Inhoud blog
  • CITY OF BEASTS
  • Stilte
  • Boeken
  • Levens- en Gezinsvragen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Inhoud blog
  • CITY OF BEASTS
  • Stilte
  • Boeken
  • Levens- en Gezinsvragen
  • THERAPEUTEN VOOR JONGEREN
  • Poëzie: Suid Afrika, land van hoop
  • Kinderen en de actieve welvaartsmaatschappij - Nogmaals
  • Media en kinderen in het Tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrechten (Larcier)
  • Kneuterig... Wie?
  • Democratisering van het hoger onderwijs en Limburg en in Tilburg
  • Kinderen en de actieve welvaartsmaatschappij
  • kinderrechten en filosofie van het recht
    Laatste commentaren
  • Prachtig stukje (marylou)
        op Stilte
  • Zoeken in blog

    Onder de Hoge Bomen
    Gezin, familie en beleid
    05-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UIT HET LEVEN GEGREPEN - DAGBOEK O.R.

    5.1.

    Uit het leven gegrepen

    Dagboek 25 september 1994-1 oktober 1994

    Een van de meest bevreemdende studiereizen die ik ooit meemaakte was die naar Boekarest, Roemenië, in het najaar van 1993, het jaar na de revolutie tegen het Ceaucescu-regime. Een conferentie in het Huis van het Volk, aan de enorme ronde tafel van het voormalig polit-bureau, over "buitenlandse adoptie". De conferentie werd georganiseerd door het Instituut voor de Rechten van de Mens en voorgezeten door de vice-voorzitter van het Hooggerechtshof, in functie reeds van voor de revolutie overigens. Zijn echtgenote was directeur van het Instituut.

    Het was een zeer vreemde ervaring in de stad die voor een groot stuk was afgebroken en de huizen waren vervangen door eindeloze lanen en pleinen, onafgewerkte woonblokken en door het immense paleis van het Volk. Een mens voelde zich daar nog een duim hoog. In het centrum van de stad stonden nog de houten kruisen op de plaats waar opstandige studenten - al wie een baard of jeans droeg - ongenadig werden afgeranseld en doodgeslagen. Mijn gids had de val van Ceaucescu live meegemaakt; als trofee hing aan de lamp in zijn kleine woonkamer de sleutel van het kantoor van mevrouw Ceaucescu.

    De beelden van de weeskinderen, zoals ze gevonden werden na de val van het regime, verwaarloosde wezentjes in onderkomen gebouwen, staan nog in ons netvlies gebrand.

    Op deze conferentie ontmoette ik een Roemeense dame, lerares in een middelbare school in Boekarest, wiskunde, en bekommerd om het lot van de mensen om haar heen, die poogde met de povere middelen die zij had, en die zij niet had, de noden van de gezinnen, ouders, ouderen en kinderen te zien en aan te pakken. Nadien wilde het toeval dat ik haar in september 1994 opnieuw ontmoette op een conferentie van de Europese Regio IUGO in Görlitz, op de Duits-Poolse grens. Ik vroeg haar een verslag te schrijven van een week, zoals zij ze beleefde. Wat zij deed. MARLEEN vertaalde het verhaal, oorspronkelijk geschreven in het Duits. Dat verscheen echter nooit in het "dagboek" van het tijdschrift waarvoor het bestemd was. Waarom niet, hebben we nooit vernomen. In elk geval blijft het zoveel jaren later een document : een tragisch verhaal dat zich toen in Boekarest afspeelde, maar sedertdien in andere landen ook van Europa, werd overgedaan.

    We gaan pogen iedere dag een episode van dit dagboek te publiceren, als laattijdige hulde aan een vrouw met moed, in een op dat ogenblik desolate hopeloze omgeving.

    Zondag 25 september 1994

    4 u. Ik heb het al een tijdje koud. Zonder resultaat probeer ik mijn jas vaster rond mijn lenden te trekken, bij iedere beweging van de trein schuift ze weg.

    Langzaam wordt het me duidelijk dat ik al 32 uren op weg ben met de trein van Görlitz (Bondsrepubliek Duitsland) naar Boekarest. Dat ik nog twee uren reizen voor mij heb.

    Ik wil me niet bewegen, om de andere passagiers niet te storen, die slapen zo goed.

    Gezichten, gestalten, die ik tijdens de conferentie zo vaak ben tegengekomen, duiken een na een op. Reeds een herinnering?

    "Familien im gesellschaftlichen Umbrüch" ... "Het gezin blijft ook in de moderne samenleving de belangrijkste gemeenschap voor de persoonlijke ontplooiing van de mens en voor de toekomst van een menselijke maatschappij."

    Waarom wordt het gezin vandaag overbelast? Waarom is het zo vaak niet meer in staat zijn kinderen op te voeden? ..."We willen Centra voor het Gezin, voor de moeders,..." " We werken voor een gezinsvriendelijke en kindvriendelijke omgeving. " ... "Door ondersteuning van de ouders en door vorming helpen we bij de opvoeding van de kinderen." ...

    Ik probeer mijn gedachten op een rijtje te zetten. Kan ikzelf over opvoeden van kinderen iets zeggen? ..."Er is geen andere zinvolle opvoeding , dan een voorbeeld te zijn, en als het niet anders kan, dan maar een afschrikwekkend voorbeeld." (Einstein)

    Ik weet niet of dat volstaat, want ik heb aan mijn kinderen al mijn aandacht en genegenheid geschonken (zonder ze te vervelen!)"

    6 u. Boekarest. Ik ben blij mijn twee gezinnen terug te zien....

    In de verte zie ik al het breedlachende gezicht van Paul, snel weet hij zich door de hem tegenkomende mensenstroom een weg te banen en me hartelijk in zijn armen te sluiten. "Hoe gaat het?"-"Ik hoop dat je nu een beetje rust gaat nemen?"- "In geen geval. Ik heb geslapen. Hoe is't met moeder?" - "En met de kinderen?"- "Alles in orde."

    In het ochtendlicht heeft de stad, met haar te hoge woonblokken, niet erg stimulerend. Ongetwijfeld, ginder was het mooier en waarschijnlijk beter, maar hier is zoveel te doen... Wat heb ik me ginder voorgenomen? Verdraagzamer te zijn, voor moeder, voor Paul...

    Ons autotje nadert ons woonblok, de keukenramen zijn al verlicht, Ovi en Claudi maken het ontbijt klaar. "Mami, Mami!" - De begroeting is warm. Mijn moeder wacht geduldig tot ze me kan omhelzen en veegt haar tranen weg. "Was je ziek, ben je in het hospitaal geweest?" - "Neen, moeder, ben je 't al vergeten? Ik heb je toch verteld dat ik naar Duitsland ging. Ik was op een internationale conferentie, kijk hier het bewijs, ik heb veel boeken meegebracht en zoetigheden."

    Het is tijd om onder het ontbijt een kort verslag te geven. "

    8 u. Telkens voor de zondaagse kerkdienst ben ik in alle staten; zelfs als Claudi al voor het orgel zit, de soliste Joni op haar plaats staat en reeds meer dan twintig koorleden opgedaagd zijn, toch klopt mijn hart sneller, mijn handen worden klam: ik moet de zang leiden. We zingen uit ganser harte, en hopen dat het de Heer bevalt. Gelukkig hebben we nu nieuwe zangboeken. Tot nu toe hebben we altijd briefjes met gezangen klaargemaakt; een vermoeiende bezigheid.

    Na de kerkdienst gaan we naar ons vergaderlokaal, in de Hagiulistraat. Velen kijken verbaasd. "Al terug? Heb je 't vliegtuig genomen." - " Neen, ik ben er met de trein naartoe gereisd, ik ben maar 72 uren in Görlitz geweest, de rest van de 68 uren was ik onderweg." Er komen meer dan 40 mensen. Vrouwen, mannen, kinderen, die zich verspreiden over de twee ruimten.

    Vandaag zijn er koffie en koeken. Velen omhelzen me. Ik breng versla uit over wat ginder besproken werd en hoe onze ingeschreven vereniging met ons knutselatelier, koffielokaal, klederbedeling, ouderenverzorging, enz. zeer goed past in het schema van de conferentie. De mensen verheugen zich daarover; we maken toekomstplannen. Op 26 november zal er een Kerstmarkt zijn, zoals er nog nooit een was. Meisjes en vrouwen zullen Dirndl-kleren aantrekken en al onze oude volksliederen zullen we zingen. De ogen worden vochtig.

    Dit is mijn grote familie. Tot twee maanden terug hielden we onze activiteiten in de wachtzaal van een tandartsenpraktijk. Nu hebben we twee ruimten gekregen van het sociaal centrum van Caritas en de kelder om onzekledingvoorraad te bergen. Dagen werk hadden we ; de kamers bemeubelen, zorgen dat alles er huiselijk en aantrekkelijk uitziet. Het zwaarste was het werk in de kelder; daar moesten stellages aangebracht worden tegen de muren, draden gespannen om de kledingstukken behoorlijk te kunnen opslaan.

    12 u. 30. Weer thuis. Middagmaal klaarmaken. Samen aan de zondaagse eettafel. Na het eten slaag ik erin de kranten en tijdschriften , die zich ondertussen opgestapeld hebben, te lezen.

    16 u. Moeder houdt ervan met mij te gaan wandelen, hoewel ze erg zwak is. Vandaag gaan we meteen de 91-jarige Elsa L. bezoeken. Ze woont in de buurt, in een onooglijk kamertje, samen met vijf katten.

    Ze heeft geen keuken en geen badkamer. Gans haar leven speelt zich nu af in de kamer, want zij is blind. Ze was nooit gehuwd maar heeft de kinderen van haar enige zus grootgebracht.

    Telkens als ik kom en levensmiddelen breng, vertelt ze me hoe vreselijk de oorlogstijd was in de natte loopgraven te liggen met de twee kinderen, zonder te bewegen.

