Ze wekken ons al om tien voor vijf! Zó vroeg moest het nu ook weer niet
De taxi staat al klaar als we beneden komen, dat maakt dat we reeds om half zes in de luchthaven van Denpasar aankomen. Er moet nog 30.000Rph luchthaventaks betaald worden, maar de controle is een lachertje : flesjes water in onze tassen kunnen er probleemloos door. Voor de internationale vluchten zal het wel anders zijn.
We vliegen met Mandala air, maar eerst gaan we nog ontbijten in een café op de luchthaven, vlakbij onze boardinggate.
Aan boord zal er niets van eten verstrekt worden en de autorit van Yogyakarta naar Semarang duurt 3 uur.
Na een vlucht van een uur landen we in Yogyakarta. Het is hier merkelijk koeler dan op Bali, maar nog steeds zeer warm.
PJs baas heeft zijn chauffeur Teguh gestuurd om ons af te halen.
Die voert ons langs bredere banen dan op Bali door een weids landschap naar Semarang. Het ziet er hier helemaal anders uit, maar toch : nog steeds palmbomen, bananen- en andere tropische bamboe en andere reuzen. We zien een grote nieuwe cacaoplantage en prachtige rijstterrassen.
Ik krijg de indruk dat het op Java minder rommelig is dan in Bali.
De hindoeheiligdommen van Bali zijn hier moskeeën, maar die vallen minder op dan alle zwart-en-rode bakstenen tempeltjes met geblokte doeken errond.
Als we Semarang naderen verschijnen toch wel weer de vele stoffige, kleine winkeltjes, manden met afval enz
Wij rijden de heuvels in naar het huis van Nick, PJs baas, het is een grote villa, waarin wij zeer genereus door hem worden uitgenodigd om te verblijven, een aanbod dat wij niet zomaar vanzelfsprekend vinden, maar waar wij uiteindelijk zeer graag op ingaan.
De huishoudster bereidt een schaal vol driehoekige, gebakken tofoehapjes, waarbij chocoladesaus gegeven wordt.
Er wordt heel wat besproken. PJ vertrekt naar zijn woonst bij de fabriek om wat te gaan slapen, wij blijven ondertussen bij Nick, krijgen tjap tjoy en praten over de zaak, over leven en gebruiken op Java en natuurlijk ook over PJ.
In de loop van de namiddag rijden we hoger de bergen in, waar het arbeiderspersoneel een daguitstap heeft met hengelen en picknick en waar Nick zich even moet laten zien (en bijdragen aan eten en geld voor cadeautjes).
Ook passeren we even langs het huis van de tante van Lief, vriendin van Nick en een zeer invloedrijke vrouw in Semarang. Ze is zelf niet thuis, wel ontmoeten we haar kinderen.
Het verkeer is hier nog erger dan op Bali, zo wordt gezegd.
En ik vond het dààr al zo erg Nick rijdt zelf bijna nooit, hij heeft wel zijn chauffeur altijd ter beschikking.
Die chauffeur verdient evenals Nicks andere personeel- dan ook zeer goed naar Indonesische normen.
De autobussen tussen Jogja en Semarang zijn moordend Niet zelden gebeuren daar ook ongevallen mee. We zagen hoe krankzinnig die bussen zich gedragen onderweg van de luchthaven : op een bergweg toeterend alle andere verkeer opzij dwingend en met elkaar racend!
Het schijnt dat ze onderling strijden voor het snelheidsrecord op dat traject en daar heel veel voor in de waagschaal gooien.
Je zal er maar in betrokken worden!
Wanneer we later wat zitten te lezen op het terras, zie ik plots 2 mannen de straat inlopen, elk met een haan onder de arm. Op het grasveldje voor het huis van de overbuur worden de twee dieren neergeplant, nadat ze-stevig in de handen van hun eigenaar- even aan elkaar werden "voorgesteld".
Ik ben ongewild getuige van een hanengevecht! Het is een wreed spel van wild fladderen en naar elkaars kam pikken. De nekveren staan als een wijde kraag open en de dieren zien er vervaarlijk uit. Hielsporen zoals "onze" hanen schijnen deze vogels echter niet te hebben, als die er al zijn, worden ze in ieder geval toch niet gebruikt zie ik, maar het pikken naar de vlezige korte kam ziet er al verschrikkelijk genoeg uit. De aanwezige mannen scheppen duidelijk plezier in de strijd. Af en toe worden de hanen door hun eigenaars even uit elkaar gehaald en gecontroleerd op verwondingen, waarna ze het gevecht hervatten. Even ben ik gefascineerd maar tegelijk walg ik van dit ongewoon spektakel en probeer me op mijn boek te concentreren.
Als zo'n half uur later het "spel" wordt beëindigd, merk ik dat één van de dieren met bloedende kop wordt meegenomen. Vreemd genoeg kreeg ik toch de indruk dat die mannen op een of andere manier zorg droegen voor hun dieren...
s Avonds rijden we naar een mooi restaurant in het zuiden van de stad.
Het is een strak, modern gebouw, waarin eigenlijk 4 verschillende restaurants zijn ondergebracht : 1 Japans, 1 Chinees, 1 Italiaans en een tearoom.
Het is een genoeglijke avond en rond half elf duiken we ons bed in.
Vanuit de bergen gezien bood Semarang s nachts een betoverend schouwspel van lichtjes. Het is dan ook een stad van 1.200.000 inwoners.
Vandaag is het weer inpakken voor verhuis naar een andere kamer.
Als ik onze paspoorten wil checken en het geld dat in mijn handtas in een afgesloten valies zit, schrik ik hevig : Onze passen en het geld zijn weg!
Ik krijg er de daver van, heel zeker wetend dat ik alles op die plaats had opgeborgen.
Herman zegt dat het niet mogelijk is, dan zou er iets aan die sloten van het valies te zien moeten zijn.
Ik ga de receptie verwittigen. Dit is nooit eerder in hun hotel gebeurd, zegt Roman, hij is zeer verbaasd dat dan ook alles onzichtbaar terug is afgesloten.
Ik beloof met weinig hoop- toch nog eens alles te gaan doorzoeken.
De handtas wordt helemaal ondersteboven leeggekieperd : niks! Hermans valies wordt helemaal terug uitgeladen :Het zal toch niet in uw jasje zitten zeker? vraag ik hem... Jawel hoor!!! Jippiejeee : de 2 paspoorten met het geld ertussen zijn teruggevonden!
We hadden ze vanuit de logische plek van mijn handtas, naar een minder voor de handliggende verstopt, onderin Hermans valies.
Dat waren we allebei vergeten, terwijl we dat toch pas eergisteren heel bewust hadden gedaan. Ik herinnerde mij enkel die eerste bergplaats. Ons verstand draait hier toch niet zoals gewoonlijk. t Komt waarschijnlijk door de warmte.
We krijgen nu een suite op de eerste verdieping, met een tweepersoonsbed en één enkel bed. Even later komt PJ eraan.
Hoera! Zijn paspoort is eindelijk in orde. Hij zal de tickets voor morgen gaan halen en vertrekt met onze passen.
Bij zijn terugkeer stellen we voor dat hij zijn spullen naar hier brengt en bij ons blijft slapen, nu we toch een extra bed hebben.
Want morgenvroeg moeten we al om halfzes vertrekken.
We drinken thee op de kamer en eten de overblijvende muffins van gisteren. Eigenlijk waren de gebakjes niet zo lekker, met slagroom die meer aan stijfgeklopt eiwit deed denken dan aan room.
Omdat Herman de Australische jongens op een trappist wou tracteren, wandelen we de Jl.Legian af, op zoek naar de Belgische bar Manneke Pis.
We hebben ruim 3 km gelopen en willen bijna opgeven, als we het Jazzcafé tenslotte vinden. Ze hebben er van Belgische bieren enkel Hoegaarden en Leffe, het enige dat trouwens nog voorradig is, is de donkere Leffe.
We slaan een praatje met de Brugse uitbaatster :
Ze zijn hier een een goed jaar bezig en met succes. Alleen is de invoer van bier en wijn erg moeilijk, soms komt er niets door van alcohol, vertelt ze.
Wij houden het op een lekker-frisse milkshake en komen straks misschien met de Australiers nog om de Leffe.
Na de hete wandeling doet ons zwembad eens zo goed, zeker op dit uur, nu het grotendeels in de schaduw ligt.
Er komt een berichtje van de optieker binnen : de lenzen zijn gekrast aangekomen en moeten opnieuw geslepen worden. Ze zullen pas volgende week klaar zijn. Typisch, reageert PJ nogal laconiek.
Terwijl Herman met de Australiërs per taxi naar Manneke Pis rijdt om de Leffe te gaan proeven, betaal ik intussen onze hotelrekening, plus een extra nacht voor PJ en regel het vervoer naar de luchthaven.
Als ik vertel dat we half volgende week waarschijnlijk terugkomen, zegt de Bazin, dat ik haar dan moet bellen en dat ze ons gratis zal komen oppikken.
