In de aankomsthal is het óók druk. Een stem uit een luidspreker zegt iets in verschillende talen. Wat later komen de eerste mensen uit het vlietuig uit New York.
Mama is natuurlijk de eerste die het tweetal ontdekt. Ze roept:"Fien...Jerry....Híer...."
De twee horen het en lachen. Vijf minuutjes later staan ze bij elkaar. Fientje geeft mama een kus en ze slaan elkaar op de rug. Jerry en papa praten Engels, maar ze kunnen elkaar toch goed verstaan want ze praten of ze elkaar al jaren kennen.
Gelukkig maar dat Fientje gewoon Nederlands praat.
Ze gaan allemaal nog iets drinken in het restaurant. Christiaan is stil. Hij zit wat te dromen. Wat zou ie ook graag willen vliegen. Maar ja, dat is natuurlijk erg duur. Zou het raar zijn in je buik? Net als de draaimolenvliegtuigjes op de kermis?
Als ze weer thuis zijn zegt Christiaan tegen zijn vader:"We waren op Schiphol. Jeemig, zoveel vliegtuigen heb ik nog nooit gezien. En gróót. Wow. Ik zou ook best eens willen vliegen."
"Daar zeg je zo wat. Woensdag gaan we naar Westhuizen, naar het pretpark. Dat is hier niet zover vandaan. En ze hebben er ook rondvluchten, dus, je treft het, knul, dat papa een van de piloten kent. Als jij wilt vliegen dan komt dat voor elkaar. Daar zorg ik voor. Dan laat ik Jaap boven Ouderveen vliegen.
Christiaan is al zo zenuwachtig dat hij drie nachten bijna niet slaapt en elke dag pijn in zijn buik heeft. Als hij het Ineke verklapt zeurt die net zo lang tot tante Fien zegt:"Láát dat kind toch. Waarom gaan we niet met zijn allen naar Westhuizen? Het is al zo lang geleden dat ik kind was....."
"Voor de groten is het net zo goed leuk."zegt Papa van Zuylen zo dromerig of hij zelf nog een kind van 6 jaar is.
Die Woensdag rijden ze naar het pretpark. Het is er al druk. Oh, als er nou maar vliegtuigen zijn. Christiaan knijpt opgewonden in zijn vaders hand, terwijl ze naar een houten keetje lopen. Papa klopt op een loketje en vraagt:"Is Jaap er?" "Die komt over 5 minuten. "
"Ik ben een collega van Frans en ik heb hier een vlieglustig knaapje met zijn vriendinnetje.Misschien wil Jaap over Ouderveen vliegen?"
"Dat zal best wel. Oh, daar komt hij aan." Een rood-wit sportvliegtuigje komt aanvliegen. De motor valt stil en er stapt een jongeman uit, met een leren jackje aan en een zonnebril op. Zenuwachtig kijkt Christiaan naar hem op.
"Zo, en jullie willen Ouderveen eens van bovenaf bekijken? Hebben jullie al eens eerder gevlogen?" Dat ontkennen ze.
"Nou, we blijven een half uurtje in de lucht. Jullie krijgen allebei een stukje kauwgom, anders krijg je oorpijn. Zijn jullie wel eens wagenziek?"
Gelukkig is dat niet het geval. Nu kunnen ze eindelijk achterin het kleine vliegtuigje gaan zitten, waar vier mensen in kunnen. Papa gaat naast Jaap zitten en de kinderen zitten gewoon vanachteren, elk bij een raampje. Ze moeten ook net als in de auto veiligheidsgordels omdoen.
Eerst rijdt het vliegtuigje gewoon en Christiaan vraagt ongeduldig:"Wanneer gaan we nou vliegen?" "Straks, knul. Eerst moeten we tegen de wind in draaien. Daarna kunnen we opstijgen. Let op, daar gaan we...."
Juist heeft Jaap het gezegd of de kinderen krijgen een vreemd gevoel in hun buik. Als ze naar buiten kijken vliegen ze al over het terras, waar de vijf achterblijvers aan de koffie zitten.
Hemel, nu vliegen ze dan eindelijk. Diep beneden zich zien ze de schaduw van het vliegtuig als een zwart vliegje over de weilanden kruipen.
De spoorlijn komt in zicht....Op het station staan piepkleine mensjes op de trein te wachten en wat verder slingert een gele sprinter met blauwe strepen over de rails....
Christiaan wijst zijn vriendinnetje op de snelweg. Er is een ongeluk gebeurt. 2 politieauto's een ziekenwagen....Allemaal zwaailichten. Bah, wat eng.
Nu zegt Jaap:"Let op. Daar is de kerk van Ouderveen." En, ja hoor, daar doemt de torenspits met het gouden kruis op. De kinderen turen gespannen naar beneden. Jaap vraagt waar ze wonen.
"De Peterseliestraat. In het midden. Dat meisje woont op de hoek." '"Hm, ik ken die buurt wel. Kijk, daar is de school."Wow.
"Dan moeten we ons huis ook zien."zucht Christiaan.
Jaap zegt
"Hou je vast. Ik ga heel laag vliegen. Ik vlieg er met een bocht overheen, dan kun je het van twee kanten bekijken.
Tjonge, wat spannend. Plots ziet Ineke dat buurvrouw van Veen de was ophangt. Als het vliegtuig een bocht gemaakt heeft roept ze:"Jaaa, ik zie ons huis....Oh, wat leuk...."
Ze zien de auto van de dokter, die een eind verder in de straat staat, en de rijdende winkel, en de speelwei....Nu gaat het vliegtuig weer hoger vliegen want het half uur is om, en ze moeten terug naar het vliegveld.
Toch is het mooi geweest, en de kinderen krijgen nog een soort diploma, waarop staat dat ze hun luchtdoop hebben gehad en daar staat in mooie letters hun naam op.
Jaap wordt hartelijk bedankt en de kinderen beleven nog een heerlijke middag.
Bij Christiaan gaat het luchtdoop diploma boven zijn bed....Dan kan hij er altijd aan terugdenken.
|