Het "Groot schildmos" (Parmotrema perlatum) deed hier zijn naam alle eer aan. Het mat 9,5 cm in de breedte. De lobben zijn ook nogal groot in verhouding tot andere "Schildmossen". Ze zijn ook glad en hebben geen pseudocyphellen (witte lijnen of punten) op de de bovenzijde. Speciaal hebben zij wel dikwijls wel zwarte ciliën of haartjes op de rand van hun bladeren staan. Dit is echter op foto zo niet te zien. Deze vonden we ook op en eik in de Kesselse heide dat een paradijs is voor lichenen. De naam "schildmos" is de vertaling van de latijnse naam "parma" dat een rond Grieks schild was. Ook dit zogenaamde "Groot schildmos" is dus geen mos maar een licheen!
|