Ik ben Gisela Altruye, kantdocente en al 35 jaar bezeten van Kant. In 1979 ben ik gestart met kantgroep "Terug naar 't kantkussen" en tot op de dag van vandaag zijn er nog altijd dames die reeds komen van in het begin.
Zoeken in blog
Gezien in Ieper
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Chantilly Lace
Spaanse kantkussens in het Begijnhof van Diest
In Spanje is men gek op kantklossen en hun creativiteit kent geen grenzen!!
"de klantklosster" van Sveltlana Pavlickova, bekeken door de ogen van Hilde. Eigenlijk is Hilde wel een stukje "kunstenaar" want zonder al te veel technische bagage klost ze in het verre Turkije toch mooie kantwerken.
Het is een computerprogramma van de Duitse Petra Pönisch met een overzichtelijke handleiding in het Nederlands.
Het gaat natuurlijk niet in één, twee, drie maar na een tijdje oefenen heb ik toch al enkele prikkingen kunnen maken en ik heb ze uitgeklost in de techniek van de s Gravenmoerse kant.
Maar een tijdje geleden zag ik op een kanttentoonstelling, een Franse heer die kant ontwierp via de computer. Ik haalde mijn beste Frans (?) boven en kreeg alle inlichtingen betreffende
KNIPLING,
een computerprogramma voor het ontwerpen van kant.
Het ontwerpen van kant is een tijdrovende bezigheid.
Bij moderne kantwerken is men vrijer qua afmetingen en draaddikte maar dat wil niet zeggen dat modern kantwerk ontstaat met kunst- en vliegwerk! Neen, er gaat altijd een studie aan vooraf om van het kantwerk een evenwichtig geheel te maken.
Het ontwerp van een klassieke kant, zoals Vlaanderse kant, Stropkant, Parijse kant enz , is aan strenge regels gebonden. Om een prikking te maken gebruikt men millimeterpapier. De puntjes waarop de spelden worden gestoken, moeten met grote precisie op de juiste afstand geplaatst worden.
Hoe mooier de prikking, hoe mooier het kantwerk.
Als je de prikking van deze Beverse kant ziet kun je je wel voorstellen dat het een precisiewerk is.
Ieder detail wordt met uiterste zorg behandeld, kunstenaars zijn enorm trots op dit witte goud zoals men porselein noemt.
Over MOGA porselein zegt men :
Het is zo delicaat als Limoges (Frankrijk), meer gesofisticeerd dan Belleek (Ierland), zo geliefd als Meissen (Duitsland) en even populair als Herend (Hongarije).
Op het gebied van porselein is Roemenië wereldberoemd.
De bakermat van het Roemeense porselein ligt in Transylvanië, dank zij de oude Europese adel die hier thuishoorde.
De tradities en het vakmanschap van Alfold, uit Hongarije, en Rosenthal, uit Duitsland, werden verder gezet in de oude citadel van Klausenburg (Cluj) door de Roemeense familie Moga.
Porseleinfabriek Moga is de eerste private porseleinfabriek in Roemenië. Het was vroeger onmogelijk om een private fabriek op te richten en het is door de inzet, de toewijding en de passie van de familie Moga, dat in 1990 deze fabriek werd gesticht.
Maar wat heeft dit alles met kant te maken ?
In principe niets, ware het niet dat de Moga fabriek gespecialiseerd is in
In de achtiende eeuw schreef William Cowper, dit gedicht als ode aan de meer dan 10.000 kantwerksters van Dowton en omgeving.
Lace maker (Kantwerkster)
Yon cottager, who weaves at her own door, Pillow and bobbins all her little store; Content though mean, and cheerful if not gay, Shuffling her threads about the livelong day, Just earns a scanty pittance, and at night Lies down secure, her heart and pocket light.
Om het kussen te dragen legt men het op een grote, vierkante lap stof. De tegenover elkaar liggende hoeken worden geknoopt en zo krijgt men als het ware een tas om het kussen te transporteren.
De klosjes zijn 8 cm lang, recht, puntvormig en met een korte nek (waar het garen op gewonden wordt). In tegenstelling tot de gewone Engelse klossen worden de Downton klossen niet verzwaard met een geparelde ring( zie archief).
De vroegere klosjes werden met de hand gesneden uit plaatselijk hout zoals hout van fruitbomen, taxus, eik Ze werden versierd met blaadjes, takken, hartjes, vissen enz. Deze inscripties werden ingekleurd met rode of zwarte was.
Dowton kant wordt geklost met de zelfkant aan de linker zijde, zoals bij ons, in tegenstelling tot de andere Engelse kanten waarvan de zelfkant rechts gewerkt wordt.
Er werden hoofdzakelijk boorden en tussenzetsels geklost. De fijne stropkanten uit Downton werden gekenmerkt door het veelvuldig gebruik van waaiers.
Voor Donton kant gebruikt men als kussen een dikke rol, gevuld met stro en overtrokken met (meestal) blauw linnen. Het kussen moet heel hard gevuld zijn, anders blijven de spelden niet steken.