Vanavond gaan wij met ons 3 bij Sheppys (Australisch eethuisje) eten.
We slapen lang en gaan na het ontbijt bij het zwembad zitten lezen.
In de hotelbibliotheek vind ik Koko van Peter Straub, in het Engels.
Het is een dikke pil, maar ik begin er toch maar aan.
Een vriendelijke jonge Australiër haalt matrassen voor onze houten ligbedden. Hij is hier voor zaken : kleding die hier gemaakt wordt voor zijn winkel in Melbourne.
We babbelen wat over-en-weer, hij is hier samen met zijn compagnon. Het zijn lieve gasten, ze halen flesjes water voor ons ook nog.
Rond twee uur komt PJ met hotelbrochures van Nusa Dua, dat rustige grote resort, waar we zijn gaan snorkelen, maar het is allemaal zoveel duurder dan waar we nu zitten, dat we toch niet zullen veranderen. Een duif pikt de rijstkorrels uit een van de duizenden offerschaaltjes die elke morgen opnieuw voor de ingang van ieder gebouw, of bij de zee geplaatst worden.
Wij wandelen naar het strand, terwijl PJ een massage laat doen.
Als we eraan komen staat er tamelijk veel wind.
PJ en Herman gaan zwemmen, ik lees nog wat, maar er komt een vrouw pedicure aanbieden. Die bloemetjes wilde ik ook wel graag op mijn tenen. Ze vraagt 20.000Rph en dan komt er een oudere vrouw bij, die zegt mijn handen in dezelfde kleur te zullen doen. Alles samen voor 50.000
Ik hap toe, maar het duurt wel een poos voor het klaar is met die verschillende laagjes. Het ziet er schattig uit, maar terug in ons hotel merk ik dat er al wat beschadigd is, door me aan te kleden voor alles droog was.
We komen via een andere weg van het strand en vinden nog enkele hotelletjes in dezelfde prijsklasse als het onze, maar waarom zouden we nu nog veranderen? Misschien als we terug van Java komen?
We halen nog een lekker ijsje in de supermarkt, maar het vers fruit waarnaar we zoeken is hier nergens te koop. Daar heb je een markt voor nodig, denk ik.
Lief sms-te rond half drie dat ze in Parijs was en haar TGV nog zou halen.
Hopelijk lukt het dan voor ons ook, volgende week (er is slechts 1u15 tussen landing en vertrek TGV)
Het was zeer heet vandaag, maar nu, om halfzeven, giet het weer.
We maken een avondwandeling naar de Mall.
Hermans bril zal waarschijnlijk zaterdag klaar zijn. Voor ons avondeten kopen we er zoete en zoute patisserie bij Breadtalk, nog een fris karton melk voor ons avondeten en wandelen via de zee terug.
Het is nog steeds drukkend warm om 10 uur, maar als we in onze kamer komen, horen we de regen ineens weer neerroffelen.
Inpakken ....weer uitpakken en een feestelijk diner
Woensdag 25 februari
In de voormiddag is het inpakken geblazen. We brengen alles in bewaring beneden bij de receptie, tot wanneer PJ nieuws heeft over zijn pas en onze vlucht naar Java. De hotelrekening wordt per visa betaald en ik haal nog eens een miljoentje uit de muur.
Bij het zwembad gaan we nog wat liggen lezen.
Kort na de middag belt PJ dat zijn paspoort slechts op vrijdag kan klaar zijn. Hij brengt de onze straks terug.
Omstreeks vier uur komt hij en beetje verslagen aan ons zwembad, zegt dat we dus toch ons verblijf hier moeten verlengen.
We krijgen nu een kamer op de eerste verdieping, dus minder trappen te doen, twinbedden en een echt bad en lavabo met aanrecht. Dit is een veel betere kamer, maar als we langer dan vrijdag blijven, zullen we opnieuw moeten verhuizen, want dan is ze al door nieuwe gasten geboekt.
PJ wil graag wat alleen zijn nu, dus laten we hem gaan. Wij wandelen naar het strand en eten bij het chique Bali O-c-en een uitstekend menu, alles samen voor 320.000Rph, maar het was superverzorgd. Wij zaten op het hoge terras met zicht op zee, maar binnen was een prachtig restaurant en het achterliggend hotel had iets zeer futuristisch zelfs. De zwembaden lagen als hoekige kanalen tussen de gebouwen, met bonsai of geschoren bompjes op de terrassen. Het is hier ook superclean en zeer stijlvol.
Menu en bediening waren perfect. Bij ons had dit in zon kader en met die presentatie wel driemaal meer gekost.
Op de terugweg kopen we nog een tweedehandsboek, waarvoor weer moet afgedongen worden. Ik kocht het voor 15.000 en dat is eigenlijk nog teveel, want bij nader toezien staat er gratis exemplaar, aangeboden door AW Bruna Uitgevers op. Eerst wilden ze er zelfs 75.000Rph voor (5). Bij ons in de kringloopwinkel kost zoiets slechts 15 cent, dus hoef ik me niet schuldig te voelen over mijn bod.
We kopen drinkwater in de supermarkt en zakjes cappucino, doen nog een zwemmeke en trekken dan naar ons kamer.
Het is nu 22 u; het verfijnde eten heeft me een feestelijk gevoel gegeven.
Ambachten, Plantages, Vulkaan in de regen, Besakihtempel
Dinsdag 24 februari
Onze chauffeur en gids staan ruim op tijd op de hotelparking te wachten. We betalen het saldo en vertrekken eerst naar Tohpati, een batikatelier.
We bewonderen de verschillende bewerkingen van de batik, die soms tot 10 verschillende kleuren krijgen en waslagen die telkens in kokend water moeten uitgewassen worden, vooraleer een nieuwe kleur kan worden bijgevoegd. Ook Ikat-weven is hier te zien.
Daarna worden we uiteraard naar de grote winkel geleid. Dit is een zeer keurige grote zaak, die Westers aandoet, tenminste qua inrichting, niet wat de koopwaar betreft. Omdat ik al een sarong had gekocht bij de heetwaterbronnen, kopen we hier niets.
Verder naar Celuk, waar we een zilversmidatelier zouden moeten zien. Het enige dat we hiervan merken is één kamertje waar 3 vrouwen een beetje zilver zitten te solderen. Snel-snel worden we naar de grote verkoopzaal gebracht, waar een massa glazen toonkasten vol zilveren juwelen staan. Ik word zo ambetant van de verkoper, die bijna neus aan neus met me staat en vanalles wil uithalen, dat ik niet meer rustig kan kiezen en absoluut geïrriteerd geraak. Na vijf minuten beslis ik om hier niet te kopen en gewoon langs de kasten te wandelen, natuurlijk op de voet gevolgd door die nare man.
De volgende halte is bij de werkplaats van de houtsnijders in Mas. We zien beelden snijden uit ebbenhout, mahonie, hibiscus (2kleurig) en krokodilboomhout (bijna wit). We wandelen rustig door de winkel en kunnen redelijk ongestoord rondkijken. Er zijn heel mooi gemaakte dingen bij, die van groot vakmanschap getuigen, maar daarom passen ze nog niet in ons interieur.
Yuda, onze chauffeur-gids, spreekt vrij verstaanbaar Engels. Hij is 30 jaar en komt uit een dorp in het noorden, is in Kuta terecht gekomen om zijn brood te verdienen, of beter gezegd : zijn rijst, want brood vind je hier zelden. Hij heeft een vrouw en een zoontje van 1.5 jaar. Zijn vrouw werkt niet buitenshuis, hij heeft een vast inkomen van 500.000 Rupiah per maand, maar door de tours komt er soms nog eens evenveel bij en dat is goed, vindt hij zelf. Dit betekent dat hij in de beste omstandigheden omgerekend 67 euro per maand verdient.
Agus is een jongen van 19, gids in opleiding, zo wordt ons gezegd. Hij kent geen Engels, maar haalt de tickets, knoopt onze sarongs om als we op de heilige plaatsen komen, opent de schuifdeur van de auto en houdt de paraplu boven ons hoofd, voor de zoveelste tropische regenbui.
We waren met bloedheet weer vertrokken, maar later zou het er met bakken gaan uitvallen. De bergwegen lijken meer op rivieren.
We bezoeken de Goa-tempel met de olifantengrot, dit is een meditatieplaats in een Ganesjheiligdom (god met de olifantskop). Die tuinen rond de tempels zijn onveranderd mooi en zeer verzorgd. Maar trappen , trappen en nog eens trappen! Meestal zijn de treden ook nog eens zeer hoog.
Bij Tegalalang stappen we uit om de rijstterrassen te zien. Prachtig!
Maar eens te meer word je geen seconde gerustgelaten door verkopers van oud tot zéér jong.
In Udjung bezoeken we een koffieplantage, eigenlijk een botanische tuin met allerlei specerijen als kaneel, vanille, kruidnagel, cacao, betelfruit, kardemom, slangenvelvrucht (heel lekker, Lief had het ons al eens laten proeven)
Onze Yuda weet nogal wat van de planten. Na ons wandelingetje door de plantage komen we bij een open plek, waar een vijftal mensen koffie en cacao zit te roosteren in metalen schalen boven een vuurtje, of de geroosterde bonen fijnstampt in een vijzel.