    Hoezeer God van haar moet gehouden hebben, dat Hij haar beschermd heeft. Daarom zingt ze telkens weer "Grosser Gott, wir loben Dich", opdat ik dat ook zou leren. Natuurlijk ken ik dat lied maar ik zie graag hoe ze verandert wanneer ze zingt. Hoe zij er plots geweldig uitziet, welke kracht haar stem heeft. Zij bidt veel, ze bidt voor ons allemaal. Ze zegt: : Je mag nooit egoïst zijn. Daarom bidt zij het liefst het ONZE Vader(en niet "mijn"...)..., geef ons (en niet mij) ons dagelijks brood, en vergeef ons (niet mij) onze (niet mijne) schulden. Elsa, die naaister was, is een filosofe. Ik hou erg veel van haar, omdat ze zo groot was als ik of omdat zij een goed hart heeft. Haar zus Anna, blind en doof zoals zij, woont op de verdieping boven haar. Ze mag Elsa niet. Soms pakt ze de vuilnisemmer en kiepert die om in haar eigen kamer, waar de vloer in slechte staat is, zodat het bed van Elsa daaronder nat wordt. Ze weet zeker dat de vuilnis van Elsas plafond naar beneden valt . daarom heeft Elsa een soort hangmat boven haar bed, een plastiekfolie.

    Anna is zoals mijn moeder 85. Haar kinderen komen zelden, de twee oudjes hebben het geluk een Kantine te hebben of de binnenhof, van waar men hun drie maal per week soep brengt. Het is goed dat mijn moeder dit tweetal kent, want ze zijn nog armer en hulpelozer dan zij.

    19 u. Avondmaal. Keuken opruimen. Eindelijk kan ik ongestoord mijn uren voor de volgende dag voorbereiden.

    Terwijl ik weg was heeft Ovi - die het derde jaar mathematica studeert aan de universiteit - mijn lessen overgenomen.

    Zo, nu nu blijf ik in het gebied van analyse en houd me bezig met stellingen en bewijzen in het integraalrekenen.

    21 u. Het TV-programma is niet interessant. Hiernaast speelt Ovi een sonate van Beethoven. Dat heeft meer ontspannend effect.

    Als kind had ik maar één wens : een klavier te hebben. Zou ik nu dezelfde zijn als ik toendertijd een klavier had gehad?

    Onze piano heeft Paul me geschonken bij de geboorte van Ovi. Dan was er spijtig genoeg geen tijd meer om te oefenen. Een tijdlang dacht ik dat Claudi zich ernstig met muziek zou bezighouden. Maar hij wou tandarts worden. Hij werkt nu aan zijn eindverhandeling.

    Merkwaardig toch hoe goed hij die sonate speelt.

    05-10-2008 om 21:30 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    21-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nueva Vita
    Dit is als het ademen van de wind
    als een traag bewegen
    gevoelens nu eens zacht
    dan hevig

    warmte groeiend stromend door je leden,
    dag na dag, maand na maand,
    een plantje groeit, een leven krijgt vorm

    een kring van vreugde er omheen
    wacht vol ongeduld
    op het openen van de schelp en twee ogen
    wijdopen aan het venster van de wereld.

    H.P. naar een gedicht van Concetta Bonora - Bettina

    21-09-2008 om 20:30 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    13-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boeken
    Een selectie van een paar honderd boeken, literatuur over vrouwen of door vrouwelijke auteurs, Nederlands, Frans en Engels, wou ik aanbieden aan een of andere vereniging of instelling ... Tevergeefs: niemand te vinden die ze wil of die plaats heeft om ze te zetten...
    Heeft iemand een suggestie?

    13-07-2008 om 09:34 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    07-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrechten
    De redaktievergadering van het TJK (Uitg. Larcier en Universiteit Gent) - ditmaal te Gent - is iedermaal een prettige belevenis. Buiten het prettig onthaal, meemaken hoe een groep excellente jonge mensen en bepaald, jonge vrouwen, de ene al wat meer in verwachting dan de andere - samen werken aan een project, aan een voor kinderen en jongeren leefbare samenleving, gebaseerd op recht en gelijkberechtiging.
    Het TJK en de bijhorende uitgaven zijn een juridische vertaling van deze zorg. Een overigens in zijn soort uitstekende vertaling, Kwaliteit naar vorm en inhoud.

    En toch lijkt er een zekere vermoeidheid ontstaan in de wereld van de kinderrechten. Wie is echt geïnteresseerd in jongeren als personen en als groep in onze smaenleving? Wie verdedigt een gelijkwaardig statuut? Wie komt op voor hen?
    Hoeveel mensen lezen het met veel zorg en vakkennis gemaakte TJK? Waar is de beweging en de bewogenheid in onze samenleving die hen erkent en steunt? Die de kinderrechtenbeweging draagt?

    Die kinderen niet als voorwerp ziet, van zorg, van rechten,... maar als autonome personen, in hulpverlening, sport, armoede en inkomen, in de media... in de verdeling van de middelen... Worden kinderen consequent in hun eigen waarde beschouwd? waar het gaat om geboorte, adoptie, opvang, levenseinde, ouderlijke verantwoordelijkheid en rechten, in beleid inzake belasting?
    Hoe gaan de media om met kinderen?
    TJK en KIDS - hoe degelijk ook - kunnen slechts slagen als ze gedragen worden door de samenleving, door een voldoende sterke en actieve groep, die kinderen echt au serieux neemt, minstens evenzeer als volwassenen.

    Is er een zekere ontmoediging te merken?

     

    07-06-2008 om 09:49 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    26-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Regularisatie van illegale vreemdelingen
     

    Regularisatie van illegale vreemdelingen


    In 2002 schreven we, niet zonder enige naïeve verwachting : “Naast de balans van winst en verlies, de sociale opbrengst en de sociale kostprijs van de regularisatieoperatie in het algemeen, zal zeker op middellange termijn ook deze balans moeten gemaakt worden op het vlak van het recht.”

    (H. PAS, “De regularisatie één jaar na de regularisatiewet”, Migratie- en migrantenrecht, 7, Die Keure, Brugge, 2002, p. 29)


    De realiteit is dat geen enkele evaluatie werd gemaakt van deze operatie, niet sociaal-economisch, naar het resultaat voor de betrokkenen en hun gezin, en ook niet juridisch. Wetenschappers die de sociale gevolgen van deze operatie wilden onderzoeken, hebben daartoe niet de nodige steun noch fondsen gevonden. Welk gevolg werd gegeven aan vastgestelde misbruiken, interesseert blijkbaar niemand.


    Integendeel leest en hoort men recent weer voorstellen en eisen voor een nieuwe regularisatieoperatie, zonder dat enige poging wordt gedaan om lessen te trekken uit de vorige... of er werkelijk misbruiken waren en hoe die wellicht kunnen vermeden worden?


    Men wil dus met dezelfde naïviteit dezelfde vergissingen herhalen? Tot nadeel uiteindelijk van de aanvragers te goeder trouw.

    26-05-2008 om 11:32 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gezin in opmars

    "Het gezin in opmars?", Gezinsbeleid in Vlaanderen 2006-2007. "
    Dit was een boeiend evenement in het HIG, waarvoor we de organisatoren willen gelukwensen.  Het was tevens de aanleiding tot even nadenken, vandaar volgende overwegingen.
    De studiedag doet de vraag stellen of het HIG, destijds gegroeid uit de gezinsbeweging, met de wijze van aanpakken van het thema buiten zijn traditionele rol wil treden, wanneer het gezinsbeleid niet alleen meer wil bestuderen, systematisch inventariseren en analyseren, eventueel critiseren, en daarvoor een wetenschappelijke tribune wil bieden. Het HIG gaat immers meer en meer zelf expliciete beleidsvoorsqtellen formuleren en propageren. En laten formuleren door "deskundigen van de overheid, de wetenschap en het werkveld", maar bovendien door woordvoerders van politieke partijen.

    Niet alle partijen waren evenwel vertegenwoordigd. De Gezinsbond zelf was opvallend afwezig op deze studiedag, hoewel het thema thuishoort in het hart van de gezinsbeweging.

    Neemt het HIG hiermee de natuurlijke rol gedeeltelijk over, die de gezinsbeweging, waaruit het is gegroeid, in het verleden speelde?  De inleiding op de studiedag duidde een antwoord aan. "Een analyse is nooit vrijblijvend. De identificatie van sterke punten, tekorten en noden kan en moet, wat ons betreft, de aanleiding zijn voor een streven naar verbetering. Als onafhankelijke opleidings- en expertisecentrum schrikken we er niet voor terug om onze visie op het beleid - huidig en toekomstig - te formuleren en standpunten in te nemen. Niet om de controverse te zoeken, wel als uitnodiging tot discussie en om mee te zoeken naar oplossingen en antwoorden op uitdagingen waarvoor gezinnen zich geplaatst zien. "(p. 4)

    Dit is wel bijzonder belangrijk, bv. wat betreft het standpunt over selectief gezinsbeleid. En in het bijzonder m.b.t. de kinderbijslag en de fiscale belastbaarheid daarvan. Daar kijkt de controverse wel om de hoek. Het lijkt fundamenteel en wenselijk dat dit punt dringend zou worden uitgeklaard, vooraleer al te grote divergenties ontstaan en het verschil in visie onoverbrugbaar wordt.

    Dit is des te meer noodzakelijk omdat door het voorstel van fiscalisering van de kinderbijslag, op basis van een te eenvoudige argumentatie, en zonder een ernstige herziening van het statuut van kinderen, een doos van Pandora wordt geopend, waarbij een groot aantal gezinnen het gelag zllen betalen.

    En het zijn de gezinnen en in het bijzonder de kinderen, die toch onze bezorgdheid uitmaken.

    Ondertussen lezen we dat minister Reynders voorstellen gaat doen o.m. om het van inkomstenbelasting vrijgestelde bedrag gelijk te stellen met het leefloon (bestaaansminimum). Wat volkomen logisch zou zijn indien de Minister ook de kinderen  daarin zou betrekken.

    In het hoofdstuk van het boek, over "participatie van burgers en wetenschap (p. 54-55), wordt niet uitgewerkt wat de inbreng van de burgers wel zou kunnen zijn, maar is er ook geen sprake van de inbreng van de gezinsbond of van het HIG zelf.  Dat is toch wel belangrijk. Wie spreekt namens wie? Wie neemt de taak op zich ? En wie neemt op zich om namens de gezinnen de achtergrondfilosofie uit te werken, die aan de voorstellen een bepaalde dwingende  richting geeft.  Onderlinge afspraak is zeker noodzakelijk. Divergentie tussen de marsrichting van de twee voor ons belangrijke actoren, zou de gezinnen niet dienen.

    Waarbij we niet vergeten dat de overgrote meerder van de kinderen nog altijd leven in een gezin vader, moeder, kinderen; waarin vaders én moeders hun verantwoordelijkheid voor hun kinderen willen opnemen, als de gemeenshap hun daartoe ook de middelen laat. 

    26-05-2008 om 00:00 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    23-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belastingvermindering voor gezinnen ?
     

