Op de keeper beschouwd was het vandaag te koud om buiten te spelen, maar ik heb het toch gedaan, zij het dan wel op mijn eentje en niet in korte broek zoals we lang geleden zelfs 's winters deden. In tijden van weleer hadden we nooit kou, niet aan de handen, noch aan de voetjes. Andere kameraden waren niet op de afspraak of ze hadden even genoeg van mijn gezwets.
'Als je meer tijd nodig hebt om je klaar te maken dan om te fietsen, blijf je beter thuis', zegt mijn vrouw. Van kop tot teen heb ik mij ingesmeerd met de meest diverse zalven en zalfjes om mijn frele lijf te behoeden tegen de vrieskou. Mijn nieuwe, dure handschoenen moeten hun faam nu waarmaken! Om mij voor te bereiden reed ik, na het dweilen, eerst vijfendertig minuten op de Tacx, waardoor je lichaamswarmte onmiddelijk toeneemt. Ook de doorbloeding in de uiteinden wordt beter. Daarna ging ik in de buitenlucht vijf kilometer joggen om te wennen aan de winterse temperatuur.
'Je kousen passen niet op je broek en je helm nog minder op je jas!' Mijn styliste is kritisch. 'Was je als kind hoogblond? Op latere leeftijd zijn die precies kleurenblind', merkt ze op. Ik haal een paar zwarte sokken uit de kast en ben nu helemaal klaar om te vertrekken. De thermometer wijst anderhalve graad aan, maar het winterzonnetje doet z'n best om mij de indruk te geven dat het best wel zal meevallen.
'Er zijn ook mensen die bij dit weer moeten werken', denk ik bij mezelf. Een tractor rijdt zich vast en zijn oplegger zakt weg in de gracht langs de Koningsdijk. Doffe ellende. Hij vloekt.
Voel mij toch niet honderd procent op mijn gemak, zo in m'n eentje. Stel je voor dat ik een lekke band krijg! Of een vod in mijn versnellingsapparaat!
Gisteren waren we op de Kerstmarkt in Sint-Niklaas. 'Je ziet er stralend uit', zegt Karin. We hebben elkaar al in geen eeuwen meer gezien en het is nog veel langer geleden dat ik van iemand zo'n mooi compliment kreeg, zelfs niet van mijn eigen familie. We drinken Italian Coffee en Amaretto met ijs. Een warme gloed maakt zich meester van hij die dit drinkt. Misschien had ik mijn drinkbus met likeur moeten vullen vandaag, maar ook met hete thee voel ik mij als een schaatser op glad ijs. De handschoenen doen waarvoor ze gemaakt zijn en de zalfjes missen hun uitwerking niet. Van onderkoeling blijf ik vooralsnog gespaard.
Naar het einde toe zakt de temperatuur nog met een volle graad en dat is het sein om huiswaarts te keren. Koffie, boterhammen en een Tom Pouce zijn voldoende om mij terug op de wereld der levenden te zetten.
Dirk hield het vandaag bij appelstrudel met slagroom in Hulst. Het is een beproefd recept als voorbereiding op de rit van morgen!
'Beweging houdt je alert',zegt Karin en zij kan het weten!
We dronken nog een slaapmutsje, naast elkaar in een zetel die wat ongemakkelijk zit. 'Stel je voor dat er een glazen bol op tafel staat waar je de toekomst in kunt lezen. Zou je er dan in kijken?' vraagt mijn vrouw. Nieuwsgierig zouden we allebei wel zijn, zo blijkt, maar ik zou niet kijken. Zij wel. 'Hoelang zullen we hier nog samen kunnen zitten?' Nog een week of een dikke tien jaar?
Stel je voor dat we voor elke simpele vraag in die toekomstbol kunnen kijken. Wie wordt er straks wereldkampioen voetbal? Zal Greg van Avermaet dit jaar eindelijk nog eens een grote koers winnen en krijgen we ooit een extreem-rechtse premier in ons land? Gaat het deze namiddag regenen of kunnen we droog fietsen? Wanneer alles voorspelbaar wordt is er geen reet meer aan. Misschien moeten we leven alsof elke dag de laatste kan zijn, zeker wanneer de kaap van de zeventig stilaan zichtbaar wordt.
