Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Clementine
Beeld/dichters/kunstschilders
19-02-2008
The Miracle
sinds de dagen van september vandaag voor het eerst gingen woorden weer wandelen
hoe vreemd de dagen weerom te ademen bij hun eindeloze tovermonden de mensen weer bij hun naam te noemen en met vier verhalen opnieuw het leven te vertellen
in de ruimte van mijn nieuwste najaarsdromen bloeit een nieuwe zomerbloem
Denis Diderot (Langres, 5 oktober 1713 - Parijs, 31 juli 1784)
Was een Frans schrijver en filosoof. Diderot was een prominente persoonlijkheid in wat als De verlichting bekend zou worden.
Hij was tussen 1750 en 1776 met D'Alembert redacteur van de beroemde Encyclopédie en schreef zelf ongeveer 6000 van de 72.000 artikelen in die encyclopedie. De encyclopedie kende veel tegenstanders, in 1759 werd de encyclopedie formeel verboden. Het werk ging vanaf die tijd clandestien door. De encyclopedie was door de nadruk op religieuze tolerantie en vrijheid van gedachten, en een democratische geest, een bedreiging voor de aristocratie. In 1773 onderneemt Diderot een journalistieke reis door Holland. (Voyage en Hollande). Samen met Baruch de Spinoza en Pierre Bayle is Diderot de belangrijkste filosoof van de Radicale Verlichting.
Diderot was voor de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, hierover heeft hij ook enkele boeken geschreven.
Diderot droeg ook bij aan de literatuur, in het bijzonder met zijn werk Jacques Le Fataliste, een satirische roman waarmee de auteur conventies over de structuur en inhoud van romans aan de kaak stelde, terwijl hij ook filosofische ideeën met betrekking tot de vrije wil onderzocht.
Diderot werd begraven in de Eglise Saint-Roch in Parijs.
De schilderij "Diderot " is van Louis-Michel van Loo (1767 )
Diderot laat een Parijs' meisje, Suzanne Simonin, vertellen hoe zij door huiselijke omstandigheden gedwongen wordt in een klooster te treden. Zij probeert eerst door het verwekken van een openlijk schandaal aan haar lot te ontkomen, maar moet zwichten voor de druk van haar ouders. Zij kan de kwellingen en vernederingen van het kloosterleven echter niet verdragen en begint een proces om van haar gelofte ontslagen te worden. Als ze dit proces verliest, wordt ze overgebracht naar een ander klooster, waar ze liefderijk wordt opgenomen. Te liefderijk zelfs, want de moeder-overste wordt op Suzanne verliefd en wil een verhouding met haar beginnen. Het schandaal, dat hierdoor wordt veroorzaakt, heeft voor beiden ontzettende gevolgen. De moeder-overste sterft krankzinnig en Suzanne vlucht. Het verhaal is een lange, met grote spanning geschreven, bekentenis van verzet tegen het haar opgedrongen bestaan, van ontsnappingspogingen, plagerijen en kwellingen.
Het boek maakt na bijna 200 jaar een wonderlijk moderne indruk, vooral door de manier waarop Diderot de vaak onthutsende gebeurtenissen vertelt tegen de achtergrond van een tragisch bestaan.
Door de film 'La Religieuse', die in Frankrijk verboden werd, maar nu voor vertoning is vrijgegeven, kwam het boek opnieuw in de belangstelling en werd in vele talen vertaald.
De blikvanger was Franz Marc, een schilder die tot de door Kandinsky en Klee geleide kunstenaarsgroep Der blaue Reiter behoorde. Zijn doek Grazende paarden III haalde 16,4 miljoen euro, de helft meer dan de experts van het veilinghuis hadden geschat. Het is een werk van hoge kwaliteit uit 1910. Marcs poëtische voorstellingen van dieren zijn bijzonder geliefd. Van de paarden bestaan ook een blauwe en een gele versie.
Ook Alexej von Jawlensky, nog een lid van Der blaue Reiter, was nooit duurder dan deze week bij Sotheby's. Het exotische vrouwenportret Schokko met een breedgerande hoed bracht 12,6 miljoen euro op. Het model, een meisje uit de buurt van München dat dol was op chocolademelk, inspireerde Jawslensky tot een reeks schitterende portretten in felle kleuren.
