Wat is dat?
Water is een levensbelangrijke voedingsstof. Ons lichaam bestaat immers voor 60% uit water. Het lichaam van een man bevat meer water dan dat van een vrouw. Met het ouder worden vermindert het aandeel van water tot 55% van het lichaamsgewicht voor een man en 46% voor een vrouw. Water is het vitale oplosmiddel voor het lichaam : het is zowel een medium (intracellulair en extracellulair) als een drager (bloed, urine, tranen).
Wat?
We moeten drinkwater drinken. Natuurlijk mineraalwater is rijk aan calcium en arm aan natrium. De keuze tussen plat water en spuitwater hangt af van onze smaak en hoe goed we het verteren. Thee en koffie moeten met mate worden gedronken wegens de aanwezigheid van cafeïne en theïne. Drink je vruchtensappen, let dan op voor de suikers, drink je bereide groentesappen, let dan op voor het zout. Water is de beste drank.
Hoeveel?
De klassieke regel luidt dat je elke dag gemiddeld 1,5 liter moet drinken. Dat varieert echter van persoon tot persoon en van situatie tot situatie. Hoe warmer het is, hoe meer je aan lichaamsbeweging doet, des te meer je moet drinken. In bijzondere situaties zoals een indigestie, diarree, het nemen van geneesmiddelen, moet je meer drinken.
Hoe?
Je moet drinken telkens als je dorst krijgt. Met het ouder worden moet je zelfs drinken als je geen dorst hebt (de dorstreflex verzwakt met de leeftijd). Om je lichaam het goed te laten opnemen, drink je water dat niet te koud of te warm is, met kleine slokjes buiten de maaltijden. Als je tijdens de maaltijden water drinkt, zorg dan dat het de voeding niet vervangt. Drink daarom met mate wanneer je lichte honger hebt.
Water: zoveel mogelijk.
|