Wie me kent en me al langer volgt, weet dat ik het altijd opneem voor de minderen in de samenleving, voor mensen die onze aandacht verdienen en naar een 'thuis' zoeken, even wat geborgenheid en een luisterend oor.
Af en toe publiceerde ik hier iets rond een jonge twintiger die op mijn pad kwam, doorgestuurd door een bevriend koppel. Ze hadden de jongen toen letterlijk in het bos onder een tent gevonden met enkel de kledij die hij toen op zijn lijf droeg en een plastieken zak waar al zijn paperassen vanaf zijn geboorte, legerdienst etcetera instaken?
Toen hij zich in augustus 2012 bij me aanmeldde, had ik nooit gedacht dat hij hier meer dan een maand zou blijven logeren. Hij wist niet eens meer hoe hij een boterham moest eten. Hij was wel beleefd en zag er altijd goed verzorgd uit. Het zou me te ver leiden om uitgebreid in te gaan op wat we samen beleefden. In elk geval was het mijn bedoeling hem weer op de juiste weg te helpen, een vast onderkomen een en vast werk.
Hij toonde zijn emoties niet, maar liet zijn dankbaarheid dan tonen via een mail of een smsje. Hij durfde me daarin zelfs 'papa' te noemen, de vader die hij nooit had gekend, noch de moederliefde .... Of was er toch meer aan de hand?
Toen hij op het einde van die zomer eindelijk iets had gevonden, zegde iemand me dat ik hem gauw terug zou zien. En het gebeurde inderdaad. Zo verbleeef hij hier in de zomer van 2013 en 2014 en daartussen af en toe nog enkele weekends. Hoe langer ik hem onderdak bood, hoe minder graag ik het deed. Want ik wist op de duur - wat hij zelf af en toe schuchter opbiechtte - dat hij geboekstaafd stond als een schooier puur sang, die om de haverklap betrapt wordt op zwartrijden, en een onverbeterlijke recidivist.
Ik kwam erachter dat hij een gerechtelijk verleden heeft van Leuven over Dendermonde en Brugge. Het begon in zijn prille jeugd. Een ellenlange reeks inbreuken even hard als tragisch. Dat ging van kruimeldiefstallen en banale caféruzies, over misbruik van vertrouwen - waarvan laatste ik zelf paar maal het financiële slachtoffer was - en drugsgebruik tot zinloos geweld.
Gelukkig kon ik hem positief sturen in al die jaren zodat hij volkomen clean is, maar wellicht nooit een rol zal spelen in onze maatschappij, hoe graag hij ook wil gaan werken.
Nu vraagt u zich af waarom steeds weer? Wél, misschien omdat hij zelf steeds naar me toekwam toen hij nergens nocht terecht kon toen hij weer eens gefaald had. Ik had in 2012 mijn verantwoordelijkheid genomen en hij was een deel van mijn leven geworden, niet de gemakkelijkste tijd. Duizend maal heb ik 'nooit meer' gezegd, en toch...
Zeventig maal zeven maal vergeven. Opnieuw kansen geven. Ik denk dat wat ik deed, vooral geïnspireerd is door mijn geloof, het evangelie proberen te beleven. Delen met de armen zoals paus Franciscus het van ons vraagt naar het voorbeeld van Jezus. Of zijn er grenzen aan goedheid?
|