    Blog 7


    Het ligt niet voor de hand dat ik de lof zou zingen van de minister van financiën, maar nu moet het toch.


    Minister Reynders wil een fiscale hervorming van ongeveer 4 miljard euro. ... 600 tot 800 miljoen euro per jaar. (De Standaard Politiek, 23 mei 2008, 11) Eerste maatregel : Belastingvrij minimumm.

    Zijn bedoeling isq te komen tot een minimumbedrag vanaf wanneer men belasting mloet betalen, zou opgetrokken worden vanaf 1 juli tot 6.4000 euro, om te komen tot 8.400 euro. “Het kan toch niet dat mensen belastingen oeten betalen, terwijl zij nog niet evenveel verdienen als het leefloon.”


    Erg logisch en consequent is het inderdaad niet, belasting te heffen op inkomsten die beneden het bestaansminimum, resp. het leefloon liggen.


    Vraag is evenwel of dit voorstel ook doorgetrokken wordt naar de kinderen en in het algemmeen naar alle personen in het gezin van de belastingplichtige? In “Kinderen en de actieve welvaartsmaatschappij” hebben we verwezen naar buitenlandse voorbeelden. (nr. 24.15, 24.25)


    In Newsletter 13/2008 van het Institut für Ehe und Familie, Wenenen, lezen we dat ook Oostenrijk werkt aan een diepgaande hervorming van de belastingsdruk, bepaald voor de gezinnen. Prof. Kofler, voorzitter van de commissie belastinghervorming, bepleit de invoering van een belastingvrij minimum, “Existenzminimum”, meer bepaald de vrijstelling van belasting voor een bedrag gelijk aan het bestaansminimum voor alle leden van het gezin van de belastingplichtige.


    Is dit niet de elementaire logica zelf? Waarom moet iemand belasting betalen op inkomsten die volgens de wettelijke normen zelf reeds liggen beneden de grens van wat nodig is om te overleven?om voor de kinderen te zorgen ?


    Maar deze kinderen mag men weerom – bij het bepalen van dit minimum – niet buiten de rekening laten.

    23-05-2008 om 07:28 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    03-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe was het ook weer... 1954
     

    “... De Vlaamse kwestie is ook een sociale kwestie, een economische kwestie. Wij staan in Vlaanderen voor sociaal-economische problemen die voor ons volk levensproblemen zijn. De ernst van de toestand wordt niettegenstaande alle geschrijf en gepraat nog niet voldoende beseft. Het Vlaamse volk is een lijdzaam volk.

    Van de werkloosheid in België is 84 % benoorden de taalgrens gelocaliseerd, waarvan 14 % in het arrondissement Brussel en 70 % in de Vlaamse gewesten. Deze werkloosheid in Vlaanderen is geen conjunctuurverschijnsel, maar vertoont een permanent karakter: er is geen arbeid voor onze arbeidskrachten. Daarbij komt dat nu reeds meer dan 200.000 Vlaamse arbeiders hun brood moeten gaan verdienen naar Wallonië, Frankrijk en Brussel (afgezien nog van de emigratie naar deze streken) waar zij veelal de knechten zijn van Walen of Fransen. Onze demografische aangroei is in de huidige omstandigheden een bron van armoede voor ons volk. Het Vlaamse loonniveau en de levensstandaard in Vlaanderen liggen lager dan in Wallonië en Brussel. ...”


    Het Vlaamse Federalisme, uitgegeven vanwege het Vlaams Comité voor Federalisme en het Vlaams-Waals College, 1954, p. 40.

    03-04-2008 om 19:11 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    28-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poëzie

    Je kroop daarstraks
    door een deur in mijn buik
    Je stampte wat rond

    en rekte je uit
    Stak je armen
    in mijn armen
    - als in een trui -
    stak je benen
    in mijn benen
    - als in een broek -
    strekte je vingers
    in mijn vingers uit

    en liep met me mee
    naar het strand

    waar de wind
    grote golven maakte

    en het zand
    als wilde paarden
    over golfbrekers stoof

    en je lachte
    met mijn mond
    met het zand
    tusen mijn tanden
    met de tranen in mijn ogen

    Marleen Pas (2002)


    Niet ik, o nee, of jij,
    het zou niet kunnen.
    Wij zijn te dom
    daarvoor
    misschien te oud, spreken te veel
    en mogelijk ook
    zingen
    te vaak wanneer
    de lente weer ontwaakt.
    Maar wel het
    'kind'
    dat zonder woorden
    ongeboren
    nog is en
    niemand spreekt
    van zijn geluk,
    luistert aandachtig
    naar de vreugde;
    kan niet dansen
    maar wel
    ontluiken
    als de eerste knop
    herleeft.

    Marleen Pas

    28-03-2008 om 10:27 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poëzie
    Veel Wind
    moet komen
    de gordijnen
    doen bollen
    de lakens
    die hangen
    te luchten
    meenemen
    Veel Wind
    moet komen
    de blaren verspreiden
    die bijeengeharkt
    waren
    Veel Wind
    moet alles
    een aangezicht
    geven
    moet alles
    een ander
    aangezicht geven

    Marleen Pas (1999)

    28-03-2008 om 10:02 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    16-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Poëzie

     
    Opstaan
    Achten
    Wachten
    Opstaan
    Achten op wielen
    Mensen achten
    Colors of Benetton
    Drie kleuren wit
    drie kle
    uren zwart of geel of rood
    De wereld zal morgen anders zijn
    Vive la Différence ?
    De wereld anders,
    Vlaanderen a
    nders
    Open land
    Met wegen van respect
    Gezinnen, vrouwen mannen kinderen eerst
    Wegen die leiden naar
    Wegen niet weg van
    Sporen
    Sporen die leiden
    Wie samen wil reizen
    Beginnen
    Beginselen
    En samen op tijd het eindstation halen


    hgp


    De nieuwjaarswens van een pendelaar 2002

    16-03-2008 om 13:30 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    23-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe was het ook weer?
    Pedagogisch advies 1980, opvoedingswinkel 2008

    In die tijd startte het toenmalig bestuur van het Gewest Antwerpen van de Bond van Grote en van Jonge Gezinnen met pedagogisch advies en ouderschool onder impuls van Clara VDB-S. en Bert B.
    Hieruit groeide het Consultatiebureau voor Levens - en Gezinsvragen, dat zoveel jaren later aan de wieg stond van de Terp CAW.

    En nu in 2008...

    Eerste opvoedingswinkel moet ouders antwoord bieden op vele vragen
    Nieuw 'aanspreekpunt' vanaf maart in de Kerkstraat

    ANTWERPEN - Het Antwerpse stadsbestuur en De Terp openen in maart een eerste opvoedingswinkel in de Kerkstraat. Ouders kunnen er op een laagdrempelige manier terecht met al hun vragen rond opvoeding.

    'Het wordt zeker geen doorverwijscentrum, wel een aanspreekpunt', verduidelijkt Mia Gys van De Terp. 'Ouders weten niet altijd waar naartoe met hun opvoedingsvragen. Die zullen we zoveel mogelijk ter plaatse proberen te beantwoorden en op te lossen. En dat kunnen heel eenvoudige vragen zijn, bijvoorbeeld over het zakgeld of over hoe laat de kinderen moeten gaan slapen. Alleen bij de zware opvoedingsproblemen zullen we doorverwijzen.'

    De opvoedingswinkel is een Vlaams project en elke centrumstad krijgt er één. Ondertussen zijn er al in Hasselt en Turnhout. De Vlaamse regering wil met zo'n laagdrempelige winkel vermijden dat ouders in de kou blijven staan, ofwel bij elk probleempje in de zware hulpverlening terechtkomen.

    De Antwerpse jeugdschepen Leen Verbist (SP.A) ziet nog een ander nut: 'De opvoedingswinkel moet ook dé draaischijf worden van alle organisaties die in Antwerpen bezig zijn met opvoedingshulp. En dat zijn er, schrik niet, toch een tachtigtal. Daarnaast moet deze winkel alle vragen registreren. Zo kunnen we als er geen oplossing voorhanden is, zien waar er in de hulpverlening nog hiaten zijn.'

    Of ze zelf als moeder naar zo'n winkel zou stappen? 'Natuurlijk zit ik ook met vragen. Meestal toets ik die af met de ouders van leeftijdsgenoten van mijn kinderen. Maar bijvoorbeeld een fietshelm, daar vinden we toch niet gemakkelijk een oplossing voor. Hoe kan ik mijn zoon inspireren om die te dragen, zonder het te verplichten. Want dan is de kans groot dat hij die helm om de hoek afzet. Met zoiets zou ikzelf gerust naar de opvoedingwinkel stappen', zegt Verbist.

    Het valt nog af te wachten of de opvoedingswinkel zo 'laagdrempelig' wordt. Hij ligt niet alleen ergens verloren in de Kerkstraat, maar zal ook maar drie dagen open zijn. 'Dat is een gevolg van de schaarse middelen die Vlaanderen vrijmaakt, goed voor een halftijds personeelslid. Het gaat daarbij om projectsubsidies voor één jaar, dus willen we ook niet té zwaar investeren in een gebouw. Er was in de Kerkstraat gewoon iets beschikbaar', stellen Verbist en Gys. Vlaams welzijnminister Steven Vanackere (CD&V) belooft wel reguliere steun maar over hoeveel het gaat, is nog niet duidelijk.
    Kris Goossenaerts - www.hetvolk.be

    23-02-2008 om 12:42 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    22-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie dient de financiële last van kinderen te dragen?


    "EIGEN RECHTEN VAN KINDEREN IN DE ACTIEVE WELVAARTSMAATSCHAPPIJ"

    Herman PAS 1



    Een thema als kinderen of kinderrechten kan je niet louter afstandelijk, "objectief", bespreken. Men moet in zijn kaarten laten kijken, men engageert zich persoonlijk. Men gelooft in de boodschap … of niet. Men moet alleszins ethische keuzes maken.2 en soms wellicht wat vooringenomen zijn.

    En vermits kinderen niet zelf hun belangen en hun rechten kunnen behartigen, moeten er ook mensen zijn - ook "eenzame fietsers" - die namens hen en namens de groep waartoe zij behoren, het woord nemen en hun belangen opnemen. Vandaar de titelvraag, steunend op professionele bezigheden, op jaren engagement in de gezinsbeweging en aanverwante initiatieven, in de hulpverlening en, niet het minst, het gezin, nu toegespitst op een bepaald domein, dat niet zo voor de hand ligt wanneer men over rechten van kinderen praat of denkt: het recht op een minimuminkomen.