Een hoogzwangere vrouw schenkt aan tafel verschillende drankjes uit om te proeven : limoen-kaneel, chocolade-koffie, moka-kaneel-cacao, gemberthee heel lekker allemaal. De gewone koffie beviel ons nog het minst.
We kopen limoenthee en moka-kaneeldrank.
En dan gaat de tocht naar de vulkaan. Maar wat het hoogtepunt van onze tocht moest worden, verzuipt in de tropische stortbui. Als we in Kintamani aankomen, is er alleen maar een witte wolkenmuur te zien.
In het hooggelegen restaurant krijgen we een uitstekend Balinees buffet : zoveel als je wilt, koffie en thee inbegrepen, voor 60.000 Rph. Onze serveerster is zo content met haar fooi, dat ze ons nog 2 handvollen vers fruit brengt : een trosje kleine bananen, wat rambutan(soort lychee) en mandarijnen. Voor onderweg, zegt ze.
En eindelijk klaart het wat op!
Mount Batur komt bijna volledig uit de wolken tevoorschijn, enkel Mt Agung, de grootste vulkaan, kunnen we niet zien. Maar het uitzicht is wel onbetaalbaar.
Ons laatste bezoek vandaag is aan de Besakih-tempel, de hindu moedertempel van Bali.
Yuda verwittigt ons dat hijzelf niet op de site mag gidsen. Hij zegt dat als we een gids willen die zeer opdringerig zijn- vooraf een duidelijke prijs moeten afspreken en als we het niet willen, dat we dan best doen alsof we geen Engels verstaan. Dat blijkt een goed advies te zijn. We spreken platvloms en doen dat met de glimlach. De gidsen ter plekke zien er boos uit, maar laten ons na enige tijd toch met rust, idem dito voor de verkopers. Prettig is dat allemaal niet, maar dit is wel een erg mooi gelegen tempel, helemaal uit zwarte lavasteen, gouden biezen en rieten daken, opgetrokken tegen een steile helling. Ook hier weer is de tempelsite een prachtig onderhouden park.
Het is nu heel wat koeler en onze jongens hebben kippenvel als we onderweg uitstappen om nog wat fotos te maken. Dat is sterk voor mij is het nu precies goed van temperatuur, ik denk dat het toch nog altijd 25° is.
In twee uur rijden we terug naar Kuta. Yuda en Agus krijgen een welverdiende fooi (die hun maandloon moet goedmaken) en iedereen is tevreden.
Daarmee is ons geld weeral op. Seffens drentel ik nog even naar de geldautomaat.
Tegen 19u30 komen PJ en Lief naar ons. Ze zien er allebei stralend uit, hoewel PJ zegt nog wat slapjes te zijn. Morgen moet hij zijn vingerafdrukken gaan zetten, hopelijk krijgt hij dan ook ineens zijn paspoort
Lief vertrekt morgen terug naar België. Samen gaan we nog wat drinken in de Kopi Pot : yoghurts en milkshakes, zittend in de kussen op een van die grote tafels-onder-een dakje. Nadien willen de kinderen nog een cocktail gaan drinken, maar we laten hen ondereen feesten en gaan zelf nog onze zwembabbel doen in de pool van hotel Sorgawi (dat betekent Paradijs, vertelde onze gids van vandaag).
Hewel, zo ziet het er wel een beetje uit, ook al is binnen alles redelijk camelot
Gisteren was men in de gang een lek in het dak aan het dichten : het water spoelde langs de binnenmuren en de lichtschakelaars De kleerkastdeur wordt met een kartonnetje ertussen dichtgehouden, slechts één van de 2 nachtkastlampen heeft een lampje zitten enz Maar toch ja : een beetje paradijs.
Het zwemmen deed weeral deugd, zo rustig door het water glijden, met de sterren boven ons en dan bedenken dat het in België nog vriest!
PJ en Lief komen nog even langs na hun cocktails. Ik geef mijn Dimitri Verhulst mee (om op haar terugvlucht te lezen), en aan PJ onze paspoorten en geld voor onze vliegtickets naar Java.
Internetten, Kuta Beach, een Zieke en Waar is mijn sleutel?
Maandag 23 februari
Na het ontbijt ga ik een uurtje internetten in een soort veranda, vlak naast het zwembad. Een vuil en plakkerig qwerty-klavier nodigt niet echt uit om lang aan te werken, ik heb al moeite om een gewoon mailtje te versturen en besluit om mijn reisverslag pas thuis te bloggen.
Er komt een jong koppeltje binnen. Ze vragen in t Engels wat mijn plannen zijn voor vandaag. Zelf zijn ze pas aangekomen en zien er wat verloren uit. Ik begrijp het gevoel : als wij hier geen opvang hadden gehad .
De jongen is van San Diego, California, het meisje is Parisienne, beiden studeren in Singapore, waar ze elkaar leerden kennen en hebben nu een week vakantie. Ik ben blij dat ik hen althans een beetje kan wegwijs maken.
Ik heb allerlei wondjes aan mijn voeten van het stappen, het vocht en de hitte, heb al goed ontsmet, gezalfd en bepleisterd.
Mijn grote schrik is om hier ziek te worden, dus nemen we extra voorzorgen en zijn ook heel voorzichtig dat we steeds goed uitkijken op de hindernissen van voetpaden. De vele dokters- en tandartspraktijken zien er geen van alle erg fris uit.
een klein gat in het asfalt wordt gemarkeerd met een tak of boompje
Op iedere straathoek vind je een altaar. Dagelijks worden hier offers gebracht We wandelen samen naar Kuta Beach. Hier is het allemaal niet zo netjes. Ook hier kapotte trottoirs, met meterdiepe putten, omhoogstekende stenen en soms totaal ontbrekend voetpad, hoge opstappen je moet je voeten constant in het oog houden. Op dit strand ligt bovendien nogal wat kapot glas . brommers-brommers-brommers!
In een zijstraat boeken we een dagtour voor 2 naar de vulkaan, ambachtwerkplaatsen en de grote moedertempel van Bali.
Morgenvroeg om 8 uur komen ze ons oppikken.
Bij terugkomst in ons hotel vinden we een nota van Lief, dat PJ vannacht heel ziek was met overgeven en diarree. We meenden hen nog voor te stellen om morgen mee op uitstap te gaan, maar dat zal er nu niet inzitten.
Is hij ongerust omdat zijn pas nog steeds niet in orde is? Vooraleer dat geregeld is kan hij niet terug naar Java of is het omdat Lief overmorgen vertrekt? We merken wel dat hij haar heel erg mist als ze gescheiden zijn. Misschien heeft hij gewoon iets fout gegeten, maar met zijn gezondheid gaat het al maanden niet zo best.
We moeten afspraken maken voor een volledige checkup als hij in mei terug naar België komt.
Het zet wel een domper op ons verblijf hier, we hopen dat het gauw goed komt met hem. Zelf wil hij er niet over praten.
Herman en ik gaan in een Australisch restaurantje eten.
Ik haal nog eens een miljoentje af, om de uitstap van morgen te betalen.
In de supermarkt kopen we een ijsje en koekjes en nemen nog een duik in het zwembad.
Terug bij onze kamer gekomen, stelt Herman vast dat hij de sleutel niet heeft. Die moet ergens bij het zwembad liggen.
We zoeken en zoeken, maar geen sleutel, ook niet tussen de planten rondom. Herman gaat een dubbel vragen aan de receptie. De receptionist komt nog met een zaklamp meezoeken, maar niets te vinden. Net als hij een dubbel wil halen aan de receptie, roept Herman : Ah, zie dààr! Helemaal in t hoekje van het zwembad!
Herman mag opnieuw het water in, terwijl hij al zo goed als droog was, maar we zijn heel blij dat onze sleutel terecht is, anders moesten we morgenvroeg nog gaan zoeken en ze komen ons al om 8 uur oppikken voor de uitstap.
We kochten in een tweedehandsboekenkraam nog een Nederlandstalige Konsalik(veel keus is er niet, zodoende...), want mijn Dimitri Verhulst was uit en Lief had die graag op terugweg naar huis gelezen. Ik heb nog een oude thriller bij, die Herman al uit heeft.
PJ en Lief komen al vroeg aan onze kamerdeur kloppen.
Herman neemt gebakken noedels voor ontbijt, ik toast, ei, confituur. ontbijtmenu Veel mogelijkheden zijn er niet, maar misschien moet ik morgen ook maar eens gebakken noedels, vermicelli of soep nemen als ontbijt.
Ons kamernummer is 1305(thirteeno- five), en als de inlanders het herhalen zeggen ze teurtinn-o-paaib, volgens mij komt er in het Indonesisch geen letter F voor en kunnen ze het daarom niet uitspreken.
