xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wanneer wij geen vergaderingen of toneelrepetities hebben, maken Herman en ik s avonds graag een wandeling. Al naargelang de tijd en het weer duurt die van 20 minuten tot 2 uur.
Meestal zetten we er een fikse pas in, zodat, wanneer we met anderen een wandeling in onze omgeving maken, we meermaals de opmerking krijgen dat die wandeling meer weg heeft van een mars.
Tegenwoordig trachten we dan ook bij de start het tempo van onze medewandelaars aan te voelen en passen wij ons aan.
Afgelopen weken hadden wij onze tochtjes ernstig verwaarloosd én gemist!
Niets zo goed om muizenissen te verjagen en samen te overleggen dan een stevige wandeling in de frisse lucht, weer of geen weer.
Zo werkt het tenminste voor óns. Het is al bijna 20 jaar een betrouwbare therapie gebleken, dat praten tijdens de wandeling.
Of we nu zorgen of verdriet moeten verwerken, plannen maken of over blije en verrassende dingen babbelen, het doet ons altijd deugd en we voelen ons er telkens uitgewaaid en opgefrist door, vol zuurstof en frisse moed.
Na een toneelvoorstelling thuisgekomen, hebben we gisterennacht eindelijk nog eens een hartje gelopen om de rook en de warmte van het theatercafé uit onze kleren te laten waaien en om terug in onze wandelroutine te komen.
Wij kiezen uit rondjes, hartjes, of achten: de lusvorm van de kortste wandelingen in de buurt van ons huis.
Witteke, onze 10-jarige poes kwam ons bij thuiskomst van het theater, met haar staart als een welkomstvlag omhoog, tegemoet gerend en was duidelijk van plan om ons op onze wandeling te begeleiden.
Het is een schichtig poesje, helemaal niet avontuurlijk aangelegd, (haar geschiedenis vertel ik later wel eens) maar als wij een nachtwandeling maken, loopt ze vaak een stuk mee.
Een kat die zich gedraagt als een hond!
Zo ook vannacht
gewoonlijk keert ze na een honderdtal meter terug, maar deze keer bleef ze ons op de voet volgen. De weg ligt langs een bos en de woningen staan ver uiteen, veel straatverlichting is er niet, maar zelfs bij weinig maanlicht konden we haar door haar spierwitte vacht goed zien lopen.
Tot op het ogenblik dat iets haar aandacht trok en ze achterbleef
Als we haar naam roepen komt ze normaal dadelijk af, maar nu lukte dat niet.
Herman is een heel stuk teruggelopen om haar te halen, want ondertussen was Witteke al de andere richting opgegaan en we waren bang dat ze, zoals vorige zomer gebeurde, ergens een onbekende tuin zou inlopen. Toen hebben we een half uur naar haar gezocht.
Er wordt wel gezegd dat katten steeds de weg naar huis terugvinden, maar we wilden het toch niet riskeren.
Herman is met poes als een baby in zijn armen verder gestapt, tot we terug in onze straat en voor haar bekend terrein kwamen.