    Welke ruimte wordt gegeven aan kinderen?


    De kern van de vraag is welke ruimte gegeven, toegestaan, ingeruimd wordt, aan kinderen, als persoon of als groep, door de "actieve welvaartsmaatschappij, waarin ieder moet bijdragen volgens zijn vermogen en ontvangen volgens zijn behoeften.


    Maar die "actieve welvaartsmaatschappij", betekent dat niet meteen in werkelijkheid ook o.m. de actieve middenmoot, de volwassenen, die het voor het zeggen hebben en de spelregels bepalen en de middelen verdelen. Welke mogelijkheden en middelen worden gegeven aan kinderen, die per definitie, van volwassenen afhankelijke wezens zijn? (Die vraag kan ook gesteld worden ten aanzien van de niet meer "actieven", de "grijze golf", (die het land schijnt te bedreigen.)


    De kernvraag van mijn verhaal is meer bepaald, welke eigen rol en welke rechten aan kinderen hier toegekend worden. EIGEN RECHTEN, niet onrechtstreekse of afgeleide rechten, die eigenlijk rechten van de ouders, van volwassenen zijn naar aanleiding van kinderen.


    Meer : het gaat me om de vraag naar de mate van erkenning van de eigen betekenis, de eigen rechten van kinderen, op het financiële, economische vlak, op het vlak van de sociale voorzieningen, de economische betekenis van kinderen en wat kinderen doen, van het eigen recht op een menswaardig bestaan, een levensminimum (bestaansminimum, leefloon, maatschappelijke dienstverlening), maar ook arbeid, en fiscale bepalingen. Consequent poogden we te evalueren welke hier de situatie van kinderen is, vanuit de visie dat kinderen mensen zijn, met dezelfde mensenwensen en dezelfde mensenrechten als volwassenen. Vanuit de idee dat kinderen ook een belangrijke sociale en economische bijdrage leveren in de samenleving.


    Je wordt je dan wel gauw bewust dat kinderen, als ze dan al aan bod komen, steeds gedefinieerd worden in functie van volwassenen, van de ouders… Het is altijd wel even schrikken en even slikken, als ons het omgekeerde overkomt en we gedefinieerd beginnen te worden in functie van onze kinderen. Kinderen zijn immers in de regel "ten laste", onder de verantwoordelijkheid van…, voorwerp van rechten en eisen van volwassene… voorwerp van recht op een kind, recht op adoptie,…voorwerp van zorg en bezorgdheid.


    Mijn vraag blijft : in welke mate worden ze persoonlijk en als groep op zichzelf gedefinieerd en dit in het licht van het IVRK en van de "mensenrechten" in het algemeen? Specifiek, welke ruimte wordt aan kinderen toegekend inzake arbeid, materiële minimumvoorzieningen, bestaansminimum, leefloon, menswaardig bestaan? Welke EIGEN RECHTEN wel te verstaan?


    Het afdoende en omvattende antwoord zoeken op deze vraag is een overmoedige onderneming, omdat ze in feite heel onze sociale structuur bestrijkt. Ook zonder de pretentie te hebben van volledigheid - vanuit verschillende optieken: in het wetenschappelijk onderzoek, in de programma's en acties van het 'middenveld' (gezinsorganisaties, armoedeverslag, …), in de beleidsprogramma's (regeerakkoord, regeerprogramma en -verklaringen), in de voorzieningen (refereren die aan kinderen zelf of aan kinderen via de ouders?), en in de casuïstische toepassing in de rechtsbedeling (Welke juridische of ethische keuzes worden hier gemaakt ? ) In welke mate worden ook in de dienst- en hulpverlening kinderen als volwaardig beschouwd?



    In het sociaal-wetenschappelijk onderzoek zijn kinderen als persoon of als sociale categorie slechts in erg beperkte mate voorwerp van belangstelling. Wel moet gezegd dat deze belangstelling toeneemt.


    Op het "middenveld" is het merkwaardig dat in de documenten en programma's als armoederapport, programma's van de gezinsorganisaties, documenten van de staten generaal van het gezin) kinderen (bijna) uitsluitend voorkomen in functie van het gezin, de ouders…, als (financiële) last, onder de verantwoordelijkheid van…

    Bij de nieuwe start van de Staten Generaal van het Gezin, begin vorige maand, zoals de eerste keer, was dit niet anders.


    Het meest recente standpunt van de gezinsbond over gezinsfiscaliteit, is een treffend voorbeeld, van verwarring van begrippen, inconsequentie en negatie van het recht van kinderen zelf. 3 Daarin krijgt het begrip "gezinsquotiënt" plots een betekenis die het voordien nooit gehad heeft. De Bond pleit voor het invoeren van een gezinsquotiënt voor samenwonenden, naar analogie van het huwelijksquotiënt voor gehuwde kostwinnersgezinnen en een algemene verhoging van de belastingvrije sommen wegens kinderlast. het optrekken van de maximale grens van het huwelijksquotiënt per kind ten laste. 4 Hier gaat het in het begrip "gezin", dat in de plaats komt van het kriterium "huwelijk", enkel om de partners, man/vrouw, man/man, vrouw/vrouw,… de kinderen worden hier niet onder dat begrip "gezin" verrekend. Maar in dezelfde context wordt dan gevraagd om een "gezinsmodulatie" van het bedrag dat fictief wordt toegekend aan de thuiswerkende ouder, en dat in functie van het aantal kinderen. Terwijl in zijn correcte betekenis 'gezinsquotiënt" rekening houdt met alle gezinsleden die van een inkomen leven, volgens bepaalde coëfficienten van het aandeel in het inkomen dat fictief toebedeeld wordt, zowel aan de kinderen als aan de partners in het gezin.


    Het gaat hier in deze stellingname dus in geen enkel opzicht om een erkenning van de rechten van het kind maar een "verrekening van de verantwoordelijkheid om een zorg- en verzorgingstaak op te nemen".


    Geen wonder dat ook in het beleid, met name de regeerprogramma's, kinderen als persoon of als specifieke categorie, bijna onzichtbaar blijven


    In de rechtsbedeling, bijzonder de arbeidsgerechten, maar ook Cassatie en het Arbitragehof is het thema kinderrechten niet alleen een juridisch maar ook een duidelijk ethisch probleem, vooral in de confrontatie van het overheidsbeleid (wetgeving) en de soms acute noodsituaties waarin (al dan niet vreemde) kinderen zich bevinden.

    Dit gewetensprobleem leidt tot open tegenstellingen en zelfs open kritiek op de wetgever en op de hoogste rechtscolleges, in de rechtspraak van de arbeidsgerechten. Hier wordt ook de flagrante tegenstrijdigheid bloot gelegd tussen de door België in het IVRK opgenomen verplichtingen en de realiteit van wetgeving en beleid.


    Op dit domein moet soms vastgesteld worden dat maatregelen, bedoeld om de minderjarige te beschermen tegen zijn eigen onbekwaamheid, leiden tot het tegendeel : de minderjarige blijft zonder bescherming wanneer zijn vordering inzake een menswaardig bestaan, door de rechtbank ontoelaatbaar verklaard wordt.


    Men moet tot het besluit komen dat kinderen hier slechts in erg beperkte mate erkend worden als persoon, autonoom, met eigen rechten, of als specifieke categorie in de samenleving.


    Het geeft toch stof tot nadenken wanneer je ziet dat in de materies van sociale voorzieningen die we bekeken, kinderen vaak minder rechten hebben of kunnen uitoefenen dan volwassenen. Er is dus reden om een discussie uit te lokken over standpunten en visies die vaak als evident worden voorgesteld. Het consequent innemen van het standpunt van het kind leidt tot conclusies en standpunten die als provocerend kunnen voorkomen, maar ook een uitnodiging kunnen zijn tot een kritisch maar kindvriendelijk debat.


    Alleszins kan men er niet naast kijken: er zitten nogal wat inconsequenties in de effectieve houding van de overheid naast de verdragen en verklaringen betreffende de kinderrechten.

    - kinderen onder elkaar en ouders onder elkaar, zijn gelijk; maar zijn ouders en kinderen gelijk?

    - bescherming leidt vaak tot rechteloosheid (arbeid, sociale bijstand), of verbod;

    - kinderen zijn vaak slechts een element van het sociaal dossier van hun ouders;

    - kinderen zijn duur in het budget van de ouders, maar ook in het budget van de overheid;

    - rechten worden plichten;

    - de overheid ontrekt zich aan de gevolgen van het IVRK door in te roepen dat het geen directe werking heeft;…


    We pleiten voor een andere logica : een logica die de autonomie, het persoon zijn, van het kind erkent en respecteert, die de gelijkheid van het kind erkent, niet alleen ten opzichte van andere kinderen maar ook ten opzichte van volwassenen, zoals dat tot uiting komt in het gewijzigde artikel 371 BW. "Ouders en kinderen zijn elkaar op elke leeftijd respect verschuldigd." Dit kan de basis zijn niet alleen voor een eigentijdse pedagogische verhouding maar ook voor een andere beleidslogica die er niet toe leidt dat bescherming tot gevolg heeft dat kinderen feitelijk minder rechten bezitten of kunnen uitoefenen dan volwassenen.


    Staten-Generaal van het gezin

    Een belangrijk effect van de Staten-Generaal van het gezin (of van de gezinnen, volgens andere teksten) is wel dat dit initiatief de gezinnen en het gezinsbeleid opnieuw onder de aandacht heeft gebracht. Het directe nuttig effect is blijkbaar bescheiden gezien de beperkingen van het budget en de diepgaande meningsverschillen en de uiteenlopende visies en agenda's over wat gezinsbeleid effectief dient te doen. Ook communautaire tegenstellingen hebben daarbij een rol gespeeld (bv. m.b.t. de kinderbijslag als recht van het kind, en het huwelijksquotiënt in de fiscale wet.)


    Redenen tot hoge verwachtingen zijn er niet. De recente regeringsverklaring bevestigt dat. Toch weet men nooit hoe een koe een haas vangt of hoe hagelstenen vallen uit een blauwe lucht. Daarom lijkt het aangewezen de standpunten en inzichten die hier aan bod kwamen, goed te analyseren en te evalueren. Het belang van de behandelde thema's voor de gezinnen en voor de leden van de gezinnen, met name voor kinderen, is te groot.


