Om 10 uur vanmorgen werden we al in Edegem verwacht.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Omstreeks de verjaardag van mijn overleden broer, laten Moeke en Voke altijd een herdenkingsmis(ook wel eens een jaargetijde genoemd) opdragen, nadien is er een natje en droogje voorzien bij hen thuis.
De rit ernaartoe was prachtig : alles lag onder een laagje sneeuw en op onze vijver lag zelfs een ijslaagje. Gelukkig waren de wegen goed berijdbaar en schenen wij de enige auto op de snelweg te zijn. We genoten van onze vroege, rustige rit en van het mooie landschap.
Hoe komt het, dat we dit als schoonheid ervaren? Omdat het vertrouwde landschap er plots anders uitziet? Omdat de weinige kleuren die er nog te zien zijn, ineens uitgesprokener, mooier, lijken door het contrast met al dat wit?
Dichterbij de stad was er nog nauwelijks iets van sneeuw te merken.
We waren met zn veertienen en het fijnste aan heel die herdenking is absoluut de borrel achteraf. Ik weet wel zeker dat onze Jan dat ook zou gevonden hebben. Het was daar in de veranda een gekwetter en gelach om gek van te worden. Jes en Pol hadden nog een koelkast vol heerlijkheden bij: overschot van een feestje gisteren bij hen thuis.
Rond half twee bolde iedereen het af. Herman was al eerder weg naar een vergadering in het Brusselse, maar ik kon gelukkig een stuk meerijden met Rikske en Mark tot in het stadscentrum, waar mijn bus naar de kempen vertrok.
Om drie uur al thuis, want Dries pikte me op in het dorp, zoniet was ik nog 40 minuten langer onderweg. Het sneeuwt weer gestaag en seffens zet ik de zetel voor het raam om bij een mooi stukje muziek naar die witte wereld te kijken tot het binnen helemaal donker is.
Rust, na al dat druk gedoe
|