Zaterdag 28 februarixml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ze wekken ons al om tien voor vijf! Zó vroeg moest het nu ook weer niet
De taxi staat al klaar als we beneden komen, dat maakt dat we reeds om half zes in de luchthaven van Denpasar aankomen. Er moet nog 30.000Rph luchthaventaks betaald worden, maar de controle is een lachertje : flesjes water in onze tassen kunnen er probleemloos door. Voor de internationale vluchten zal het wel anders zijn.
We vliegen met Mandala air, maar eerst gaan we nog ontbijten in een café op de luchthaven, vlakbij onze boardinggate.
Aan boord zal er niets van eten verstrekt worden en de autorit van Yogyakarta naar Semarang duurt 3 uur.
Na een vlucht van een uur landen we in Yogyakarta. Het is hier merkelijk koeler dan op Bali, maar nog steeds zeer warm.
PJs baas heeft zijn chauffeur Teguh gestuurd om ons af te halen.
Die voert ons langs bredere banen dan op Bali door een weids landschap naar Semarang. Het ziet er hier helemaal anders uit, maar toch : nog steeds palmbomen, bananen- en andere tropische bamboe en andere reuzen. We zien een grote nieuwe cacaoplantage en prachtige rijstterrassen.
Ik krijg de indruk dat het op Java minder rommelig is dan in Bali.
De hindoeheiligdommen van Bali zijn hier moskeeën, maar die vallen minder op dan alle zwart-en-rode bakstenen tempeltjes met geblokte doeken errond.
Als we Semarang naderen verschijnen toch wel weer de vele stoffige, kleine winkeltjes, manden met afval enz
Wij rijden de heuvels in naar het huis van Nick, PJs baas, het is een grote villa, waarin wij zeer genereus door hem worden uitgenodigd om te verblijven, een aanbod dat wij niet zomaar vanzelfsprekend vinden, maar waar wij uiteindelijk zeer graag op ingaan.
De huishoudster bereidt een schaal vol driehoekige, gebakken tofoehapjes, waarbij chocoladesaus gegeven wordt.
Er wordt heel wat besproken. PJ vertrekt naar zijn woonst bij de fabriek om wat te gaan slapen, wij blijven ondertussen bij Nick, krijgen tjap tjoy en praten over de zaak, over leven en gebruiken op Java en natuurlijk ook over PJ.
In de loop van de namiddag rijden we hoger de bergen in, waar het arbeiderspersoneel een daguitstap heeft met hengelen en picknick en waar Nick zich even moet laten zien (en bijdragen aan eten en geld voor cadeautjes).
Ook passeren we even langs het huis van de tante van Lief, vriendin van Nick en een zeer invloedrijke vrouw in Semarang. Ze is zelf niet thuis, wel ontmoeten we haar kinderen.
Het verkeer is hier nog erger dan op Bali, zo wordt gezegd.
En ik vond het dààr al zo erg
Nick rijdt zelf bijna nooit, hij heeft wel zijn chauffeur altijd ter beschikking.
Die chauffeur verdient evenals Nicks andere personeel- dan ook zeer goed naar Indonesische normen.
De autobussen tussen Jogja en Semarang zijn moordend
Niet zelden gebeuren daar ook ongevallen mee. We zagen hoe krankzinnig die bussen zich gedragen onderweg van de luchthaven : op een bergweg toeterend alle andere verkeer opzij dwingend en met elkaar racend!
Het schijnt dat ze onderling strijden voor het snelheidsrecord op dat traject en daar heel veel voor in de waagschaal gooien.
Je zal er maar in betrokken worden!
Wanneer we later wat zitten te lezen op het terras, zie ik plots 2 mannen de straat inlopen, elk met een haan onder de arm. Op het grasveldje voor het huis van de overbuur worden de twee dieren neergeplant, nadat ze-stevig in de handen van hun eigenaar- even aan elkaar werden "voorgesteld".
Ik ben ongewild getuige van een hanengevecht! Het is een wreed spel van wild fladderen en naar elkaars kam pikken. De nekveren staan als een wijde kraag open en de dieren zien er vervaarlijk uit. Hielsporen zoals "onze" hanen schijnen deze vogels echter niet te hebben, als die er al zijn, worden ze in ieder geval toch niet gebruikt zie ik, maar het pikken naar de vlezige korte kam ziet er al verschrikkelijk genoeg uit. De aanwezige mannen scheppen duidelijk plezier in de strijd. Af en toe worden de hanen door hun eigenaars even uit elkaar gehaald en gecontroleerd op verwondingen, waarna ze het gevecht hervatten. Even ben ik gefascineerd maar tegelijk walg ik van dit ongewoon spektakel en probeer me op mijn boek te concentreren.
Als zo'n half uur later het "spel" wordt beëindigd, merk ik dat één van de dieren met bloedende kop wordt meegenomen. Vreemd genoeg kreeg ik toch de indruk dat die mannen op een of andere manier zorg droegen voor hun dieren...
s Avonds rijden we naar een mooi restaurant in het zuiden van de stad.
Het is een strak, modern gebouw, waarin eigenlijk 4 verschillende restaurants zijn ondergebracht : 1 Japans, 1 Chinees, 1 Italiaans en een tearoom.
Het is een genoeglijke avond en rond half elf duiken we ons bed in.
Vanuit de bergen gezien bood Semarang s nachts een betoverend schouwspel van lichtjes. Het is dan ook een stad van 1.200.000 inwoners.
|