    De overwegingen die we hierbij maken hebben betrekking op de fiscale wetgeving, de directe belasting, maar voor de discussie over het thema kinderbijslag zouden gelijkaardige bedenkingen kunnen geopperd worden.


    "Herverdelen ?"

    Wat van de overheid, of juister, van de gemeenschap of de algemene solidariteit via de overheid, gevraagd wordt aan erkenning van en tussenkomst in de (financiële) last van kinderen, moet gekaderd worden in het geheel van wat de gemeenschap (de overheid) wil (kan) doen voor alle medeburgers.


    Men moet hier zorgvuldig omgaan met de terminologie die daarbij wordt gehanteerd, en het vooraf ingenomen standpunt dat daar vaak uit blijkt.


    Zo wordt in het beleidsvoorbereidend wetenschappelijk onderzoek de overheid beschouwd of aangeduid als inkomenherverdeler. Voor wat men noemt "de gezinsfiscaliteit" (juister zou zijn : de wettelijke bepalingen waarin rekening gehouden wordt met het feit dat mensen (vaak) in gezinnen leven en hun bestaansmiddelen besteden) worden uitdrukkingen gehanteerd als "directe inkomensherverdelende maatregelen".


    Dit is een technische terminologie, die niet aansluit bij de beleving van de burger, en niet komt uit een gezinsvisie, maar de manier van denken uitdrukt dat de belastingvermindering die de overheid toestaat o.g.v. gezinslasten een bewuste herverdeling is van de inkomens naar gezinnen met kinderen toe. M.a.w. iets is wat de overheid 'geeft' , toekent aan gezinnen met kinderen.


    Van de overheid uit gezien en vertrekkend van de fiscale inkomsten van de overheid kan men dat technisch en budgettair zo voorstellen. Van de burger, van het gezin uit gezien, is dat niet zo, maar gaat het om een deel van het eigen inkomen, in eerste instantie iets dat de belastingheffende overheid 'niet afneemt."


    Deze "herverdelings"-terminologie weerspiegelt niet de ervaring en het standpunt van de gezinnen en het lijkt bijgevolg ontactisch ze over te nemen in de standpunten van de woordvoerders van de gezinnen.


    Ook in verband met de definitie van de term "huwelijksquotient" of "gezinsquotient" zijn hinderlijke onduidelijkheden ontstaan, die op zijn minst contraproductief zijn.


    Belasting volgens draagkracht

    Kernbegrip en norm van een rechtvaardige belasting is de draagkracht van de belastingseenheid (gezin of individu), of anders geformuleerd, het erkennen van en rekening houden met de verdeling en de besteding van de inkomens die binnen een gezin in feite en in rechte gebeurt, tussen de verschillende leden van het gezin of de personen die van het te belasten inkomen (moeten) leven, daarbij rekening houdend met alle leden van het gezin, ook de kinderen dus.


    Uiteraard is een van de effecten van belastingheffing in het algemeen een herverdeling van de inkomens. Maar voor de overheid is belastingheffing het instrument om over de nodige financiële middelen te beschikken om te doen wat een overheid moet doen. Inkomensherverdeling is een middel en een effect, een gevolg, maar geen doel op zich, en ligt zeker niet binnen het programma en de opdracht van een organisatie die de gezinnen vertegenwoordigt.


    Het lijkt tactisch inefficiënt niet consequent vast te houden aan het draagkrachtprincipe en in de argumentatie van de standpunten dit basisbeginsel te vermengen met andere overwegingen als : "ondersteuning voor het hebben van kinderen", "herverdeling rekening houdend met de gezinslast", "fiscale ondersteuning van kinderen ten laste". 5 "compenseren van welvaartsverlies." Dezelfde bemerking geldt voor de verantwoording van het systeem van het gezinsquotiënt (nieuwe vorm) als "betere ondersteuning van de zorg- en opvoedingarbeid". Deze motivering past in een volledig andere context en rationaliteit, die niet te maken heeft met het draagkrachtprincipe.


    Wanneer men consequent voort argumenteert op basis van het beginsel dat ieder (slechts) belast moet worden "volgens zijn draagkracht", moet men vooropstellen dat de overheid voor een rechtvaardige heffing van (directe) belastingen rekening dient te houden met de reële draagkracht van de belastingplichtige en dus meer bepaald met de kinderen (of andere personen) waarvoor deze wettelijk en in feite te zorgen heeft.


    Zorg voor kinderen

    Het garanderen van de mensenrechten, de rechten van het kind, de sociale grondrechten, waaronder een menswaardig bestaan, voor ieder lid van de gemeenschap/voor ieder medemens - dus ook voor ieder kind in onze gemeenschap - is een opdracht van de hele gemeenschap. Elk onderdeel van de gemeenschapsstructuur speelt daarin zijn rol. De individuele burger persoonlijk - het gezin - de familie - de staat - de internationale gemeenschappen - in al hun structuren en met de complexiteit die overheid en 6 georganiseerde gemeenschap eigen is.


    In dit verband duikt een andere inconsequentie op in de motivering van de standpunten van de gezinsorganisatie : "investeren in kinderen is denken aan de toekomst; de samenleving van morgen zal gedragen door de kinderen van vandaag". Dit is een stelling die kinderen waardeert omwille van hun rol (als volwassenen) in de toekomst, niet omwille van hun bestaan als kind, NU. Nochtans is dat de eerste zorg en verantwoordelijkheid van ouders. En bijgevolg prioritair voor al wie de bepalingen van het Internationaal Verdrag over de rechten van het kind onderschrijft. én ernstig neemt.


    Wanneer men de materiële zorg voor kinderen bekijkt op het niveau van de burger, nl. met betrekking tot de materiële welvaart, het persoonlijk recht op menswaardig bestaan en ontwikkeling, weet men dat de belangrijkste rol daarbij vervuld wordt door het gezin en de individuele verantwoordelijkheid en anderzijds door de georganiseerde gemeenschap (overheid). Tussen deze medespelers bestaat een blijvende, hoewel in vorm en intensiteit variërende spanning Ook hier moet telkens weer een keuze gemaakt worden over de rol, het gewicht, die aan elk van deze (f)actoren toekomen.


    Voor de organisaties die de belangen van de gezinnen vertegenwoordigen moet het een evidentie zijn dat in het garanderen van een menswaardig bestaan aan alle leden van de gemeenschap, aan elk kind, de gezinnen een belangrijke rol moeten spelen en dat de gezinnen ook effectief die belangrijke rol vervullen. "Gezinnen" genomen in de meest flexibele hedendaagse betekenis, en inclusief "kinderen" als jonge mensen "NU". De feitelijke verdeling van inkomsten, van welvaart, gebeurt primair in het gezin, de familie. Dit wordt overigens door de gemeenschap (de overheid) juridisch erkend, opgelegd, bekrachtigd, bv. in de wettelijke onderhoudsplicht t.o. kinderen en vice versa, b.v.de invordering van onderhoudsgelden, de terugvordering van uitkeringen of van bijstand door het O.C.M.W. op onderhoudsplichtigen.


    Solidariteit

    De Staat, de nationale en internationale gemeenschap, de overheid, erkennen dit (moeten dit erkennen), bekrachtigen, corrigeren, de bestaande, functionerende solidariteit en verdeling van inkomens; organiseren ze of vullen ze aan waar nodig (d.w.z. waar het individu, het gezin daartoe niet alleen in staat is), financieren ze met wat men vaak noemt "overheidsgelden", in werkelijkheid "gemeenschapsgelden", geheven als sociale bijdragen, (parafiscaliteit) of belastingen (fiscaliteit).


    Dit zijn de wegen waarlangs de “overheid” zich de middelen verschaft om haar opdracht te kunnen vervullen, waaronder in een democratie o.m. het garanderen van een menswaardig bestaan aan ieder medemens, kansen geven aan de mensen waarvoor zij instaat, die onder haar rechtsmacht vallen.


    "Investeren in kinderen…" en het kinderrechtenverdrag

    Men kan verwijzen naar het Kinderrechtenverdrag (en bv. het Europees Sociaal Handvest (art. 16 ) m.b.t. het recht op een toereikende levensstandaard, ook voor kinderen, en de rol van de ouders, resp. het gezin daarin. Maar is er sedert de goedkeuring van het Verdrag iets substantieel veranderd in de positie van kinderen in België in het fiscaal recht? Worden kinderen nu anders gewaardeerd in onze fiscale wetgeving? Hoe wordt in de geldende belastingwet, meer bepaald in de personenbelasting, de zgn. "gezinsfiscaliteit", rekening gehouden met kinderen; of in de wijze van vaststellen van de belastbare inkomsten en de berekening van de belasting? Wat kan er mogelijk wel verbeterd worden? Maar dan wel voor de kinderen NU, niet de volwassenen van de toekomst.


    Het Kinderrechtenverdrag spreekt hierover in artikel 27, en het VN-Comité voor de rechten van het kind 7 maakte aan België pertinente bemerkingen. Kinderen moesten ook in de begrotingen zichtbaar worden gemaakt., in het aandeel in de nationale en andere begrotingen dat besteed wordt aan de sociale sector, en daarin rechtstreeks of onrechtstreeks aan kinderen. 8


    "Het" gezin of "de gezinnen"

    Op 24 september 2003 opende de Staatssecretaris voor het gezin de"Staten generaal van de gezinnen" (volgens haar eigen toespraak) of "van het gezin", datum). 9 Daarbij verklaarde zij van welke basisprincipes zij bij deze Staten-Generaal zou willen uitgaan.


    Merkwaardig was in deze tekst o.m. : "...dat sommige belangrijke thema's, zoals de verhouding man-vrouw, de specifieke rechten van elk gezinslid, de handicap in het gezin, de kinderrechten, de multiculturele benadering, de culturele verschillen en de armoede -niet aan bod zullen komen in specifieke werkgroepen maar op een transversale manier moeten benaderd worden. ..."


    Merkwaardig is ook dat in de geschreven tekst meegedeeld aan de pers, de topic "kinderrechten" in deze passage wegviel. Ook de erkenning van het kind als drager van eigen rechten, verviel op dezelfde wijze in de analyse van de veranderingen in het gezin.


