Wij hopen u verder te kunnen boeien met dit blog over onze stad! Vergeet ook niet af en toe nog eens te kijken op het voorgaande blog http://blog.seniorennet.be/jp_dendermonde
15-12-2011
R.I.O.
Reglement van inwendige orde (1900) - Brouwerij Moenaert...
In 1976 werd onze streek geteisterd door overstromingen ten gevolge van één of meer dijkbreuken... Koning Boudewijn kwam het geteisterde gebied bezoeken...
De Puma-helikopter van de rijkswacht bracht de koning ter plaatse...
Rechts naast de koning stapt toenmalig gouverneur De Kinder. We herkennen ook rijkswachtadjudant Roland Gryp (uiterst rechts).
Rijkswachtkapitein Smagghe, adjudant Gryp en adjudant-chef Bollaert vergewissen zich van de toestand.
Een foto van de Kalendijk genomen rond 1950 vanop de watertoren aan de Leopold II-laan. Op deze locatie wordt begin van de jaren zeventig het zwembad Olympos ingeplant.
Op 3 april 1982 werd een internationale vedettenparade georganiseerd ten voordele van Polen. Het muziekske van Tsing Boem en een delegatie van de carnavalsprinsen mochten niet ontbreken. Ook de meisjes van ShaNa waren van de partij...
(Met dank aan Bert D'Hondt)
Prins Albert (Van Den Boom), gevolgd door Willy Ophalvens, Alfons Kindermans, Cornel Geeraert en Maurits De Paepe...
Links onderaan zien we Jozef De Paepe. Op de achtergrond herkennen we de muzikanten van het orkest 'The Blue Lines'.
Middenin het carnavalsgezelschap bevindt zich Roland Colman. Onderaan links staan Jozef Claessens en Jozef Verstrepen van Tsjing Boem...
( ) De eerste maal was ik verkleedt in ne looper, zooals men tegenwoordig op de kermissen aantreft met ne krans met bellekes rond den hals en handen. Ik hadt nogal ne fellen adem en hadt nog al centen opgehaalt.
Dit gaf me moed voor de volgende maal. Toen was ik verkleedt in nen t joek t joek; properkes en wat mimbollen gekocht bij Juul Schrijen (t waren bolle voor de keel, voor den hoest, voor de liefde, t was voor alles goed). k Was nog geen uur aan den trok of ik was terug bij de Schrijen, die stom stond dat zijnen artikel zoo goed marcheerde en ik stondnog meer verstomd,toen ik s avonds mijn benefitie telde.
'T volgend jaar ging het er beter aan toe. We besloten le singe savant achterna te doen, zooals de rondreizende bohemers met hun orgels en toerendoerenden aap, hetgeen mijn rol was. Bohemer was Fikke De Corte, zoon van Wijneske uit de Willeman. Jef Triest, trompetter en trommeleir bij de koorebloem, die moest t volk bij een blaze of trommele. Pol Gijssels, met 2 kinders op den buik gebonden, die moest centen ophalen en ik gekleedt in nen aap met al mijn materiaal, klein trommel klein gross-caisse, pistool, poerkes, klein reep en klein potske zooals de russen. We namen 2 tafels mee, 1 groote en 1 kleine waar ik toeren moest op doen. Die kwamen uit de café van Pol Gijssels. Die woonde toen 2 huize voorbij t kapelleke, recht over t klein brugske in destraat van t katholiek fabriek en we trapten het af ( ) langs de Brusselsche straat, al vertooning gevende tot aan de Denderbrug. Bij mij thuis wisten ze dat ik dien aap was en toen ze de klank van die trompet hoorde, vloog alle man buiten, maar toen ze me zagen aan de passerel hangen met de voeten over t water (ik had maar een misgreep of ik lag den dender in), vlogen ze nog rapper binnen. Ik was gezond overgekomen zonder doopsel of wewaren al naar de markt, gevolgd van veel mensen. Daar had ik niet veel last om op diën houten kiosk te kruipe of op éen, twee, drie of ik zat er al boven op. De kommisares De Vos, die wist dat we geldomhalinge deeden, kwam ons wegjagen en we vertrokken naar de kerkstraat langs achter t vissershuis en gaven eenvertooning aan Felix De Bruyn, die woonde waar nu den Belgika is, 2 man op den uitkijk of er geen verraad was en den aap was aan zijn werkzaamheden. Gansch de familie stond op den balcon en langs de goot kroop ik bij hun, zóo rap als de blaren die waaien, was aan kopke krab, vong zijn luizen en deed als of ik ze aan t opeete was. Ik moest van Madame langs den trap naar benëen, zhad schrik dat den aap zou van de goot gevallen hebben. Op de biestemert stonden groote kastanje boomen, twee schoone groote rechtover notaris Vermeersch, daar hing ik aan ne groote tak te bijze dat de notaris geld smeet om uit den boom te komen, t was onze laatste toer want we stopte. Wij hadden al geld genoeg verdiend. Onze onkosten afgerekend konden we nog goed 3 dagen eenige potjes pakke.
