Ik ben Gisela Altruye, kantdocente en al 35 jaar bezeten van Kant. In 1979 ben ik gestart met kantgroep "Terug naar 't kantkussen" en tot op de dag van vandaag zijn er nog altijd dames die reeds komen van in het begin.
Zoeken in blog
Gezien in Ieper
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Chantilly Lace
Spaanse kantkussens in het Begijnhof van Diest
In Spanje is men gek op kantklossen en hun creativiteit kent geen grenzen!!
"de klantklosster" van Sveltlana Pavlickova, bekeken door de ogen van Hilde. Eigenlijk is Hilde wel een stukje "kunstenaar" want zonder al te veel technische bagage klost ze in het verre Turkije toch mooie kantwerken.
De in Zeeuws-Vlaanderen geboren Judith Pieters leefde zich na een vierjarige kantopleiding uit in de creatieve aspecten van kant en het maken van eigentijdse ontwerpen. De klassieke technieken moet je goed in de vingers hebben om ermee te kunnen spelen.
De ontwerpen ontstaan vanuit het materiaal, waarnaar met veel inventiviteit wordt gezocht. Het resultaat is des te verrassender als ook de kleuren een bijdrage aan het geheel kunnen geven.
Zij volgt ook workshops bij kunstenaars van andere disciplines en ze heeft al diverse prijzen in de wacht gesleept.
Bron: tentoonstelling in Hulst
Judith Pieters
STROMING
Viscose staal
Judith Pieters
STRALING
Katoen gouddraad bindbandjes
Judith exposeerde verschillende werken waarin bindbandjes verwerkt waren en het had steeds een mooi en speciaal effect.
De twee kunstenaressen, Judith Pieters en Ria de Ruiter, hebben met hun Draadkunst een ontwikkeling op gang gebracht die bewondering oogst door de moderne werkwijze, het gebruik van eigentijdse, verrassende materialen en de transparantie van de objecten.
Begin maart liep er een tentoonstelling in s Landshuis in het Nederlandse Hulst Het was mij ontgaan maar gelukkig is er toch altijd één of andere kantliefhebster die mij er aan herinnert.
En het was echt de moeite waard !!!
Deze expositie van Judith Pieters en Ria de Ruiter kreeg als titel
DRAADKUNST
Deze kunstvorm is nog vrij onbekend maar trekt een steeds breder publiek dank zij verschillende tentoonstellingen.
De locatie was uitstekend maar het was heel moeilijk om fotos te nemen omdat, de werken waren heel subtiel, de achtergrond en lichtinval stoorden.
Alle composities waren te koop en voor wie interesse heeft kan zich altijd wenden tot s Landshuis in Hulst.
Rond dezelfde periode (1842) ontwikkelde de Engelsman William Fox Talbot de negatief - positief methode en werd hiermee de grondlegger van de fotografie.
Ik ga hier niet te ver over uitweiden.
Het contactdrukken bestaat er in dat het negatief in contact gebracht wordt met lichtgevoelig papier (met zilverzouten) dat vervolgens belicht wordt.
Op deze manier konden scherpere afdrukken van kant verkregen worden in vergelijking met de bleus.
William Fox Talbot
Bron : Filum naar de thesis van mevr. Ria Demeyere
Een andere manier van kopiëren was het gebruik van een blauwdrukbak.
Dit is eigenlijk een houten kistje, met op de bodem een houten plankje overtrokken met vilt. Bovenaan is er een raam met een glasplaat in.
Op de bodem van de kist legde men een lichtgevoelig papier met daarop de afgewerkte kant.
Glasraam, lichtgevoelig papier met de kant erop werden met spanveren stevig tegen de bodem gedrukt.
Het kistje werd dan een 15-tal minuten, afhankelijk van de lichtsterkte, in de zon gezet. Hierdoor kleurden de onbedekte delen van het papier blauw en bleven de delen onder de kant wit. Men noemde het ook een bleu.
Vervolgens dompelde men het papier in water om de foto te fixeren zodat de kopie aan het licht blootgesteld kon worden.
Deze techniek, in 1842 uitgevonden door de Engelsman John Herschel, werd vooral gebruikt in de drukkerswereld, speciaal voor bouwplannen.
De kantwereld maakte gretig gebruik van deze techniek.