We drinken een borreltje bij de koffie en eten een stukje taart. We klinken op onze vriendschap en een goeie gezondheid. Hij is een al stuk in de zeventig maar oogt als een vijftig plusser. Een en al vitaliteit. De Spaanse zon doet hem duidelijk deugd. We praten over het leven en de broosheid ervan, maken plannen om samen te fietsen. De grapjes komen vanzelf. Hij is een van de weinige mannen die ik omhels als we mekaar weer eens een tijd niet gezien hebben. Meer mensen zouden het leven moeten omhelzen, zoals hij het doet. Met volle goesting!
Er is enkel mist. Zelfs de kerktoren van Hulst wordt aan het blote oog onttrokken. We rijden naar Terneuzen, waarom weet ik niet. Je hoort de misthoorn van de vrachtschepen. Schimmen op het water. Het havenstadje is een dorp met leegstand geworden en ligt op apegapen.
Als een schip die de verkeerde vaargeul kiest zijn we hier gestrand. Mist verkleint onze gedachten en ook de dijk kan ons niet aansporen tot een lange wandeling. In 'Het Gerecht' restaurant & More eten we Vlaamse klassiekers. Het is er niet echt warm want ook onze Noorderburen gaan voorover gebukt onder de energieprijzen. Lekker is het anders wel. Hamburger en Stoverij spoelen we door met een glas rode wijn en koffie drinken we in Hotel Churchill. Winston, de Britse politicus en premier van het Verenigd Koninkrijk heeft er een straatnaam aan overgehouden.
We komen vroeger thuis dan gepland en spelen een spelletje scrabble. Mijn vrouw vormt het woordje 'stoeier'. Zou ze daar iets mee bedoelen? Ik probeer met 'zin' maar ze antwoordt met 'gewoon'. Ik denk niet dat het voor vanavond is. We kijken Netflix en een uurtje WK. Op het spel van Argentinië zit snee. Zelfs bij dikke mist vinden ze elkaar blindelings. Het lijkt wel stoeien.
'Vechten' is wat 'krapuul' doet na een voetbalmatch met een verliezende en winnende partij. Alles kort en klein slaan en gooien met wat niet te heet of te zwaar is. Walgelijk! Ben een democraat in hart en nieren, maar bij het zien van zoveel straatgeweld, zou ik toch gaan twijfelen en stel ik mij luidop de vraag of een meer totalitaire aanpak niet gerechtvaardigd is. Als de politie het niet aankan, zet er het leger dan bij!
'Snot' is wat vrijkomt bij het fietsen, zoals deze middag met de Klavers van Belsele. Wees dan wel zo beleefd om het in een zakdoek te doen of even wat afstand te nemen zodanig dat de daaropvolgende renner het goedje niet in de ogen krijgt.
'Wind' is wat er overvloedig in de Polders staat en waar je sterk, maar vooral moe van wordt.
'Exen' zijn vrouwen waar 'venten' vaak veel en lang moeten voor betalen.
'Venten' zie hierboven
'Kaf' is wat je scheidt van het koren. In de koers gebeurt dat vrij snel, zeker bij felle zijwind want dan valt het peloton in waaiers uiteen en het is knokken om je plaatsje te veroveren en te behouden.
'Gaai' is een woord dat mijn ouders gebruikten om aan te duiden wanneer iemand een stommiteit deed. 'Hij heeft de hoofdvogel afgeschoten', zeiden ze dan. Het refereerde naar de 'schieting'. Het boogschieten waarbij de beste schutter de oppergaai afschiet.
Scrabbelen is duidelijk veel meer dan woordjes vormen!
God; wat ben ik blij dat het vandaag regent, al betwijfel ik sterk dat hij van hierboven daar iets mee te maken heeft. Na mijn avonturen in wielerland van gisteren kom ik vandaag mijn pyjama niet uit. Niet voor de fiets, noch voor de cyclocross in Hulst. Net als bij onze Rode Duivels tegen Canada was mijn positiespel niet goed. Overmoedig dacht ik dat mij niets kon overkomen maar voor ik het wist ging ik 'aan de rekker' pal in de wind en ik kon het schudden. Mijn hart sloeg over als bij een zestienjarige die voor de eerste keer verliefd is. Het leek wel of ik kwam plots geen meter meer vooruit. De hele meute vloog mij voorbij, zonder genade. Gelukkig was Guy Rooms in de buurt die mij terug bracht waar ik wou zijn. Vooraan! Guy is een gentleman. Zijwind is verraderlijk en even later ging ik nog een tweede keer in de fout, maar dan werden de torens van de grensgemeente al zichtbaar.