    De belangrijkste basisprincipes, door de staatssecretaris benadrukt, zijn: gelijkheid, solidariteit en verantwoordelijkheid van de ouders. Gelijkheid is in haar optiek enerzijds de gelijke behandeling van alle individuen waaruit de gezinskern bestaat, ongeacht hun levenskeuze, en de gelijkheid van man en vrouw, en tenslotte "gelijkheid tussen de kinderen: de wet moet alle kinderen dezelfde rechten waarborgen", in het burgerlijk recht en in het sociaal recht: "streven naar dezelfde rechten voor alle kinderen, ongeacht de situatie van de ouders. Dit kan het doel worden van een geleidelijke hervorming van de kinderbijslag die een recht van het kind moet worden."


    Gelijke behandeling van kinderen en volwassenen?


    Schijnbaar werd in deze standpuntbepaling niet gedacht aan de gelijke behandeling van kinderen en volwassenen onderling?


    De tendens naar individualisering van de belastingen is vrij sterk aanwezig. Maar daarbij is de kernvraag voor gezinnen dan: worden in ons belastingstelsel ook kinderen behandeld als volwaardige personen en worden ze op een principieel gelijke wijze behandeld als volwassenen? Worden alle kinderen op een gelijke wijze behandeld, in de zin van artikel 10-11 GW.? Worden kinderen én/of ouders behandeld overeenkomstig artikel 27 van het Kinderrechtenverdrag?


    Door de formule van verhoging van de belastingvrije minima naargelang van de personen ten laste krijgt iedereen, belastingplichtigen met een hoog of met een laag inkomen, een gelijk fiscaal voordeel. De hoogte van het inkomen speelt daarin geen rol. De verscheidenheid van gezinsvormen en gezinstypes als bepalende factor bij de bepaling van de draagkracht, werd door de hervormingen vanaf aanslagjaar 2005 bijna volledig uitgesloten.


    Toch moet een bredere maatstaf dan enkel het individuele inkomen, gehanteerd worden. Om de fiscale draagkracht van een gezin of een persoon met kinderen ten laste te kunnen vergelijken met de draagkracht van een alleenstaande moeten de financiële situaties vergelijkbaar gemaakt worden en moet het element gezinsgrootte in dezelfde mate in rekening gebracht worden als het element inkomen.


    "Gezinsquotiënt"

    (Alleen) met een systeem van "gezinssplitting" of "gezinsquotiënt" in de originele betekenis van het woord, kunnen beide factoren - gezinsgrootte en inkomen van de belastingplichtige - op een evenwaardige manier in rekening gebracht, en worden kinderen op een gelijkwaardige manier behandeld als volwassenen. Buiten de fiscale billijke en realistische berekening van de draagkracht van een gezin met kinderen en de erkenning dat ook kinderen een belastingvrij minimuminkomen nodig hebben en daar zowel als volwassenen recht op hebben, zou dit ook gebruikt kunnen/moeten worden bij andere van het inkomen afhankelijke voorzieningen. Vooreerst is dit van fundamenteel belang in het debat over de hoogte resp. het "fiscaliseren" of belastbaar maken van de kinderbijslag.

    Verder bij leningen en premies in de sociale huisvestingssector, studietoelagen. Voor de berekening der bestaansmiddelen voor gehandicapten. Ook voor het toekennen van het "leefloon" en voor de door O.C.M.W.'s te hanteren schalen voor financiële bijstand of terugvordering zou een realistische schaal van de kost van kinderen, ontegensprekelijk zijn nut kunnen hebben. Eveneens bij de evaluatie van onderhoudsgelden en de grenzen van de vatbaarheid voor overdracht of beslag van inkomsten (artikel 1409 e.v. Ger.W.)


    Duidelijkheid noodzakelijk

    Maar dan komt de Gezinsbond in zijn meest recente standpunten over gezinsfiscaliteit, 10 met een andere opvulling van het woord "gezinsquotiënt" dan decennia gebruikt en geijkt. Het zgn. huwelijksquotiënt heeft overigens een totaal andere ontstaansgeschiedenis en motivering.


    De Gezinsbond wil huwelijksquotiënt vervangen door "een andere benaming" naar een gezinsquotiënt dat voortaan wordt voorbehouden aan gezinnen met kinderen of die een zorgtaak opnemen voor een hulpbehoevend familielid. In de visie van de Gezinsbond moet het gezinsquotiënt beter afgestemd worden op zorg- en opvoedingssituaties, "als een compensatie voor het inkomensdervende aspect van zorg- en opvoedingsarbeid.".

    1. Een nieuwe benaming: gezinsquotiënt

    Aangezien in zijn visie het gezinsquotiënt niet langer uitsluitend wordt toegekend op basis van het al dan niet gehuwd zijn, maar voortaan beter afgestemd wordt op het uitoefenen van een zorg- of opvoedingstaak moet de benaming 'huwelijksquotiënt' gewijzigd worden in 'gezinsquotiënt'.

    2. De invoering van een gezinsmodulering

    Om voortaan beter rekening te houden met het aantal kinderen in een gezin. pleit de Gezinsbond voor de invoering van een gezinsmodulering voor het maximaal over te hevelen bedrag. Het huidige grensbedrag moet dan ook in de eerste plaats verhoogd worden met 10 % per kind ten laste:

    In de eerste definitie "gezinsquotiënt" is "gezin" dus enkel de partners (MV, MM, VV); niet de kinderen. Wanneer er dan over de gezinsmodulatie gesproken wordt gaat het nog alleen om de kinderen in het begrip gezin, en niet meer over de partner.

    Het is duidelijk dat niet het recht van het kind hier de achterliggende motivering is; integendeel wel het belang van de partner.

    .

    Hier valt nog heel wat te ondernemen om de ideeën over het belastingstelsel en daarmee verbonden voorzieningen in overeenstemming te brengen met de erkenning van het recht ook van een kind, op een toereikende levensstandaard, (art. 27/1 IVRK) en om de noodzakelijke (fiscale) voorwaarden te scheppen voor de volledige ontplooiing van het gezin, in de realiteit van zijn bestaan vandaag, als fundamentele maatschappelijke eenheid, waarin kinderen kunnen opgroeien. (E.S.H., art. 16)


    De consequente toepassing van het draagkrachtbeginsel, waarbij op een volwaardige manier met kinderen en de rechten van kinderen rekening gehouden wordt, impliceert dat het aantal personen dat deel uitmaakt van een gezin mede bepalend is voor het aanvaardbaar gewicht van de belastingdruk; het belastingrecht dient consequent en op een gefundeerde basis rekening te houden met de natuurlijke onderhouds- en bijstandsverplichtingen, die burgerrechtelijk (en verdragrechtelijk) gesanctioneerd zijn en kunnen worden afgedwongen.


    Tussenkomst in de kosten van kinderen


    Gemeenschappelijk, solidair opnemen van de financiële last

    Waarom?

    Door wie?

    Hoe?

    Basis

    niet anders voor ‘kinderen’ dan voor andere groepen

    Rechten van de mens

    Sociale grondrechten

    Rechten van het kind

    Uitgedrukt in verdragen en wetten


    Wat wordt hier bekeken: het recht op een menswaardig bestaan (inkomen)


    Een menswaardige ontwikkeling (kansen)

    Dwz. materiële middelen


    Vraag:

    Wie zijn ‘kinderen’?

    Wat is het Doel?

    Kinderen/gezinnen

    Inkomen/kansen garanderen

    Rol van …

    Individu

    Gezin

    Gemeenschap

    Overheid?



    Onderhoudsplicht




    (1) Uitkeringen:

    KB/GKB

    BM/Leefloon/Bijstand

    Studietoelagen

    …

    (2) Rekening houden met…

    Zorgen voor …

    Geboortetoelagen

    Kinderopvang

    Ouderschapsverlof

    Huisvesting

    Vervoer

    Gezondheid

    Onderwijs/opleiding

    Sport/ontspanning.

    Cultuur




    1 N.a.v. het boek : Herman PAS, Kinderen en de actieve welvaartsmaatschappij, Die Keure, Brugge, 2005.

    2 Dat is het meest expliciet in de recente rechtspraak van de arbeidsgerechten.

    3 September 2005. Standpunt van de gezinsbond : van huwelijksquotient naar gezinsqotient, 16 blz.

    4 Persbericht 29 8 2000

    5 A fortiori wanneer men zelf onderstreept dat als gevolg van de progressiviteit in ons belastingstelsel het effect van de fiscale ondersteuning van kinderen ten laste hoger zal blijven naarmate het belastbaar inkomen stijgt. Zo levert men munitie tegen zichzelf.

    6 Voor de gemakkelijkheid gebruiken we deze term, maar uiteraard is daarmee niet alleen de regering bedoeld.

    7 COMMITTEE ON THE RIGHTS OF THE CHILD, General Comment N° 5 (2003), General measures of implementation for the Convention on the Rights of the Child (Articles 4, 42 and 44(6), p. 14.

    8 51. In its reporting guidelines and in examination of States Parties' reports, the Committee has paid much attention to the identification and analysis of resources for children in national and other budgets.  No State can tell whether it is fulfilling children ' s economic, social and cultural rights "to the maximum extent of ...available resources", as it is required to do under Article 4, unless it can identify the proportion of national and other budgets devoted to the social sector and within that, to children, both directly and indirectly. Some States have claimed it is not possible to analyse national budgets in this way. But others have done it and publish annual "children's budgets". The Committee needs to know what steps are taken at all levels of government to ensure that economic and social planning and decision-making and budgetary decisions are made with the best interests of children as a primary consideration and that children, including in particular marginalized and disadvantaged groups of children, are protected from adverse effects of economic policies or financial downturns.

    52. Emphasising that economic policies are never neutral in their effect on children s rights, the Committee bas been deeply concerned by the often negative effects on children of structural adjustment programmes and transition to a market economy. The implementation duties of article 4 and their provisions of the Convention demand rigorous monitoring of the effect of such changes and adjustment of polices to protect children's economic, social and cultural rights".

    9 www.sbo.be/Staten-Generaal

    10 "Van huwelijksquotient naar gezinsquotient - Standpunt van de Gezinsbond", Actualisering van het bondsstandpunt van 2004, september 2005, 16 p.

    22-02-2008 om 10:57 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    21-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe was het ook weer?

    Het pluralisme van de Bond (*)


    Vrienden Bestuursleden,

    Het bestuur van één van onze grote afdelingen, bekommerd om wat in onze Bond omgaat, vroeg mij, enkele weken geleden, voor hen een gesprek in te leiden over ons pluralisme.

    Ik weet dat dit een probleem is, - al zal wellicht niet iedereen het daar onmiddellijk mee eens zijn. Het is overigens een probleem dat niet (alleen) opgelost kan worden door beslissingen van de statutaire organen van de Bond.