Twee handgeschreven brieven van de Franse schrijver Émile Zola (1840-1902) zijn uit een brandkast in een gemeentehuis ten westen van Parijs gestolen.
De dieven braken in en kraakten de kluis. Ze gingen er met de twee brieven van Zola en wat geld en cheques vandoor. De brieven zijn wat de inhoud betreft niet opzienbarend, maar de burgemeester van Médan, Serge Goblet, is geschokt over dit verlies voor Médan.
De toen reeds beroemde schrijver Zola ging in 1878 in Médan wonen en deed er ook werk in de gemeenteraad. Zola was in het Frankrijk van de 19e eeuw een van de invloedrijkste en vanaf 1877 ook een van de rijkste schrijvers in het land. Hij schreef in Médan bekende werken zoals Germinal. Émile Zola was een Frans schrijver en pamflettist. Hij wordt gezien als het belangrijkste voorbeeld voor de literaire school der naturalisten.
Émile Zola werd geboren te Parijs. Hij bracht zijn jeugd en zijn schooljaren door te Aix-en-Provence, waar zijn vader, van Italiaanse origine, ingenieur was. Door zijn planning voor de watervoorziening was zijn vader geruïneerd. In de armoedige jaren die daarop volgden, wist zijn zoon zich toch een bestaan te verwerven bij de uitgeverij Hachette.
Zola werd beroemd met zijn roman Germinal (1885) en zijn open brief J'Accuse...! (1898) omtrent de affaire Dreyfus. In die brief kiest hij partij voor de Joodse kapitein Alfred Dreyfus, die ten onrechte van spionage was beschuldigd.
Dertig jaar voordien al, in 1866, toen hij nog bescheiden bediende was bij Hachette, viel hij bijzonder scherp uit naar de officiële Salonjury, toen De fluitspeler van Édouard Manet geweigerd werd. Hij zou trouwens fervent verdediger worden van het Impressionisme, ook al bleek hij er 20 jaar later minder geestdriftig over in zijn l'Oeuvre van 1886. Zijn oude vriendschap met Cézanne ging hierdoor kapot.
Na de open brief J'Accuse...! in 1898 werd Zola veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Hij wachtte daar niet op, maar week uit naar Groot-Brittannië. Na een jaar kon hij terugkomen en werd hij als held ontvangen.
Émile Zola stierf, onverwacht, in Parijs op 29 september 1902 in zijn woning aan de Rue de Bruxelles door koolmonoxidevergiftiging. Zijn echtgenote was er bijna even erg aan toe, doch zij werd gered in het ziekenhuis van Neuilly.
De oorsprong van de icoonschilderkunst is terug te voeren op de Romeins-Egyptische Fajoemportretten van rond de 4e eeuw na Christus. Deze natuurgetrouwe, op hout geschilderde portretten kregen overledenen mee op hun sarcofaag. De mummieportretten waren een grote inspiratiebron voor de eerste iconenschilders, werkzaam in het Sint-Catharinaklooster in de Sinaï. In de collectie Vozyakov bevindt zich een Fajoemportret uit de 4e eeuw, te zien in de tentoonstelling. De icoonschilderkunst is rond de tiende eeuw in Rusland terecht gekomen; in Kiev huurde men destijds Byzantijnse kunstenaars in om allerlei kunstvoorwerpen te maken. Er ontwikkelde zich in de daaropvolgende eeuwen over heel Rusland een op Byzantijnse leest geschoeide icoonkunst. In steden als Novgorod, Moskou, Kazan, Vladimir-Soezdal en Pskov kwam de icoonkunst tot grote bloei.
Een icoon (van het Koinè Griekse εἰκόνα "tekening", "icoon"; en het Oudgrieks εἰκών "beeld", "afbeelding") van het Griekse eikoon - beeld)
Zijn afbeeldingen van heiligen of hoogfeesten, meestal geschilderd op een paneel. Zij worden geschilderd volgens door de kerk vastgestelde regels, de zg. canon. De Kerk heeft deze regels vastgesteld om voor zuiverheid en uniformiteit te zorgen en zij mogen niet afwijken van de leerstellingen van de Kerk.