'Beleving is een mooi woord', zeg ik tegen mijn vrouw. Ook voor een koffiehuisje in het centrum waar warme chocolade met rum nergens anders beter smaakt. Een belevenis was de rit in elk geval. Onmiddellijk gingen een paar waarschuwende vingertjes de lucht in. Flandriën Freddy zou te vaak teveel kilometers en hooi op zijn vork nemen. Ik zou mijn valse noot eerder wijten aan een verkeerde kledijkeuze. 's Morgens kwam het kwik niet boven de vijf graden uit en op de middag was het best wel warm. Dan raakt de motor snel overhit.
Vandaag valt daar niets meer van te merken. Mijn humeur is opperbest ook al krijg ik nog een flink oplawaai van mijn vrouw in het scrabbelspel. 'Kom', zegt ze. 'We gaan wandelen op de Koningsdijk, voor Mathieu zijn duivels ontbindt en die van ons de Marokkaanse leeuwen gaan bekampen.
'Waaraan denk je als je deze muziek hoort?' vraag ik aan mijn vrouw. 'Au fond du temple saint' is haar favoriete aria uit George Bizet's opera 'De Parelvissers'. Niet dat we zo van het genre houden maar er zijn zo van die melodieën die blijven kleven.
'In mijn fantasie zit ik op die boot', zegt ze. 'Samen aan boord met de parelvissers'. De zee is kalm, de woeste baren zijn in de loop van ons leven gaan liggen. De storm is geluwd. Elke dag die we samen kunnen beleven is een geschenk van het leven. In eenvoud hebben we mekaar opnieuw gevonden. We roeien met de riemen die we hebben en dat is meer dan genoeg. Grote dromen koesteren we niet meer. Die bewaren we voor onze twee schatten van dochters die allebei hopelijk nog een lang en boeiend leven voor de boeg hebben.
Straks gaan we samen voor de buis zitten. De eer van ons land staat op het (voetbal)spel.
Volle dag rust vandaag voorgeschreven door mijn coach (mijn vrouw). Rust roest niet noodzakelijk, volgens haar. Er ging een goed glas wijn en een oude Hollandse jenever aan vooraf en de nacht was iets korter dan gewoonlijk. Een stuiver had meer waarde dan mezelf bij het opstaan. 'Vanmiddag eten we pannenkoeken in Hulst' zegt ze. Wie ben ik om haar tegen te spreken?
Een mens wordt niet op een, twee, drie ouder maar met mondjesmaat. Voetje voor voetje. Hoe ouder hoe vaker er een energieloze dag voorkomt. 'Niet erg', zegt ze. 'Morgen gaat het beslist beter!
We lopen op de Vesten, vergapen ons in Intratuin aan de grote hoeveelheid kerstartikelen, kopen Spaanse wijn in de Aldi (Castillo Mayor Gran Reserva 2015) en zien de tweede helft van de voetbalmatch tussen Argentinië en Saoedi-Arabië. Het tornooi van de schande.
'Speelde Messi ooit voor de Rode Duivels?' Mijn vrouw is niet echt een kenner.
's Avonds is het verleidelijk om te lang naar de buis te kijken. Het WK beheerst het scherm, maar ik loop nog eens door de Klara Top 100 lijst. Mbappe trapt een vrije trap over het doel en ik luister naar de Mondscheinsonate van Ludwig van Beethoven.
Tijdens het weekend heb ik mij (opnieuw) laten begeesteren door muziek; meer bepaald door de Klara Top 100. Het allermooiste uit het klassieke repertoire. Zowel zaterdag en zondag heb ik de lijst op de voet gevolgd. Tijdens het joggen, op de Tacx, in de auto, de zetel en op de koersfiets in de kou.
Het was heerlijk terug aan te knopen met alle componisten die ik al een tijdje meer vanop een afstand had beluisterd. Muziek verwarmt je hart en je ziel. De koude temperatuur (2°) kon mij niet deren en de warme thee met honing in mijn drinkbus was een weldaad voor lijf en leden.
De combinatie muziek en natuur was bij momenten adembenemend. Na twee en een half uur hield ik het voor bekeken, de gedachte aan een warme douche en een lekkere maaltijd gaven mij vleugels.
