Deel 3 : DIK
Zelf had ik het nog niet echt door, ik kon mezelf in de lavabospiegel slechts tot net onder mijn schouders bekijken en in de rest van mijn lijf was ik niet geinteresseerd. Ik droeg dag en nacht pyamas en zag mezelf niet veranderen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toen ik een maand of twee thuis was, begon men toch een beetje ongerust te worden dat ik achterop zou geraken op school.
Een paar leraressen waren bereid om thuis enkele inhaallessen te komen geven.
Toen de lerares wiskunde me terugzag, viel haar mond open van verbazing. Ze riep botweg :Amai Paz, gij zijt DIK geworden!
En ik hàààtte wiskunde tevoren al....
Van heel die les heb ik niet veel meer gehoord, haar uitroep bleef door mijn hoofd galmen.
Ik ging op de badkamerweegschaal staan.
Net voor ik ziek werd, woog ik 54 kg, bij 1,67m, drie maanden later was er 20 kg bij!
Ik was geschokt, maar er vielen mij buiten die harde kussens op mijn heupen weinig verschillen op.
De dokter die wekelijks langskwam, zei dat dit voornamelijk het gevolg was van de cortisone en dat het er spontaan zou afgaan, eens ik terug op de been zou zijn.
De maanden bedrust vond ik best wel aangenaam, de bezoeken aan het ziekenhuis voor bloedprikken en vooral dan de electrocardiograms vond ik vreselijk!
Voke bracht me er altijd met de auto naartoe
Niet dat het pijn deed, was het dat maar!
Nee : je moest er met je bovenlijf bloot.
Dat die dokter daar die ongewenste witte bollen op mijn torso moest zien, was één ding; dat die dokter vervolgens tegen Voke zei dat hij gerust bij het onderzoek mocht blijven, was wat anders...die schaamte...
Ik denk dat Voke mijn gêne voelde, want hij maakte zwak bezwaar dat het niet hoefde, maar de dokter drong aan.
Niemand vroeg mij of IK dat wel goedvond.
Ik heb het voke nooit gezegd, maar ik was in stilte dankbaar, dat hij later spontaan in de wachtkamer achterbleef als er weer eens een ECG moest gemaakt worden.
Bij het bloedprikken bleef hij er wel bij en zei dat ik maar naar hem moest kijken en niet naar de spuit, terwijl ze bezig waren, omdat ik bij een van de vorige beurten duizelig was geworden.
Toen de Paasvakantie voorbij was, mocht ik weer naar school.
Ondanks mijn luilekker leventje snàkte ik ernaar om terug te gaan, die vele andere gezichten terug te zien, o wat hield ik van al die kinderen die ik zou weerzien!
En buiten kunnen komen zonder naar een ziekenhuis te moeten, ik keek ernaar uit als naar een groot feest....
De ochtend van mijn eerste nieuwe schooldag was als een verrijzenis : in de auto stappen en onderweg stomverbaasd zijn over de explosie van lente overal !
De school ligt tegenover het Steytelinckpark in Wilrijk. Toen ik het de laatste keer zag, was dat park kaal en kleurloos, nu, maanden later, waren er duizend schakeringen van groen! En die heerlijke geuren....ik werd er gek van.
Mijn hart sprong bijna uit mijn borst van vreugde en ontroering. Ik voelde mij nooit eerder zó levend.
Mijn haar was in die tijd hard gegroeid en ik kon er 2 leuke lage staartjes in maken, ik hoopte stilletjes dat de meisjes op school ze zouden bewonderen. Ik verwachtte ook dat ze even blij zouden zijn om mij te zien, als ik hen.
En ja, de meesten waren vriendelijk, maar ik voelde hoe ze me als een vreemde bekeken, in hun ogen was ik een ander mens geworden : mijn gezicht was pafferig, mijn omvang was ineens met bijna de helft vermeerderd en hun verdoken blikken en gefluister vielen mij nog altijd meer op dan mijn eigen transformatie.
Tot ik voorbij een grote spiegel liep, dacht dat er mollige vrouw op me toekwam en me realiseerde dat ik die matrone was, mijn veertienjarige, onzekere zelf.
Vanaf toen was ik dik.
|