijn de "mixamoeben".Daarnaast heeft men de cellen met een zweephaartje. Zij voeden zich op dezelfde wijze maar bewegen zich zwemmend voort. Het zijn de "myxomonaden" of "myxoflagelanten". Beide kunnen zich door deling vermenigvuldigen of in elkaar overgaan. Na enige tijd gaan ze paarsgewijs zich verenigen. De groei en kerndeling gaat verder maar de celdeling gaat niet verder. Zo wordt het plasmodium gevormd (wat we hier deels zien, nml de glibberige massa). Daarna gaan zich na verdere rijping vruchtlichamen vormen. En dat proces is hier deels aan gang: we zien 'netpluimpjes' op een steeltje verschijnen. Een plasmodium kan zich verplaatsen, de vruchtlichaampjes zullen dat niet meer doen! Op rottend hout zijn zij te vinden maar niet zo groot! Netpluimpjes kunnen toch van 6 tot 20 mm groot worden omdat zij in groep tegen elkaar leunen Om goed te zien even klikken op de foto!
De Zandraket (Arabidopsis thaliana) is een sober plantje. Er staan niet veel blaadjes aan het rechtopstaande stengeltje. Deze bladeren zijn langwerpig eirond tot lancetvormig en zijn met enkelvoudige en gafelharen bezet, maar dat moet men met een loepe bekijken.!. De onderste bladeren staan in een mooi rozetje. De bloem heeft witte kroonbladeren. Dit plantje is te vinden droge min of meer voedselrijke zandgrond op wegbermen, dijken en akkers. Bloeit in april tot mei. (Steeds foto vergroten door er op te klikken).