Niet iedereen is gewonnen voor klassiek; dat weet ik wel. Een beetje een gemis toch, vind ik. Bewondering en verwondering door de muziek gaan verloren en onbekend is onbemind.
Vandaag heb ik gefietst in het aangename gezelschap van Jan. We zitten, om het zo te zeggen, op dezelfde golflengte en we houden allebei van een dampende kop koffie.
Toen ik nog klein was bestonden er café's zonder aparte damestoiletten. Herman Van Veen heeft er ooit een liedje over gemaakt. 'Ach, zo'n café met een lage zoldering en geen wc voor dames apart', zong hij.
Maar dit geheel terzijde. We waren vandaag onderweg naar een uroloog in Sint Gillis Waas. Zeg maar een dokter in de plaskunde. Na de recente media-aandacht rond prostaat-aandoeningen wou ik zeker zijn van mijn stuk.
Omdat we nogal vroeg waren zochten en vonden we een klein, gezellig dorpscafé in het centrum. Komt er plots een vaste stamgast binnen met een doos pralines onder de arm. Zeker een halve kilo. Hij zag er supercontent uit en begon de lekkernij ook meteen uit te delen. Wij lieten ons niet onbetuigd.
'Ben je misschien jarig?' wil ik weten. De man schudt van neen terwijl hij twee stuks fondant tegelijk in zijn mond steekt en een Duvel besteld. Een tractatie van een vriend stamgast die zwaar verslaafd blijkt aan een gokautomaat. 'De machine wint altijd', zegt onze chocolade weldoener.
Net op het moment dat we de rekening willen betalen geeft hij meer uitleg over het waarom van zijn aankoop bij Leonidas. Blijkt dat hij twee garages heeft waarin meerdere muizen huizen.
'Ik wil van die beestjes vanaf', zegt hij. 'Heb muizenvallen gekocht, maar omdat ik geen kaas heb, wil ik het met pralines proberen. Voor de rest ziet de man er volkomen normaal uit.
Ook de uroloog is content over zijn bevindingen. Als het peloton op tijd en stond een plaspauze houdt zal ik het wel drooghouden.
's Avonds spelen mijn vrouw en ik een spelletje. Scrabble, voor alle duidelijkheid. Op een bepaald moment legt ze het woordje 'wateren'. Sabine zegt dan weer dat het morgen een regenachtige dag wordt.
Zijn broer is plots gestorven. Een kwaadaardig kankergezwel in zijn kop maakte vrij abrupt een einde aan de rest van zijn leven. Marc, zo heet zijn broer, maakte geen schijn van kans. 'Eenenzeventig is geen leeftijd om te sterven', zei hij. 'Maar het is de wet van komen en gaan', voegde hij er mistroostig aan toe. Zijn kleinkind was ondertussen drie maanden geworden. Onze babbel ging voor een stuk verloren, mee met de Polderwind en we moesten ons schrap zetten omdat het peloton in brand stond.
Ik zal ook wel eens een keertje sterven Daar kom ik echt niet onderuit.
Terwijl ik mijn stinkende best doe om het brandje te overleven denk ik aan Ramses Shaffy en zijn 'Laat me'. Het is een van mijn favoriete nederlandstalige nummers. Ik had nog meer willen zijn zoals in dat liedje.
Ik ben gelukkig niet verankerd Soms woon ik hier, soms leef ik daar Ik heb mijn leven niet verkankerd Ik heb geen bezit en geen bezwaar Ik hou van water en van aarde Ik hou van schamel en van duur D'r is geen stuiver die ik spaarde Ik leef gewoon van uur tot uur
Laat me, laat me, laat mij mijn eigen gang maar gaan Laat me, laat me, ik heb het altijd zo gedaan
Kinderen, broers en zussen zouden nooit mogen sterven.
Iemand zei: 'Mijn passie is genieten van alles wat mijn pad kruist. Achter elke nieuwe bocht in het leven. Elke dag opnieuw.'
God; wat ben jij goed zeg! Hoe hard ga jij door die bochten! Ik denk dat je zelfs nog veel harder kan, als je dat wil! Niet? Je gaat zo snel dat enkele van je bondgenoten kreunen onder jouw fietsgeweld. Sommigen moeten zelfs afhaken. Lekker gevoel is dat toch! Niet?