Het schilderen is voor de orthodoxe kerk een werk waarvoor Gods zegen gevraagd wordt en dat gepaard gaat met gebed en vasten. Een icoon wordt niet gesigneerd, want het is Gods hand die de icoon geschilderd heeft. Iconen behoren tot de Oosters-orthodoxe Kerk en de Oriëntaals-orthodoxe Kerk en zijn onlosmakelijk verbonden met het kerkelijke en spirituele leven van de deze kerken en hun gelovigen. Iconen worden vanouds vooral geschilderd in landen waar de Oosterse orthodoxie of de Oriëntaalse orthodoxie de inheemse vorm van christendom is, zoals Griekenland, de Balkanlanden en Oost-Europa.
In het donker hangt mijn haar te drogen, en jij met je handschoenen aan , je houdt me in bedwang , en , je weet het wel , je steekt een vlam ( als aan een gasvuur ) aan mijn aapachtig verlangen naar jou
Niemand anders dan jij verdient het licht van mijn ogen
Geboren in Aschaffenburg op 6 mei 1880 en overleden in Davos op 15 juni 1938. Hij is de belangrijkste vetegenwoordiger van het Duitse expressionisme en wordt als voorman gezien van die Brücke. Kirchner , de zoon van een ingenieur bij de papierfabriek , later professor , verhuisde naar Dresden om daar bouwkunde te studeren ; daar leerde hij Fritz Bleyl en o.a. Erich Heckel. Kirchner werdt vooral beïnvloed door Vincent van Gogh en Edvard Munch. Vanaf 1909 is de kunst uit Oceanïe en Afrika zijn belangrijkste inspiratiebron .Na het uiteenvallen van Die Brücke werkt hij verder en in
1914 dient hij zich aan bij het leger .In 1915 stort hij in ,en wordt hij van zijn militaire dienst vrijgesteld ,hij is te gestoord om in dienst te blijven . De toenemende ' cultuurpolitiek ' van de Nazi's heeft er samen met zijn labiele toestand toe geleid dat Kirchner in 1938 geen andere oplossing zag dan zelfmoord te plegen.
Die Brücke is een groep die expressionistische schilders verenigde van juni 1905 tot 1913. Hun doel was om de kunst te bevrijden van de academische vormleer .Ze hadden een gemeenschappelijke atelier in Dresden waar ze naast schilderijen ook grafisch werk en driedimensionaal houtsnijwerk vervaardigden.
Clésinger, Jean Baptiste (Auguste)
1814 (Besançon)
1883 (Parijs)
Beeldhouwer Clesinger ontwierp het graf van Frédéric Chopin.
Zijn erotisch getinte beeld van 'Femme piquée par un serpent' zorgde voor schandalen.
Hij was de schoonzoon van George Sand.
Clésinger ligt in hetzelfde graf als Gourmont en De Courrière, de occultiste met wie hij een verhouding had. .
Neo - Impressionisme (1886-1910 ) of Postimpressionisme
Une baignade
Met postimpressionisme bedoelt men vooral de Franse bewegingen na 1886.
Het pointillisme of divisionisme van Georges Seurat en van Alfred Sisley was wel de meest merkwaardige en meest bediscussieerde uitloper ervan.
Zelfs na 1905 wordt het tachisme van Les Fauves, met Henri Matisse en Maurice Vlaminck herkend als late erfgenaam van het divisionisme.
Bij de Belgische luministen, met oa. Emile Claus, Theo Van Rysselberghe, Georges Lemmen, James Ensor, Willy Finch, Willy Schlobach, Adrien Joseph Heymans, Franz Courtens, de School van Tervuren of de School van Kalmthout, heeft men het eerder over neo-impressionisme.
Hetzelfde geldt voor de Nederlandse Haagse School met oa. Jozef Israëls en de gebroeders Maris, de Larense School met Albert Neuhuys of De Amsterdamse Impressionisten met George Hendrik Breitner.
Al dekken beide termen ongeveer dezelfde lading, toch kan men postimpressionisme interpreteren als bestemd voor enkele NA-impressionistische bewegingen, na deze van 1874-1886, in Frankrijk. Terwijl het in België, Nederland, Duitsland en de Scandinavische gebieden met de neo-impressionistische sympathieën eerder gaat over LAAT-impressionisme.
