Ik was denk ik, een jaar of 12 als ik mijn eerste dagboek kreeg, waar ik mijn geheimen in kwijt kon. Je weet wel zon boekje met een slotje er op. Dat het slotje niet veel voor stelde , kreeg ik pas later door. En ook ik begon mijn dagboek met: lief dagboek, ik hoop aan jou alles te kunnen toe vertrouwen, zoals ik het nog aan niemand gekund heb. Ik schreef vooral over puberleed, dingen die ik op school had meegemaakt, over de meesters en juffen, over mijn vriendinnen, de lessen, mijn kleren, dat ik boos was op mijn vader of moeder en dat mijn broertje zon een verschrikkelijke pestkop was en over mijn kalverliefdes. Vooral hierover kon ik nogal uitwijden. Ik had er bovendien geen flauw idee van, dat ik tenminste één trouwe lezer had, namelijk mijn broertje. Het huis was te klein! Toen ik er achter kwam. Wat voelde ik mij verraden. Een dagboek is ook eigenlijk niet voor anderen bestemd, hooguit voor geliefden, mensen die veel van je houden. En als je 12 bent en volop aan het puberen, dan horen broertjes en zelfs ouders, daar echt niet bij. Mijn dagboek uit die tijd is dan ook nooit volgeschreven. Jaren later heb ik bij vlagen nog dagboeken bijgehouden en kort geleden heb ik besloten om opnieuw aan een dagboek te beginnen. Waarom ik het doe? wat het nut ervan is? Wat het doel is van al dit geschrijf? Waarom krijg ik van sommige teksten toch tranen in mijn ogen? Zoveel vragen, waarom.........? In een dagboek mag je zeuren, roddelen, je kwaad maken,negatief zijn, je leert er je zelf door kennen en je leert te relativeren. Noem het een vorm van meditatie en..........bovendien.........Ik vind het leuk om te schrijven.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|