De Nederlandse naam "Grauw rijpmos" (Physconia grysea) is zeer goed gekozen. Op de eindlobben, die wel 3 mm breed kunnen zijn, zien we heel wat "berijping". Het zijn witte kristallen op het thallus. Wat de functie van deze kristallen juist is is niet zo duidelijk maar het geeft wel een mooi zicht aan dit licheen. Er zijn ook altijd sorediën (korreltjes) aanwezig, vooral aan de randen van de lobben, die we hier ook kunen zien. Op basische steen kunnen we het veel vinden en ook op basisch en geëutrofieerde schors van bomen in de buurt van boerenerven en in de bebouwde kom van dorpen en steden. In "bijlage" nog een opname om de berijping nog beter te zien.
|