Neo-impressionisme is een benaming voor een schilderstijl in België, Nederland, Duitsland en Scandinavië, ook wel laat-impressionisme genoemd. In Frankrijk noemt men deze schilderstijl in dezelfde periode postimpressionisme. Beide zijn een onderdeel van het impressionisme.
Het impressionisme liep in 1885 in Parijs uit op zijn 8e en laatste expositie. Camille Pissarro, Tom Slager, Berthe Morisot en Edgar Degas namen er nog aan deel, in totaal waren er 17 deelnemers met 249 gecatalogeerde nummers. De expositie werd gehouden in de rue Lafitte, van 15 mei tot 15 juni. Het werd toen al een contestatie-ontmoeting met Georges Seurat en Paul Signac.
Hoewel bijvoorbeeld Claude Monet tot aan zijn dood in 1926 de stijl nog beoefende en tot grote hoogte bracht met zijn meesterlijke "Waterlelies" gemaakt in de tuin van Giverny, kreeg het neo-impressionistische pointillisme van Georges Seurat, Paul Signac, Henri Edmond Cross en Camille Pissarro de overhand.
In hetzelfde 1886 vormden Paul Gauguin, Claude Emile Schuffenecker en Emile Bernard, in Bretagne, de School van Pont-Aven, met meer symbolistisch gericht werk. In 1889 hielden ze hun eerste expositie, in het Parijse café "Volpini", tijdens de "Exposition Universelle".
In 1888 ontstonden Les Nabis, een groep postimpressionistische Franse kunstschilders, met het representatieve "Talisman" van Paul Sérusier. Tot 1893 werd de groep uitgebreid met o.a. Pierre Bonnard, Edouard Vuillard, Félix Vallotton, Maurice Denis en Aristide Maillol
Schilderij : Baders bij Asnières , 1884 van Georges Seurat
De Prerafaëlieten ook Prerafaëlisme is een 19de eeuwse Britse kunststroming.
Deze groep schilders verenigde zich in 1848 en werd opgericht door William Holman Hunt, John Everett Millais en Dante Gabriel Rossetti. De Prerafaëlieten (een vertaling van de Engelse naam Pre-Raphaelite Brotherhood) noemden zich zo, omdat ze de schilder Raphaël overgewaardeerd vonden en terug wilden naar de schilderkunst van voor zijn tijd. Ze legden de basis voor de Jugendstil. Het Prerafaëlisme sluit aan bij de renaissance en Neorennaisance. De schilderijen zijn romantisch van aard en leunen aan tegen de populaire Arts-and-craftsbeweging De doeken hebben een schijn van vroom Piëtisme, de schilders waren dan ook academisch opgeleid . John William Waterhouse (1849-1917)
Na zijn huwelijk vestigde John William Waterhouse zich in de Primrose Hill Studios. De schilderijen "Consulting the oracle" en "The lady of Dhalott" werden aangekocht door Sir Henry Tate. Waterhouse werd mede beïnvloed door de schilders van de prerafaëlieten. Regelmatig beeldde hij krachtige femmes fatales af. Vanaf het midden van de jaren tachtig exposeerde John William Waterhouse ook bij Crosvenor en de New Gallery. Daarnaast was zijn werk te zien in steden als Manchester, Birmingham en Liverpool.
Schilderij : "Ophelia " van John William Waterhouse (1910 )
Een mooie oeuvre van een Amerikaanse Impressionist
The White Bridge
The White Bridge : John Henry Twachtman (1853-1902 )
National Gallery of Art Washington D.C
Het Impressionisme
Kenmerken Qua
inhoud en techniek was het impressionisme dus een reactiebeweging tegen
de heersende conservatief-classicistische opvattingen van de
salonjury's. De bedoeling bij de jongeren was het onmiddellijke beeld
weer te geven van het direct geziene en op dat moment precies. Er was dus geen sprake meer van de fijn afgelijnde tekening van de voorwerpen. Zelfs
bij de onderwerpkeuze richtte men zich op het alledaagse leven, ver weg
van elke allegorie of enig nationalistisch triomfalisme.
Vooral
de kleurenverdeling, of de menging ervan, werd totaal anders aangepakt.
