Als de kerels te gare zijn, doedle bomle rom dom dom. Wat liedje moet er gezongen zijn? doedle rom dom dom. 't Kerelslied, 't Kerelslied, doedle bomle rom dom dom, t Kerelslied, t Kerelslied, doedle bomle rom dom dom.
Ze renden met zessen langs de baan, doedle bomle rom dom dom. Zij hadden stalen kleren aan, doedle rom dom dom. Isegrims, Isegrims, doedle bomle rom dom dom, Isegrims, Isegrims, doedle bomle rom dom dom.
Zij hadden waaiend helmen aan, doedle bomle rom dom dom. Zij renden zingend langs de baan, doedle rom dom dom. Wat zongen zij, wat zongen zij? doedle bomle rom dom dom, Wat zongen zij, wat zongen zij? doedle bomle rom dom dom.
Van edele ridders en heren groot, doedle bomle rom dom dom. Van nijdige kerels en galgedood, doedle rom dom dom. Isegrims, Isegrims, doedle bomle rom dom dom, Isegrims, Isegrims, doedle bomle rom dom dom.
De kerels kennen een schoondren zang, doedle bomle rom dom dom. De zang der kerels en is niet lang, doedle rom dom dom. Maar zegt veel, maar zegt veel, doedle bomle rom dom dom, Maar zegt veel, maar zegt veel, doedle bomle rom dom dom,
Vliegt de blauwvoet? Storm op zee! doedle bomle rom dom dom Vliegt de blauwvoet? Storm op zee! doedle rom dom dom. Storm op zee! Storm op zee! doedle bomle rom dom dom Storm op zee! Storm op zee! doedle bomle rom dom dom
En als de kerel aan t zingen valt, doedle bomle rom dom dom Zijn liedje vromer als dandre schalt; doedle rom dom dom Storm op zee! Storm op zee! doedle bomle rom dom dom Storm op zee! Storm op zee! doedle bomle rom dom dom
A. Rodenbach
|