Waar je komt ga je er prat op het peloton in stukken te rijten, of tenminste; dat probeer je toch. Je lapt elke groepsconventie aan je laars. Het enige wat telt voor jou is de gemiddelde snelheid. Daar kick je heel zeker op.
Of je daar veel handen mee op elkaar krijgt, respect mee afdwingt is nog maar de vraag. Eerder een middelvinger als je 't mij vraagt. Kijk, als snelheid je enige bekommernis is, dan breng ik volgende keer enkele mannen mee die nog veel harder kunnen dan jij. En dan?
Hoeveel fietsers halen dan nog de meet? Je beseft amper hoe goed je wel bent.
Ken je dat gevoel? Je bent een beetje triest maar je weet niet waarom. Er is geen reden, je hebt niks tekort en toch. Een weemoedig gevoel besluipt je voor even en laat dan weer los. Een liedje op de radio katapulteert je in de tijd en brengt herinneringen aan vervlogen tijden terug. De mensen en de dingen; ze komen nooit meer terug.
Misschien komt het door de opeenstapeling van al je kleine verdrietjes die voor even te zwaar doorwegen voor je weer verder kunt. 'Wil je ook een kopje koffie?' vraagt mijn vrouw.
Zou het kunnen dat kopjes koffie bestaan om kleine verdrietjes in de kiem te smoren.
Voor wie het zich nog kan herinneren. Op elf november 1918 kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog, na vier jaar wapengekletter. In de geschiedenislessen op mijn lagere en middelbare schoolbanken heb ik ooit geleerd over het hoe en waarom van deze waanzinnige oorlog en de laatste jaren komen we wel eens aan de Menenpoort in Ieper voorbij, maar ondertussen laat mijn geheugen mij danig in de steek.
Er is altijd wel een reden om een stok te vinden die kan slaan. Vandaag staat die stok in Oekraine. Het hoe en waarom ontgaat mij volkomen, enkel de zinloosheid van bruut geweld in elke oorlog is een constante. Van Ieper tot Kiev.
Hij zei dat hij compleet 'choco' was thuisgekomen. Ik verklaar mij nader. Wie zich thuis voelt in de wereld van de koers weet dat 'zich choco rijden'beeldspraak is om aan te geven dat je het snot voor je ogen hebt gereden. Dat je tijdens de rit 'tussen je kader hing'. Om het simpel te houden; dat je geen pap meer kon zeggen. Uitgeput. Zelfs wielertoeristen bezondigen zich daaraan. Rijden tot ze niet meer weten van welke parochie ze zijn. Valt daar iets mee te verdienen? Neen! Soms komt het zonder dat je het in de gaten hebt. Het overkomt je omdat je niet genoeg gegeten, te weinig getraind of gewoon omdat je te weinig fietstalent hebt. Zelfoverschatting ligt ook vaak aan basis. Als je maar honderd kilometer in de benen hebt, moet je niet proberen het dubbele te rijden. De wet van de koers is bikkelhard.
In onze provisiekast staat altijd wel een pot choco op het schap. Wijlen mijn moeder zwoer, als gewezen bakkersvrouw, steevast voor de kwaliteit van Côte D'Or, geloof ik. Een ander merk kwam bij haar niet over de vloer. Daar maakte ze dan chocolademousse van of warme chocolademelk, waar ik meestal mijn tong aan verbrandde omdat ik niet kon wachten tot de vloeistof afgekoeld was.
Voor de grap wou ik Geert nog een foto sturen van onze pot. Wielertoeristen onder elkaar zijn echte grapjassen en laten geen enkele gelegenheid voorbijgaan om elkaar te koeieneren, ware het niet dat ik vandaag zelf 'choco' ben thuisgekomen.
Trouwens mijn vrouw en Hercules, onze kater, hebben precies ook een zware rit gereden, want ze liggen beiden te knorren in de zetel.
Naar aanleiding van het overlijden van chansonnier Will Ferdy schreef een vriendin: 'Je kunt beter gehaat worden voor wie je bent dan geliefd voor wie je niet bent'.
Misschien zit daar wel een grond van waarheid in, al is een samenleving nooit gebaat met haat, volgens mij. De tekst van het nummer 'Kristien' staat voor altijd gegrift in mijn geheugen en roept bepaalde herinneringen op. Het was in elk geval zeer moedig van hem om uit te komen voor wat en wie hij was.
