Het "Rookglimschoteltje" (Lecania naegelii) heeft een witte thallus (ondergrond) en de apotheciën (vruchtlichamen) zijn vrij groot tot 0,5 mm. Ze staan wat bol en zijn grijzig bruin (hier wat donkerder bruin) met een randje dat veel lichter van kleur is. De sporen zijn kleurloos en viercellig. Dit wil zeggen dat zij door drie septen (streepjes in het beeld) gescheiden zijn. In "bijlage kan men zo twee sporen zien met een pijltje aangeduid. Dit beeld is en vergroting x 400.
|