Terwijl Herman nog enkele kaartjes schrijft, wandel ik richting Discovery Mall, om een optieker te gaan zoeken. monument ter nagedachtenis van de slachtoffer van de Bali-bombing in 2002
Het is heet en ver: ik kies een zijstraatje waarvan ik denk dat het in de goede richting loopt, maar dat begint zodanig te kronkelen, dat ik het opgeef en bij de eerstvolgende bredere straat terug richting hotel stap. Ik ben ruim een uur onderweg geweest, mijn voeten liggen open van de hitte en wrijving in mijn toch wel gemakkelijke slippers.
Lief en PJ zijn er net terug, met de brommer ditmaal, de huurauto is al binnengebracht. Lief duidt in ons Lonely Planetboek aan welke plaatsen we al bezochten en wat we eventueel volgende week nog kunnen doen. We spreken af dat we straks naar hun bungalow komen, die op ongeveer 5 km van ons hotel ligt.
Per taxi rijden we naar de mall, die vlakbij zee ligt. Ons eerste doel is : een optieker vinden. Bij de derde die we binnengaan, blijven we. Hermans bril wordt gemeten, zijn ogen worden ook nog eens getest: er is een kleine verhoging nodig.
Een tof montuur van Italiaanse makelij, dat hem comfortabel zit, met progressieve en verdunde glazen, kost hier alles samen ongeveer 200! Zijn vorige -belgische- bril zat tegen de 600, dus is het echt wel de moeite waard om hem hier te laten maken. Over een week zal hij klaar zijn, ze zullen ons sms-en.
Ik kan Herman overhalen om een nieuwe bermuda te kopen, waaarschuw dat zijn huidige vandaag of morgen van zijn billen zal scheuren, en ja : hij vindt een leuke blauwe Reebokshort. Ik koop nog een paar Crocs-ballerinas, die niet veel goedkoper zijn dan bij ons, maar t is nodig om hier nog een extra paar gemakkelijke schoenen te hebben.
We eten een kipschotel en appeltaart in de mall en stappen terug naar ons hotel, maar maken ongewild een gigantische omweg. We belanden in steegjes waar geen toerist ooit komt, de mensen groeten en schieten in de lach. Algauw blijkt waarom : dit loopt dood op een veld, we weten echt niet meer waar we zitten, moeten dezelfde weg terug, vragen naar Jl.Legian, stappen die richting uit, maar herkennen niets We stoppen een paar taxis, maar die kennen ons hotel niet; we zijn nochtans nog altijd in Kuta.
Dan maar verdergelopen en ineens zijn we vlakbij Sorgawi hotel!
We deden er wel anderhalf uur over : zweeeeten!!! Gelukkig kon je overal onderweg flesjes water kopen.
Douchen, omkleden en naar PJ bellen dat we met zoete en zoute patisserie komen en of zij koffie willen maken. Dat hebben ze niet in huis, dan nemen wij de oploskoffie van onze kamer maar mee, melk, nog wat fruit en de koeken.
Een taxi brengt ons naar Nipuri, waar zij in de bungalow van de baas logeren, bij dat schitterend zwembad.
We vragen een kaartje aan onze taxichauffeur, zodat we hem straks kunnen bellen, want hier rijden niet zoveel taxis als waar wij verblijven.
In hun voortuintje eten we en gaan dan in het donker zwemmen.
Het regent even, maar t is gauw over. Lief haalt nog snakeskin-fruit uit de koelkast : een peervormige bruine vrucht, met een schil als lychee. De smaak is ongekend : een heel nieuwe ervaring : structuur van appel, smaak van ananas, peer, appel, perzik en zelfs een vleugje chocolade.
Wit vruchtvlees met een gladde bruine pit : heel lekker.
Salak, of snakeskinfruit
Iets over negenen begint het te regenen. We besluiten naar ons hotel te gaan en bellen Madé. Ondertussen begint het pas echt te hozen!
We rennen naar het inkompaviljoen om daar in de zetels op onze taxi te wachten. Na een kwartier komt hij eraan, parkeert vlak voor de ingang, maar in die ene seconde die nodig is om in de taxi te geraken zijn we doorweekt : het is alsof men een bak water over onze kop heeft uitgestort! Gelukkig blijft het warm Madé zegt dat het aan ons hotel droog was, maar onderweg lijkt het alsof we door een rivier rijden.
Dit is dus een tropische regenbui! Wanneer we bij ons hotel komen giet het nog steeds in alle hevigheid. Het zwembad spoelt gewoon over in de omringende planten, we overwegen nog even om ook hier nog te zwemmen in de kletterende regen, maar besluiten toch naar binnen te gaan.
Bij het instappen in de taxi is Hermans oude lievelingsbermuda aan beide pijpen opengescheurd! Hahaha! Ik had het vanmiddag nog voorspeld!!! Hij mag meteen in de vuilbak.
Ik stuur nog een sms naar Dries en Wout en krijg leuke berichten terug. Wout en Frauke hadden een heerlijke skivakantie en met de kindjes die thuis bij de andere grootouders bleven, is ook alles goed gegaan.
Om halftienstaat PJ er al om te zeggen dat we van onze laatste dag dat we de huurauto hebben, moeten profiteren en naar Tanah Lot rijden, waar de zeetempel staat.
Onderweg stoppen we nog even bij de kunstenaar die Liefs schilderijen zou klaar hebben. Ze liet hem 2 werken uitvoeren, aan de hand van fotos die ze had meegegeven. Het is niet echt mijn smaak, maar wel goed gedaan. Later zullen we nog een pvc-buis gaan kopen, om de doeken in op te rollen voor de terugvlucht.
snoepjes van rijstdeeg,rietsuiker en kokosrasp worden verkocht in hoorntjes van bananenblad
We zagen de Tanah Lot tempel alleen aan de buitenzijde, de monniken lieten ons er niet in. We waadden wel door het zeewater om erbij te komen en bij hoog tij geraak je er zelfs helemaal niet.
Bij de onvermijdelijke kraampjes kopen we voor onze kleindochters een wit katoenen geborduurd jurkje.
Dan naar het strand we huren parasols en ligstoelen. Er staat hier een ruige branding, waarin ik een halfuur ga ploeteren.
PJ en Herman houden het langer vol dan de meisjes.
Ik ga wat liggen lezen en Lief onderhoudt zich levendig met de verkopers allerhande die rond onze ligbedden zwermen.
Na lang onderhandelen koopt ze een zilveren armband voor PJ. Later laat ze haar nagels lakken met bloemmotiefjes, ondertussen gezellig babbelend met de vrouw die haar behandelt.
Ik laat me ook overtuigen, want die nageltjes zien er echt wel schattig uit. Wel kies ik andere kleuren dan Lief, die witte madeliefjes heeft op donkerpaarse achtergrond.
De mijne worden roze met paarse bloempjes en een groen takje. Een half uur prutsen en versieren kost omgerekend 2 .
Tegen vijf uur betrekt het, maar we zijn toch lichtjes verbrand, ondanks crème en parasol. Niet dat we er last zullen van hebben, maar morgen toch wat voorzichtig zijn.
Op een groentemarktje had ik appelsienen en kleine dikke banaantjes gekocht (Lief hielp alweer met het afdingen). Vooral de banaantjes zijn bijzonder lekker : een beetje met fris zuurzoete smaak.
Vanavond tracteerden we de kinderen op een Japans etentje, we hadden al gehoord dat Lief er zo zot van is.
Herman was aanvakelijk een beetje wantrouwig, dacht dat het te kleine porties zouden zijn, maar het tegendeel was waar!
In een mooi restaurant koos Lief een sushi-menu,wij drieën namen tepanyaki (op hete plaat gebakken gerechten) en het was héél, heel lekker en veel.
Tot slot kregen we geflambeerde banaan met ijs, wat een geweldige vlam gaf!
Er kwam nog een Japans koppel op huwelijksreis naast ons zitten, waarmee we een praatje maakten.
Seffens nog wat lezen ik hoor Herman al naast me ronken, en t is nog maar net half tien voorbij
Snorkelen in Nusa Dua, Schildpaddeneiland en Hygiëne
Vrijdag 20 februari
Het is een stralende dag!
Na het ontbijt we sliepen al tot halfzes, daarna nog tot 9 uur- wandelen we over Jalan Legian om postkaarten en zegels te kopen. Het meisje van de post heeft duidelijk moeite met het geven van het juiste aantal zegels. Je moet er zelf goed op letten. Misschien heeft PJ gelijk als hij beweert dat de mensen erg vriendelijk zijn, maar niet al te schrander. In elk geval gaan ze niet efficiënt te werk. Voor een bestelling in een restaurant, mag je het bv niet ingewikkeld maken, of iets extra vragen er wordt ijverig geknikt en herhaald en gelachen, maar altijd is er wel iets fout.
Nuja, ik was zelf ook fout : kocht slechts 20 kaartjes met bijhorende zegels, terwijl ik 23 adresetiketten had voorbereid. Het was nog heel wat schrijfwerk ook
Rond de middag komen de kinderen en we rijden naar het sjieke Nusa Dua, waar het één groot resort is : een zeer uitgestrekt afgesloten gebied, met wachters en poorten. De auto wordt gecontroleerd op wapens enz Maar eens binnen, is het een reusachtig park, buitengewoon goed onderhouden, wat toch een verademing is.