Bron en foto : Filum naar de thesis van mevr. Ria Demeyere
Een andere methode bestond erin om het geprikte patroon in te wrijven met asfalt in poedervorm Bithume de Judeé.
Het poeder kwam door de geprikte gaatjes op een onderliggend papier terecht. Dat werd verward met een strijkbout. Door te verwarmen smolt de asfaltpoeder en zo werd de tekening gefixeerd.
Deze methode hebben wij als kind ook wel eens gedaan.
Ofwel tekende men het patroon gewoon over door er kalkpapier op te leggen en over te tekenen. Of met een zacht, zwart potlood de achterkant van het patroon zwart maken, er een ander papier onder leggen en de bovenzijde over tekenen.
De prikmachine
De prikmachine is een meer gemechaniseerd systeem om kopieën te maken. De machine werkte zoals een naaimachine, met een trapper, en was uitgerust met een lange beweeglijke arm om de motieflijnen te kunnen volgen.
De tekening werd op zijdepapier gemaakt en vervolgens prikte men met de pikeermachine gaatjes langs de patroonlijnen.
Zon prikmachine werd ook gebruikt voor naaldkant patronen. (zie archief)
Foto van de Zeelse naaldkantwerksters met op de achtergrond de prikmachines.
Nadat de tekening geprikt was, legde men ze met de averechte kant naar boven, op kloskarton.
Met een tampon en een mengsel van poeder, benzine of alcohol wreef men het geprikte patroon inen er verscheen een nieuw patroon.
Dit blauwe of zwarte poeder was te koop bij de drogist.
Bron : Filum , mijn thesis over de Zeelse naaldkant en de thesis van mevr. Ria Demeyere Eigen foto's
Om deze misbruiken te vermijden kreeg de kantwerkster van tijd tot tijd, op onverwachte momenten, controle.
Voor kanten met afgeknoopte draden, zoals bloemwerk, kreeg de kantwerkster maar een deel van het patroon. Ze zag zelden of nooit het volledige patroon.
De verschillende delen werden dan door een specialist aan elkaar gezet.
Van één doorsteek werden meerdere prikkingen gemaakt.
Het perkament of de karton werd op het prikkussen gespeld met daarboven de doorsteek. De prikster kon beginnen.
Als het prikwerk klaar was, tekende de prikster met Oost-Indische inkt de motieven en vullingen in. Voor de vullingen waren bepaalde merktekens afgesproken zoals bijvoorbeeld een zwart bolletje = de grote sneeuwvlok, vierkante blokjes = vierkante kunstslag (Dutse slagen).
Deze doorsteek werd gebruikt om de definitieve prikking te maken.
Omdat een prikking meerdere keren gebruikt werd, moest ze van stevig materiaal gemaakt zijn.
Perkament gemaakt van ezels-, kalfs- of schapenhuid.
Ook Carton de Lyon,(zeer zwaar bruin of groen prikkarton dat ik zelf ook veel gebruikt heb) maar ook karton van oude staalboeken, modeboeken kortom alle mogelijke materiaal dat stevig genoeg was om dikwijls te gebruiken.
(dit is geen perfect voorbeeld van een prikking)
Perkamenten werden in Vlaanderen groen gekleurd om de gewerkte kant beter te zien. In Engeland werden ze ongekleurd gebruikt waardoor ze doorzichtig waren.
De perkamentsteekster was diegene die het patroon klaar maakte voor de kantwerkster want prikken en kantklossen werd door twee verschillende personen gedaan.
Getalenteerde tekenaars werden opgeleid tot prikster.
Het werk van de prikster was precisiewerk want hoe mooier de prikking, hoe mooier het kantwerk.
Het ontwerp werd op doorschijnend papier(patroonpapier) getekend.
foto Filum
Voor een prikking van kant met doorlopende draden, zoals Vlaanderse, Parijse, Beverse enz., schoof de prikster een raster voor de betreffende kantsoort onder dit ontwerp, prikte de rasterpunten en paste de speldenpunten aan het motief aan.
De grote doorbraak kwam er toen E.H. Machiels uit Izegem de technische tekening bedacht.
De tekening geeft het dradenverloop weer en de kleurcode geeft aan welke slagen er gebruikt worden. De Kantnormaalschool in Brugge verfijnde de werkwijze en rond 1919 stond alles op punt.
