Op een keer waren alle dieren van het bos in een crisiszitting bijeen, omdat de ekster al een paar dagen spoorloos verdwenen was. Al vaak had de ekster gedreigd: “Ik ga weg en ik kom niet meer terug”, maar altijd was hij weer gewoon teruggekomen. Maar deze keer was het anders, hij was en bleef weg. Aanvankelijk hoopte iedereen nog dat hij misschien de volgende dag terug zou komen. Maar nee hoor: van de ekster was geen spoor te bekennen. De dieren spraken af om samen heel hard te roepen om de ekster, maar er kwam geen geluid als antwoord. Toen besloten ze brieven te schrijven om de ekster te vragen zo snel mogelijk terug te komen. De lucht zag zwart van de brieven, maar de ekster bleef weg.
Niemand had enig idee, hoe ze verder moesten komen in deze moeilijke situatie, tot de mier zei: “Ik stel voor dat we de moed opgeven”. Er ging een zucht van verlichting door de zaal omdat ieder dat een geruststellende gedachte vond.
Toen stond op de achterste rij iemand op die zei: “De moed opgeven? Daar ben ik tegen”.
Dat was de ekster.
TOON TELLEGEN
|