(Gustjes verdere avonturen zijn we zinnens te publiceren in de grote vakantie 2012.)
Hier zit Ge nu bij Gustje Mestag Groote Markt 11 (tegenwoordig bewoond door het huis Vanderelst, rookgerief artikels) waar de trouwfeest heeft plaats gehad ( ) t Was in de maand November, ne schoonen dag, dagenten in grooten tenue voor topene van de voituren aan t stadhuis. Fileke Van Hemelrijk en stikke Van flesse, zoo noemde agent Hofman, die stoemte ik eenige dubbel frank stukken in dhand, nog al zilveren, (maar twaren er de la fabrication Cesar Mestag en chocolat s.v.p.) en dan naar de kerk. Daar was ik niet gaarne gezien van de koster Jef De Nil, die was al 2 keere komen zien achter t geld om te trouwen en telkens wierd hij door gezonden, zeggende moet ik daarvoor zanger zijn in de groote kerk om dan nog op voorhand te moete betalen dak et ni doe en hij moest wachten tot na den trouw.
Daar op post stond Rikus Verhas en Ward Lens, die waren beter!!! want die stoempte ik 5 fr stukke van tzelfde fabrik in d hand en zijgezwikt naar de wacht zonder te controleeren. Manne, we zijn goed gevare bij de Gust, de eerste wisten al hoe laat het was en lieten Rikus zijn zak leeg maken en zijn gezicht veranderde bij elk stuk. O die sm , hij is nog maar getrouwd of hij heeft ons al beet ( ) Ja, zhebben toch niet lang moeten wachten, want met de serenade van 5 uren die ik kreeg van de stedelijke harmonie, kregen ze dubbel terug. ( )
Om 7 uur getrommel en 't muziek kwam door t gillenutje naar groote markt bij Gustje Mestag Gijssels. Zoo wel muziekanten als t bestuur waren au grand complet. Na onze presentatie aan 't bestuur en spelen van Waar kunnen we beter zijn als bij ons beste vrienden nam Burgemeester Van Damme het woord. Eerst gelukwensen en dan tot mijn vrouw: Madame, ik geloof niet dat Ge gaat doen gelijk sommige anderen namelijkbij herhaling uw man thuis houden, t is altijd onze beste oppasser geweest. t Antwoord viel rapper dan verwacht was. Heer Burgemeester, zoo lang ik heb verkeerd en mijne Gust was bij mij, heb ik altijd gezegd bij repetitie: manneke, 't is tijd en hij was weg. Ge moogt zeker zijn dat ik hetzelfde zal doen en zelf zal meekomen. En Fieke Gijssels heeft altijd woord gehouden, zoo lang ik bij de harmonie ben geweest, zaal en café benëen, herhaling zaal boven, bewoond door de familie De Herde, vader was belleman in de stad, oudste dochter Marie was kleermaakster, dus kameraad van de vrouw en in wiens gezelschap ze bleef zoo lang de repetitie duurde en zoo lang ik in café zat, want nooit is ze komen zeggen: manneke, t is tijd. Zelf bij de geboorte van mijn zoon Leon bleef het nog altijd t zelfde.