Het kussen wordt op de schoot gelegd of op een standaard.
Het is onmogelijk te achterhalen welke kanten er in de 17de en 18de eeuw in Salisbury werden geklost.
Prikkingen uit de 19de eeuw tonen aan dat er naast tulekant ook Bedfordshire, Honiton, stropkant en Russische kant vervaardigd werd.
De patronen die begin de 20ste eeuw door de Downton Lace Industry (een commerciële organisatie) overgenomen werden, zijn allen genummerd, 550 in totaal. De gekloste stalen werden op een zijden lint genaaid, zodat de klant kon kiezen. Deze zijden linten hadden dezelfde functie als het staalboek van bij ons.
De patronen werden geprikt op oude documenten of perkament gemaakt van schapen- of koeienhuid en ze werden voorzien van een geklost staaltje.
Kantreizen, tentoonstellingen, boeken als t maar Kant is !!
Hoewel ik denk dat Kant nog weinig geheimen heeft voor mij, ben ik telkens verbaasd als ik een voor mij onbekende kantsoort ontdek.
Dit is het geval met Downton kant.
In Filum 2 van 2009 staat de geschiedenis van deze kantsoort.
Downton kant :
een minder bekende Engelse kant
Het zuiden van Engeland heeft een lange kanttraditie.
In de bakstenen huisjes met rieten dak, werd door honderden vrouwen kant geklost. Toen in 1910 de interesse in kant zodanig was afgenomen, kon men met klossen niet meer in het levensonderhoud voorzien. Daarom startte men in Downton een huisindustrie, een commerciële onderneming, waar plaatselijke vrouwen kant maakten om wat bij te verdienen.
Deze onderneming bestond tot 1960 maar tot op de dag van vandaag zorgen enthousiaste kantwerksters er voor dat dit traditionele ambacht bewaard blijft.
De basis van de Roemeense lacé kant is een gehaakt, tamelijk plat koord dat gemakkelijk de krommingen van een patroon volgt.
Gekloste of geweven linten moeten in de hoek gevouwen worden wat niet zon mooi resultaat geeft.
Het motief wordt op een dun stuk papier getekend en dit wordt met rijgsteken vastgenaaid op een stoffen ondergrond, juist zoals bij naaldkant.
Het gehaakte koord wordt met kleine steekjes vastgezet op het patroon. Om het werkstuk een bepaald reliëf te geven worden koorden van verschillende dikten gebruikt.
Wanneer de omtrek van het motief volledig met het koord is afgewerkt, verbindt men op plaatsen waar de koorden elkaar raken, deze met kleine, onzichtbare steekjes.
De open ruimten tussen het koord vult men dan op met spijltjes, naaldkant of naaldweefsel..
Kenmerkend aan de Roemeense kant is de enorme variëteit van de vullingen. Bepaalde technieken worden doorgegeven van moeder op dochter.
Wanneer alle open ruimten opgevuld zijn en alle koord met elkaar verbonden, kunnen de rijgdraden verwijderd worden. Ze worden aan de achterkant losgeknipt en het kantwerk komt los van zijn ondergrond.
Roemeense kant werd traditioneel gebruikt als decoratie en niet als versiering van de kledij. Waarschijnlijk komt het omdat het een stugge en dikke kantsoort is door het gebruik van de gehaakte banden.
Tafelkleden, lopers, ingelijste wanddecoraties, kerstversiering, kussens zijn de meest voorkomende toepassingen.
Roemeense lacé kant met "petit point" motiefje in 't midden.
Na WO II, toen Roemenië tot het Oostblok ging behoren, werd de productie van Roemeense lacé kant georganiseerd in coöperatieven. De kant werd verkocht in speciale winkels, in toeristische centra, waar men alleen met buitenlandse valuta kon betalen.
Na de val van Ceausescu zijn productie en kanthandel geheel vrij.
Tijdens een rondreis door Roemenië kom je talrijke kantwerksters tegen met hun eigen standje aan een toeristisch trekpleister.
Rond de vorige eeuwwisseling werd Point-lacé kant erg populair in Europa. Toen was Transylvanië een onderdeel van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Volgens sommigen kwam de techniek van de Roemeense lacékant uit Frankrijk via Hongarije in Transylvanië terecht. Dat zou best kunnen want in Roemenië noemde men vroeger de lacé kant ook wel "LACETTE".
In Roemenië zelf werden nog tot in de jaren '60 en '70 patroonboeken uitgegeven Via Roemeense uitwijkelingen kende deze kantsoort een ware bloeiperiode in de Verenigde Staten van Amerika.
Een berichtje in mijn gastenboek doet altijd plezier maar liefst geen buttons van meer dan 40.000 KB want die vertragen het blog !
Omdat ik hen zo mooi vind !!!!
Thomas Woolner
Camino 2005
De voettocht van mijn man, Theo, naar Santiago de Compostela wordt stap na stap beschreven op zijn blog !! Interesse ? Kijk dan naar : http://blog.seniorennet.be/camino2005