God van de zee Wij gaan op het strand zitten en huren tegen 1 uur een glasbodemboot met kapitein, om te gaan snorkelen en nadien naar het schildpaddeneiland te varen. We snorkelen een uur. Voor mij is het de eerste keer en ik ontdek een betoverende onderwaterwereld met vissen in alle kleuren, maten en motieven. Ook de koraalbegroeiing is zeer kleurrijk en gevarieerd. De kapitein geeft ons brood mee en de vissen komen het uit onze hand eten.
Na een uurtje is het voor mij wel goed geweest, want ben wat misselijk door een fikse slok zeewater die ik binnenkreeg. Blij dat ik terug in de boot zit!
Dan zet de kapitein koers naar het schildpaddeneiland, waar schildpadden worden gekweekt en voor 80% terug in de oceaan worden gestuurd. Er zijn schildpadden van alle leeftijden, beginnend met babys van een week, tot één van 65 jaar: een joekel van 95 kilo!
leeftijdsgenoten!
Er is bovendien een kleine zoo met arenden, vliegende hond, pythons
We drinken er verse kokosnoot, recht uit de vrucht met een rietje.
Dan terug naar ons strandje gevaren, waar we wat gaan liggen en bijna inslapen.
De terugweg is drukker, maar dat zijn we nu al gewoon.
Brommers sluiten ons helemaal in. Soms zitten er wel 5 personen op : vader, moeder met baby in een draagdoek, één kind vóór papa en nog een tussen beide ouders in.
Bijna op ieder kruispunt zie je een zanger of kinderen die bedelen of kraalsnoeren verkopen. Vandaag was er zelfs een meisje van een jaar of vijf, met een baby van enkele maanden in een draagdoek. Dat loopt dan tussen dat razende verkeer over zon groot kruispunt van vluchtheuvel tot vluchtheuvel en klampt zich aan de autos vast Als we wat kleingeld hebben, geven we, ook al is het een druppel op een hete plaat, maar nu kon ik niets vinden en de anderen ook niet, hoewel Lief en PJ vaak nog sneller in hun portemonnee schieten : ze houden al hun kleingeld voor de bedelaars.
Eten doen we in een warung, waar PJ en Lief regelmatig gaan. Murah is de grappige, vriendelijke uitbater, het is er proper en het eten lekker.
Warungs zijn eetstalletjes, maar dit is een echt restaurantje.
We halen de chocolade die we hadden meegebracht uit onze koelkast en gaan op de Jl.Legian een lekker Illy-koffie drinken.
Als de kids weg zijn, gaan we nog even zwemmen in ons sprookjes-zwembad. De pannendaken van het omringende hotel, de rondgang met bougainville die als draperieën over de daken hangt, het houtsnijwerk rondom en de feeërieke verlichting, maken het een zalig zwempartijtje, enfin : meer een rustig heen-en-weer varen, terwijl we een babbeltje doen. We zijn de enigen die op dit uur (halftien) nog een duikje wagen, hoewel het water zeer aangenaam is en uiteraard de buitentemperatuur eveneens. De 2 waterspuitende vissen doen nog even hun best om ons met hun geklater te ontspannen en dat lukt best.
Na twintig minuten houden we het voor bekeken en gaan nog verderschrijven aan die 20 kaarten en aan dit verslag.
Dan nog even lezen en het zal weer bedtijd zijn.
Gelukkig droegen we allemaal een t-shirt bij het snorkelen, want anders kan je hier erg verbranden. Ook sunscreen factor 50 wordt dagelijks ingesmeerd, we zagen hier al teveel roodverbrande toeristen.
Iets over de sanitaire voorzieningen : onze badkamer is 2x2m, daarin staat een WC, een lavabo met spiegel en een handdoekrekje. De douche is een sproeier boven een afvoerrooster. Telkens als er water gebruikt wordt, stinkt de afvoer vreselijk. We poetsen onze tanden uitsluitend met flessenwater.
Aan het toilet hangt een slang met een straffe sproeikop om je poep schoon te spuiten. Op veel plaatsen is het toilet een gat in de grond, met daarnaast een gemetselde bak, gevuld met fris water. Daar hoort een steelpannetje bij. Papier is meestal niet aanwezig en als het er is, wordt verondersteld dat je het gebruikte in de vuilbak werpt, want de leidingen zijn te nauw om door te spoelen.
De bedoeling is dus, dat je het water met dat steelpannetje langs je achterste giet en met je linkerhand afwast. Dat vraagt enige oefening en het resultaat is wel dat je helemaal proper bent, maar meestal ook wel kletsnat van je billen tot aan je tenen, net zoals het toilet en de vloer eromheen. Gelukkig deert dat niet met de warmte.
Tempel bij het meer, Tweelingwaterval, Heetwaterbronnen
Donderdag 19 februari
Weer werden we allebei om 3 uur s nachts wakker en bleven dat ook enkele uren. Het tijdsverschil speelt ons nog parten.
PJ en Lief waren al om half tien present.
De hotelreceptie wordt verwittigd dat we nog tot de 25ste blijven, die dag vertrekt Lief terug naar België en vliegen wij hopelijk met drie naar Java.
Vandaag trekken we samen de bergen in en komen na een autorit van anderhalf uur in Bedubugul, Pura Ulun Danu Braton, de tempel bij het meer, in een magnifiek park.
De kids waren hier al eerder. Terwijl wij de tempel en omgeving gaan bezichtigen, gaan zij iets drinken.
Later rijden we verder door de bergen en houden een paar keer ons hart vast bij enkele gewaagde inhaalmanoeuvers van onze PJ, maar hij is een uitstekend chauffeur, kent hier bovendien al zeer goed de weg en hijzelf zowel als Lief voelen zich perfect op hun gemak in deze heksenketel van Balinees verkeer.
In Desa Git-Git stort de Tweelingwaterval zich met donderend geraas naar beneden. Op het paadje dat naar de watervallen loopt, staan kleine kindjes parelsnoeren en armbanden te verkopen. Ze zijn vasthoudend en onweerstaanbaar schattig.
De watervallen zijn evenals de natuur eromheen indrukwekkend : gigantische palmbomen, bamboebomen van wel 25 m hoog, bananenstruiken (ook al buitenmaats) en prachtige bloemen overal.
eco-regenscherm
Onderweg hiernaartoe zien we overal rijstvelden in alle stadia van rijpheid.
We worden inmiddels wat gewoon aan dit helse verkeer. PJ en Lief beweren dat je hier zonder auto of brommer niets bent en dat vind ik een akelig idee.
Gisteren nog voelde ik me echt geïsoleerd, zou alleen bijna niet uit hotel gedurfd hebben, maar nu betert het al wat.
We hebben natuurlijk ook wel heel goede gidsen, die het ons veel gemakkelijker maken omdat ze het hier zo goed kennen. Met de taal trekken zij zich ook vlotjes uit de slag.
Zonder hen zouden we de twee eerste dagen ongetwijfeld nog niet zoveel ondernomen hebben.
In de late namiddag gaan we in een restaurantje bij de kust gebakken garnalen eten. Die waren heel lekker en goedkoop, maar we moeten in t vervolg toch maar wat meer groente en fruit gaan eten.
Vervolgens gaat de tocht naar de heetwaterbronnen van Lovina.
Bij de parking vinden we alweer stalletjes met hemden, sarongs, badhanddoeken Van de laatste kopen we alvast één.
Baden in de heetwaterbronnen is heerlijk! En het kader is onwaarschijnlijk mooi : 3 grote bassins op de steile bergflank, stenen drakenkoppen, waaruit het vulkanisch verwarmd water spuit en daaromheen een overvloed aan planten, bloemen, palmbomen en allerlei andere reuzen die tot hoog in de lucht reiken We genieten!
Ergens onderweg stopt PJ bij een stalletje waar hij kleine banaantjes koopt voor de papa die zijn hartje ophaalt aan het voeren van de apen. 3 mama's met zuigelingen
Iets over 6 vatten we de terugtocht naar Kuta aan. Het verkeer in de bergen is gelukkig wat rustiger nu en om 7 uur is het stikdonker. Onderweg drinken we nog een thee in een moslimcafé en kopen we koekjes, zodat we om 10 uur terug in Kuta aankomen.
PJ vindt dat hij een cocktail verdiend heeft. En dat vinden wij ook.
Natuurlijk kennen ze ook hier de weg naar de leukste cocktailbar, waar ze zelfs een bekende treffen (of was dat nu de uitbaatster?)
Onder ons beiden wandelen we nog het stukje naar ons hotel, terwijl Lief en PJ wat blijven hangen in de bar.
Om 10 uur op, douchen en naar de ontbijtzaal : een ruimte onder pannendak met zicht op het zwembad.
We hebben de keuze uit toast met ei en jam, noedelsoep, gebakken noedels of gebakken rijst.