Bovenaan 'Stikke vâ Flesse' (agent Hofman) en hieronder Rikus Verhas, twee agenten over wie Gustje spreekt in deze bijdrage.
Klasfoto Heilige-Maagdcollege (jaartal en verdere bijzonderheden onbekend). Wie herkent zichzelf of anderen op de foto?
(Foto Michel Braet)
De leraar is Aimé Van Avermaet, broer van Annie Van Avermaet, bekend van het vroegere tv-programma 'Hier spreekt men Nederlands' met professor Joos Florquin...
Mijn laatste dagen dat ik heb gewerkt bij Mommaerts in Brussel,vergeet ik ook moeilijk. Ik vertrok zooals gewoonte om 7.31 en in Dendermonde stond mijn Fieke me af te wachten en haar eerste woorden waren: menneke, we moeten recht naar huis komen. Ik vroeg: is er iets gebeurd, ik weet niet, was tantwoord. En of we er spoed aan zette, moet ge niet vragen en Maman wachte niet lang t woord te nemen. Kinderen, ik geloof dat ge elkaar al lang genoeg kent, en dat hethoog tijd is om aan trouwen te denken of zijt ge zinnens te doen gelijk Victor Liber, greffier van tribunaal, die trouwde toen hij 25 jaar verkeerde. Dit wist ik goed, vermits ik bij de katholieke harmonie was waar hij ook deel uit maakte en hem een serenade zijn komen geven.
We waren goed op weg al aan ons 16 jaar, in de stad maakte het al de ronde: de Gust gaat Liber achterna doen en ineens was het liedje uit. Sophieke, zóo sprak Maman, zoudt ge niet willen trouwen. Het antwoord was: wat Gust wilt, wil ik. Hetzelfde wierd aan mij gevraagd, we bezagen malkaar en hetzelfde antwoord was: wat Fieke wilt, wil ik. Vijf minuten nadien en Maman stond gekleed. Kom kinderen, er is een schoon gelegenheid op de Grote Markt, het ijzermagazijn Roman staat leeg. De erfgenamen zijn Apotheker Roman en zijn zuster Cecile, wonende te Aalst en gehuwd met een apotheker van daar ( ) 't Accoord was rap geslagen, huis en atelier, dat 4 huizen van daar was, in huur genomen en terug naar huis en van contentement haalde ma Mestag een goeië flesch op en begonnen de regeleering. Ik zie af van de bazaar artikels, doe niets dan rookgerief, gij de meubels en Sophieke de kleermakersstiel en ghebt een toekomst.
Ik had veel goesting voor patissié stiel en mocht leergast worden bij Jules Van Heule, den beste patissiér van Dendermonde, wonende op de Koornaert rechtover Jefke Spanoghe beenhouwer, specialist in kopvleesch en zwarte mennekes, zooals men die kleine tripjes toen noemden.
Ik was reeds goed vooruit gegaan, toen ik opeens veranderde van gedacht en ik had het voor de meubelmakerstiel en mijn jongste broer Cesar nam mijn rol over. Ik verzeilde van de zoetigheid naar de schafelingen en lande bij den beir Van Beveren, ne grolpot van eerste clas. Hij had dien naam wel verdiend, maar het was den beste meubelmaker van de stad en had bezonder goede Gaste, den baas café nevens t capelleke, Mathijs prosper ne specialist in t poliere, Frans Wils (zijn moeder wonende op de Riedijk recht over t fabriek Vertongen), ne weeze jongen en ik. Maar ik mag rechtuit zeggen, op mij heeft hij nooit gegrold, ik was zijn lieveling zoo wel als van zijn vrouw Mieke Miehand. ( )
Op zekeren dag kwam Peeke Tas zich aanmelde als halve gast, kon minder dan ik en trok 5 centiemen per uur. Hij kreeg een lijn waad kas van 29.00 fr. te maken. T geraamte stak in één en den beir kwam af met zijn winkelhaak en zetbord, eerst op zij gekeken of het van scheelte was en dan de winkelhaak en dan de vraag: doet Ge dacademie? Die woorden waren nog niet uitgesproke of de kas gaf al geen teeken van leven meer, de kas was van boven naar benéen gesmeten.
