xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mocht je me vergeten wil ik dat je één ding weet:
Als ik kijk naar de kristalmaan, de rode tak van trage herfst bij mijn raam, als ik, bij het vuur gezeten, de ongrijpbare as neem of rimpelig lijf van brandhout, weet je, dat alles mij tot jou voert, alsof alles wat bestaat, geuren, licht, metalen, scheepjes zijn die varen naar jouw eilanden die me verwachten.
Welnu dan, als beetje bij beetje jouw liefde voor mij minder wordt, zal beetje bij beetje mijn liefde voor jou minder worden.
Als je me plotseling vergeet, zoek me niet, want ik zal je reeds vergeten zijn.
Als je de wind van vlaggen die door mijn leven waait waanzinnig en lang vindt, en je besluit me aan de oever te laten van het hart waarin ik wortel bedenk dat op die dag, op dat uur, ik mijn armen op zal heffen, dat mijn wortels naar buiten komen om andere grond te zoeken.
Maar als je dag na dag, uur na uur, voelt - onverzoenlijk lief - dat je voor mij bestemd bent, als, dag na dag, een bloem aan je lippen ontstijgt om mij te zoeken, ach dan, allerliefste, komt dat vuur weer in mij op, in mij blust niets of wordt vergeten, mijn liefde voedt zich aan jouw liefde:
zolang je leeft zal mijn liefde in jouw armen zijn zonder mijn armen te verlaten.
Pablo Neruda
|