De elementaire kleuren werden in los naast elkaar geplaatste toetsen op
doek gebracht, zodat ze op afstand de gewenste kleurvariaties vormden
en aldus subtielere nuancering toelieten.
Belangrijk was hierbij niet meer de stoffelijke preciesheid van de
vormen in de natuur, dan wel de kleurrijke oplossing die zon, licht en
lucht als indruk weergeven.
Hoe zijn zij ontstaan?
Waarschijnlijk door de uitvinding van de tube (door Geoffrey Rand in 1836). Al
in 1838 waren er drie Engelse firma's die verf in tuben op de markt
brachten en daarmee de schilders de gelegenheid gaven om buiten te
werken. Vóór die tijd werd de verf in dierlijke blazen meegenomen, maar
die laten zuurstof door en de verf hardt uit. Door de tube kregen ze de
kans om direct buiten te werken en de toenmalige belangstelling voor
licht deed de rest (De kleurenleer van Chevreuil is dan al bekend).
Paul Verlaine studeerde rechten in Parijs, maar de literatuur trok aan hem en hij stopte met zijn studie. Hij ging werken op het gemeentehuis en besteedde de rest van de tijd aan de poëzie.
Hij trouwde in 1870 met Mathilde Mauté, aan wie hij de bundel la bonne chanson opdroeg. Verlaine werd alcoholist. Hierdoor kwam het steeds opnieuw tot uitbarstingen van geweld tegen zijn moeder en zijn vrouw. Ruim een jaar later kreeg hij een homoseksuele relatie met de 17-jarige dichter Arthur Rimbaud, die vlak na zijn huwelijk bij hem introk. Paul Verlaine verliet zijn vrouw in 1873 om naar België en Engeland te gaan met Rimbaud. Beiden verdienden geld als leraar Frans.
In 1873 probeerde Verlaine (in een staat van dronkenschap onder invloed van absint) Rimbaud te vermoorden. Deze laatste verliet hem. Als gevolg hiervan werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden. Vanaf 1875 probeerde Verlaine terug te gaan naar een burgerlijk leven. Hij verdiende zijn levensonderhoud als leraar Frans in Engeland. Nadat hij terugkeerde naar Frankrijk, gaf hij les in de Engelse taal. Met een van zijn leerlingen (Lucien Létinois, die hij zijn adoptiefzoon noemde) probeerde hij zonder succes een boerenbestaan op te bouwen.
In 1880 trok Verlaine naar Parijs en begon opnieuw zijn tijd in cafés en bordelen door te brengen. Hij woonde bij prostituees en vrienden in armzalige omstandigheden. Hij bereikte in die tijd enige bekendheid door zijn literaire publicaties, maar stierf desondanks verarmd en eenzaam. Na zijn dood in januari 1896 werd zijn lichaam begraven op het Cimetière des Battignolles bij Parijs
Werk
Hij stelde in 1884 de bundel les poètes maudits samen, waarin hij de werken van Corbière,Rimbaud, Mallarmé en Pauvre Lelian (anagram van Paul Verlaine) bijeenbracht. De gedichten van deze dichters werden erg populair onder het grote publiek. Dat was opmerkelijk, omdat hun gedichten moeilijk te lezen zijn en nooit populair waren geweest.
Verlaine werd met zijn werk een van de leidende Franse dichters van het symbolisme en decadentisme en beïnvloedde vele anderen. Zijn gedichten zijn muzikaal en proberen de schakeringen uit het gevoelsleven tot uiting te brengen. Paul Verlaine volgde het devies: "De la musique avant toute chose." Zowel morbide erotiek als religieus gefundeerde mystiek komt in zijn werk aan de orde. Daarmee beïnvloedde Verlaine de neoromantische beweging. Zijn gedicht "Art poétique" werd een manifest van de symbolisten. Verlaine vond de klank van een gedicht belangrijker dan de inhoud.
Paul Verlaine wordt, in de geest van Baudelaire, gezien als een van de grootste Franse dichters.
Een aantal regels uit het gedicht 'Chanson d'automne' werd gebruikt om de Franse Maquis te laten weten dat de invasie in Normandië aanstaande was. Het complete gedicht uit de bundel 'Poèmes saturniens' (1866) is te vinden op Wikisource-Chanson d'automne