Ik kwam na mijn werk thuis en t eerste wat ik zegde: ik gaan niet meer werken bij den beir Van Beveren. Peeke Tas krijgt 5 centieme per uur, kan minder dan ik en ik krijgniets, ging me aanmelde bij Prosper Lensens meubelmaker, sculpteur in de Torenstraat (het huis met de 4 kappen) en wierd aangenomen aan 5 centiemen. Toen werkten we daar met Jan De Man, onze geweze sergeant (politiekorps) Victor Coppens, nen weezejongen, Edouard Bosman en ik. ( ) Daar heb ik niet lang gewerkt, want ik hoorde te veel van Brussel spreken en van groot prée. Ik vroeg aan Mr Lensens 3 centiemen opslag, dus 8 centiemen per uur en t kon niet zijn, ikgaf mijn opzeg en de volgende week trapte ik het af naar Brussel en vondt denzelfde dag noch werk 0,30 per uur in de rue Traversière bij D Hondt, eenige meters van de place Hauwaert. Ik betaalde 1,80 abonné (weekende), mogt geen pakke méebrenge (k had maar een werkmans abonnement), maar hadt alras ne man gevonden en met nen demi te betalen in café nevens t kelderke, rue du progrès, trok ik met mijn pakke binnen, dienende voor t huis. In Dendermonde ging het nog gemakkelijker, ik had maar aan de scheele Coen die aan de sortie stond te zegge: komt eentje pakken au télégraphe bij Wwe Van Schoor, moeder van Frans Van Schoor, en t was gebakke. Ik heb me rap kunnen aanpassen aan het reizen naar Brussel en ziehier mijn gezelschap en t hebben altijd dezelfde geweest tot wanneer ik voor mijn zelve ben begonnen: De Clippel, bijgenaamd den dolle, Miel Dierickx, Van Onsem, Leon Van Rossem, Toone De Decker, Maria Verleijen, Gusta Vercauteren en Hélèntje, nichtje van Rudolf De Herde van mercerie winkel op de Korenaert, drie juffers en drie jongens uit Merchtem die volledigte onze zangkoor, want van tmorgens tot s avonds wierdt er gezongen, gezwanst of gedanst. Mijn clarinet deedt altijd den trajet Dendermonde Brussel mee, en men moest maar zeggen: we gaan dansen of Gust en instrument lagen in de filet en ze waren aan den trok en dit van hier in Dendermonde tot in Brussel of wel van in Brussel tot in Dendermonde, w hebben nooit den tijd gehad ons te vervelen. Van t uitgaan van de Nord wierden we gescheiden uitgenomen wij gedrieën, de schele Clippel werkend bij nen antiquer Chaussée dHaecht, den Toone en ik we werkte 3 huizen van malkander in de rue Traversière, den eene bij ne groote slachter en ik bij dHondt, nen bijzondere meubelmaker, sculpteur.
In t Collège was men verplicht maandelijks te commune te gaan. Op zekeren dag dat de professors, want er waren er twee, eene lings van den ingang der kapel en een rechts, weg bleven, zeg ik bij mij zelf: Gust t is moeite gespaard voor die Heeren, ge kunt dit ook wel doen, en kroop den biechtstoel in, den kazuivel aangetrokken en hadt rap 2 zondaars binnen. Ja, de formul kon ik reeds lang van buiten, t deurke open, Gloria patria, et filio et spiritui, sancto en luisterde naar de zondaar. Deze kwam wat onnozelheden vertellen en ik zegde: mijn vriend, komt terug als ge wat meer hebt bedreven. Deurke toe en den andere glor. enz. Ja, die hadt wat meer op zijnen kerfstok en kreeg voor penetentie, de litanie van al Heiligen en 5 vader onze en 5 wees ge groeten.
