|
OPENING TENTOONSTELLING FRANS CROES IN HET V.O.C. TE MECHELEN. Op 17.11.98.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het is zeker niet de eerste keer dat ik een tentoonstelling van Frans Croes inleid, maar het is wel telkens opnieuw een belevenis.
Hij immers niet de man die zich laat opsluiten in welk isme ook. Hij is al evenmin de man die zo maar klakkeloos al de blabla aanvaardt, laat staan toejuicht van diegenen die over zijn werk praten. Eigenlijk zou Frans Croes zichzelf moeten inleiden en hij kan dit goed bewijzen de expos die hij zelf inleidde, want na al de jaren dat we elkaar kennen ben ik nog gesterkt in mijn mening dat hij zeer goed weet waarmee hij bezig is.
Echter sta ik hier niet te beweren dat hij daarom een cerebrale kunstenaar is, een dweper met thematische voorstellingen. Trouwens de evolutie van zijn werk de jongste jaren, meer naar de abstractie toe, bewijst wel het tegendeel.
Frans Croes laat zijn intuïtie, zijn uitzonderlijke creatieve gaven los op papier of op doek en naargelang het wordingsproces van het werk zich voltrekt komt niet alleen de artiest Croes aan bod, ook de maatschappijcriticus, de filosoof, de visionair. Zij werken allen mee aan de opbouw van een oeuvre waarin HET LEVEN centraal staat. Het waarneembare en het onnoembare.
Twintig jaar geleden noemde de ontbolsterende kunstenaar zichzelf een contestateur, een provo. Maar slechts weinige van de jaren zestig hebben, zonder ook maar iets van hun ideeëngoed prijs te geven, iets weg moeten slikken of iets terug nemen. Om zich weten waar te maken om geleidelijk hun plaats te veroveren in de galerij waar alleen DE kunstenaars thuishoren. Frans hoort daar bij te zijn én hij is daarbij want hij behoort tot de happy few of zij die het hebben en die het ook kunnen.
Zij kunnen mededelen in een taal, hun taal, die men niet hoeft te begrijpen om ervan te houden; een taal van vorm en van kleur, die het universele universum herschept tot een individueel universum.
Of, gans eenvoudig uitgedrukt: Frans Croes is een grote kunstenaar.
Voor twintig jaar zei Frans Croes over zichzelf: ik provoceer, ik contesteer, ook in mijn werk. Lange tijd heeft hij, soms tot wanhoop toe bewogen, gezocht
een zoeker naar hogere morele waarden, een visionair
Frans Croes heeft een uitzonderlijk waarnemingsvermogen. Hij ziet de dingen niet, hij DOORziet ze, hij idealiseert, transcendeert zijn waarnemingen en verwerkt ze binnen zijn eigen beleving. Achter al wat is zoekt hij rusteloos naar wat zou kunnen zijn. Hij gelooft, hij hoopt, hij leeft lief, want in Liefde omsluit hij de kosmos van vandaag. Maar hij twijfelt, dat deed hij vroeger, dat zal hij blijven doen.
Niet ten onrechte vindt Croes en houdt dat al tientallen jaren vol dat de harmonie natuur samenleving mens steeds grondiger wordt verstoord, maar ergens gelooft hij nog in de redding, in een soort evolutie. En al heeft hij de laatste jaren de mens als figuur uit zijn werk gebannen, toch heeft die allesomvattende kosmische liefde voor HET LEVEN, voor ALLE LEVEN, hem nooit verlaten.
Ik ben aldus Frans Croes twintig jaar met kunst bezig. Ik ben daardoor wereldberoemd geworden in het Mechelse
! Onze mening is dat Frans Croes vandaag ruimer gezien en geapprecieerd dient te worden dan enkel maar onder de toren waar we ons nu bevinden. Hij verdient ongetwijfeld zijn plaats bij de top van onze Vlaamse kunstenaars.
Ik sta hier echter vandaag niet om de kunstenaar op te hemelen, maar wel om een dertigtal pseudo-erotische spielereien kritisch te bekijken. Wel nu beste toehoorders, ik noem dit een Mission impossible.
Ik heb er de benaming pseudo-erotiek opgekleefd. Men kan immers bezwaarlijk deze karikaturale, oncharmante wezentjes met hun afschuwelijke lichaamsdelen sensueel of begerenswaardig noemen. Niemand zal er warm voor lopen en dat zal ook niet in de bedoeling van Frans hebben gelegen.
En toch, al heb ik het over spielereien, toch ben ik ervan overtuigd dat al deze tekeningen op zichzelf iets te zeggen hebben: politiek, sociaal, maatschappijkritisch. Wat er ook van zei: ze zijn wondermooi getekend zoals wij dat van de graficus Frans Croes mochten verwachten.
In zijn uitnodiging vertelt Croes ons dat zijn familie en vrienden hem de raad hadden gegeven om eens wat commerciëler te werken. Wel nu, indien het deze werkjes zijn die aan deze wens tegemoet komen, dan denk ik dat de bal toch nog in het verkeerde kamp is beland en waarom? Deze knap geconcipieerde en vaardige getekende unieke figuren wekken evenzeer deernis als lachlust op, zij deprimeren meer dan zij existeren. En al is bloot dan vooral commercieel in dan blijven deze tekeningen buiten schot. Wie wordt daar nu high of heet van?
Wat er wél is, is de contestatie manier van twintig jaar geleden. Croesiaanse figuren komen terug maar dan wel in een andere verpakking, indien ervan verpakking al sprake kan zijn. Het zijn tragiek komische karikaturen, als acteurs of symbolen van een generatie die tegelijk onverzadigd en oververzadigd is, het eeuwige lied van de overconsumptie, op alle gebied, ook op seksueel gebied In zijn uitnodiging schrijft Croes nog: De tekeningen zijn waarheden als koeien en wat niet lachend of relativerend ken gezegd worden is dan mijn waarheid niet
.
Deze tekeningen zijn geen minderwaardig werk, integendeel, zij kunnen evengoed de afloop dan wel de overgang naar een nieuwe periode in je artistieke loopbaan betekenen. Wij zien hier vandaag de mens in al zijn kleinheid, de profiteurs en de slachtoffers, de uitzuigers en de uitgestotenen, nietig kleine wezentjes die zich in hun eigen seks gaan verstoppen, het enige wat hen nog niet is afgenomen.
Hector Rombaut. 17/11/89
|