    Het is bovendien een "gevoelig" probleem dat weI eens aanleiding geeft tot eerder emotionele stellingnamen.

    Overigens is "pluralisme" ook een beetje een "besmet" woord aan het worden, omdat het wel eens "oneigenlijk" gebruikt wordt en, in elk geval, verschillende inhouden kan dekken.

    Toch hebben we met dit bestuur gepoogd eens serieus na te denken, dieper te graven dan de voor de hand liggende, soms vooringenomen stellingen, en te zoeken naar vat een echte pluralistische openheid in de Bond zou kunnen zijn. Dergelijke gesprekken moeten kùnnen. Dat is voor onze Bond fundamenteel. En dat steeds met "eerbied, eerlijkheid en sympathie".

    Misschien moeten we ons eerst eens afvragen waarom pluralisme voor ons een "gevoelig" probleem is, dat soms dreigt ons te verdelen, terwijl het een opgave is die ons juist zou moeten samenbrengen. ~

    Er schijnt me een diepe menselijke grond daarvoor te bestaan. We zoeken altijd instinctief naar geborgenheid in een vertrouwde groep, maar willen evenzeer onze autonomie, onze eigenheid beveiligen.

    Eigenlijk ligt het voor de hand : we voelen ons gemakkelijk wanneer we "onder ons" zijn, met gelijkgestemden en gelijkgezinden, -en ongemakkelijk wanneer we tussen mensen zitten die anders zijn.

    Daar zijn natuurlijk gradaties in : een man tussen vrouwen, een vrouw tussen mannen, jongeren tussen ouderen, ouderen tussen jongeren; mensen die een andere taal spreken, mens en van een ander ras, met een andere huidskleur. (Misschien zag je de film : Raad eens wie komt eten vanavond”...) een andere godsdienst, of mensen zonder godsdienst, als je zelf godsdienstig bent... , mensen met een andere politieke overtuiging, een andere maatschappijvisie; mensen uit een ander milieu, of gewoon, mensen die ergens ànders over denken.

    Een zekere afkeer, een onbewuste vrees voor wat ànders is, zit zeer diep in ons, omdat we er onze geborgenheid en onze eigenheid door bedreigd voelen. Weinig dingen accepteren we zo moeilijk als dat iemand ànders is.

    Toch zien we dat niet graag in. En we worden erdoor verleid tot soms zeer scherpe reflexen

    Wellicht is het pluralisme van de Bond ook hierom een gevoelig probleem omdat het ons op dit ogenblik, ongevraagd, als probleem wordt opgedrongen. We zagen geen moeilijkheden.

    Anderen... zeggen ons dat er wél een probleem is, dat we niet consequent toepassen wat in onze Bondsstatuten staat en vaak enkel met de lippen belijden...

    Dat hindert ons. En we voelen onszelf daartegen reageren.

    Spijts dat alles zouden we toch moeten proberen de zaak te benaderen op een algemeen niveau, niet (alléén) in verband met de concrete actualiteit, of met beslissingen genomen in Raad van Beheer en Algemene Vergadering. We moeten een houding zoeken die ruimer is, die langer mee kan gaan, omdat ze fundamenteel in overeenstemming is met wat we echt willen.

    Het probleem is niet nieuw... Ook in 1962 reeds sprak professor M. Wildiers erover in zijn homilie tijdens de mis op de landdag te Hasselt... "Gezin en Volksgemeenschap".

    Onze gemeenschap is ideologisch en religieus pluralistisch samengesteld. Leven in een dergelijke gemeenschap, zo zei hij, stelt bijzondere eisen, bevat ook mogelijkheden tot conflicten. Ook aan het gezin dat in een pluralistische gemeenschap leeft worden bijzondere eisen gesteld : een diepere principiële opvoeding, een eigen diepe overtuiging leren vormen, maar anderzijds een grote openheid van geest en bereidheid tot verdraagzaamheid en samenwerking.

    Wat is deze verdraagzaamheid? Het tegendeel van fanatisme.  Maar ook geen relativisme (... het is allemaal om het even...).  Geen onverschilligheid. Wel eerbied voor de eerlijke overtuiging van anderen, ook al moeten we die (voor onszelf) afwijzen of voorbehoud maken. Verdraagzaamheid gebruikt geen "geweld", onder geen enkele vorm, ook geen moreel geweld.

    In een pluralistische gemeenschap moet je samenwerken, zei pater Wildiers. De problemen, ook die van het gezin, zijn gemeenschappelijk en kunnen alleen in samenwerking opgelost worden.

    Samenwerken moet omwille van het gemeenschappelijk welzijn.

    Daarvoor zijn nodig : -een grote openheid van geest, grote persoonlijkheid in het denken, in het zoeken naar nieuwe oplossingen; -een grote bereidheid tot gesprek...

    "Wij (gelovigen) kunnen van andersdenkenden leren omdat zij vaak een concretere en scherpere kijk hebben op zekere moeilijkheden waarvoor wij misschien niet genoeg aandacht hadden en zij kunnen wellicht ook van ons leren omdat wij als christenen beschikken over een rijkdom aan levensinzicht en aan eeuwenoude wijsheid die ook voor andersdenkenden in deze tijd een bron van licht en van nuttige aanduidingen kan wezen."

    Pater Wildiers beschouwde de Bond op dit vlak als een voorbeeld : allen zijn er welkom, zonder onderscheid van levensbeschouwing of godsdienst, allen die bekommerd zijn om het welzijn van het gezin kunnen in zijn rangen een plaats vinden in de overtuiging dat hun wereldbeschouwing er zal geëerbiedigd worden, dat zij er zich thuis zullen voelen en dat zij er samenwerken met anderen voor het belang van de familie en het gezin in ons land.

    In ons land is dergelijke samenwerking erg zeldzaam; in de Bond kàn dit !

    Toch moeten we, nù in 1978, hierover opnieuw gaan nadenken. Moeten we weer de inhoud bepalen van wat in onze statuten omschreven staat : "Volkomen zelfstandig als hij is, streeft de Bond zonder onderscheid de bundeling na van gezinnen uit alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke kringen." (Art.4)

    Wat ook tot uiting moet komen in de samenstelling van onze besturen: "Ter vrijwaring van de ...zelfstandigheid zal er in de algemene vergadering en in alle bestuurscomités gestreefd worden naar een vertegenwoordiging van de voornaamste levensbeschouwingen en van de diverse maatschappelijke groepen door gebruikmaking van de toegestane coöptatie." (Art. 9)

    Moeten we hierbij niet terugkeren naar wat ons in de Bond samenbrengt : dat we een gezin zijn, dat we kinderen hebben en al wat dit aan opgaven inhoudt.

    Een pluralistische opstelling voorkomt een eenzijdige benadering van de problematiek waarmee we te maken hebben... op voorwaarde dat deze ook benaderd wordt in een pluralistische geest van gezamenlijk onderzoek en van invoelen in elkaars waardenoriëntatie.

    Op voorwaarde dat we de bereidheid kunnen opbrengen om van elkaar te leren, om onze houdingen, zienswijzen en standpunten door dat proces te laten beïnvloeden, desnoods te veranderen, op voorwaarde ook dat het gesprek en de samenwerking gedragen worden door een bewust engagement van allen voor het menselijk welzijn en voor het welzijn van het gezin als factor van menselijk welzijn.

    Dàt is de kern van de opgave waarvoor wij telkens opnieuw oplossingen moeten vinden : welke is de problematiek waarvoor wij als gezinsbeweging staan ? kunnen wij deze problematiek oplossen vanuit één hoek ? vanuit één bepaalde groep gezinnen ? Kunnen wij deze problematiek oplossen zonder bepaalde formules van samenwerking te zoeken ? Kunnen we dit zonder toegevingen wederzijds ? Kunnen we elkaar missen ? Hebben wij elkaar niet nodig, allen die zich willen engageren voor de concrete gezinnen zoals ze bestaan, zoals WIJ BESTAAN ...(Niet zoals we de gezinnen, ons gezin zien in ideaalbeelden, d.w.z. in onze verbeelding...) in de concrete maatschappij zoals ze bestaat.

    Bekijken we de zaken nuchter, dan zien we wel dat in die optiek niet alles perfect en foutloos zit. Hebben we de moed om open en vrijmoedig en concreet hieraan te werken ?

    Hoe sterker men is en hoe meer men meerderheid is, hoe meer men ook de zwakkere, de minderheid moet beschermen, rechten geven, hoe meer men moet ter beschikking staan, hoe meer men moet ontzien en kansen geven, gastvrij zijn. Ook in een gezin is het toch zo dat het hoort te zijn.

    En tenslotte - en dit is misschien gevaarlijk om hardop te zeggen, maar wél goed om weten - zijn ook grote gezinnen en kinderen een minderheid en verwachten wij - terecht - van gans de gemeenschap dat zij deze minderheid beschermt en kansen geeft, dat zij gezinsgezind en kindvriendelijk zou zijn !

    De Bond in Antwerpen, nov. 1978, p. 2-4

    21-02-2008 om 20:58 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelezen: Dierbare kinderen, dierbare ouders
    "Wat ik ervaar in de ontmoetingen met heel arme gezinnen, is dat het grootbrengen van de kinderen en vooral het samenhouden van het gezin, het belangrijkste is in hun leven."

    Herman Van Breen, in : Vierde Wereldblad nr. 156, jan.-febr. 2008, 7.

    21-02-2008 om 11:30 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    18-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog lokaal sociaal beleid
    De Antwerpse gemeenteraad heeft het ontwerpplan "Lokaal Sociaal Beleid" goedgekeurd. Onze verbazing blijft dezelfde bij deze eindtekst. Hoe kan men een sociaal beleid plannen - ook, of misschien des te meer - als men het in het bijzonder oriënteert op de minderbegoede of kansarme burger, zonder de categorie "gezin" als invalshoek te erkennen. (Tenzij in de categorie "éénouder-gezinnen".) 

    Overigens verwijst het document wel naar de "grondrechten", impliciet dus artikel 23 en 24 van de Grondwet.

    "Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.
    ...
    Die (economische, sociale en culturele rechten) omvatten inzonderheid
    1° het recht op arbeid (...);
    2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand;
    3° het recht op een behoorlijke huisvesting;
    4° het recht op bescherming van een gezond leefmilieu;
    5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing."


    Het document verliest uit het oog dat met name artikel 22 ook bevestigt dat ieder recht heeft op eerbiediging van zijn gezinsleven, wat niet alleen een negatieve regel is maar ook een positief recht op ondersteuning impliceert.