Er wierd in de kapel gelachen en de koppen naar den biechtstoel gedreit, al met eens kon men een muis hore loope, rap mijn kazuivel af en buiten, maar zoo snel kon het niet gaan of de professor stond bij mij: Mestag, uw kazuivel aan en mée bij de superieur. De oogen eens rondgedruit en iedereen wist wat zulks beteekende en Gust vloog door de kapel en sakkerstijn naar boven bij de superior. Ja op de knieen, armen omhoog en zijn boekske gebotert. Wanus, de knecht, wierdt geroepen, haalt rap Polleke Mestag ( ). Pa die den coiffeur was van t school, nam zijn materiaal mee: t is te zeggen scheermes, scheeren enz. Ik zien nog altijd zijn gezicht veranderen bij t opensteken der deur en hij zag zijn zoon daar op de knieën zitten met dien kazuivel aan en darmen omhoog. Hij wist aan stonds wat er gebeurd was en hoorde de uitspraak van mijn straf. Een maand lang water en brood, s middags in tschool blijven en na de studie een 1 uur langer dan de andere leerlingen. Thuis stond me nog wat anders te wachten, eerst mijn noeneten, avondeten, de kelderval open en erin tot het tijd was om slapen te gaan. En dit spelleke heb ik volgehouden tot 8 dagen voor het einde van mijn straf. Maar we hadden 2 kelders, den 2de was de wijnkelder en daar bevondt ik me beter en ik had me rap een zwart zuster aangepast die rap nen opvolger kreeg. De gevolgen kunt ge wel raden. Pa kwam me halen om slapen te gaan en zijne Gust lag scheel zat in den tweede kelder. Dat het veel moeite hadt gekost om me boven te krijgen, moet Ge niet vragen, het was van beneden tot boven nen draaiende trap in t ijzer t geleek aan nen tobocan. Al wat ik nog kon uitkramen, was eenige woorden uit Faust, al zingend. S anderen daags waren de boeken gekeerd en ik vloog naar t zolder en acht dagen verlengenis; over die straf kom ik later terug, want Collège heeft me slechte diensten beweze en dat ik van toen af niet veel goeds kon verrichten en dikwijls onplichtig ben gestraft geweest, kunt ge wel raden. Te dien tijde waren de 4 eerste klasse burger schoolmeesters, 3 gebroeders De Leije, Remie, Charles, Octaaf. Moest men van toen spreken en vragen van wie hebt Ge meest schrik gehadt, met algemeen stemmen zou men uitgeroepen hebben Charel, ne goeie proffeser, maar een ruig hand, t hing nog al los daar weet ik ook van te spreken. Nummer 4 was nen andere kerel t was Charel Beeckman. Bij de minste mispikkeling wierd ge aan t bord gehangen. Die preuf heb ik ook onderstaan, met dees verschil dat ik niet veel adem hadt en slap in darmen, daarmee viel ik rap beneën. We hadden ook 2 surveljanten, dit waren geestelijke, nen extern en nen intern en ook 2 verschilde van caracter, laatstgenoemde de zachtheid in persoon en eerstgenoemde, boerke Van Impe als ik me niet bedrieg, geboortig van Wies, bokser in manieren. Die zag van onder zijn bril wat er gebeurde en ongelukkig deze die bij hem geroepe wirt; kreeg hij geen klap aan zijn ooren, hij wierd zoo maar voorzichtig tegen de deur van zijn pupiter geslingerd.
Op de jaarorde van de Federatie Europese Narren, uitgereikt in carnavalsmiddens in diverse landen, prijkt dit jaar het stadhuis van Dendermonde. Wellicht heeft de aanwezigheid van enkele stedelingen in het internationaal bestuur en in het bestuur van de afdeling België hier wat mee te maken...
Rechts, het stadhuis.
De ontwerptekening van de medaille, waarop duidelijk het stadhuis te zien is.