Je bent in mijn ogen meer dan goud waard en ik bemin je, zegt God
God kan maar tot één tellen!
Wat ons getroffen heeft in de tragedie van de tsunami in Azië is de aankondiging van het aantal doden. Eerst werd er gesproken over acht duizend doden, daarna over vijfentwintig duizend, daarna sprak men van veertig duizend, tachtig duizend, twee honderd duizend. Maar heeft men voldoende gesproken over de strijd van elk van die slachtoffers om te leven en te overleven, over het belang van het leven, met zijn licht- en schaduwzijden, voor elk van hen, over hun verlangen om te leven en het toch te moeten prijsgeven, over de uniekheid van elk van hen?
De Franse humorist, Henri Tisot, die zijn grootste triomfen heeft gevierd door zijn imitaties van generaal De Gaule, heeft zicht bekeerd bij het overlijden van zijn vader. Sedertdien stelt hij zijn talenten van toneelspeler-komediant in dienst van het weergevonden geloof.
Hij zegt: God kan maar tot één tellen.
Het is niet helemaal waar omdat hij ons redt door ons op te nemen in een familie, in een volk; maar afgezien van dit alles, is het een puntige verwoording van het scherpe bewustzijn dat God mij persoonlijk bemint, dat ik de ongelooflijke waardigheid bezit door God bemind te worden.
Een meisje vertelde mij dat zij zoveel zware vergrijpen had begaan dat wanneer zij de Heer zou ontmoeten, zij er zeker van was dat God zijn ogen zou bedekken bij het zien van de gruwelijkheden in haar leven. Het was met haar gedaan! God kon niet meer in haar leven binnen komen, want hij had zijn ogen bedekt. Op zekere dag las iemand haar een passage voor uit het boek Jesaja: Ik heb je naam in de palm van mijn hand gegrift. Toen heeft zij bij zichzelf gezegd: Zelfs als God zijn ogen heeft willen bedekken voor de gruwel in mijn leven, toch ziet hij voortdurend mijn naam. En puttend uit de hoop haar naam gegrift te weten in de palm van Gods handen, kon zij herboren worden tot het ware leven in Jezus.
Op zekere dag heeft een jonge leraar een reusachtige herrie in zijn klas veroorzaakt door aan zijn leerlingen een piksplinter nieuw biljet van honderd euro te tonen. Wie wil dit biljet? Natuurlijk was iedereen geïnteresseerd
Hij plooide het in twee. En wie wil nu nog het biljet hebben?
Allemaal, natuurlijk. Hij plooide het in acht. Wie wil nu nog het biljet?
Allen. Hij ontplooit het en verfrommelt het. En wie is nu nog geïnteresseerd in het biljet? Alle vingers worden opgestoken
Dan werpt hij het op de grond, vertrappelt het biljet en wentelt het in het stof. Wie wil het nu nog hebben? Alle leerlingen zegden dat zij nog geïnteresseerd waren. Waarom willen jullie dit biljet nog hebben niettegenstaande het verfrommeld en geplooid is,
? Omdat het zijn waarde behouden heeft! En de leraar besloot: Blijf dit altijd onthouden: zelfs als je jezelf verfrommeld voelt, beschadigd, gekneusd, toch blijf je altijd je waarde behouden.
Ieder van ons heeft een persoonlijke, onvervangbare relatie met God, een absoluut unieke en geprivilegieerde band met de Heer.
Diamautem
|