Op de Kesselse heide vonden we dit "Blauwgrijs steenschildmos" (Parmelia saxatilis) op een horizontale tak van een eik. Het was een prachtexemplaar. Het ziet er uit als een "Gewoon schildmos" (Parmelia sulcata) met zijn afgeknote eindlobben en lijn- tot puntvormige witte lijntjes (pseudocyphellen) op de lobben. Alleen staan er in het midden het licheen (de thallus) veel cilindrische isidiën, die zelfs vertakt kunnen zijn. Deze isidiën zijn ook bij uitstek het vermenigvuldigingsmiddel van het licheen op een niet seksuele wijze. In "bijlage" nog een opname van iets meer nabij. Op te merken valt dat dit wel "steenschildmos" wordt genoemd terwijl het wel meer op hout te vinden is! Wel wat wonderlijk!
|