Als drank is er koffie, thee of appelsiensap.
Ik ga even mijn mails checken in de internetruimte en het thuisfront wordt verwittigd van onze aankomst in Bali.
PJ en Lief komen vertellen dat ze een auto hebben gehuurd om naar Bali Zoo te rijden.
We vertrekken rond één uur met een dolle rit door Kuta, waar ons hotel is, naar de bergen. Het is overal razend druk met al die brommertjes
en door het gebrek aan verkeersregels, of liever nog : door het feit dat iedereen de bestaande regels aan zijn laars lapt. Doorlopende witte strepen, rode lichten, voorrangsregels : ze lijken alle onbestaande. Bovendien wordt hier links gereden, wat ook al een heel ander beeld geeft.
PJ is gelukkig een uitstekend chauffeur. Zelf zou ik hier nooit willen rijden en van Herman zou ik het ook niet willen, t is hier echt gekkenwerk. met 5 op de brommer!
Hoe druk ook, tussen het samenraapsel van gebouwtjes(veelal in ruines of halfweg), kraampjes, het vuil en de verkeerschaos, is hier zon overdadige plantengroei, dat het toch nog iets moois heeft.
Bali Zoo is duur naar Indonesische normen : ik betaal 65 euro voor ons vieren. Het is wel een mooi park en je komt zeer dicht bij de dieren. We zien een witte tijger die gisteren 2 welpjes kreeg, spijtig dat de fotos ervan niet zo duidelijk zijn. De tijgervader loopt in een aanpalend perk en heeft maar één voorpoot. We zagen ook een grote komodovaraan.
Bij het restaurant is het meet-and-greet met verschillende dieren : een beerkat (of wast een katbeer?), een tijgerwelp van 3 maanden, een vliegende hond (grote vleermuis) Lief is dol op dieren en wil ze allemaal wel eens vasthouden.
Later rijden we naar het Apenwoud in Ubud.
Dit oerwoud is prachtig, met gigantische bomen, rotskloven met riviertjes, lianen, en apen apen apen
Wij hebben gelukkig geen voederbanaantjes gekocht, want wie dat wel deed, was niet meer gerust. We zagen hoe de bananen bij een man uit de broekzakken werden gescheurd.
Het mooiste aan dit bezoek vond ik de natuur : zo overweldigend is dit tropisch oerwoud iets als Bobbejaanland : even betoverend, maar nu oneindig veel groter en écht!
In Ubud wil PJ een pateeke gaan eten. Dat doen we in Café Mokka, waar ze echt lekkere patisserie hebben.
Dan volgt een lange, lange rit terug om de vakantiewoonst van PJ en Lief eens te bekijken. Die ligt in een domein met zwembad. Een heel mooie ruime bungalow, zeer spaarzaam ingericht. Lief haalt bij een warung (eetstalletje) banaan-en groentebeignets, die willen we bij het zwembad eten met een drankje, maar nauwelijks gezeten is er plots weer zon stortbui.
We rennen naar de gemeenschappelijke zitruimte, waar allerlei tafels en zetels staan op weer zon glanzende tegelvloer.
Hier blijven we zon uurtje. Ondertussen is het 10 uur geworden en tijd dat we terug ons bed inkunnen. De kinderen brengen ons met de huurauto naar het hotel. Wandelen zit er hier niet in, ze zeggen dat het te gevaarlijk is : nauwelijks trottoirs en crazy verkeer
Op Java schijnt het zelfs nog erger te zijn.
Niemand gaat hier tevoet, beweren ze. Hoe oudere mensen dat moeten doen, snap ik niet. Op die duizenden brommertjes zitten niet zelden man, vrouw en één of meerdere kindjes.
Bali is hoofdzakelijk Hindoe. Overal , bij elke ingang of deur, of bv op een wastafel, staat een mandje, schaaltje of bananenblad, waarop een klein arrangement van voedsel en bloemen, soms ook een wierookstokje, als offer om de goden gunstig te stemmen.
Je moet oppassen dat je er niet gewoonweg op trapt.
PJ moet op Bali blijven tot zijn paspoort in orde is. Nadien vliegen we samen nog een week naar Java. We mogen bij zijn baas blijven logeren. PJ zegt wel dat Java ons zal tegenvallen, maar we willen toch zien waar hij woont en werkt en de hoogtepunten van Java bezoeken. We zullen wel een auto (met chauffeur!) huren voor de uitstappen daar.
Maandag 16 februari 2009 Na een rusteloos nachtje zijn we om half vijf opgestaan, hebben onze checklist afgewerkt en iets na vijf uur het huis afgesloten.
Onderweg naar Oud-Turnhout was er ondanks het vroege uur toch al redelijk wat verkeer en het beterde er niet op, toen we-na de gereedstaande Leo te hebben opgepikt- weer richting Antwerpen moesten. Tja : maandagochtend en regenachtig dat maakt het altijd extra druk. Gelukkig is het 5° en dus geen ijzel.
Op de A12 was er heel wat minder verkeer, maar ik was toch heel blij dat ik was blijven aandringen op dit vroeg vertrek.
Herman dacht eerst dat we veel te vroeg zouden zijn voor de TGV, maar het was nog een eind lopen en zóveel tijdsoverschot was er niet : gewoon genoeg om gerust te zijn.
Stipt op tijd vertrekken we per TGV naar Parijs, terwijl Leo onze auto meeneemt en tijdens onze vakantie de diepe kras in de rechter- zijdeuren gaat herstellen.
Op de Charles De Gaulle-luchthaven is het niet gemakkelijk om de incheckbalie van EVA-airways te vinden, maar we hebben tijd zat, dus : geen erg.
Wesms-en nog even met Wout die op skivakantie is in Tignes -t is er fantastisch zegt hij-
Ook onze vlucht naar Taipei/Taiwan vertrekt stipt.
De stewardessen zijn vriendelijke, heel mooie Taiwanese meisjes en het vliegtuig is nieuw, met individuele TV-schermen, waarop een uitgebreide keuze van films, spelletjes, vluchtrouteinformatie met satellietbeelden enz We vullen er onze tijd goed mee op.
Er worden 2 warme maaltijden, snackjes en volop drank geserveerd, maar slapen is moeilijk.
Dat doe ik wanneer we na ruim 12 uur vliegen in Taipei aankomen.
In de lounge bij onze gate leg ik me languit op de banken en slaap toch heel even, met mijn hoofd op mijn rugzakje.
Het is hard liggen op de aaneensluitende stoelen met opstaande randen, maar toch : ik voel me een beetje verkwikt, terwijl Herman wat zat te lezen.
De controle is hier heel wat soepeler dan in Parijs : daar moesten schoenen, riem, bril allemaal uit en Herman werd nog gefouilleerd ook. Zijn bril waren we zelfs even kwijt, toen die bij het doorlichten door die plastic flappen uit het bakje met zijn andere spullen werd geveegd.
Nu zitten we op een kleiner toestel op weg naar Denpasar op Bali.
Naast mij is een chinese dame komen zitten met een vreselijk sterk en agressief parfum, zelfs Herman merkt het, twee stoelen verder
Hij valt even later in slaap en als hij later wakker wordt, ziet hij zo wit als een doek en voelt zich mottig.
We zitten hier zeer krap, ik probeer me uit de voeten te maken, zodat hij mijn zitplaats kan gebruiken om neer te liggen, maar dat mens naast me verroert geen vin.
Ik kruip dan maar over haar heen. Nadien zucht ze nadrukkelijk als ik terug wil gaan zitten omdat de maaltijd wordt opgediend en weer moet ik over haar heenkruipen.
Nu ben ik niet al te voorzichtig meer en verontschuldig me zelfs niet. Dit was al te grof, ze had zeer goed gemerkt dat Herman niet in orde was Gelukkig gaat het na de maaltijd beter met hem.
Dinsdag 17 februari 2009
Aankomst in Denpasar
We landen om 15u15 plaatselijke tijd en hebben nu dus 28 uur gereisd.
Het is hier opvallend groen, met veel bloeiende bomen en de thermometer geeft 31°.
Het zweet loopt alras van mijn kop, maar doodvermoeid ben ik niet.Hermans voeten zijn wel erg gezwollen.
Bij aankomst moesten we nog een hele tijd aanschuiven voor ons visum en nadien nog eens voor controle van ons paspoort en visa.
Bij de bagage staan een vijftal mannen in uniform.
Ik denk aanvankelijk nog dat onze valiezen moet gecontroleerd worden, maar het zijn dragers die ons een tip willen afsnoepen, maar voor één valies met wieltjes hebben wij dat echt niet nodig. Ik geef 1 euro om ervan af te zijn, maar ze willen papiergeld we hebben ons al laten doen en zijn nog maar pas binnen!
PJ en Lief staan ons in zomertenue op te wachten, bruingebrand en wel. Ze zien er stralend uit en hebben al een taxi voor ons geregeld.
Dan volgt een beetje een dolle rit door de stad naar hotel Sorgawi in Kuta.