Deze uitvinding is wereldwijd verspreid en daardoor kan de kantklosster meerdere kantsoorten klossen en niet meer alleen deze uit haar streek zoals het vroeger was.
De technische tekening is een visuele weergave van de klostechniek.
Deze speciale kantwerken werden bijna altijd ontworpen door gespecialiseerde ontwerpers met name Ferdinand Knopff en Isidore De Rudder.
Aan de kantwerkster werd geleerd hoe ze een prikking moest interpreteren en uitvoeren. Men leerde op zicht klossen, dus zonder technische tekening.
Deze methode was lange tijd van toepassing omdat men enkel de kantsoort uit de streek kloste.
Toen er een eind kwam aan kantklossen om den brode en er werd geklost als vrijetijdsbesteding, zocht men naar een efficiëntere manier om het kantwerken aan te leren.
In de Encyclopédie des Ouvrages de Dames van Th. De Dillmont, was er sprake van een teltekening waarbij de prikpunten genummerd zijn en de werkvolgorde weergeven.
Een deel van de technische tekening van het kantwerk waar ik aan bezig ben.
Tegenwoordig is dat eenvoudig. Je koopt een patroon, spelt het op het kantkussen en begin te klossen.
Maar sommigen willen toch iets unieks, iets persoonlijk, en tekenen hun eigen patroon of maken van een bestaand patroon een nieuwe prikking met een persoonlijke touch.
Vroeger was patroontekenen specialistenwerk !
De kanthandelaar ontwierp zelf een patroon voor zijn kantwerksters, zorgde voor een opleiding ontwerptekenen voor zijn personeel of hij deed beroep op een kunstenaar om een ontwerp.
Bron : Filum 3&4 2009 - Foto's : kanttento Turnhout
Salvador Dali werd geboren op 11 mei 1904 in Figueras (Catalonië), een dorpje aan de voet van de Pyreneeën, zon 25 km van de Franse grens.
Hij overleed op 23 januari 1989 in de Galatea-toren van zijn museum in Figueras, waar hij de laatste jaren van zijn leven woonde en waar hij ook begraven is.
Dali was een productief maar exentriek figuur, die er alles aan deed om in de belangstelling te staan.
Dit prachtige schilderij uit 1929, is geschilderd in zijn
Surrealistische periode
die duurde van 1929 tot 1940.
Puntaire de Dali
Hij beschreef zijn schilderijen als geschilderde droomfoto's, omdat de zeer realistisch geschilderde objecten vaak in geen enkel verband met elkaar lijken te staan. Ook was hij een meester in de techniek van de trompe-loeil (gezichtsbedrog) en het spel met perspectief.
De Braziliaanse kunstenares Vera Sabino is autodidact. Vanaf haar 8ste jaar was zij bezig met verf en inkt en op 14-jarige leeftijd won zij de Design Award van de Academie voor Plastische kunsten in Curitiba.
Als 18-jarige stelde zij voor het eerst tentoon in Florianopolis, op het eiland Santa Catarina.Ze was vertegenwoordigd op meer dan 60 tentoonstellingen tot in Frankrijk en Amerika.
Verhalen die ze als kind gehoord heeft vormen de themas van haar schilderijen:
De heksen van Caccaes, verhalen van het eiland Santa Catarina, heiligen, kerken, bloemen en vrouwen.
Mytologische figuren.
Het werk van Vera Sabino is een synthese van mythe en werkelijkheid, een levende spiegel van ons universum dat de kunstenares beoefent met integriteit, waardigheid en een zeldzame pracht.
In 2009 werd zij gelauwerd voor 40 jaar schilderkunst.
Maar wat mij vooral opvalt in haar schilderijen is, dat er veel kant afgebeeld is. Niet verwonderlijk, wetende dat Brazilië een kantminnend land is.
Detail van het schilderij :
Rendeiras (kantklosster) de Santa Antônio de Lisboa (1m/0,70m)
Een berichtje in mijn gastenboek doet altijd plezier maar liefst geen buttons van meer dan 40.000 KB want die vertragen het blog !
Omdat ik hen zo mooi vind !!!!
Thomas Woolner
Camino 2005
De voettocht van mijn man, Theo, naar Santiago de Compostela wordt stap na stap beschreven op zijn blog !! Interesse ? Kijk dan naar : http://blog.seniorennet.be/camino2005