De sociale media is dan misschien wel 'The Place to Be' voor het verspreiden van haatberichten, maar daar doe ik niet aan mee! Liever fietsen! Ook vandaag, ondanks de felle wind en de niet geringe kans op regen. Kort op de bal, schreef ik in mijn verslag. Een kleine vijftig kilometer was genoeg om te ervaren dat het eigenlijk geen weer was om te fietsen. Een lange tocht naar Cadzand zat er voor mij dan ook niet in.
In de krant las ik dan weer dat het bedrijf 'Coca Cola' een van de meest vervuilende multinationals van de wereld is. Oeps. Als kind van de jaren vijftig ben ik zowat groot geworden met het frisdrankje. Gelukkig ben ik niet verslaafd aan het goedje, al heb ik mensen gekend die dat wel waren.
Tijdens het fietsen klonk er ondermeer muziek van Gluck (Christoph, Willibald) in mijn oortjes. 'Che farò senza Euridice'. Wat zoveel wil zeggen als: 'Wat zou ik doen zonder jou'? Naarmate onze leeftijd gestaag vordert wordt die vraag vaker gesteld. Het antwoord is niet altijd voor de hand liggend. Gemis leidt vaak tot eenzaamheid.
Uit een ander liedje onthou ik dan weer: 'Blij dat je hier bent'. Ik roep het beneden aan de trap naar boven waar onze jongste dochter aan het werk is. Niet enkel denken, maar ook vaker zeggen. Blij dat je hier bent!
Er zijn van die dagen dat alles in zijn juiste plooi valt. Je voelt het meteen bij het ontwaken; dit wordt er zo een. Het lijkt wel een symfonie van symfonie van Karl Jenkins (A Mass for Peace) die voetje voor voetje tot stand komt. Geen enkele valse noot.
Na de miskleun van gisteren (mijn rit 180 moest ik na amper 25 km onverbreken door de regen) heb ik revanche genomen en heerlijk gefietst. De regen van gisteren heb ik vandaag bezworen, al moest ik daarvoor wel een stevige zuidwestenwind bedwingen. Ik was de regisseur van mijn eigen rit met mezelf in de hoofdrol.
Steeds vaker hoor ik wielerfanaten klagen dat de groepen waarin ze meefietsen te hard rijden. De oplossing voor dit luxeprobleem lijkt mij vrij eenvoudig. Stap op je fiets en ga individueel rijden. Je bepaalt zelf de snelheid, het traject en de stopplaatsen. Vrijheid van beweging!
Na de rit waren enkele stevige boterhammen voldoende om terug op krachten te komen. Na de middagwandeling in Hulst en een gebakje ter plaatse voelen wij ons de koning te rijk, zelfs zonder kasteel.
Als kers op die taart zag ik vanavond prachtige foto's verschijnen, genomen in de Voerstreek. Ik heb de vrijheid genomen om er de muziek van Jenkins onder te plaatsen. Hopelijk kunnen jullie daar evenzeer van genieten!
'Kijk', zegt hij. 'Daar ben ik naar school geweest. Op deze weg heb ik vaak te voet gelopen. Toen stonden hier bijlange nog zoveel huizen niet'. Zo ging dat in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Ook 's winters droegen we een korte broek. Handschoenen waren niet altijd aan de orde. We bliezen onze handen warm met onze eigen adem.
Op een stukje polderweg met de wind pal op kop, rij ik naast hem. Elke keer als dat gebeurt, ben ik een beetje fier en tast ik iets dieper in mijn krachtenarsenaal. 'Preus als veertig', zeggen ze in West-Vlaanderen. Het heeft te maken met het respect dat ik heb voor hem. Wij hij is op en naast de fiets. Hij is de beste van de hele hoop maar hoeft dat niet meteen te laten zien. Hij zwijgt als praten niet echt hoeft en humeurig is hij nooit, of zelden.
De voorbije jaren had ik wel vaker het genoegen samen met hem te fietsen en dat brengt ons steeds een beetje dichter bij elkaar al blijven we een zekere afstand behouden. Dat gaat zo met meesters en hun leerlingen. 'Afbouwen om daarna weer op te bouwen', zegt hij.
Iemand zag mij samen op kop met Camiel van een groot peloton en zei: 'Je bent een beer!' Gelukkig zag alleen mijn vrouw hoe ik na de rit uitgeteld in de zetel lag. De beer was een teddybeer geworden!