In een smalsteegje, vlakbij de drukke hoofdstraat vinden we ons rustig, exotisch hotel, waar we de vogels en kikkers kunnen horen.
Alles is in openlucht : de receptie is onder een groot pannendak, evenals de ontbijt- en fitnessruimte.
Centraal ligt een leuk zwembad, omzoomd door frangipanibomen en bougainville.
Het is hier warm, maar op de eenvoudige kamer is airco en alles wat we nodig hebben, zelfs een terras met zicht op het zwembad.
We geven de kinderen de meegebrachte cadeautjes, waar ze erg blij mee zijn . Na een verkwikkende douche rijden we allevier per taxi naar een hotel, waar de kinderen reserveerden voor een Balinees buffet en een voorstelling van traditioneel ballet.
Dit Jayakarta resort is een groot complex met mooie tuinen en verscheidene zwembaden, vlakbij de zee. De gereserveerde tafels staan gedekt bij een van de zwembaden. Aan de overkant is een vast stenen podium, versierd met stenen draken, zijden parasols, lampions enz
Wij krijgen een tafel toegewezen en zitten daar als eersten.
Er komen wel steeds meer en meer dikke grijze wolken opzetten. We hebben nog maar pas ons aperitief gekregen of Lap! t Begint te regenen
We verhuizen naar een tafel binnen, t.t.z. onder een heel groot pannendak op poten.
De voorstelling wordt nu daar gegeven, maar het kader is wel heel anders en de gamelan (gongenorkest) bezorgt ons op de duur koppijn. De kostuums van de dansers zijn evenwel prachtig en de dansen zijn apart (die fijne handjes die precies van elastiek zijn! )
Om half negen is ons pijp echt wel uit, we mankeren tenslotte ook een nacht slaap.
Het buffet was lekker : slaatjes, geitenvlees, kip, satee met pindasaus, gele feestrijst, vis in bananenbladeren de desserts waren wat minder, tenzij het speciale bananengebakje in kokos
Het is 21u30 als we ons brede bed induiken, na de airco 3° hoger te hebben gezet, want het was binnen veel te koud en maakte te groot verschil met de buitentemperatuur.
Ik val als bewusteloos in slaap tot 3 uur, lag dan een uurke wakker en toen Herman me om 10 uur opriep, was ik nog steeds vast in slaap.
Zelf heb ik er totaal geen verdienste aan, maar toch ben ik heel fier dat in de prachtige recente tv-reeksen op Eén, enkele acteurs zitten die hun eerste stappen op de planken van ons Diontheater hebben gezet.
En het zijn niet de minste !
Woorden schieten tekort om mijn bewondering voor Katelijne Damen te beschrijven, die de oude Helena vertolkt in De smaak van De Keyser".
Dat deze tv-reeks in Biarritz met 3 prijzen werd bekroond is volkomen terecht, maar dat de prijs voor beste actrice naar Marieke Dilles(jonge Helena) ging, ipv naar de meesterlijke Katelijne Damen is m.i. een grote vergissing. Ik denk dat de jury slechts stukjes uit de eerste afleveringen -waarin Katelijne nog niet zoveel voorkwam- heeft bekeken en niet de volledige reeks, want als je de hele reeks hebt gezien, is het onbegrijpelijk dat deze keuze werd gemaakt.
Nico Sturm, die de jonge Thieu speelt, de babbelzieke, alleswetende maar naïeve en wereldvreemde soldaat, vond ik hartveroverend. Ook hij heeft zijn wortels in Diontheater.
We zagen Nico Sturm eveneens in Van vlees en bloed als de jonge, ambitieuze politieagent.
Met spijt omdat het nu afgelopen is, kijk ik de laatste aflevering van vanavond tegemoet. Het zijn echt hoogtijdagen voor Vlaams TV-drama geweest, de laatste weken.
Bij de eerste aflevering moest ik onwillekeurig denken aan die bizarre Nederlandse film De Noorderlingen. Wie deze ooit gezien heeft, zal de associatie wel begrijpen, maar gaandeweg vond ik VVEB zó vlaams, veel herkenbaarder (hoewel het bizar blijft) èn schitterend.
Bij de fantastische acteerprestaties van de hele cast, denk ik zeker ook aan die van Moemoe Reinhilde Decleir.
Ik vond het heerlijk om haar op het scherm te zien, zij was dè enige echte Moemoe-van-vlees-en-bloed.
Reinhilde zette Niet haar eerste acteerpassen in ons theater, maar regisseert er wel af en toe. Ik heb het voorrecht gehad om enkele keren met haar te mogen spelen.
Een intens plezier was dat Niet alleen is ze een vrolijke, speelse, creatieve en zotte madam, maar ook een attente en zeer lieve vrouw, met wie ik hopelijk nog eens de kans krijg om samen te werken.
Wegens gebrek aan inspiratie (of een teveel aan mogelijke onderwerpen) volgt hier een rommeltje allerhande :
-Vorige week, rijdend op de ring rond Antwerpen, een vrachtwagen waarop in grote letters : Messemietmobiliar
Het duurde toch even vooraleer ik doorhad dat het om huurmeubilair voor beurzen moest gaan.
-Na een volle dag en nacht onzekerheid kregen we vandaag tot onze grote opluchting bericht dat Lief goed op Bali is gearriveerd. J
-We proberen onze diepvriezer leeg te eten vóór we zelf vertrekken, wat soms tot verrassende menus leidt, maar toch ziet het ernaar uit dat ik die kast niet meer zal kunnen uitwassen. Ik wist niet dat er nog zoveel in stak.
-Gisteren zitten snotteren bij een ontroerende aflevering van Kinderen van Dewindt. Moeke gaat de volgende voor ons opnemen.
-Gelukkig zijn het schitterende De Smaak van De Keyser en Van Vlees en Bloed deze week allebei afgelopen, zodat we daar niets van moeten missen.
Ben ik een TV-verslaafde aan het worden ?
Welneen! er zijn toevallig een aantal bijzonder goede dramareeksen in dezelfde periode uitgezonden!
-Vorige week nog eens mogen babysitten bij onze kleinste grote schatten.
Eén beeld staat op mijn netvlies gebrand : Dario, die aan de glazen voordeur op de uitkijk staat en een zotte vreugdedans doet als wij binnenkomen : driemaal zingend en springend, met de armpjes in de lucht naar de living en terug naar de hall, tot hij ons eindelijk in de armen valt, terwijl Maura snel komt aangekropen, op haar pamperpoepke ploft en lachend de handjes naar ons uitstrekt, heel goed wetend dat geen grootouderhart daaraan kan weerstaan J.
-Elke dag wordt er een stukje reis voorbereid. Dat maakt me nu toch al wat rustiger, want hoe graag ik ook reis, deze dagen (en weken) ervoor ben ik niet in mijn normale doen. Ik zal pas gerust zijn, wanneer ik op dat vliegtuig zit.
Op de glamoureuze fifties-foto van gisteren blijkt NIET zijn Lief te staan, maar een model dat door haar werd geschminkt op een cursus die ze vorig jaar gevolgd heeft.
Nu gebeurt het wel meer dat PJ me voor de gek houdt.
Het aantal keren dat hij me telefoneerde met een andere stem en me zo minutenlang aan het lijntje hield, zijn niet te tellen. Hij imiteert (en creëert) moeiteloos stemmen en zijn eigen moeder trapt er elke keer toch weer in.
Dus weet ik nog altijd niet, of dit inderdaad een model is, zoals hij beweert, of Lief zelf.
Als PJ gelijk heeft, bied ik hierbij mijn nederig excuus aan Lief, maar geef toe, het had gekund : het "schminkmodel" de One-and-only
Deze foto vond ik perfect passen bij de mimosa-sfeer en de méditerranée tijdens de fifties - de dames in de open sportwagens, weetjewel - dat ik ze hier graag bij plaats. 't Is PJ's Lief met make-up en kledij van die tijd en dat staat haar wonderwel, ja toch?
Elke winter steekt het de kop op : mijn mimosa-moment.
Het overvalt me altijd totaal onverwacht en veroorzaakt een onverklaarbaar groot verlangen om mimosa te zien en te ruiken.
t Is echt een begeerte en ik heb geen idee waar ze vandaan komt.
Die kleine donzige gele bolletjes met de veervormige zachte groene blaadjes en hun boterachtig-zoete geur doen mijn hart opspringen, alleen al door eraan te denken.
Het wekt tegelijkertijd ook steeds het verlangen om naar het zuiden te reizen en ik denk onvermijdelijk aan mijn grootnonkel Nand en tante Jeanne.
Hij was de jongste broer van grootvader, rijk en kinderloos.