    Zelfs waar het gaat om "sociale cohesie" negeert het plan de gezinsstructuren. 

    Misschien mag eraan herinnerd worden dat in het bijzonder allochtone of kansarme gezinnen en zeer grote waarde hechten aan de familiale structuren, die voor hen van levensbelang zijn?
      

    18-02-2008 om 11:42 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    25-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familie
     

     

    De familie en haar geschiedenis


    Het is tegelijk boeiend en verrijkend, het geeft perspectief en het relativeert, te weten hoe verwantschappen bestaan en van waar een familie komt; wie onze voorouders waren en in welke tijdsomstandigheden ze leefden.


    Er blijken heel wat naamgenoten geleefd te hebben en te leven in alle hoeken van Europa en in de wereld. Van de familie Pas die haar bakermat had in Londerzeel bestaat een gedetailleerde stamboom. Ook van de voorouders van grootmoederszijde : Van Esbroeck.


    De genealogie van grootmoederskant, van de familie Van Esbroeck, danken we aan het grondig onderzoek van Jozef Van Esbroeck en Guy Van Esbroeck. Informatie hierover kan gevraagd worden .
    (Mail ons: herman.pas@skynet.be )


    Enkele namen van kunstenaars uit deze tak: de schilder Eduard Van Esbroeck (1869-1949), was een imposante figuur, met een Leopold II baard. Hij inspireerde een aantal andere familieleden.

    Pieter Pas schreef over hem: “Het leven van Eduard van Esbroeck 1869-1949 – Een schilder die geloofde” (1971)

    De beeldhouwer Pol Van Esbroeck, de specialist Zuid-Amerikaanse muziek Dirk Van Esbroeck.


    De stam van de familie gaat terug tot 1350 ; Jan Lambrechtszoon Van Eschbroech betaalde toen reeds voor gronden te Bazel en Haasdonk cijnspacht aan de graaf van Vlaanderen.

    Alles over de familie Van Esbroeck op website : www.vanesbroeck.be.

    De genealogie van de familie van grootvaderszijde, Pas, danken we aan het doorgedreven speurwerk van een naamgenoot John Pas in Roosendaal, Nederland. ( jcmpas@home.nl ) De eerste gekende voorvader werd geboren in 1540 in Wilderen (Sint-Truiden), huwde en woonde in Neerlanden. Een van zijn nakomelingen, Matthias Pas, de Pas of de Paz, (1638-1690) huwde te Londerzeel op 3 september 1668 met Josina Cools.

    25-01-2008 om 00:00 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    24-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
     

    Poëzie


    Alleen met jou


    Marleen (Johanna) Pas schreef een novelle in verzen : “Alleen met jou”. Geert Pas maakte er tekeningen bij. Het boek wordt voorgesteld op 8 februari.

    In deze novelle in verzen worden met een minimum aan woorden en lijnen de tegenstrijdige gevoelens uitgebeeld die de liefde kenmerken.

    Info: johannapas@gmail.com

    24-01-2008 om 12:20 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    12-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poëzie
    LIEFDE VOOR ALTIJD

    Mevrouw is ziek, reumatiek.
    Mevrouw is dood, meneer heeft nood.
    Hij wil haar zien, die lieve Fien.
    Dat zal niet gaan , ze is vergaan,
    maar de liefde blijft altijd bestaan.

    Pieter PAS (9 jaar)

    12-01-2008 om 21:40 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)
    13-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezinsfiscaliteit

    Les enfants et la société - active - d'abondance

     

    Les droits de l'enfant sont la résultante de choix éthiques.

     

    Le sujet "enfants" ou "droits de l'enfant" ne se discute pas d'une façon neutre, objective.  Il faut montrer ses cartes. On s'engage personellement.  On croit au message ou on ne croit pas.  Il faut faire des choix d'ordre éthique.

     

    Nous avons entrepris d'examiner un domaine auquel on ne pense pas spontanément quand on parle d'enfants.  Les enfants, en tant que personnes individuelles, et en tant que groupe social distinct, sont-ils membres à part entière de cette société dite active, de bien-être social, qui est la nôtre ?

     

    La question que nous nous sommes posée était de savoir : "Est-il permis d'attendre des autorités, des gouvernements et des responsables politiques que les engagements, les obligations, qu'ils ont souscrites dans la Convention, soient mises en exécution, loyalement et selon l'esprit?  Et cela à l'égard de tous les enfants qui résident sur le territoire du Royaume?  Que les pouvoirs politiques, honnêtement et loyalement, tiennent compte des intérêts et des droits des enfants, aussi dans les matières 'économiques' qui relèvent de leur compétence?"

     

    Les relations société - jeunes, l'image des jeunes dans la société s'en trouveraient fondamentalement modifiées.

     

    Afin de permettre d'en arriver à ou de réaliser une politique qui concède aux enfants et aux jeunes une position "égalitaire", d'égaux, les adultes "actifs" qui se trouvent à l'égard des enfants dans une relation de pouvoir, qui décident de l'allocation des moyens et des responsabilités, devraient accepter d'examiner leur façon d'agir, à évaluer et à corriger. N'est-ce pas là le sens du rapportage des droits de l'enfant?

     

    Il existe une contradiction flagrante entre le 'pouvoir' dont les enfants semblent disposer dans le cadre des liens familiaux et leur absence ou leur impuissance lorsqu'il s'agit d'institutions économiques - sociales.

     

    En partant du respect de l'enfant en tant que personne, l'attitude à l'égard du travail des enfants sera basée sur l'appréciation de ce qu'ils connaissent, savent, ce qu'ils font; en tant qu'individus et en tant que groupe social, et sera fondée sur l'appréciation positive de ce que les enfants réalisent.

     

    Cette approche positive jette une autre lumière sur les enfants, sur les mesures de protection à prendre contre les abus et l'exploitation par une mise au travail endommageable.

     

    La même remarque vaut pour les autres activités des jeunes, tels que les études, le sport, le mouvement de jeunesse, les activités artistiques.

     

    Investir dans les enfants ne signifie non seulement l'allocation de moyens de la communauté aux adultes de demain, mais aussi aux jeunes, aux enfants, aujourd'hui.

     

    Surtout dans les programmes de lutte contre la pauvreté les enfants doivent être reconnus comme catégorie sociale relevante.

     

    Il n'y a pas de contradiction insoluble entre les droits de l'enfant et le rôle et la responsabilité des parents ou de la famille.  Les enfants ne peuvent atteindre leur plein épanouissement qu'à travers la famille, les parents ou les personnes qui prennent soin d'eux.

     

    Quelques-unes'unes de nos prises de position pourraient paraître provocatrices.  C'est voulu. Nous voulons provoquer le débat, mettre en discussion la logique courante.

     

    De toute façon il existe des inconséquences dans la parole et les actes.

    Égalité dans la famille, égalité homme/femme.  Mais … où en est l'égalité enfants / adultes ?

    En réalité, la protection conduit parfois aux effets pervers: une protection moins efficace que celle accordée aux adultes.

    p.e. la minorité… l'incapacité, irrecevabilité d'une action en justice.

    p.e. travail des enfants.

     

    Parfois les enfants ne sont, en fait, qu'une annexe du dossier de leurs parents.

    Souvent les enfants ne sont considérés que comme "personne à charge". 

    Ou, les adultes prétendent avoir droit à un enfant.

     

    Devant la Cour d'Arbitrage le Gouvernement belge fonde sa défense contre les demandes des enfants sur l'argument que la Convention n'a pas d'effet direct, que les enfants de résidence illégale en Belgique ne tombent pas sous la juridiction de l'État belge, n'ont donc pas droit à l'aide sociale (sont détenus dans des centres d'accueil…) et il est défendu aux CPAS de leur accorder l'aide sociale financière.

     

    La question s'impose donc quelle espace est allouée en réalité aux enfants en matière d'allocations sociales matérielles, financières, notamment dans le domaine de l'aide sociale, le minimum d'existence, le droit à un niveau de vie décent respectant la dignité humaine, le travail, les allocations familiales…

    Il s'agit en particulier de droits personnels, propres à l'enfant même, non seulement droits dérivés, qui doivent être reconnus à l'enfant comme aux adultes.  Seul ce principe permet de lui accorder une position juste, égale, dans le secteur des mesures sociales (allocations familiales comme droit de l'enfant, minimum vital, aide sociale, impôts directs, …)

     

    Notre aperçu de la situation en Belgique et en Flandre s'étend sur les domaines de la recherche scientifique, les programmes des ONG, les programmes gouvernementaux et la jurisprudence.

     

    En ce qui concerne la recherche scientifique les résultats sont assez modestes.

     

    En ce qui concerne les ONG, nous avons examiné de plus près le rapport général sur la pauvreté, les programmes du mouvement familial, les rapports des États Généraux de la Famille. Les prises de position paraissent presque toujours faites en fonction des nécessités des parents (pour les enfants "à charge").

    Dans les programmes et déclarations gouvernementales les enfants sont presque invisibles.

     

    Les enfants apparaissent d'une façon assez vive dans les questions (souvent d'ordre éthique) soulevées dans la jurisprudence des tribunaux (du travail) et les juridictions suprêmes, la Cour de Cassation et la Cour d'Arbitrage.  Sous les interprétations choisies se cachent souvent des options d'ordre moral, éthiques, et des choix politiques.  Souvent aussi plusieurs raisonnements logiques sont possibles.

     

    Nous faisons ici un plaidoyer pour une logique nouvelle, partant de la reconnaissance de l'autonomie et de l'égalité de l'enfant en tant que personne humaine, qui a le droit d'être vu et reconnu en tant que tel.  Le droit ou le besoin de protection spécifique ne saurait conduire dans la pratique à une protection légale, juridique et sociale moins étendue et explicite que celle reconnue aux adultes.  Une logique qui ne mène pas à réduire les droits de l'enfant, des enfants, à une existence dans la dignité.  Une logique qui se situe véritablement dans la ligne des Conventions des droits de l'enfant et des droits de l'homme.  Qui reconnaît l'enfant comme citoyen et sujet de droit à l'égale des adultes, dans le domaine du droit à un niveau de vie conforme à la dignité humaine.

     

    Antwerpen 13 juin 2005


     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

      

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    13-12-2007 om 23:42 geschreven door HGPAS


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/07-05/08 2012
  • 03/05-09/05 2010
  • 21/09-27/09 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 10/12-16/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!