Als nonkel Nand en tante Jeanne op bezoek kwamen, brachten ze de geur van chic mee en verhalen over Nice, waar ze ieder voorjaar naartoe reisden. Nonkel en tante schetsten een beeld van Nice en St-Tropez, dat in mijn hoofd waarschijnlijk veel mooier werd, dan het ooit in werkelijkheid is geweest. Ik zag brede boulevards langs een turquoise zee, palmbomen, vrouwen met luchtige sjaaltjes om hun hoofd, in rode open sportwagens met witte wielvelgen (voor mij het toppunt van chic in de late jaren 50). Op het strand liepen of lagen Brigitte(s) Bardot in roze of lichtblauw geruite bikinitjes met een gefronst rokje eraan. Witte barokke hotels, schitterende champagnecoupes in het licht van kristallen luchters, speelkaarten op een groene tafel en muziek van Trenet, Aznavour of Piaf hoorden allemaal bij het betoverende plaatje in mijn fantasiebeeld. En natuurlijk ....mimosa!
Mimosa kende ik aanvankelijk alleen van hun reisbeschrijvingen, ik heb het zelfs nooit gezien voor ik volwassen was, maar toen herkende ik het bloempje direct en werd er dadelijk smoorverliefd op.
Omdat je ze zo zelden in een bloemenzaak vindt, heb ik ze in heel mijn leven nog maar enkele keren in huis gehad.
En toch overspoelt dat overweldigend verlangen naar mimosa mij elke winter wel eens.
Ik geloof dat wanneer iemand mij precies op dàt moment enkele takjes zou geven, ik dat zo onvoorstelbaar romantisch zou vinden dat ik .eeeeuuu .wel .tot héél veel bereid zou zijn.
Vorige zomer zagen we in een grote plantenzaak een mimosaboompje te koop staan. Waarom we het niet gekocht hebben weet ik nog steeds niet moest je het s winters binnenhalen misschien?(en daar hebben we geen plaats voor) Of was het te duur? Of vond ik uiteindelijk dat het verlangen ernaar, mooier is dan het bezit en wacht ik liever tot iemand me met een boeketje verrast?
Ik weet het niet meer, maar ik denk dat ik dit voorjaar toch nog eens terug naar dat tuincentrum ga kijken.
Met genoegen zie ik dat het ook voor jullie moeilijk was om te raden waarover het gaat .Bojako en Huismusje zaten al min of meer in de goede (zoete) richting.
Close but no cigar!
Dus volgt hier de juiste oplossing :
Ruim vijf jaar geleden heb ik er ook een hele poos mijn hoofd over gebroken, toen Jade tijdens een logeerpartij vroeg:
Mamie mag ik nog eens van dawit?
Welk wit wilde gij, mijne schat?
Ja, zo van da wit, ik weet niet meer hoe het heet van dawit! Alleeeee Mamie, weet ge da nu niet? Van da wit!!!
Yoghurt?...Platte kaas?...rijstpap?(zéér foute gok want daar walgt ze van) witte chocolade?...camembert?(lust ze anders wel graag)
Dat het om iets eetbaars moest gaan, was het enige dat duidelijk was.
We stonden in de keuken en het werd een echt raadspelletje.
De kleuter raakte gefrustreerd omdat ze dat moeilijke woord niet meer kende.
Ik vroeg haar of ze nog wist uit welke kast ik het de vorige keer gehaald had Neen, het kwam niet uit de koelkast
Ik denk uit die kast daar (ze wijst naar de snoepkast) alleee mamie, weet get nu nóg niet, zo VAN DA WIT(bijna wanhopig) en er zit een plastiekske rond!
En dan, eindelijk, valt mijn nikkel : Ooooh, marsepein?
Dat is het : MARSEPEIN! juicht ze.
Het sinterklaasseizoen was toen al een tijd verstreken en er was geen marsepein meer in huis, maar vanaf dat moment zorgen we dat er toch altijd wel een staafje in huis is van da wit.
Van da roos hebben we naar analogie met voorgaande gebruikt om een drankje aan te duiden, dat we ook alleen maar in huis halen wanneer kleindochter komt. Het is gefermenteerde melk met aardbeien of frambozensmaak.
Het was Herman die me aanspoorde om het verhaal over van da wit en van da roos eens op mijn blog te zetten. Enfin verhaal ? Het is meer de uitleg over de herkomst van een uitspraak die hier geregeld valt, vooral dan wanneer Jade komt logeren. Want als ze komt, dan vinden wij dat er van da wit en van da roos in huis moet zijn.
Het is begonnen als grappige herinnering aan een uitspraak van Jade, maar tegenwoordig noemen wij het altijd zo . Waarover gaat het dan wel ?
Hahaaa! Ik denk dat ik het nog niet direct ga prijsgeven, wie het wil proberen mag een gokje wagen, of liever nog: twee gokjes, want het gaat om twee verschillende dingen.
De oplossing en het verhaal van het waarom volgen.
Blije belevenissen met behoorlijk bibberig besluit
Omdat ze gisteren een vakantiedag had, bleef onze kleindochter een nacht en dag bij ons logeren.
De tijd ging veel te vlug vond ze zelf en dat dachten wij er ook van.
Babbelen, winkelen, bomen klimmen, musiceren, met nonkel Pieters elektrische step in de stille straat rijden, samen tafelspelletjes doen
Ze verleidde me zelfs nog maar eens tot verstoppertje spelen in de tuin, waar we elkaar telkens hevig schrikkend en schreeuwend vonden.
t Is nog altijd haar liefste spel, geloof ik.
Zelf liep ik de benen vanonder mijn *** om als eerste bij de aftelplaats te komen.
We bezochten ook de 800-jarige gebeeldhouwde linde. Jade was verrukt over alle figuren die ze erin kon ontdekken en ze koos haar favoriete beeld uit de reeks beeldhouwwerken naar De Loteling.
s Avonds had Herman een vergadering in Deurne, daar reden we samen naartoe, aten er pizza en toen was het voor Jade tijd om weer naar huis te gaan.
Ik bracht haar en profiteerde van de gelegenheid om bij Bojako te gaan bijpraten tot ik mijn ventje weer kon gaan oppikken.
De tijd die ik bij ons Bo doorbracht werd zij steeds wakkerder, zo leek het wel. Ik had haar tevoren wel gebeld of het goed was, maar toen ik daar aankwam was de arme schat eigenlijk doodmoe en half kreupel door de zoveelste Maori haka-kakadans van de voorbije dag. En toch was er nog (figuurlijk)de zoete inval voor mij! Om kwart over tien belde Herman dat ik hem kon komen halen.
Toen ik aan het kruispunt Houtlaan/Bisschoppenhoflaanstond te wachten om af te draaien, hoorde ik een geweldige klap en zag aan de overkant van het kruispunt een auto kantelen en in een razende vaart op zijn zijkant de rijbaan links van mij voortschuiven. De vonken sloegen eraf. Een bumper vloog weg, Alles kraakte, kreunde en krijste afschuwelijk, ik heb ook geroepen, van afschuw en schrik, tot de auto zon 150 meter achter mij rokend tot stilstand kwam in de middenberm. Bij groen licht draaide ik af en parkeerde. Een andere vrouw stapte ook uit, we belden 112 en vernamen dat de hulpdiensten onderweg waren. Er sloegen al vlammen uit de motor, maar ik zag dat er een man met brandblusser naar de brandende auto liep. De vrouw naast mij wou gaan kijken, maar ik zei dat ik eerst mijn man ging oppikken en over 5 minuten terug zou zijn om eventueel te getuigen.
Ervan overtuigd dat niemand dit overleefd kon hebben, kwam ik hevig bevend bij het secretariaat, waar Herman het stuur van me overnam. We keerden terug en zagen de brandweer voor ons uitrijden. Toen we terug bij de plek van het ongeval kwamen, wilde ik me als getuige bij de politie melden. De eerste official die ik zag was een ambulancier, die rustig opzij stond. Hij zei dat er slechts één inzittende was en dat die ongedeerd uit het wrak was gekropen, met slechts een schram op zijn hand! Ik had de man wel kunnen kussen, was zo blij dat hij dat meteen vertelde Ben toch nog even aan een politieagent gaan zeggen dat ik het zag gebeuren, maar ze hadden reeds twee getuigen.
Terwijl ik daar stond, lopen een tenger manneke met baseballpetje en de man die ik herken als de kerel met de brandblusser me voorbij en ik hoor de kleine vragen en van waar ben ik dan beginnen schuiven?
Die scheen zich van niks bewust te zijn
Tot we terug thuis waren heb ik zitten bibberen en het beeld van de onderkant van de voorbijzoevende wagen flitste vannacht toch wel een paar keer aan me voorbij.
De auto is volledig uitgebrand, maar wat ben ik blij dat die jongen ongedeerd is en dat er op zijn levensgevaarlijke route geen andere autos waren!
Ik ben een vrouw. Paz, de naam die ik kreeg bij mijn geboorte, betekent "vrede". Beter kon ik het mij niet wensen. Herman is de schat waar ik al 43 jaar lief en leed mee deel. Samen kregen wij in die tijdspanne 3 zonen, 2 schoondochters, 2 kleindochters en 1 kleinzoon . Die zijn altijd welkom in ons nest in de rand van Antwerpen. Mensen, theater, natuur en taal staan bovenaan mijn lange lijst van interesses.